„Techneuten komen te weinig bij hun tante" ontrai n.o.t n haa 00.-1 DO.- k Leid* open, )0.- It 11 n.o.t n.o.t vonii 10.- k ïoorde. We hebben al gings nogel 000.. k n2 eig .000.. P goe n.o.t oldert 100.. k iet 31 100.. k s. Bru '00.. k is go iao4 TH. van Noort gevangeniswezen: „Geschikte celarbeid moeilijk te vinden" n.o.u onde .BEN HAAG De Neder, nlandsa wasknijperindu* aapkèsrie is flink in de proble- sta«nsn gekomen door de 5- kWoedgolf van goedkope rasknijpertjes die Taiwan d« laatste jaren over de :uropese markt heeft uit* eslort. Maar niet alleen is industrie gedupeerd, de gedetineerden in i land die deze knijpers [arenlang fabriceerden, lebben de gevolgen van leze import ondervonden. [Tot grote spijt van Th. van rt, van de afdeling ar> I voor het gevangenis* :en, moest de wasknij* Tper van het werkprogram* j me voor gedetineerden t «orden afgevoerd. I „Voor ons is het jammer dat die wasknijper verdwe nen is omdat dit produkt eite om steeds voldoen- fde geschikt werk te krijgen Pen er is maar weinig werk ndat gedetineerden, in pats van gezamenlijk in 'i zaal, in de cel kunnen richten. De cel is name- aan zoveel beperkingen ivig. Je kunt bij- irbeeld niet bij iedere (detineerde in elke cel ëen begeleider zetten", al dus Van Noort. Suf werk Tegenwoordig werken ge vangenen een volledig dag- Cramma af, waar het inde „zakkies plak ken", ook toe behoort. Hal sters of balpennen stek kers en spotjes, diaraamp jes, kunstbloemen, lampe- kappen of sleepkabels in elkaar zetten, postzakken naaien, zeep en paaseieren inpakken, 't is het normale werk dat in de huizen van ing verricht wordt. Deze arbeid in de huizen van bewaring, waar gevan genen in voorarrest zitten om op hun eventuele ver oordeling te wachten, daar gaat het om als Van Noort zegt: „Wij zijn er niet zo ge lukkig mee. Het is ook geen principle van ons dat gede- PROF. IR. G. VAN EYK PLEIT VOOR SOCIAAL GEENGAGEERDE TECHNIEK: DELFT „De techneuten zitten tevee' achter de tekentafel en komen te weinig bij hun tante op de thee. Ze houden on voldoende voeling met het leven van alje dag, luisteren niet genoeg naar de socia le werkelijkheid. Daardoor dreigt de leukheidsfactor uit het gezicht te ver dwijnen". Aldus de kritiek waarmee de techneut G. van Eyk, van huis uit ingenieur werktuig bouw, dezer dagen in Delft het ambt aan vaardde van gewoon hoogleraar in de pro- duktontwikkeling en de marketing. Tot Van Eyks opluchting reageerden de vak genoten niet afwijzend op zijn, zeker voor Delftse begrippen, prikkelende uitlatingen. „Er ontstond een geanimeerde discussie", 'aldus Van Eyk. Ik denk dat de ontvanke lijkheid voor een meer sociaal geënga geerde techniek best wel groeiende is". De'50-jarige prof. Van Eyk is verbonden aan de afdeling Industrieel Ontwerpen van de Technische Hogeschool. Hij werd daar vier jaar geleden als lector benoemd, na een carrière bij Philips, waar hij zich on dermeer bezighield met het ontwikkelen en verkopen van elektronische apparatuur. Zijn belangstelling voor het marketing-as pect van de industriële productie ontwik kelde hij al in de tijd dat hij nog studeerde. De kritiek die aan het eind van de jaren zestig ontstond op de negatieve aspecten van de consumptie-maatschappij, verhe vigde die interesse. „Er is sindsdien een kleine maar luidruchtige groep van consu menten in de weer die zich sterk afzet te gen de niet aflatende stroom van nieuwe produkten, die het bedrijfsleven op de markt brengt. Wat hebben we aan al die quasi-vernieuwingen die de auto-industrie elk jaar op de markt brengt, roept die groep. Wat worden we wijzer van elektri sche broodmessen, digitaal-horloges, bier langrijkste functies van het werk. („Ze zitten in een spanningssituatie, hoe snel ler de tijd gaat, hoe beter"). Maar arbeidsgewenning speelt een niet minder gro te rol. Om 't werk op een bepaalde tijd te beginnen, om op vaste tijden te pau zeren en een bepaald aan tal uren te werken en der gelijke, 't zijn disciplines die de bedoeling hebben dat de gedetineerde minder van de maatschappij zal vervreemden en dat hij bij terugkeer in die maat schappij, minder moeite zal hebben om bij een baas te werken. Van Noort: „De gedetineer den kunnen ook een zekere vaardigheid aanleren. Dat wil zeggen, er zijn wat op leidingen, wat instructies, iemand kan bijvoorbeeld leren lassen, maar denk nu niet, dat je de bak uitkomt met een mts-diploma op zak". f Verplicht Speciaal uitgevoerde op- bergmappen. houten draagplateaus voor ver voerbedrijven, of speciale opbergkistjes voor instru menten, zijn goede voor beelden van de produkten van langgestraften. Ook speelgoed, gereedschap- stassen, schoolborden, meubels, drukwerken voor ministeries, leger, politie en staatsuitgeverij, of alumini- um-jaloezieën, behoren daartoe. Vaak zijn deze produkten nauwelijks nog te krijgen, of ze zijn, wan neer in de fabriek gemaakt, veel te duur om in grote hoeveelheden aan te schaf fen. De gevangenen mogen hun voorkeur uitspreken voor bepaalde soorten werk. Volgens Van Noort zouden gevangenisdirecties „wel gek zijn" als ze niet tege moet zouden komen aan de motivatie van gevangenen voor bepaald werk. Maar gedetineerden kun nen werk ook weigeren. Of ficieel heet het dat „de ge detineerde gehouden is de hem opgedragen taak te vervullen". voormalige beloning van 3,85 per dag; daarboven op kan een maximale toe slag van 4,80 worden verdiend „afhankelijk van produktie, inzet en kwali teit". Gevangenen bliezen hoog van de toren over vooral de nadelen van deze regeling, met name wat de beoordeling voor de punten betreft, maar de gedeti neerden verdienen er ruim twee maal zoveel per week mee. Deze nieuwe arbeids regeling verkeert nog steeds in een experimen teel stadium en Van Noort wil zich er liever niet over uitlaten. „Omdat de beslissing over het al of niet definitief in voeren van dit systeem nog genomen moet worden", zegt hij, zijn persoonlijke mening eraan toevoegend: „Ze verdienen meer, ik kan me dus eigenlijk slecht voorstellen dat dit loonsys teem teruggedraaid wordt". „Het belonen blijft een moeilijk punt; ik geloof dat elk bedrijf constant aan zijn loonsysteem werkt. Zou dat niet zo zijn, dan bestond er allang een eenvormig loonsysteem, omdat ieder een het van elkaar zou overnemen", aldus Van Noort. Gereedschappen Met die wasknijper is dus een typisch produkt voor de celarbeid weggevallen. En er blijft maar weinig over, omdat voor de cel ook geen werk genomen kan worden waarbij bij voorbeeld lijm gebruikt wordt, aangezien de geuren van het synthetische mate riaal in een afgesloten cel niet acceptabel zijn. Van Noort: „Zo zijn er tal van voorbeelden. Elektrici teit gaat bijvoorbeeld ook niet, omdat voorkomen moet worden dat de gedeti neerde van alles uithaalt met 't stopcontact in zijn cel. Om maar helemaal niet te spreken van het gebruik van bepaalde gereedschap pen, zoals bijvoorbeeld een vijl..." HENK ENGELENBURG in blik-verpakking, wasmachines-met-zes tien programma's, enzovoort enzovoort?" Onnutte zaken „Ik kan met die kritiek vaak een heel eind meegaan. De vraag rijst dan hoe het komt dat al die produkten bedacht en op de markt gebracht worden. Je kan daarop natuurlijk heel eenvoudig antwoorden: om dat ze verkocht worden en er dus behoef te aan blijkt te bestaan. Als de consument geen prijs stelt op hi-fi installaties met voor het menselijk oor onhoorbare kwali teiten, welnu dan koopt hij die apparatuur niet en wordt ze ook niet gemaakt. Maar die verklaring is te simpel. Want de consu ment kan een nieuw artikel wel van de hand wijzen, maar hij is niet in de gelegen heid om een niet bestaand produkt te be stellen. De industrie ontwerpt en biedt aan. Daar ligt het initiatief voor de trans actie. De klant kan alleen maar ja of nee zeggen. Als er uitsluitend onnutte zaken op de markt worden gebracht, worden er ook alleen maar onnutte zaken gekocht". „Welke vorm een nieuw markt-artikel aan neemt", herpeemt de 50-jarige Eindhove- naar, wordt door twee factoren bepaald. De technische mogelijkheden enerzijds en de veronderstelde behoefte van de klant anderzijds. Wat je nu moet vaststellen is dat het denken over een nieuw produkt begint bij die technische mogelijkheden. Vanuit het gegeven van het technisch haalbare wordt allereerst een nieuw pro dukt bedacht en pas daarna gaat men toetsen of er voor dat artikel ook een vraag is. Die toetsing zelf gebeurt heel ab stract en schematisch, door marketing- specialisten die vaak ver af staan van zo wel de ontwerpers als de potentiële klan ten. De betrouwbaarheid van die markton derzoek-technieken is vaak ook gering. De ren. Modellen blijven hulpmiddelen waarin de werkelijkheid, zeker de sociale werke lijkheid zich per definitie maar zeer ten dele laat vangen". De studenten van prof. Van Eyk zijn inmid dels al gewend aan dit soort geluiden. Tot genoegen van hun leermeester geven ze er in hun werkstukken niet zelden blijk van zijn lessen ter harte te hebben genomen. Spectaculaire vernieuwingen zijn er nog niet uitgekomen, maar de student die een fiets-en voetgangerspont ontwierp, leverde onbetwistbaar een aardig werkstuk. Het ding kan door de gebruiker met de hand worden bediend en is bedoeld voor loca ties waar het langzaam verkeer alleen aan de andere kant van het water kan komen via een lange omweg over een brug voor snelverkeer. Een andere student maakte een kinder-groeibed, dat met het verstrij ken van de jaren moeiteloos langer en breder kan worden gemaakt. Simpele za ken die niettemin het nut van talloze dooc de industrie op de markt gebrachte snuf jes, verre overtreffen. „Kijken en luisteren", herhaalt Van Eyk. „Wat beweegt mijn buurman, wat wil hij bereiken en wat zit hem daarbij in de weg, daar gaat het om. Een goede ontwerper moet inzien is dat in de verste verten niet cialist zijn en omgekeerd. En wat ie óók moet inzien is dat in de verste verte niet alle behoeften van de mens langs materië le weg, met tastbare dingen, bevredigd kunnen worden. We leven in een tijd en een land dat de materiële cultuur hoogtij viert. We omringen ons met een waanzin nige hoeveelheid hebbedingetjes, zonder dat we daarmee ook maar één stap dich ter bij ons geluk komen. Ik althans heb op mijn verjaardag liever iemand die tegen me zegt „Ik vind jou aardig", dan dat ik weer zo'n glazen pot met stuiters krijg". stakende gevangene kun je nooit ontslaan~ Opdrachtgevers De werkopdrachten voor de gedetineerden worden door de afdeling gevangeniswe zen van het ministerie ver zameld en over de gevan genissen verdeeld. Op drachten van het Rijk, zoals van 't leger, de P.T.T., de Spoorwegen en de politie, genieten de voorkeur. „Toch kan elk bedrijf ko men, maar particulieren niet", zegt Van Noort. „De prijzen van de afgeleverde produkten berekenen we aan de hand van de gang bare prijzen op de markt. Winst maken is dus niet de bedoeling. Dat gaat trou wens ook moeilijk, omdat voor de begeleiding van de gevangenen, zoals het in strueren bij het werk, al en kele honderden mensen nodig zijn. Die moeten ook worden betaald". Commercie staat dus niet voorop, maar het werk wordt toch ook van de za kelijke kant bekeken en is niet gericht op het ontwik kelen van bijvoorbeeld een bepaalde creativiteit bij de gevangenen. Van Noort: „We schrijven ons in en zijn gebonden aan de levertijden. Vol doende werkopdrachten krijgen en zorgen dat dat werk ook op tijd af is, dat zijn onze grootste proble men". Minimumloon? De laatste jaren is er nogal wat discussie geweest over het invoeren van het mini mumloon voor de gevange nen. Van Noorts mening: „Het ideële motief om de gedeti- Staking Twee jaar geleden hebben de langgestraften in de Ne derlandse gevangenissen bijna twee weken lang ge staakt voor loonsverbete ring. Het ministerie is toen een experiment begonnen voor een nieuwe arbeidsre geling. Die nieuwe regeling is gebaseerd op een pun tensysteem: basisloon is de pretentie dat de voorspellende waarde er van de afgelopen 25 jaar sterk is toegeno men, kan niet worden waargemaakt. Als je kijkt naar het percentage artikelen dat niet aanslaat, en door de producent weer uit de markt wordt genomen, blijkt dat de af gelopen decennia niet wezenlijk te zijn ver anderd. Wat gebeurt er desondanks, wan neer een onderneming haar nauw om schreven verwachtingen van het gedrag van de consumenten niet ziet uitkomen? Zelden wordt dat koel en zakelijk aan vaard. In plaats daarvan wordt het recla me-budget opgevoerd. Men gooit er dom weg meer televisie-spots tegenaan en har dere dagblad-campagnes. Die nieuwe mixer of dat huis-model espresso-appa raat zal en moet er ingepompt worden. Zo kan het gebeuren dat meneer Jansen, op zoek naar een cadeautje voor zijn echtge note, urenlang door de warenhuizen dwaalt en niets vindt. Zijn vrouw heeft al les al en wat ze niet heeft, daar heeft ze niets aan. Op zo'n moment is voor alle be trokkenen de aardigheid er wel af. Da leukheidsfactor is uit het gezicht verdwe nen. Voor meneer Jansen, zijn vrouw, maar ook voor de ontwerpers. Wat is er nog voor leuks aan om spullen te ontwer pen die niemand nog op prijs stelt, maar die de grauwe middelmaat, tegen heug en meug. uiteindelijk toch maar koopt. Omdat Tnen toch wét moet". Leukheidsfactor Zo één-twee-drie weet prof. Van Eyk de „leukheidsfactor" ook niet terug te tove ren. Maar een voor de hand liggende stap is naar zijn oordeel bij het bedenken van nieuwe producten niet langer aan de tech nische kant te beginnen maar bij de markt. Bij de sociale werkelijkheid dus, bij de mensen. „Goed en zorgvuldig kijken en luisteren naar wat de mensen écht bezia houdt", verzucht hij, „dat is het enige dat erop zit. Voortdurend geïnteresseerd en invoelend observeren waarmee ze bezig zijn, wat hun werkelijke behoeften zijn. Na tuurlijk wil ik heel die rimram aan sche ma's en modellen die we in de marktkun- de hanteren daarbij niet overboord gooien. Alleen al voor de communicatie tussen marketing-specialisten onderling zijn ze vreselijk handig. Maar we moeten ons er niet met huid en haar aan uitleve tineerden dit soms suffe werk moeten doen, maar eerder een praktisch pro bleem dat door een groot aantal kort aanwezige ge vangenen ontstaat. Het Is namelijk enorm moeilijk om voor gevangenen die kort zitten, werk te vinden dat ook voor korte tijd geschikt is. Daar komt bij, en dat is beslist niet denigrerend be doeld, dat de meeste gede tineerden ongeschoold en ongeoefend zijn". Van Noort ondersteunt z'n bewering met twee feiten: dat de gemiddelde ver blijfsduur in de Nederland se gevangenissen op 41 dagen ligt en dat het over een heel jaar gerekend, in de huizen van bewaring, een komen en gaan is van 27.000 gedetineerden. Arbeidsgewenning Volgens Van Noort Is het bezighouden van de gedeti neerde, het helpen de tijd te doden, één van de be- „Maar weigert de gedeti neerde het werk, dan doe je er natuurlijk niets aan, je kunt hem moeilijk ontslaan. Er wordt dan geprobeerd hem te overreden, er vindt morele druk plaats; maar daar blijft het wel bij", zegt van Noort, er aan toevoe gend dat het gemiddelde percentage werkweigeraars In de gevangenissen onge veer tien procent bedraagt. neerde zijn verantwoorde lijkheid te laten houden voor zijn gezin, dat klinkt wel mooi, maar in de prak tijk werkt zoiets niet. De si tuatie in de gevangenis is een heel andere dan erbui ten, je moet dus ook met andere maten meten. Stel je maar eens voor dat 't mi nimumloon inderdaad wordt ingevoerd: ten eerste is gemiddeld maar dertig procent van de gedetineer den gehuwd. Geef je hem nu minder dan het mini mumloon, dan gaat het geld niet naar zijn vrouw en kinderen, geef je hem meer, dan is dat niet eerlijk tegenover de buitenwacht. Stel verder dat hij een dag weigert te werken, dan moet het gemeentehuis ge beld worden, waar men er voor moet zorgen dat de vrouw van de gedetineerde voor die ene dag een uitke ring krijgt. Dat is dus niet te doen. Intussen zouden de ongehuwde gedetineerden flink kunnen sparen. Ik kan me voorstellen dat er heel wat mensen zullen zijn, die dan met plezier in de Ne derlandse gevangenis zit ten, om daar lekker te ver dienen. De gedetineerde van zijn eigen salaris laten betalen voor kost en inwo ning? Onzin. Weigert hij een dag te werken, dan moet je hem zeker geen eten geven? Zou je dat wel doen, dan krijg je weer scheve verhoudingen ten opzichte van de anderen. Het minimumloon voor ge huwde gedetineerden zou ook te weinig zijn, omdat maar 25 uur in de week aan arbeid besteed wordt. Voor de rest zijn er de dagelijkse activiteiten zoals luchten, sport, bezoek". Bedrijfjes In de strafgevangenissen waar de mensen heengaan na hun veroordeling, komt dit soort geestdodende werk ook voor, al ligt daar de nadruk op het zoge naamde gekwalificeerde werk. Dat is arbeid in onder meer meubel-, metaal-, schilder-, textiel-, hout- en leerbedrijfjes. De langge straften verrichten het „zakkies plakken", het on gekwalificeerde werk, ei genlijk alleen in hun eerste weken in de gevangenis, waarna aflossing volgt door nieuwkomers. Van Noort: „Maar toch zijn er heel wat langgestraften die het werk dat als regel in de huizen van bewaring verricht wordt, erg graag doen. Zelf kan ik me dat nauwelijks voorstellen, maar het is waar. Vergeet verder niet als we over dit werk praten, dat er buiten de gevangenis, in het dage lijkse leven, duizenden mensen zijn die jaren en ja ren lang voor ditzelfde ver velende werk aan de lopen de band staan".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 25