Pater Arie Overeem gaat in Loenhout
aan z'n derde jeugd beginnen
Gedeputeerde Borgman opent nieuwe fietspaden in omgeving Leiden
ag» TAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 17 JUNI 1980 PAGINA 5
kaarArie Petrus Theodorus
Overeem als
minderbroeder
Verkf aanspreekbaar onder de
kloosternaam pater Paul
is „völlig" uitgevierd.
Het zit erop. Dertien jaar
lesgeven aan een
franciscaanse school in
^Rotterdam, zes jaar voor
de klas aan 't „Bona" in
Leiden, en weer dertien
jaar rectorale arbeid
aldaar. Dertien, zes,
dertien: het
mathematische ritme
moet hem, als een man
van exacte
wetenschappen,
aangenaam aan doen.
„Ha ja", lacht hij
pakt tevreden; „zo zou je het
serd kunnen zien. Maar het
ling, nare bij mij is, dat ik nog
blee 'zoveel andere interesses
heb, zoals talen,
3llinj|.geschiedenis, reizen. Het
•lenst nu wel goed hè,
luiten
Het is maandagmorgen, een
idag na de laatste
ifscheidsbijeenkomst in een
eeks van drie.
londagmorgen de hoogmis
Jin de Petruskerk: pater Paul
met als concelebranten de
•onfraters Van Winden en
|jessen. Latijnse mis en
[preek over de katholiciteit
i deze tijd. Voor pater
Overeem ofm zat de kerk
[vol. Zeshonderd mensen, die
jhem nu eens aan het altaar
sagen. Man Gods, dat blijft
[hij; man van de school was
insioenleeftijd, vanwege de
UT-regeling. „Als 63-jarige
in ik nu leeijongen bij de
idjes..."
de kamer van de rector
fan het Leidse
naventuracollege. Het giet
indelijk uit een grijze lucht;
[t's pouring, „vreemd
igenlijk, ik ben nog nooit in
geland geweest". Pater
'ereen ziet het met
'aardering, want hij moet
zoetjes aan aan z'n
jekomstige tuinieren gaan
'denken. Vrij lege school
tussen de proefwerken door.
De vakantie dient zich al
aan. Op de ronde tafel in de
werkkamer een opgemaakt
bloemstuk van gele
chrysanten. Met
accuentering natuurlijk. De
fine fleur is er al een beetje
af. Bloemen zakken nu
eenmaal af; die hou je niet
bij de tijd. Ernaast een
donkerblauw doosje (in
irachtband dus) met knipje.
)ruk, en het is open. Daarin
Ie fonkelende versierselen
lie bij een Officier van
Oranje-Nassau horen: met
kruis in alle staten,
toegekend vanwege Hare
Majesteit aan Oranje-officier
Arie Overeem, frater minor,
loctorandus en aflopend
ranciscaans rector van 't
„Bona". „Ik wist dat niet
Hooguit kon ik iets
bevroeden omdat men
P eerder naar allerlei dingen
„omtrent" had gevraagd.
Toen had ik me kunnen
afvragen: waarom willen
j jullie dat nou weten Pas
toen ik zaterdagmiddag op
ieK)F die grandioze
afscheidsreceptie loco-
burgemeester Waal met
keten zag verschijnen, wist
ik het". Het blauwe doosje
een wit
stickertje -
balpenschrift „H.M.
AI
do
e2 fr-
„B
ode
de Koningin" en „Waal loco-
burg." „Die versierselen hè,
nou die zal ik denk ik niet
meer dragen, dat stevige
spul. Dat knoopje misschien
wel ja. Ik doe veel weg, ziet
u. Ook de titels, doctorandus
en zo. Ook al herinnert me
dat aan m'n doctoraal. Ik ga
ook niet meer op m'n
zeventigste promoveren. Ja
zeker, die zijn er ook, die na
hun afscheid aan een
proefschrift gaan zitten
werken!"
Pater Paul Overeem,
Franciscaan, laat koffie uit
de vaak zwaarbelaste
kantine aanrukken. Hij weet
wat het is, aan de slag te
moeten, zonder een bakje of
twee in de maag. „Vindt u
het nou mosterd na de
maaltijd: zo met elkaar
praten, nadat alles achter de
rug is vraag ik hem.
„Nee, natuurlijk niet. Wel zo
fijn eigenlijk. We gaan er
ontspannen bijzitten.
Gewoon wat na zitten
mijmeren. Ik heb hier
sigaretten met filter en ook
zonder. Kijk maar niet om je
heen. Het is nu een
drankzaak geworden hier..."
Boekenplanken vol flessen
in vloepapier als
hoofdbestanddeel van de
goede gaven van honderden
die zaterdag de rector
kwamen uitluiden. „Ach,
hoeveel artsen heb je niet,
die op zo'n manier aan een
excellente voorraad cognac
komen". Bloemen overal.
„Die ouders hebben me
ontzettend goed bedacht,
moet ik zeggen. Ik kreeg een
bijdrage voor een
kleurenteevee, maar ik kan
er een hele apparatuur
bijkopen Ik stop een brief
bij de rapporten om alle
mensen te bedanken. Dat is
de enige manier om hen te
bereiken".
Het is gebeurd. Pater
Overeem heeft de deur
achter zich dicht gedaan. Hij
is niet aan het eind van z'n,
eens voorgeschreven, latijn.
De levenslust straalt uit z'n
ogen, net zoals uit de ogen
van het portret, dat
medebroeder pater Arie
Celie („dat schrijf je dus
duidelijk anders dan
peterselie") van hem
gemaakt' heeft en dat hem
werd aangeboden. Pater
Celie is ook een bewoner
van het klooster; 76 jaar oud,
maar dat geef je 'm niet. „Na
z'n emeritaat besteedde hij
z'n tijd aan
portretschilderen", vertelt
pater Overeem, „daar zijn
talloze voorbeelden van te
noemen". Ik vind ook pater
Celie een uitnemend
kunstenaar. Die ogen van
Eater Overeem zijn
ijzonder goed getroffen. „Ik
had een foto van me laten
maken, een foto in 't pak.
Daar kon Celie zich op
uitleven. Maar de
contactraad van onze school,
vroeger de docentenraad
geheten, was daar niet
geheel content mee. Je mot
in pij, zeiden ze. Weer een
foto; in pij. Ik heb voor pater
Celie alleen voor de handen
moeten poseren. De stoel
heeft-ie achter me
geconterfeitseld. Prachtig
gelukt, nietwaar
„Nou, daar ga ik dan. Per 1
juli zit ik in m'n Belgische
huisje. Je moet niet op de
zaak blijven hangen, als je
gepensioneerd bent. Weg is
weg; ik smeer 'm. Ik wil
geen afgedankte pater zijn
die nog jarenlang girootjes
uit blijft schrijven en met z'n
neus op de cour zit. Ik heb
nu lang genoeg tussen het
steen en beton van het
westen gezeten. Over een
tijdje ben ik hier weg. Op
een school, och, je bent gauw
vergeten, hoor. Het is er een
wisselende bevolking. In 13
jaar rectoraat heb ik
ongeveer 80 docenten
benoemd; ik schat, dat er
nog 16 van vroeger zijn. Je
hebt blijvers en niet-blijvers.
Ik zag dat algauw. En dan,
in die 13 jaar kom je in een
andere positie. Je zit er eerst
als collega-leraar en later in
een kring die de baas in je
ziet. Je begint met collega's,
en wat er op volgde vond ik
eigenlijk niet zo prettig, dat
als baas beschouwd worden.
Maar daar doe je niks aan.
Met de leerlingen ging het
ook zo. De relaties ziin
veranderd. Dat heb ik op de
receptie zaterdag gemerkt.
Uit de „oude" school, met
het gym en de oude HBS (tot
'73 ongeveer), waren er
meer dan van de latere
lichtingen. Daar had ik meer
contacten mee".
'Pater Overeem bedoelt
maar, dat de tijden zijn
veranderd en de tijden met
hem. Of wellicht niet. Wie
zal het zeggen Pater Paul:
„het kan ook zijn, dat ik stil
ben blijven staan. Maar dan
niet voor mijn gevoel.
Bepaald niet. Maar het is
zwaarder geworden.
Hoeveel leraren hebben niet
met het onderwijs gekapt
Aan wie ligt dat nou De
kinderen zijn best nog
aardig. Uiteraard. Niet
minder aardig dan twintig
jaar geleden. Maar ik had er
de laatste tijd niet zoveel
contact meer mee. Komt ook
door die verschillende
gebouwen. Ik was een beetje
een soort „legerbisschop",
een reizende rector, van de
ene vestiging naar de
andere. Maar ik vond wel
steeds, dat de kinderen
ergens gekend moeten zijn.
En dat gebeurt nog steeds;
ook op de Burggravenlaan,
met plaatsvervangend rector
Hendriksen. Dat is een man
bij wie je terecht kunt. Dat
heb ik ook altijd geprobeerd,
maar ik ben zo blij, dat
Hendriksen het nu doet op
die Burggravenlaan, waar ik
het niet kon doen".
„Nu is er nooit veel schroom
geweest hier om gewoon
binnen te lopen. O nee; ik
had volgnummertjes kunnen
uitgeven en kunnen zeggen:
ga maar in het rijtje staan,
niet allemaal tegelijk Het
was werk, waar je je kop bij
moest gebruiken. Dat was
weieens lastig. Een school
leiden en tegelijk voor
iedereen afzonderlijk
openstaan. Dan werden wel
de weekeinden ingeschakeld
om aan m'n werk als rector
toe te komen. Een 60-urige
werkweek voor rectoren en
con-rectoren. Gerust hoor.
God; dat brengt 't mee hè.
Dertien jaar rectoraat. In het
begin: verroest, wat zal ik
nü eens gaan doen Dat is
er niet meer bij, nee. U ziet:
ik gebruik maar de
dagelijkse taal die men
overal afdrukt.Destijds had
je wel een zekere rust nog
om over bepaalde dingen na
te denken. Nu is er gejakker
om die dingen draaiende te
houden. Een rector zou
eigenlijk 'ns moeten kunnen
dagdromen. Dat meen ik.
Maar daar komt niet veel
van. En nu komt de tijd voor
mij, dat ik ga terugpeinzen:
dit had ik moeten doen, dat
had ik beter kunnen doen.
Enfin, ik heb m'n best
fedaan. Beslist. Al heb ik
et niet volmaakt gedaan.
Maar het is gewaardeerd.
Dat viel uit de laatste drie
dagen op te maken.
Onvergetelijk, werkelijk.
Daar blijf ik dankbaar voor.
Het was mooi
Na het weekend een beetje
bijpraten; ik blijf
geconfronteerd met het
schilderij van pater Celie.
Pater Paul blijft daarop
goedmoedig en toch wel blij
blikken. Het is nog niet
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
duidelijk, of op de pij ter
borsthoogte het
officierskruis alsnog
bijgepenseeld zal worden.
Men wacht af. Pater
Overeem, in Hilversum als
Arie ter wereld gekomen
(„toen in de omtrek alles
nog echte hei was"), gaat
plaatsmaken voor opvolger
rector Tom Pleij. De
katholiciteit van de school
zal niet in gevaar komen. De
opzet van Bona gaat nog
lang niet verloren. Al blijft
men nauw in voeling met
het wereldbeeld. Maar het
éen hoeft het ander niet uit
te sluiten. „Ik ga nu, maar
het onderwijs gaat toch wel
door, hoor. Daar doe ik geen
wereldschokkende
uitspraken meer over. Als
dat nog mogelijk was Kom
we weten wel beter. Het
fijne van deze baan was, dat
je met veel mensen in
contact kwam, ook buiten de
school. Als leraar heb je dat
veel minder. Ik kwam in
aanraking met de inspectie,
de collega's in de buurt en in
den lande, met het
ministerie, met
gemeentebesturen. Je leert
elkaar kennen, je krijgt een
vast clubje; je hoort nog eens
wat en je merkt dat jouw
eigen problemen overal
spelen. Dat werkt
relativerend. Van zo'n
bijeenkomst, van zo'n
studiedag, kom je thuis
terug, alsof je uit het bad
komt..."
Wat Leiden aangaat: pater
Overeem heeft de beste
contacten gehad met het
zittende gemeentebestuur.
Hij heeft ook oudere
bestuurderen gekend en
daarmee vruchtbaar
samengewerkt. „Maar aan
mensen als Tesselaar, Van
Dam, Waal ook, jonge
wethouders, bewaar ik erg
goeae herinneringen. Daar
kon je meer praten. Het zijn
prettige mensen en serieus
bovendien. Dat moet men
ook eens weten".
„GEPENSIONEERD VOOR HET LEVEN
ALSRECTOR?
JA, DAT KAN; DAN ZIT
JE NOOIT
MEER IEMAND IN DE WEG!"
In de kamer van pater Arie
Overeem, de Gooise
.jongen" die nu naar het
zuiden vertrekt, staat ook
een vorstelijke bloemrijke
compositie vanwege het
franciscaanse provincialaat.
„Ik heb ooit voor de
minderbroeders gekozen
omdat die zoveel kanten op
konden. Niet alleen
parochiewerk, maar ook
missie, onderwijs en welke
zielzorgelijke categorie ook.
Het is een beste orde, die
van Sint Frans. Ik zal ooit
(maar dat mag nog best een
hele tijd duren, want
franciscanen houden
geweldig van het door God
Rector Overeem in zijn kamer in het Leidse Bonaventura. Achter hem het portret van pater Arie Selie.
gegeven leven) in m'n
minderbroederspij worden
begraven, in de overgang
naar de eeuwigheid. Tot het
zover is, zoek ik het zuiden
op. Ik heb, even over de
grens, na allerlei advies, een
schitterend stekje gevonden
in Loenhout, een Belgische
plaats op negen kilometer
van Hoogstraten. Brabants
voelende mensen, met hun
eigen Belgische trekken.
Nee, geen Vlamingen. Om te
wonen is het daar goedkoper
(afgezien van de benzine, op
het moment). Ik heb er een
bungalowachtig geval
gehuurd. Mijn provinciaal
zei, na te zijn ingelicht en
geraadpleegd: meteen doen
Tot nog toe had ik mijn
leraarsinkomen gestort in de
franciscaanse kas, zoals dat
betamelijk is; maar de
provinciaal zei nu: je krijgt
vanaf je aftreden de
beschikking over het geld
dat je toekomt. Ik betaal dus
straks m'n eigen huur en
„living".
Daar ih Loenhout, even
terzijde van de autoweg
Breda-Antwerpen, gaat
pater Arie Overeem z'n
derde jeugd beginnen. Hij
heeft er nu de leeftijd voor.
"De boer en z'n vrouw
houden op het erf heel wat
voor me bij en als
tegenprestatie geef ik hem
een stuk aardappelenbouw
in m'n moestuin. Heerlijk,
wat een mensen daar Ze
praten er al over het
aanschaffen van een
„kuisdame". Daar zal ik
naar om moeten zien,
tezijnertijd. Een werkster,
heet dat in Nederland. En de
droogkuis is de chemische
reiniging. Ik zal ook moeten
uitkijken naar „mazout",
mazoet, zeg maar; dat is het
franse woord voor stookolie.
Het zijn daar taai-puriteinen,
maar voor een franse
uitdrukking draaien ze hun
hand niet om. Loenhout:
met vier dokters en twee
apotheken; ik vind het heel
wat. Ik zal me er best thuis
voelen. Heb al brieven van
het buurtcomité gehad in
m'n bus. Ik zie me al in dat
comité zitten Overigens,
met al die franken als
betaalmiddel, heb ik al in
m'n tuin daar een
Nederlands dubbeltje
gevonden
Pater Overeem zit te
springen om „vrijgesteld"
grensbewoner te worden.
Afgezien van de belastingen
en zo meer. Vrij te zij, op
anderhalf uur afstand rijden
van Leiden: „ze zullen me
daar nog weieens zien". Een
avontuurlijk leven zonder
verveling. „Wat studeren en
reizen, met die prachtige
koffers van de docenten (ik
kan me hooguit nog
vertonen in de beste hotels):
ik heb er wel zin in. Ik zal
daar geen parochiewerk
gaan doen, tenzij de pastoor
werkelijk omhoog zit. Maar
ik wil af zijn van „het
móet". Hier in Leiden gaat
elke dag de bel. Ik wil best
nog wat doen, maar dan een
beetje vrijblijvend. Lekker
wat aanrommelen. Op m'n
63ste ben ik nog niet
opgebrand".
„Ik ben, twee jaar geleden,
eens _en maandie ingevallen
voor een zieke lerares
scheikunde. Ik vond het fijn,
zo fijn, voor die klas staan.
Het was een 3e klas. Ik vond
het jammer, dat die lerares
terugkwam. U begrijpt me
goed: ik vond het heerlijk
weer eens voor een klas te
staan. Maar ik betwijfel of ik
die brugklas nog aan zou
kunnen. Rector zijn en
lesgeven, dat zijn twee heel
verschillende dingen.
Leraren zien maar één kant
Die vragen vaak: wat doet
die staf nou eigenlijk Er
zijn ook leerlingen die je
vragen: wat doet u nou
eigenlijk Daar wa er één,
die me vroeg: u gaat zeker
naar de bank Voor
bankzaken en zo Ach, je
kunt ontzettend lachen met
die kinderen; ze kunnen
geweldig geestig zijn. Dat ga
ik missen, denk ik. Niet de
eerste twee maanden, maar
later wel. Reken maar
President of koning voor het
leven Nou, nee
Gepensioneerd voor het
leven als rector JawelDat
kan Dan zit je niemand
meer in de weg...."
LEIDEN Door de electrisch bediende overweg bo
men langs de spoorlijn Leiden/Alphen over het
fietspad 87 van Leiden naar Zoeterwoude) open te
draaien nam gistermiddag Gedeputeerde drs. J.
Borgman officieel het nieuwe provinciale fietspad
87 in gebruik. Daarvoor had hij het fietspad 89, dat
de verbinding tussen Leiden en Wassenaar tot
stand brengt, officieel geopend.
Bij de spoorwegovergang waren leden van de ENFB (Echte Ne
derlandse Fietsersbond) met een bootje, stencils en spandoek ter
plaatse om gedeputeerde Borgman te overtuigen dat een brug
over het Rijn-Schiekanaal naast de spoorwegovergang een nog
aantrekkelijker verbinding tot stand brengt tussen station Lam
menschans en het industrieterrein De Grote Polder in Zoeter
woude. De ENFB stelde verheugd te zijn, dat deze verbinding
een stuk korter is dan het fietspad langs de Hoge Rijndijk. Zou
er echter een brug over het Rijn/Schiekanaal worden aange
legd, dan zou deze afstand zeis tot de helft gereduceerd worden.
Drs. Borgman, lid van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
had wel oren naar het plan. In een door de ENFB klaargelegd
bootje liet hij zich langs de spoorlijn naar de overkant varen om-
te zien of een dergelijke verbinding haalbaar zou zijn. Volgens
het Statenlid was een bruggetje goed realiseerbaar en zouden
slechts financiële bezwaren en de bezwaren uit oogpunt van
verkeersveiligheid een dergelijke oververbinding in de weg
kunnen staan.
Ook de heer C. Waal, loco-burgemeester van Leiden vond het
plan van de ENFB bijzonder aardig. Hij dacht dat zo'n brug vrij
makkelijk te realiseren zou zijn en zegde een onderzoek door de
gemeente toe naar de mogelijkheden. Behalve een brug voor
fietsers komt er volgend jaar ook nog een fietspad van Leiden
naar Warmond en eéh van Koudekerk naar Leiden.
Het fietspad van Wassenaar naar Leiden wordt officieel door het gezelschap in ge
bruik genomen.
Borgman door leden van de ENFB In de boot genomen.