Little Hives* Sand haalde
Australië mit zijn isolatie
WLenny Kuhr: één en
mlmuziknle wnrmte
PLATEI
Robert
Casadesus als
Mozartspeler
en als
spiritueel
eomponist
Concert
agenda
ustralische bands moeten over
algemeen harder aan de weg
dan Europese of Ameri-
grocpen, als het om het op-
tuwen van een internationale
rrière gaat Het eiland is zo gel
ieerd, dat alleen de beste een
ias krijgen eens in andere lan-
te kijken. Sherbet, The Saints,
C/DC en Split Enz gingen, maar
atstgenoemde bijvoorbeeld
oest na een paar jaar bankroet
ragkeren en ook Sherbet en The
tints hebben nooit de bovenste
t van de ladder bereikt
van de weinige groepen die ei-
>nlijk er grote problemen de
ternationale top bereikte, is The
itile River Band. Dankzij hun op
merikaanse leest geschoeide mu-
ek vol harmonieuze samenzang,
erd de e de beste single „It 's a
ng way there" een succes. Hoe de
ind zich inmiddels heeft ontwik-
leid, valt niet alleen te beluisteren
hun laatste dubbele live-elpee
mmÊpackstage Pass", maar ook tijdens
m^^t concert dat de groep woensdag-
'ond in het Nederlands Congresge-
ouw in Den Haag geeft.
)erek Pellicci is een praatgrage
rummer, die bereid is om op alles
ütgebreid antwoord te geven. Hij
vil zelfs tot diep in de nacht door-
jaan, maar daar wordt, helaas, een
tok je voor gestoken door platen-
het maatschappij en manager, die ook
oninoog een aantal fotosessies en televi-
3 piêie-opnamen op het programma heb-
omtlen staan. Het interview vindt hij
Brbijrouwens een leuke afwisseling,
keetvant van de Nederlandse popbladen
2. Ije hij in handen heeft gekregen, be-
l. K[pijpt hij geen letter en plaatjes kij-
Bensfe/ï gaat gauw vervelen. Als de
te Iyoorden Australisch muziekleven
of cn Amerika vallen, barst hij los en
Kf7 pgt: „Australië en Amerika ver-
Stashillen via levensstijl niet zo veel
d oman elkaar. Het verschil met Europa
;n. W veel groter. In Amerika zijn ech-
du iner meer uitersten dan bij ons. Ame-
wkaanse studio's verschillen even-
net vel weer niet erg van de Australi-
fde vpe. De twee laatste albums „Slee-
irianjer Catcher" en „First under the
gelbf/re" hebben we met de Ameri-
lanse producer John Boylan opge-
thecrecent met de Charlie Daniels
3 niBand heeft gewerkt. Hij was erg on
der de indruk van de studio's. li el
enige verschil is eigenlijk, dat zij
meer mensen met meer ervaring
hebben om hun studio's te runnen.
Onze bevolking is maar klein en
mist die ervaring".
Trots
Een van de dingen waar The Little
River Band erg trots op is, is de brug
die zij geslagen hebben tussen Aus
tralië en Amerika. „Olivia Newton
John, Helen Reddy en The Bee Gees
komen ook uit Australië, maar heb
ben dat nooit aan de grote klok ge
hangen. Wij hebben onze vijf studio
elpees niet alleen in de Amstrong
studio's in onze woonplaats Victoria
opgenomen, omdat het goedkoper
was, maar ook om iedereen te laten
horen dat we alle technische moge
lijkheden hebben, die nodig zijn.
Buitenlandse artiesten komen nu
naar ons land en blijken goed op de
hoogte te zijn van de studiofacilitei
ten en het muziekgebeuren en daar
hebben wij aan meegeholpen. Cat
Stevens kwam bijvoorbeeld speciaal
naar ons land om Another Satur-
daynight" op te nemen, terwijl Smo-
kie een elpee in Sydney maakte en
Paul McCartney er een deel van de
muziek van zijn televisie-film
Wings over the World" mixte.
Clubcircuit
In Australië kunnen groepen spelen
in een clubcircuit, dat uit ongeveer
vijfentwintig kleine zalen bestaat.
„Die tenten zijn goed om het vak te
leren, maar op een gegeven moment
moet je eruit zien te komen, anders
gebeurt het onvermijdelijke, name
lijk het uit elkaar gaan van de
■band".
De leden van de Little River Band
hebben allemaal, zij het in verschil
lende groepen, in dat circuit meege
draaid. Toen de band echter eenmaal
was geformeerd, was er binnen een
jaar internationaal succes. Iets wat
voor de meeste niet is weggelegd.
In het clubcircuit valt een stevige
boterham te verdienen, maar een
platencontract blijft een belangrijke
zaak. Hierdoor kom je namelijk op
de radio, die vijfentwintig procent
van haar zendtijd aan Australische
groepen moet besteden. De platen
maatschappijen zijn er echter erg se
lectief.
„Voor het opnemen van platen zijn
er genoeg goede studio's. We hebben
de Amstrong studio's, de T.C.S, een
platenstudio van het commerciële
tv-station Channel 9, twee studio's in
Melbourne, drie in Sydney en er is
kort geleden in Coff's Harbour in
Oost-Australië een studio geopend,
waarbij tevens een soort vakantie-
dorp is gebouwd, zodat de artiesten
daar kunnen verblijven
Solo-elpees
The Little River Band had de vol
gende elpee het liefst in Europa of in
de nieuwe George Martin studio,
Montserrat op de Bahama's, gemaakt
maar er bleek niet genoeg tijd te zijn
en de nummers waren ook nog niet
klaar. „We zouden toen naar New
York gaan, maar het is uiteindelijk
Los Angeles geworden. We nemen
daar de basistapes op en doen de rest
thuis. Al vertelt onze belastingman,
dat we nu goedkoper buiten Austra
lië kunnen opnemen. Ik had graag
in Nederland gewerkt. Een van mijn
favoriete elpees is namelijk „Hol
land" van de Beach Boys".
The Little River Band, die eigenlijk
vanaf 1975 op tournee is geweest
was het niet in eigen land, dan wel
in het buitenland heeft, nu de
meeste schulden zijn afgelost, de mo
gelijkheid het wat rustiger aan te
doen. De vijf maanden, die de band
vrijaf nam, werden nuttig besteed.
„Solo-gitarist David Briggs, die mo
menteel zijn eigen studio bouwt en
eigenlijk de enige in de band is, die
ook in de technische kant van de
zaak is geïnteresseerd, ging de studio
in om met twee new wave bands:
The Australian Crawl en M.E.O.
2,4,5's te werken. Zanger, gitarist
Graham Goble en zanger-gitarist
Beeb Birtles doken de studio in om
met elkaar een duet-elpee op te ne
men (die hier net is verschenen) ter
wijl Graham Goble en ik met een
zanger John Farrem hebben ge
werkt. Graham heeft i
Na een halve eeuw op alle podia ter wereld actief te
zijn geweest, stierf 19 september 1972 als gevolg van
een mislukte operatie in een Parijs' ziekenhuis Robert
Casadesus. Wie, als zovele Nederlanders, geregeld naar
hem mocht luisteren, zal op de onverwachtste ogen
blikken aan hem worden herinnerd, bij voorbeeld in
tegenwoordigheid van vertolkers die enigszins zijn
evenbeeld of juist zijn tegenbeeld zijn. Zoals bij alle
grote uitvoerende kunstenaars, waren zijn vertolkin
gen maatstaven waaraan alles wat minder was, onwil
lekeurig werd gemeten.
Toch was en is niemand in staat exact aan te geven waarin
de grootheid van Casadesus bestond. Je kunt hooguit pro
beren het geheim ervan in negatieve aanduidingen te om
schrijven. Hij was verscheidene duizenden malen solist bij
grote orkesten, hij gaf' verscheidene duizenden solorecitals.
Hoewel zijn spel een onbegrijpelijke stabiliteit vertoonde
bleef het door en door menselijk., Hij had dus zijn sublieme
en zijn minder sublieme momenten maar toegeven aan
routine en sleur heb ik in zijn spel nooit ervaren. Dat is in
elk geval óók genie.
Als het musiceren hem niet zo natuurlijk, zo vanzelfspre
kend afging als hij dat wenste soms kon hij de tegen
werking van een hem vreemd instrument niet dadelijk
overwinnen dan zocht hij toch nooit zijn toevlucht in ui
terlijk vertoon, technische virtuositeit, nadrukkelijkheid of
opdringerigheid. Hij was en bleef een aristocraat van de
geest en daarom lukte het hem waarschijnlijk na de zo
veelste herhaling Mozart toch zonder ook maar de gering
ste overdrijving zo puur en levend te houden dat je de in
druk kreeg dat hij Mozart zelf overtrof. Die indruk kreeg
je ook bij de geraffineerde timbres en ritmen van zijn De
bussy, zijn Ravel. Zijn Beethoven en zijn Brahms hadden
in hun beheerste bewogenheid een voornaamheid waarvan
je zou denken dat de componisten zelf die niet hadden ge
kend.
Casadesus leefde gelukkig in het mono- en in het stereo-
tijdperk. Van hem verschenen meer dan honderd grammo
foonplaten maar die zijn voor een goed deel weer uit de
handel verdwenen. Er zijn van hem ook radio- en andere
opnamen die zelfs nooit voor zijn bewonderaars beschik
baar kwamen. De Association Robert Casadesus die kort na
zijn dood werd opgericht en waarvan ook een Nederlandse
sectie bestaat, stelt zich onder meer ten doel door heruitga
ven en nieuwe publikaties van die opnamen de herinne
ring aan zijn vertolkingen levend te houden. Een onlangs
verschenen, door CBS vervaardigd dubbelalbum dat de or
ganisatie onder nummer AC 5 verspreidt, is een verrassend
fris en waardig eerbetoon aan Casadesus als ongeëvenaard
Mozartspeler en als gedreven componist die zijn hele leven
zelf muziek schreef maar daarvoor zelden de erkenning
kreeg die hij verdiende.
Eerst de Mozartspeler. Er zijn twee monoregistraties van
de sonates K.457 en 576 die uitmunten door een zeldzaam
natuurlijke pianoklank. Het prachtige toucher van de spe
ler komt volmaakt tot zijn reèht evenals de heldere, open,
ongekunstelde voordracht. Op de tweede plaatkant speelt
Casadesus samen met zijn echtgenote Gaby, die zelfs nu
nog, even in de tachtig, concerterend actief is. Het echtpaar
vormde in 1953 een ideaal duo voor een meesterwerk: de
sonate voor twee klavieren K.448. Als quatre mains spelen
ze ook nog de sprankelende variaties K.501.
Als de derde plaatkant wat minder geslaagd aandoet, is dat
uiteraard betrekkelijk. Met Zino Francescatti, die veelvul
dig zijn partner was in kamermuziek, speelt Casadesus de
sonate voor viool en klavier K.481. In deze mono-registra
tie uit 1950 is het violistische aandeel niet even sterk als
het pianistische en is de balans ook niet steeds gelukkig, al
blijft het samenspel van twee grootmeesters een boeiende
aangelegenheid.
De vierde plaatkant is dan weer een verrassing. Casadesus
speelt daar de painopartij in zijn eigen nonet uit 1949, dat
tien jaar later stereo werd vastgelegd met het Pascalstrijk-
kwartet en vier eersterangs Franse houtblazers. Kennelijk
bewust zijn uit de bezetting het zware koper en de contra
bas geweerd waardoor de natuur-impressie van het ope-
ningsdeel en de dichterlijke bespiegelingen van het adagio
zich boven de grond kunnen afspelen. De Sardana daaren
tegen en de bruisende finale blijven sterk aan de aarde ge
bonden. Het geheel bevat fijne, coloristisch vaste verras
sende speelmuziek in een idioom dat de lijn Fauré, Ravel
en Roussel op eigen wijze voortzet. De Catalaanse dans
brengt m herinnering dat de grootvader van Casadesus een
Spanjaard was, dat hij in zijn jeugd soms met gitaarmuziek
in slaap werd gespeeld en dat zijn naam is afgeleid van een
klooster. Casa de Jesus wat vertaald wil zeggen: Huis van
Jezus.
Het adres vcan de Nederlandse afdeling van de Association
Robert Casadesus waar het prachtige dubbelalbum besteld
kan worden, luidt: Van Hogendorplaan 5, 3299 AR Maas-
dam- 'JOHN KASANDER
an h>
e5-ej
Dpge
hem geschreven en de elpee gepro
duceerd, terwijl ik drum".
Derek Pellicci doet, als er maar even
tijd is, veel sessie werk. Hij zegt:
Miin vrouw heeft geprobeerd ande
re hobbies voor me te vinden, maar
dat is niet gelukt. Muziek maken is
mijn leven. Ik speel dan ook met
veel mensen mee omdat ik het leuk
vind. Het is veel relaxter werken
dan met de Little River Band omdat
de spanning niet zo groot is. Ik doe
dan ook van alles. Van een Coca
Cola-reclame tot het aankondigen
van vliegreizen voor een grote Aus
tralische 1 uchtvaartmaa tschappij
Hij heeft ook over een solo-elpee na
gedacht, maar hij weet nog niet pre
cies hoe hij het aan moet kleden. „Ik
wil geen drum-plaat. Een aardig idee
zou zijn om verschillende soorten
muziek door miin vrienden, die ik in
de loop der tijd gekregen heb, te la
ten spelen. Ik zou bijvoorbeeld de
drummer van Billy Joel: Liberty De-
Vitto uit kunnen nodigen voor één
nummer, waarop we dan samen
drummen. Maar voor je aan zo'n
project begint, moet je eerst een be
kende persoonlijkheid zijn. Wie kent
nu Derek Pellicci? Het publiek moet
echt naar zo'n elpee uitkijken, vind
ik".
Frustraties
De reden waarom de leden van de
Little River Band met solo-projecten
bezig zijn, is volgens Derek om hun
frustraties kwijt te raken en op die
manier te zorgen dat er binnen de
band geen spanningen ontstaan. „We
hebben vier schrijvers in de groep,
die best wel eens nummers leveren,
die niet bij The Little River Band
passen. Het is goed om ze dan zelf op
te nemen. Daarbij hoeven ze dan al
leen met zich zelf rekening te hou
den. Ze hoeven bijvoorbeeld tegen
onze zanger Glenn Shorrock niet te
zeggen: je moet het zus of zo zingen,
omdat ze alles in eigen hand heb
ben
De band denkt er ondertussen niet
aan om te verhuizen, naar Amerika
bijvoorbeeld. „We wonen graag in
Australië omdat het een mooi land
is, Amerika is veel te gejaagd. Daar
bij komt, dat al onze kennissen,
vrienden en familie daar wonen.
Voor kostenbesparingen hoeven we
het niet te doen, waarom zouden we
dan?".
HANS PIëT.
grammofoonplatenmaatschap
pij, waarin ze verder zegt: „Ik
voel mij een zangeres van en
voor het volk. Ten aanzien
van mijn repertoire stel ik dan
ook de eis dat het eerljk moet
zijn en begrijpbaar voor haast
alle lagen der bevolking. Mu
zikaal moet het sprankelend
zijn en boeiend, teer of brui
send. Tekstueel moet het een
glimlach oproepen van ontroe
ring of herkenning. Ik ben al
tijd de zangeres met de gitaar
geweest. Er waren producers
die dat wilden veranderen.-
Dat was fout".
Hoe fout dat wel geweest zou
zijn, bewijst haar nieuwste el
pee: „Dromentrein" (CNR
655,103), die ik, om in stijl te
blijven, een droom van een el
pee zou willen noemen. Aan
alle eisen die Lenny Kuhr in
bovengenoemd citaat aan zichzelf en aan
haar werk stelt, is hier voldaan.
Lenny Kuhr is zichzelf trouw gebleven. „Jo
nathan" (een van de mooiste liefdesliederen
die ik ooit gehoord heb; over de vrouw die
onder de indruk raakt van de man bij wie ze
zowel vrouw als nog een beetje kind kan zijn)
is geschreven in de stijl van „De troubadour",
waarmee ze in 1969 het Eurovisie Songfesti
val won. En „Hoor je niet de nachtegaal?"
(een niet te versmaden uitnodiging aan de
geisoleerde medemens) lijkt op „Ga je mee'".
Maar tegelijkertijd is Lenny Kuhr vanaf die
basisvoorbeelden uitgegroeid tot een zangeres
van heel hoog niveau. Het niveau van een
Amalia Rodrigues anno de vijftiger en zesti
ger jaren. De Portugese manier van zingen
heeft zij zich volkomen eigen gemaakt en
zelfs zo geperfectioneerd, dat haar zang vaak
een kwestie van puur zingen is geworden,
waarbij de tekst er eigenlijk niet meer toe
doet.
Boudewijn de Groot, protestzanger uit de zes
tigerjaren, is duidelijk van een andere gene
ratie geworden. Eerder een zanger van het
„Ik-tijdperk", zoals blijkt uit zijn nieuwe el
pee „Van afstand" (Phonogram Philips,
6423.301), waarop hij duidelijk terugblikt op
zijn carrière en de roem die deze destijds
meebracht. Lennaert Nijgh heeft voor deze
schijf zowaar ook weer eens enkele teksten
geschreven, zij het de minst goede door de
commerciële inslag. JAN VAN DER KLEIJ
1 juni Gruppo Sportivo in Zuiderpark in
Den Haag
3 juni Led Zeppelin, Ahoy in Rotterdam.
4 juni Little River Band, met in het
voorprogramma de Engelse zanger Roy Har
per Congresgebouw in Den Haag.
6 juni Styx, Jaap Edenhal in Amsterdam.
6 juni Santana, Groenoordhal in Leiden.
6 juni Saga, Jaap Edenhal in Amsterdam.
7 juni Roxy Music, Ahoy in Rotterdam.
9 juni Beach Boys, Congresgebouw in
Den Haag.
3 juni Fleetwood Mac, A hoy' in Rotter
dam.
14 juni Boudewijn de Groot, Circusthea
ter in Den Haag.
23 juni Bob Marley, Ahoy' in Rotterdam.
28 juni Rod Stewart, Ahoy' in Rotterdam.
muzikale genre wordt in Nederland nu een
maal niet zo overvloedig geïmporteerd en ge
pousseerd als disco en new wave, dus ik
moest mezelf het antwoord schuldig blijven.
Tot ik één dezer dagen tot de verrassende
ontdekking kwam dat we in ons land eigen
lijk een fado-zangeres van geweldige allure
bezitten, namelijk Lenny Kuhr die ook nog
eens internationaal bekend is. In 1972 maakte
zij door Frankrijk al een tournee met nie
mand minder dan George Brassens, die na
hun optreden in Marseille tegen haar zei:
„Gefeliciteerd. U bent de eerste vrouw, die in
de studentenstad Marseille niet is wegge flo
ten
Ik haal dit uit een persbulletin van haar
nige tijdje geleden zag ik haar weer eens op
le tv, m 'n idool uit de vijftiger en zestiger ja-
en: Amalia Rodrigues. Haar stem had niet
neer de kracht en de magie van toen en op
en gegeven moment raakte ze zelfs de tekst
van een van haar grootste hits uit die
„C.est la vie", dacht ik met enige spijt
ander Portugees gezegde kon me niet te
schieten!) en vrijwel meteen vroeg ik
wie toch wel de opvolgster van deze
fado-zangeres zou kunnen
Waarschijnlijk staat bij iedere was-
en achter ieder boodschappenkarre-
in Lissabon een vrouw die net zo mooi als
die mengeling van enorm geluk en
droefheid kan uitzingen, maar dat