„Ik heb een eenzaam beroep" Reeks concerten op Knipscheer- orgel in Noordwijkse kerk apelgekke parodie op merikaanse film en tv Expositie in De Sluis '3 EZE WEEK IN DE BIOSCOPEN En verder LEIDSE COURANT VRIJDAG 20 JUNI 1980 PAGINA 9 NOORDW1JK In de komende maanden organiseert de Stichting Orgelcentrum in samenwerking met de Evenementencommissie van de VVV een reeks zomer avondconcerten in de Grote Kerk te Noordwijk-Bin- nen. Men heeft een aantal in binnen- en buitenland be kende organisten bereid gevonden het klankrijke Knipscheer-orgel in het historische kerkgebouw te be spelen. De Haagse organist Sander van Marion - tevens dirigent van het befaamde Katwijks Christelijk Mannenkoor „Jubi late" - opent de rij op vrijdag 27 juni met een even apart als aantrekkelijk programma. Het vermeldt onder meer: de Fanfare in A (van A. Soler), de Sonate in A (A. Viola), de Echo-canzona van G. Guami, de Pastorale van de compo nist D. Scarlatti, het Concerto in F van T. Albinoni, het Adagio van dezelfde componist, enkele voorspelen van Jo- hann Seb. Bach, de Cornet Voluntary en Trumpet Volun- tary, beiden van John Stanley en Trois Pieces (Th. Du bois). Van Marion opent en sluit met een eigen improvisa tie. Op 4 juli speelt Herman van Vliet, organist te Oudewater, op 11 juli geeft Feike Asma (Maassluis) een concert met medewerking van het British Columbia Boys Choir uit Ca nada, dat een toernee door ons land maakt, op 18 juli is de bekende Kampense organist en dirigent Klaas J. Mulder de concertgever, op 25 iuli speelt Charles J. de Wolff (Alk maar) - onder meer bekend door zijn Bach-uitvoeringen -, op 1 augustus concerteert Willem Hendrik Zwart, de vaste organist op het monumentale instrument in de Bovenkerk te Kampen, terwijl Feike Asma op 8 augustus de serie af sluit met een programma, waarin verzoeknummers zijn op genomen. Op deze orgelavonden kunnen de bezoekers niet alleen ge nieten van subliem orgelspel, maar tevens hebben zij gele genheid om voor en na het concert de Grote Kerk te be zichtigen, die in de zeventiger jaren een grondige restaura tie onderging en geheel in haar oorspronkelijke staat is te ruggebracht. Het karwei werd in ruim vier jaar uitgevoerd door het aannemersbedrijf Woudenberg te Ameide, specia list op het gebied van kerkrestauraties, onder supervisie van de Leiderdorpse architect, wijlen de heer P. van der Sterre. Met de vorig jaar gereed gekomen aanbouw van het zuiderportaal - naar een afbeelding van de Noordwijkse kerk op een schilderij in een museum te Gothenburg in Zweden - werd de restauratië gecompleteerd. In de monumentale, in romaans-gothische stijl opgetrok ken Grote Kerk bezit Noordwijk een uitnemende cultuur schat. Volgens deskundigen dateert het indrukwekkende bedehuis uit de 13e en wellicht nog ouder. Nauw verbon den is de kerk met de historie van het oude dorp. Zo geven tal van sierlijk bewerkte grafstenen in het kerkgebouw de laatste rustplaats aan van verschillende ambachtsheren van Noordwijk en andere prominenten uit voorbij gegane eeuwen. Een zeer fraaie tombe is gewijd aan Jan van der Does, de bevelhebber van het belegerde Leiden in 1574 en de eerste curator van de Leidse universiteit Andere be zienswaardigheden zijn de geheel gave, middeleeuwse hardstenen doopvont, de familiebank van de ambachtshe ren, de koorbanken, aangebracht in 1636 en een drietal, eveneens uit de 17e eeuw daterende tekstborden. Sinds 8 november 1840 bezit de Grote Kerk met haar machtige gewelven en vrijwel volmaakte akoestiek, een orgel dat uitmunt in klankrijkdom en opmerkelijk mooie stemmen. Experts noemen het een der fraaiste orgels uit de streek tussen Delft en Haarlem. Het is een geschenk van dominee Gerrit Kuiper, die als emeritus in Noordwijk woonde, en diens vrouw Anna Cornelia Pennewart. Te vens stichtte het predikantsechtpaar een fonds voor het jaarlijks onderhoud van het orgel en het honorarium van de organist. De orgelmaker H. Knipscheer uit Amsterdam bouwde het instrument in neo-empire stijl, omhuld met wit en goud, op vier witte zuilen. Het heeft de volgende dispositie: Manuaal I: Prestant 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Fluit-douche 4, Mixture 3- 4 sterk. Cornet 4-sterk, Terts Quint 3, Trompet 8, Holpijp 8 en Bourdon 16. Op het Manuaal II bevinden zich de vol gende registers: Prestant 8, Prestant 4, Dwarsfluit 4, Scherp 3-4 sterk, Woudfluit 2, Dulciaan 8, Viola di Gamba 8, Holpijp 8 en de Tremulant. Het pedaal: Bourdon 16, Ko raal-Bas 8 en Bourdon 8. Verder de koppelingen I en II, pedaal aan I en pedaal aan II. Bijzonder fraai in deze dis positie is de Dulciaan 8. Voor de instandhouding en een eventuele uitbreiding van het orgel - niet de gehele orgelli teratuur kan er op gespeeld worden wordt na de concerten een collecte gehouden ten bate van het orgelfonds. Jan Zwart, de legendarische organist en radio-concertge ver uit de dertiger jaren, ontdekte de schoonheid van het orgel in de Grote Kerk in de zomer van 1937, toen hij voor zijn gezondheid in de badplaats vakantie hield. Zondags bezocht hij de kerkdienst als gewoon kerkganger. „Maar als de dienst ten einde is, beklimt hij de trap naar het orgel om er met de orgelist Smit en het instrument kennis te maken. Spontaan biedt Smit hem de orgelbank aan. Jan Zwart geniet nu hij weer een orgel onder zijn vingers heeft. Hij fantaseert, registreert en opeens lijkt er een an der orgel in de kerk te staan", vertelt zijn zoon Jan junior later. „De deuren van de kerkeraadskamer gaan open. Kerkeraadsleden en kerkvoogden luisteren verbaasd, ter wijl zij zich afvragen wie er nu toch wel op het orgel speelt. Jan Zwart weet meteen wat hij in de komende week zal doen. Op dit orgel een concert geven voor de vele vakantiegangers, die de badplaats bevolken". Het spontaan georganiseerde concert werd een succes. Als op vrijdagavond, 9 juli de deuren van de Grote Kerk even na acht uur dicht gaan, is het kerkgebouw nagenoeg geheel bezet. Het toen gespeelde programma, besloten met zijn Fantasie over „Een vaste burcht is onze God", werd zijn muzikale testament. Vier dagen later "overleed de orgel meester. Dat Jan Zwart op 9 juli 1937 in de Grote Kerk van Noord- wijk-Binnen zijn laatste concert speelde, werd in 1957 offi cieel herdacht. Ds. A. Kret, de tegenwoordige burgemees ter van Sassenheim en toen voorzitter van het herden kingscomité, hield bij die gelegenheid een gedachtenisrede, terwijl Feike Asma hetzelfde programma uitvoerde, dat z'n leermeester twintig jaar tevoren had gespeeld. Sindsdien organiseert Orgelcentrum elke zomer een aantal concerten in de Grote Kerk. Liefhebbers van orgelmuziek uit Noord wijk en omgeving, waar ook vele gasten uit de badplaats komen blijken deze orgelbespelingen bijzonder op prijs te stellen. Zondags kan men het instrument beluisteren onder de handen van de vaste organist Johan Admiraal. Traditie getrouw vindt onder diens leiding in de paasweek een uit voering van passiemuziek plaats. De zomeravondconcerten zijn alle op vrijdagavond en be ginnen om kwart over acht. „Zwerver", een ets van Condé. es in de pot, een andere absurditeit. Miguel Condé en Pablo Rueda Lara exposeren tot 1 augustus in Galerie „De Sluis" aan de Sluiskant in Leidschendam een aantal tekeningen, etsen en keramische plastieken. Miguel Condé werd in 1939 in Pittsburg in de Verenigde Staten ge boren en werkt, na veel omzwervingen, sinds zijn dertigste jaar in Sitges in Spanje. Werk van hem werd geëxposeerd in New York, Parijs, Berlijn en op de Documenta 6 te Kassei en bovendien aangekocht door grote musea als het Smithonian Institute in Washington, het Museum of Modern Art in New York en het Cleveland Museum in Ohio. Pablo Rueda Lara werd in 1945 in Catillo de Locubin bij Granada geboren maar werkt sinds 1969 in Nederland. Hij exposeerde eerder in Ba zel en Keulen op de International Art Fair en in Amsterdam en Rotterdam. De Prent van de Maand van Galerie „De Sluis" is een litho van Cea Maat, getiteld „wazig wolkendek". EUROCINEMA IV (Alphen aan den Rijn) Lieve jon gens (16) Hugo Metsers, Hans Dagelet en Albert Mol in de verfilming van het ge lijknamige boek. van Gerard van het Reve. (eerste week) GREENWAY (Voorschoten) Kung Fu meester (16). Ook: Coming Home (16) en De fluit met de zes smur fen (a.l.). SCHILDER FER HAKKAART: eusachtige aap breekt los in een televisie-studio, een van de vele dwaze 'an de meest krank- je films van de laat- pd is zonder meer Kentucky fried mo- Een aaneenschake- van schetsjes die kruising zijn tusen ^vroegere werk van de Gooijer en ly Kraaijkamp, de flages van het duo en Bie, inktzwarte en slapstick, ëntwintig In getal, icht door een aantal die er naar men aannemen een ste- borrel bij genuttigd fpen om elkaar gie- I C van plezier in origi- IjvjBit de loef af te ste- Uitgevoerd door het Jucky Fried Theatre, Ft geregisseerd door t Landis. Het is alle- uiterst ongelijk van liteit, je kan de voor van de bedenkers er aan af zien maar na Studio Kentucky fried movie (16) met James Ambrahams en David Zucker. Regie: John Lan dis. een prachtige absurde grap volgt een enorme flauwiteit, weer afgewis seld met enkele smake loosheden die te gênant zij om op papier te zet ten. Gek blijft het wel. Zo gek zelfs dat de importeur van de film het met één enkel kopietje in Amster dam wilde proberen, maar zo verrast werd door de toeloop dat hij er een paar bij bestelde en de film landelijk uit bracht. Onderwerp zij de Amerikaanse televisie, vooral de reclame, en de filmindustrie. Trailers voor zogenaamd nieuwe hoofdfilms als „That's Armageddon", de ramp zaligste aller rampen films, waarbij alles wat maar kan breken of in storten dat ook onmid dellijk doet terwijl hoofd rolspeler George La- zenby (ooit een blauwe maandag James Bond) temidden van vuur en verderf een quasi-diep- zinnige dialoog blijft voe ren. Of reclame voor een hoofdpijnpoeder dat we tenschappelijk getest wordt in een kliniek waar proefpersonen eerst de gelijke dreunen op de hersens en daarna een pil teogediend krijgen. Bierreclame door Hare Krishna-aanhangers en een (veel te lange) Bruce Lee-karate-parodie. Niet erg fijnzinnig allemaal, maar wel te gek. BERT JANSMA LEIDEN De alom bekende Leidse schilder/tekenaar/etser Fer Hakkaart (39) is dagelijks vaak tot laat in de avond in zijn atelier te vinden. „De mensen denken vaak, dat ik maar een gemakkelijk leventje lijdt, maar dat valt nogal mee. Bovendien," zo meent de kunstenaar, „heb ik een eenzaam beroep. Je moet alles zelf oplossen. Maar Hakkaart stelt aan zichzelf dan ook hoge eisen; hij vindt, dat een kun stenaar alles moet kunnen. Zijn wer ken, vindt Hakkaart, kosten veel, maar zijn niet duur. De start was voor Hakkaart wel een kwestie van hard werken, maar moeilijk had hij het, in tegenstelling tot vele an dere debuterende kunstenaars, beslist niet. Zijn overduidelijke kwaliteiten wa ren daar debet aan. Overdag werkte hij bij de Roto Gravure, 's avonds volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Acade mie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, terwijl hij penseel en potlood ir. die tijd (1957-1962) vaak pas in de nachtelijke uren ter hand nam. Als schilder is Hak kaart atodidact. Al in de beginperiode waren de diverse galeriehouders hogelijk in Hakkaarts werk geïnteresseerd. „Het ging verbazend, maar het was indertijd wel makkelijker dan tegenwoordig. Mo menteel lopen de steden over van de ga leries en van de kunstenaars. Ik heb ge lukkig nooit met schilderijen onder mijn arm van de ene naar de andere galerie hoeven te lopen. Er waren in die tijd ook minder galeries, die zich toelegden op ab stracte kunst," aldus de realist Hakkaart. Een door C.R.M. georganiseerde startten toonstelling was de enige 'springplank', waar de getalenteerde beginneling ge bruik van heeft hoeven maken. Daarna verkocht zijn werk zichzelf, hoewel dat zonder de starttentoonstelling ongetwij feld ook zou zijn gebeurd. Hakkaart:„Mensen proberen me wel eens te vertellen, hoe makkelijk ik het wel heb. Nou, vergeet het maar. Natuurlijk, ik kan opstaan en naar bed gaan wan neer ik wil, maar ze vergeten, dat ik da gelijks hard moet werken, het werk moet eens gereed komen. Ik vergelijk het wel eens met Vestdijk, die schreef als een ra zende, die had wat ik heb, een beetje die ambtenaarachtige manier van werken. Bovendien heeft een kunstemaker een eenzaam beroep, je moet alles zelf oplos sen." Hakkaart is iemand die zijn ogen con stant goed de kost geeft en die, om te kunnen vastleggen, wat hem intrigeert, altijd een camera bij zich draagt. „Ik vind, dat een kunstemaker alles moet kunnen maken, stillevens, landschappen, mensen enzovoort. Net als de oude mees ters, die konden dat ook. Mij interesseren de mensen, hoe ze zich gedragen, het uit beelden van wat hun houding in feite be tekent. Ik vind het prachtig om naar mensen te kijken. Razend interessant. In tegenstelling tot foto's, die vaak alleen sferen blootleggen, kan je doormiddel van een schilderij een verhaal maken. De bedoeling, de gedragingen van de mensen kunnen naar voren komen. Om alles zo goed mogelijk weer te geven, ge bruik ik modellen; als ik een leren jasje teken, heb ik dat naast het doek hangen en als ik een brommer teken, moet dat goed zijn en dus heb ik een foto ter on dersteuning," aldus de perfectionist Hak kaart. Het ruime atelier van Hakkaart is keurig verzorgd. Elke schildersezel, elke tube en elk penseeltje lijkt een vaste plaats te hebben. Het krijt ligt keurig op kleur ge rangschikt voor het grijpen opdat de kunstenaar nauwgezet en ononderbroken kan werken. Hakkaart vindt, dat hij iets ambtenaarachtigs heeft en dat is aan het atelier min of meer af te lezen. In zijn werkplaats werkt Hakkaart afwisselend aan verschillende schilderijken, etsen en tekeningen. „Ik ben altijd aan veel din gen tegelijk bezig. Als ik aan het ene schilderij werk, kan ik van het andere afstand nemen. Je hebt de tijd door die werkwijze. De werken, waar ik mee be zig ben, laat ik op de ezels staan om er contact mee te houden," aldus Hakkaart. Hakkaart over de vraag of kunst voor ie dereen bereikbaar is: „Schilderijen zijn niet duur. Iedereen die wil, kan zich een goed werk veroorloven. Wat kost een va kantie met een gezin naar Mallorca of een nertsmantel..." WIM BUNSCHOTEN 'logstïlms kunnen, mits gemotiveerd ge lakt, nog voor bioscoopamusement door- Jjn. „Spel der aasgieren" echter is één ifcfte opeenvolging van zinloos uitmoorden «4 t de nodige aandacht aan de zakenlie- die aan dit bloedvergieten trachten te lienen. desië wil voor zijn strijd tegen de zwar- [uerrillatroepen graag de vijftig helicop- hebben, die door het Amerikaanse le- zijn afgedankt. Tegen een aardige com- ie wil Richard Harris zich wel met „handel" bemoeien, zodat de Ameri- inse regering buiten schot blijft. Dat is ook het enige in deze zinloze, sadisti- actiefilm, waarin het aantal doden al [een half uur niet meer te tellen is. Geba- op een wat men met een duur woord EUROCINEMA III (Alphen aan den Rijn). Spel voor aasgieren (18) met Ri chard Harris en Richard Roundtree. Regie: James Fargo. „controversiële" roman van Michael Hart- mann noemt, blijkt alleen Richard Round tree, als de vrijheidsstrijder Gideon, nog wat menselijke trekjes te vertonen. Harris kreeg een proces aan zijn broek, omdat hij wegens voortdurende dronkenschap de op namen zou hebben vertraagd. Gezien zijn rol kan je het hem niet eens kwalijk ne men. Fer Hakkaart voor een levensgrote pasteltekening. I The spy who lo me (12) Een van de re- tere Bond-films met Ro- Moore als agent 007. (re- tweede week) II The fog (16) wat ridicule thriller John Carpenter, waarin een gooi doet naar de master of suspence', die nu toe alleen Hitchock is deeld. (zesde week) LIDO III Mysterie in triplo (16) Voortreffelijke drie-in-een film met Brigitte Bardot en Alain Delon in het eerste deel, Jane Fonda en Terence Stamp in het tweede deel en Peter Fonda en Francoise Prevost in het laatste deel. De regie is in handen van Fellini. Het is een rolprent uit 1969. (repri se, tweede week) TRIANON In de greep van de boogschutter (16) Pornofilm met het Deense mannetje Ole Soltoft. (twee de week) REX Zweedse zalighe den (16) Pornofilm (eerste week) CAMERA Kramer ver sus Kramer (a.l.) Rijkelijk met Oscars overladen film met voortreffelijk acteer werk van o.m. Dustin Hoff mann. Het verhaal gaat over een jong echtpaar dat uit el kaar gaat en strijdt om het zoontje, (tiende week). EURÓCINEMA I (Alphen aan den Rijn) The knock- out-cop (a.l.) Krachtpatser Bud Spencer in een verma kelijke rol. (tweede week) EUROCINEMA II (Alphen aan den Rijn) Kramer versus Kramer (16) zie Ca mera.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9