p
Van Gilse "s
vrijheids
opera
groeit naar
pakkend epos
Bekoorlijk
in zevenhonderdjarig
Muiderslot
Herwaardering van Escherin Holland Festival
De simpele scène
uit Bhutan
RO-theater met beklemmende
muzikale opvoering van
ABCDEFG van Tom Stoppard
KUNST LEIDSE COURANT
4INN
•«hr
<*Jr
Nu de dodecafone en seriële stormen
met de daarbij behorende verschijn
selen vrijwel zijn uitgewoed, kan be
gonnen worden met orde op zaken te
stellen .Dan blijken bepaalde figu
ren nog steeds overeind te staan, an
deren verdwenen te zijn. Zo is Matt-
hijs Vermeulen herontdekt, ook Da
niël Ruyneman komt weer in de
aandacht en zo blijkt ook Rudolf
Escher, in 1977 bekroond met de gro
te Johan Wagenaarprijs, aan een'
verdiende herwaardering toe.
Helaas heeft hij deze niet meer ten vol
le mogen beleven: hij stierf dit jaar. De
beide concerten, die het Holland Festi
val aan deze componist heeft gewijd,
dragen daarom ongewild het karakter
van een herdenking. En al zal men dan
zijn orkestmuziek niet kunnen horen,
de keuze uit zijn kamermuziek laat
hem toch ook tot zijn recht komen.
Uit het eerste concert, gisteravond in
het Kon. Conservatorium, kon men op
merken, hoezeer Escher als uitgangs
punt voor zijn muzikale ontwikkeling
koos voor het Franse idioom van De
bussy en Ravel, met het Nederlandse
gevoel voor contrapunt en, als leerling
van Pijper, de-lichte-smaak voor Zuid-
mamerikanismen. Dit hoorde men in
zijn 1ste Pianosonate, door Thom Bol
len sensitief gespeeld, evenals in zijn
liederen op tekst van Tristan Corbières
„Trois Poèmes" en „Lettre de Mexi-
que", in verschillende vormen de dood
bezingend. Hier waren Dieuwke Aal-
bers en Charles van Tassel de goed wil
lende solisten.
Maar het werk, waarin Escher zich in
deze jaren '40'45 in volle kracht ont
plooide, was zijn meesterstuk, de Pia
nosuite Arcana Musae Dona" (1944),
dat hij zo graag nog van Theo Bruins
had willen horen. En dit werd de mooi
ste posthume hulde aan de Nederlandse
meester! Want Bruins peilde al dadelijk
met de fellé donkere inzet de sombere,
bijna obsederende en onverbiddelijke
sfeer die door alle vier delen trekt-de
sfeer, die doetx denken aan de duivelse
nachtmerrie-achtige Scarbo van Ravel.
En als tegenhanger ook uit dit
zelfde jaar kwam de gracieuze, speelse
Sonate voor twee fluiten, waarin
Escher zowel de typische fluitmelodiek
als de snelle watervlugge loopjes ge
bruikt. En-prachtig gespeeld door Rien
de Reede en Paul Verhey.
Er was weinig' publiek: de zaal had vol
behoren te zijn.
H. E. KOKEE-VAN DEN BERGE
Aangezien de Boeddhistische monniken uit het koninkrijk Bhu
tan het land niet mogen verlaten, bestond de groep dansers en
musici, die gisteren in de Kon. Schouwburg de Holland Festival-
voorstelling verzorgde, uit leken. Hun danskunst bestond in
hoofdzaak uit steeds dezelfde - hoge - sprongen en wat wente
lingen. Alleen mannen, ook voor de vrouwenrollen en in de
veelal tergend traag verlopende, inhoudelijk bijna onbegrijpelij
ke drama's en clowneske sketchjes, gemaskerd. Geen verschil,
althans uit de zaal niet zichtbaar, tussen mannen- en vrouwen-
maskers. En dat terwijl een catalogus uit het Griekenland van
de tweede eeuw n. Chr. al 17 tragische en 27 komische mannen-
maskers en resp. 7 en 17 vrouwenmaskers onderscheidde. Twee
soms leuke clowns, die - evenals later de „hemelse wezens" -
ook de zaal in kwamen, brachten nog wat leven in deze in
hoofdzaak op simpele pantomime berustende brouwerij. Het
programma gewaagde van het afsnijden van neuzen en van lijk
verbranding, maar in feite zou men dat in het Hollands kinder
circus nog beter en spannender doen. De maskers waren op
zichzelf fraai, maar wezen toch niet in de richting van gestolde
gelaatsmusculatuur, uitgezonderd weer de clowns. Dat het mas-
er de mens draagt in plaats van omgekeerd - dat moet het
ideaal zijn! - was geenszins het geval. Kultisch en artistiek iets
onder de maat, deze Bhutanen.
FRANK DELBOY
Toneel met begeleiding van
orkestmuziek, zoals gistera
vond in de Rotterdamse
Doelen het Rotterdams Phil-
harmonisch en het RO-thea-
ter, kan licht met fronsen te
gemoet gezien worden. Het
moet uiteindelijk leiden tot
een synthese, het samen
smelten van spel en muziek
met behoud van de eigen ka
rakteristiek van elk. Nog
mooier is het als beide el
kaar versterken. En daarvan
was in hoge mate sprake in
Tom Stoppard's spel „ABC
DEFG", dat hij schreef op
muziek van André Previn
en dat handelt over de Rus
sische dissidenten, vrijheids
lievende mensen die van
staatswege in psychiatrische
inrichtingen worden wegge
stopt. Het samengaan van
muziek en spel leidde niet
zelden tot beklemmende ta
ferelen, die vaak ook iets on
troerends kregen.
De verdienste daarvan valt al
lereerst toe aan de auteur, die
vlijmscherpe teksten in de
mond legt van dissident
Alexander, een rol van Eric
v.d. Donk. Zijn kwellingen
worden als schrijnend be
schreven, maar komen ander
zijds niet zonder humor over
waar Stoppard uitweidt over
de inconsequenties van het
geestelijk en lichamelijk aan
banden leggen van dissiden
ten. Temidden van het orkest
staan op het toneel twee bed
den, op een waarvan de wer
kelijk krankzinnige is gelegen,
een op het lijf van Johnny
Kraaykamp geschreven rol.
Deze verbeeldt zich de diri
gent te zijn van een groot or
kest, dat hij voortdurend hoort
spelen. In dit orkest treedt de
dokter (Lou Landré) op als
violist, omdat iedereen zich
moet inpassen in het orkest.
Zo treden voortdurend ver
schuivingen op tussen toneel
spel en het orkestoptreden
o.l.v. David Zinman. Regisseur
Franz Marijnen liet klank en
woord op elkaar inwerken,
hetgeen zelfs enigszins verbij
sterend werkte bij het lichte
lijk klagende stemgeluid van
Ton Dekker als de 4oop van
de dissident. Peter Tuinman
en Joss Flühr zettón'resp. een
doorgewinterde kolonel en een
feeks van een onderwijzeres
neer. En Peter Verstegen le
verde een vertaling, waarin de
tergende spitsheid van Stop-
par^s- taal zozeer tot recht
kwam? dat een volle zaal een
indrukwekkend applaus er
voor terugggaf.
TON OLIEMULLER
fl-.
DEN HAAG Na de volledi
ge onthulling van Jan van
Gilse's levensdrama, gedaan
in een recente dissertatie van
Hans van Dijk, heeft het Hol
land Festival nu eindelijk ook
de première kunnen brengen
van de opera die het werk van
deze tijdens zijn leven mis
kende componist bekroont.
Sinds Kersjes met zijn Am
sterdams Philharmonisch Or
kest in de herfst van 1976 de
eerste twee bedrijven van
„Thijl" in concertvorm uit
voerde, werd met een zekere
spanning uitgezien naar de
complete scenische vertoning
van dit muziekdrama dat aan
de hand van Vlaamse Uilen
spiegel-taferelen uit het begin
van de 80-jarige oorlog het
verzet van de Nederlanden te
gen vreemde dwingelandij
aangrijpend symboliseert Uit
de partituur kon men een le
vendige en kantige, soms felle
en indringende, soms lyrische
muziek leren kennen, hier en
daar stuurs en recalcitrant als
het dramatische gegevens zelf,
soms van een Verdiaanse allu
re, soms ook van een bewo
genheid a la Puccini maar een
volstrekt eigen geluid.
De opvoering die de Neder
landse Opera gisteren in het
Scheveningse Circustheater
gaf, bevestigde het vermoeden
dat wij hier te maken hebben
met een echte opera zoals men
nauwelijks had durven hopen
dat die vlak vóór en in het be
gin van de laatste wereldoor
log zou zijn gemaakt. Het werk
is uiteraard vrij traditioneel
van opzet en idioom maar er is
een samengaan van die typi
sche taal en die typische
klank, die men ook buiten de
spaarzame maar effectieve
toepassing van oud-Neder
landse liedjes, in de beste bete
kenis van het woord vader
lands mag noemen. Dus wèl
fierheid maar geen overdre
ven pathos, wèl uitdrukkings
kracht maar geen holle reto
riek, wel een sterk sentiment
maar beslist geen sentimenta
liteit, ook niet in de liefdesscè
nes.
VRIJDAG 6 JUNI 1980 PAÓ"
De kostuums voor de zeven rollen en de hofhouding werden, evenals het
masker en de pruiken, ontworpen door de Antwerpse kunstenaar Rudolf
Hierboven de werktekeningen voor het kostuum van de ridder en voor dat
slotvrouwe.
MUIDEN Omdat één van de toegangswe
gen naar het Muiderslot tijdelijk was ver
sperd, zag ik het kasteeltje wel liggen, maar
ik zag niet zo gauw hoe ik er moest komen.
Toen ik dat aan een oud baasje vroeg, kreeg
ik als antwoord: „Je wilt dus naar Floris".
Daarmee gaf hij te kennen ervan op de hoog
te te zijn dat tegenwoordig niet meer één van
de Gijsbreehts van Amstel maar Floris de
Vijfde wordt aangemerkt als de stichter van
de stenen versterking in de mond van de
Vecht, waar dezer dagen opmerkelijke uit
voeringen plaats vinden in het kader van het
Holland Festival.
Inderdaad hebben zo'n 25 jaar geleden opgra
vingen op de binnenplaats tot de conclusie
geleid, dat de fundamenten uit de laatste de
cennia van de 13e eeuw moeten stammen.
Hoewel dit niet met documenten kan worden
gestaafd, meent men daarom toch met een
gerust geweten dit jaar het zevende eeuw
feest van het beroemde slot te mogen vieren.
Ja, waarom werd dit slot één van de be
roemdste kasteeltjes waarop ons land trots
kan zijn? Toen Floris de Vijfde in 1296 door
zijn vijanden was omgebracht, werd zijn slot,
dat hun een doorn in het oog was, waar
schijnlijk tot even boven het maaiveld ge
slecht. althans voor een groot deel vernield.
Naar verondersteld wordt, is echter al in 1369
met de herbouw begonnen, maar daarmee
kreeg het slot de strategische betekenis die
het korte tijd had gekend, niet terug. Na een
historisch wat onbestemde periode kreeg het
kasteeltje een drievoudige functie: het werd
rechtbank, staatsgevangenis en ambtswoning.
Had zich onder de 55 slotvoogden, die in de
loop van de eeuwen in het „Hooghe Huys te
Muiden" waren gevestigd, echter geen Pieter
Corneliszoon Hooft bevonden, dan zouden nu
waarschijnlijk slechts weinigen van het kas
teeltje hebben gehoord. Hooft, onze grote
dichter en geschiedschrijver, die er 38 jaar
woonde, omringde zich met kunstenaars en
geleerden, en zo ontstond de Muiderkring, in
onze cultuurgeschiedenis nog steeds een le
gendarisch instituut. Helemaal in overeen
stemming daarmee stoffeerde de vorige slot
voogd Ton Koot het in- en exterieur met his
torische voorwerpen, voornamelijk natuurlijk
uit de tijd waarin Hooft heeft geleefd.
Wat ligt er nu meer voor de hand dan het ze
venhonderd jarig bestaan van het Muiderslot
te vieren met een manifestatie van literatuur,
toneel, mime, dans en muziek in een zinrijke
combinatie? De tegenwoordige slotvoogd
Heuff zocht en vond steun bij het Holland
Festival, dat er altijd wel voor voelt een
enigszins in het vergeetboek geraakt muziek
theater tot nieuw leven te brengen. Besloten
werd te zoeken in de tijd, waarin het Mui
derslot in eerste instantie werd gebouwd, en
uit die tijd dateert een befaamd, maar op het
ogenblik nog slechts aan weinigen bekend
Herdersspel over een zekere Robin en een
Marion. Het staat op naam Adam de la Halle,
die echter ook wel Adam le Bossu, Adam de
Gebochelde werd genoemd. Het ligt voor de
hand dat iedereen denkt dat deze dichter,
zanger en componist een bult had, maar dat
schijnt nu juist niet zo te zijn geweest. Vol
gens de overlevering waren er in zijn geboor
te en woonplaats Arras, het Noordfranse
Atrecht, twee families, die „de la Halle" heet
ten. Om ze gemakkelijker te kunnen onder
scheiden kregen alle leden van één van deze
families de bijnaam „Le Bossu", ook al had
den ze helemaal geen bochel.
Of dit verhaal juist is' Wie zal het zeggen.
Over de persoon en het werk van Adam de la
Halle is sinds de jaren zeventig van de vorige
eeuw wel meer als vaststaand aangenomen,
terwijl dat "nu na nauwkeuriger en kritischer
onderzoekingen weer op losse schroeven is
komen te staan. Ging deze troubadour, die in
zijn landstreek eindelijk trouvèr heette, in
derdaad met graaf Robbert II van Arras naar
het Franse hof in Napels, en kwam hij later
in dienst van de graaf van Anjou, en van de
koning zelf? Werd hij omstreeks 1237 gebo--
ren of kon hij eenvoudig niet eerder dan in
1250 het levenslicht hebben aanschouwd?
Stierf hij omstreeks 1289 of was hij in 1306
nog in leven?
Alle informatie óver De la Halle, de auteur
van een betrekkelijk klein, maar waardevol
oeuvre van chansons, rondeaux, jeux-partis,
en motetten, kan alleen maar worden afge-
lèid uit zijn eigen literaire teksten.
Aan deze opera die met twee
pauzes mee bijna vier uur in
beslag nam, hebben Kersjes en
zijn orkest ook nu weer een
forse taak gehad maar zij heb
ben er zich voortreffelijk van
gekweten. Zo'n acht. negen
rollen die als hoofdrollen zijn
te betitelen, en dan dertig,
veertig bijrollen moesten in de
juiste verhouding komen te
staan tot de soms nogal zware
instrumentale partij. Bij de
jonge Limburgse bariton John
Bröcheler, die van de titelrol
een markante creatie maakte
waarbij zijn temperament een
beslissende rol speelde, was
.dat vanwege de omvang van
zijn sonore stem geen enkel
probleem. Ook niet voor de so
praan Thea van der Putten die
Thijls geliefde Nele vocaal en
dramatisch boeiend gestalte
gaf. Henk Smit als Lamme
Goedzak. Peter van der Bili
als balladezanger en zeker ook
Nico Boer als de gemene vis-
koper voldeden in elk opzicht.
Djoke Winkler Prins echter
heeft een mooie maar wat te
kleine stem om de dame van
Dudzele overtuigend voor het
voetlicht te kunnen brengen
en ook bij de vele bijrollen wa
ren er soms wel die het niet
tegen het orkest konden opne
men. Voor de kleine en grote
ensembles echter alle lof!
Muzikaal komt de opera wat
Lamme Goedzak op de verhoging en rechts Thijl Uilenspiegel op het marktplein van
Damme
Toen echter handeling en mu
ziek meer vaart kregen, pak
ten zij ook de toeschouwers en
luisteraars. Jammer dat hun
aantal zo gering was, want al
is deze opera, die Van Gilse in
nauwe samenwerking en met
een krachtige stimulans van
zijn librettist Hendrik Lindt
maakte, dan geen internatio
naal meesterwerk, het ontwik
kelt zich tot een pakkend epos
met een treffend nationaal ka
rakter. De kat-uit-de-boom-
kijkers kunnen hun schade
nog inhalen want na de laatste
voorstelling van zaterdag in
Scheveningen volgen er nog
vijf opvoeringen in Amster
dam, Rotterdam en Utrecht.
JOHN KASANDER
Die kunnen natuurlijk heel goed verdiep
bevatten en het zijn dan ook geen history
documenten voor wetenschappelijk on
zoek. Dat is de verklaring waarom de la
tijd de ene vaststelling oo de andere ontiVan o
ning volgt. Vast staat evenwel dat deze jj
badour, die merkwaardig genoeg ook de Ikanjip
fone componeerkunst bleek te beheerser?
zijn tijd en ook nog daarna hoog moet zijif* v<
waardeerd. Dat kan worden opgemaakfeuwe
een manuscript, dat zich in de Nationalaiden.
bliotheek in Parijs bevindt en dat een bunnaiM
ling is van praktisch alle werken van ILee(le
Halle. Zulk een bundeling was een eer*
destijds alleen aan heel grote kunstenaars*
deel viel. n OIT1
Dit manuscript bevat, in oud-Frans dia lIVer
ook „li Gieu de Robin et de Marion",
koorliik herdersspel, dat op het eerste ge#l£ n
alleen maar een charmant niemendal n. B
lijkti maar dat mogelijk een stil water is j het
veel diepere gronden. Tot voor kort rne<in R,
men precies te weten, dat het in Napels x
gemaakt en daar toen voor het eerst werdT
gevoerd om de Franse ridders wat op te L
lijken, die na een afschuwelijk bloedbal
Sicilië alle levensvreugde hadden verlol
Tegenwoordig twijfelt men er ernstig aaif
het spel daaraan nu wel zijn ontstaan te d
ken heeft, ja men twijfelt er zelfs aan, of]
in Napels werd gemaakt. De huidige sl 'an
van het onderzoek is ten bate van de konfcN H<
de uitvoeringen op het Muiderslot consc ken)
tieus geregistreerd door René Stuip en laag v
Vellekoop en vastgelegd in een fraai ui geven
voerd programmaboek, dat ook de comppshui;
oorspronkelijke tekst met een volledige ierlid 1
taling bevat. De conclusie van de weid hiei
schappelijke begeleiders luidt: „Het laai
woord over dit spel is nog niet gesproker^^^
Dat behoeft er ons intussen niet van te w« *7
houden het in de aantrekkelijke ambia
van het Muiderslot in de vallende avond 1
6, 7, 10, 11, 12, 13 of 14 juni te gaan bel
Onder regie van Eddy Habbema, in een om
tijd van ontstaan afgestemde aankleding v jiv-
Rudolf Corens, gespeeld en gezongen diYcl
zangers-acteurs uit Frankrijk en België,!
met een stijlzuivere bewerking van de oiDEN
muziek door Leo Meilink, zullen de eenvj Van
dige gebeurtenissen zich afspelen. graag
Een ridder op valkenjacht ontmoet een m|mer. j
herderinnetje, dat hij natuurlijk het fi brief
maakt. Marion, die haar hart al aan haar F. het b
bin heeft geschonken, gaat daar niet op 'giet t
maar uit de taainuances die voor ons in versa
oud-Franse dialect niet zo gemakkelijk zijnt portrt
herkennen, moet misschien worden opij schre
maakt dat ze met de ridder speelt, of mogel en Pi
ook even wankelt in haar sfandvastighé als pi
Als Robin bij haar terugkomt, hiecht zij 1 verbc
tuurlijk alles op. De jongeman gaat dan w< Volgt
naar het dorp om bij vrienden hulp te halZijn e
Want zowel hij als zijn geliefde zijn enitiek
overtuigd dat de ridder zal terugkomen. \Twee
dra Robin zijn hielen heeft gelicht, gebeiverar
dat dan ook. Intussen is een valk van de ètiewe
der weggevlogen. Door een toeval wordt vorm
vogel door Robin gevangen, die met het
onder zijn arm naar Marion in het bos
keert. Zoals hij vermoedt, ziet hij daar de
der bij zijn geliefde. In een treffen toont
bin zich dan niet alleen onhandig, maar
weinig- dapper. Hij gaat namelijk
vlucht, en dat prikkelt Marion tot
verzet Zij weet haar belagers har
van zich af te schudden en met haar herk houd
gen vrijheid is het spel dan nogal
gend afgelopen.
Zou er toch niet meer adtter zitten dan
lijkt? Mede om de prachtige muziek
fraaie aankleding is het de moeite waard
daar even in te verdiepen. Het verdient
zoals gezegd, wel aanbeveling eerst het
voenge tekstboek op uw gemak te lezen,
is strikt genomen ook erg wenselijk als u
10 juni tussen 22.10 en 22.55 naar de
Nederland I gaat kijken, dan zal de
sche pastorale en bergerie in zijn geheel
den uitgezonden. Diezelfde avond geei
NOS radio over Hilversum II al vanaf
uur een reportage van het gehele
gramma van oude muziek, dat zich in 3
van het Muiderslot simultaan zal
Daarna volgt ook de radio nog het
zangspel.
JOHN
Het liefdespaar in de opera Thijl van Van Gilse. Uilen
spiegel en zijn JMele.
en daarom boeiender. Er
kwam nog bij dat regisseur
Gilbert Deflo en het echtpaar
Frigerio-Squarciapino, dat de
decors en de costuums ont
wierp, de bedrijvigheid op dp
markt van Damme heel traag
en somber uitbeeldden. Juist
na de toch al te lange proloog
op het galgeveld met de
spreekstemmen van de ver
dwaasde Katelijne (een eresa
luut aan Loudi Nijhoff!) en de
Uil hadden Uilenspiegels spot
zieke grappen op de markt vi
sueel verlevendigd moeten
worden. In het algemeen ac
centueerden regie en decora
teurs de Spaanse onderdruk
king wat al te krachtig waar
door het Vlaamse leven en het
groeiende verzet een tijdlang
in het duister bleven en daar
door ook nog minder goed
verstaanbaar werden.
moeilijk op gang. In het eerste
bedrijf gedraagt Van Gilse
zich wel erg braaf; daarna
wordt hij, óók in zijn instru
mentatie, veel stoutmoediger