Michael
Wondergem:
„Canada
kan
er wat
van"
m
De
hout- sü
dieven S
van
Bendosari
Java
dreigt
weg
te
spoelen
DEN HAAG Wanneer Michael Won
dergem (47) de waslijst heeft opgesomc
van de banen die hij in zijn rijk gestof
feerde leven heeft gehad, komt men on
vermijdelijk tot de conclusie, dat hij eer
Nederlander is zonder het geringste
spoor van zit-eelt. „Ik heb mijn huid in
derdaad aan de wereld verkocht", be
kent deze onderwijzerszoon uit Heusden,
die In 1953 het vaderland reeds voor ge
zien hield en met het diploma van de
Haagse Hogere Hotelvakschool in zijn
binnenzak aanmonsterde als hofmeestei
bij de Rotterdamse Lloyd.
Op één van zijn vele zilte zeereizen aan
boord van de pieremachochel Waterman
enterde hij en passant Ineke, het hoofd
van de kinderkamer en haar gaf hij ver-
volgens als geschenk voor het leven zijn
eigen achternaam in bruikleen. Zij was
het ook, die hem de gouden tip gaf om
contact op te nemen met haar suikeroom
in Toronto. „Dat leek me een prima
plan", herinnert hij zich, „want van de
drie jaar waarin ik had gevaren, was ik er
welgeteld drie zeeziek geweest".
Wondergem begon zijn carrière In Cana
da als inpakker van badhanddoeken in
het magazijn van een warenhuis. Vanuit
die nederige positie nam hij vervolgens
met de hink-stap-sprong overstapjes
naar de KLM-kanioren in Montreal, To
ronto en Vancouver, waar hij tenslotte in
1969 als verkoopleider afscheid nam. Hij
werkte daarna voor North East Airlines
(later omgedoopt tot Delta) en voor de
Verenigde Naties in Soedan.
Vanuit die kokendhete Afrikaanse stek
vertrok hij naar Detroit, waar hij zes jaar
lang als toeristische marskramer de ver
rukkelijke vakantiemogelijkheden van
Canada aan de Amerikanen verkocht.
Ontrouwe zoon
Vorig jaar keerde deze ontrouwe zoon
van Jan de Witt terug naar Nederland,
waar hij Peter Fraser opvolgde als direc
teur van het Canadese Verkeersbureau
aan de Haagse Laan van Meerdervoort
96.
„Canada", zegt hl) met gepaste trots, „Is
het enige vakantieland in de wereld, dat
geen last heeft van de malaise op de in
ternationale reismarkt. Integendeel: we
zitten nu alweer 20 procent boven het
vorig jaar, toen meer dan 100.000 Neder
landers de oversteek naar Canada maak
ten. Ik kan dan ook zeer wel begrijpen,
waarom de concurrenten scheel zijn van
jaloersheid".
„Ik heb overigens een sluitende verkla
ring voor die spectaculaire groei. Canada
is namelijk één van de weinige landen,
waar je nog volop de ruimte hebt. En dat
verkoopargument spreekt met name een
Nederlander wel aan".
„Een tweede sterke troef, die wij uitspe
len, is het feit, dat Canada in vergelijking
met de meeste Europese vakantiebe
stemmingen niet zo duur Is. Met een Ca
nadese dollar kun je nog meer doen dan
de meeste mensen denken."
Graantje meepikken
Wondergem vindt het daarom nauwelijks
verwonderlijk, dat steeds meer lucht
vaartmaatschappijen en touroperators
een graantje uit de Canadese overvloed
Een blokhut stammend uit een nog niet zo tang verleden van Canada.
proberen mee te pikken. CPAIr heeft zijn
vluchten vanuit Europa dit jaar met vier
uitgebreid tot veertien; de sterk opko
mende maatschappij Ward Air heeft zijn
vluchten op de Noordatlantische route
verdubbeld en Air Ontario is dit jaar be
gonnen met twee vluchten per week tus
sen Europa en Toronto.
„Wat Canada ook zo razend aantrekke
lijk maakt", zegt Wondergem, „is de on
voorstelbare variatie, waaruit de toerist
kan kiezen. Voor een redelijke prijs
maakt hij bijvoorbeeld met een luxe hou
se-boat een zwerftocht over de meren.
Maar voor hetzelfde geld huurt hij een
paard en trekt de Rocky Mountains in of
viert hij een mieterse relaxvakantie op
een afgelegen ranch. Heel populair is te
genwoordig het zoeken naar halfedelste
nen in de rotsachtige gebieden. Je hakt
een half uur en je hebt gegarandeerd een
hadvol jade".
Alaska-cruise
Een andere voltreffer Is een cruise met
de statige zeelady „Princess Patricia"
van Vancouver naar Yukon en Alaska
„En vlak alsjeblieft Quebec niet uit",
raadt hij aan, „want deze Frans spreken
de provincie, waar je overigens met je
Engels overal terecht kunt, heeft net dat
vleugje Europese parfum, waar een Ne
derlander gek op is. Datzelfde geldt voor
Nova Scotia en New Brunswick In het
Oosten, waar je het .neest dramatische
natuurschoon ter wereld vindt en tussen
Je ontdekkingstochten door een verse
kreeft voor vijf gulden eet. Voor 1200
gulden kun je trouwens al een meesterlij
ke reis naar Canada maken".
Een duidelijke zaak derhalve: wat Won
dergem betreft kan Canada er Inderdaad
wat van.
LEO THURING
Wie over Java vliegt, ziet waarom de Indo
nesische archipel ooit bejubeld is als de
„gordel van smaragd". Eindeloos groen gol
vend fluweel, opgevuld met vredige vulka
nen en grillig doorweven met geelbruine ri
vieren.
Juist die geelbruine kleur doet menig bo-
demdeskundige verbleken. Zeker als hij bo
vendien ontdekt, dat het goddelijk groene
landschap nog nauwelijks majestueuze
wouden telt, maar overwoekerd is door ke-
rinju, een vlierachtig struikgewas.
Java dreigt weg te spoelen, vrezen vele des
kundigen.
Oorzaak is de ongebreidelde ontbossing,
een van de meest onderschatte gevaren in
de Derde Wereld. Onlangs voorspelde de
Koninklijke Nederlandse Bosbouwersvereni
ging, dat de nu opgroeiende generatie
straks nauwelijks overlevingskansen heeft
door de verwoesting van grond in ontwikke
lingslanden zoals Indonesië.
Na olie is hout voor Indonesië het belang
rijkste exportprodukt. Even een cijfer: in
1979 werd er bijna dertig miljoen kubieke
meter hout gekapt, waarvan achttien mil-
ioen kubieke meter in de vorm van boom
stammen werd geëxporteerd. Van nieuwe
aanplant is nauwelijks sprake. Vandaar dat
in de natte moesson het ontwortelde land
onstuitbaar wegslibt.
Sinds kort onderkent de Indonesische rege
ring de gevaren van de erosie. In samenwer
king met het Nederlandse ministerie van
1i£M n
Het Indonesië
van 1980 L,
buitenlandse zaken is op Oost-Java (Malt
en omstreken) het Kali Konto Project ai
gepakt. Aan de hand van Staatsbosbehi
probeert Perum Perhutani (Indonesii
Staatsbosbeheer) 15.000 hectare kaal
hakte bosgronden in hun oorspronkelij
staat terug te brengen.
Over de oorzaken, problemen en aan]
van de bijna rampzalige ontbossing sf
onze verslaggever Hans Toonen met Lel
Oldenkamp, teamleider van het ambitii
Kali Konto Project.
anp
He,
Vit v
bzijn
Woe
Leffert Oldenkamp met op de achtergrond een van de kaal gehakte heuvels in I
Konto-gebied.
BATU Even bulten het bergdorpje Ben
dosari begint het paradijs. Dampende
tuinterrassen vol papaja's, jonge maïs, pi
sangbomen en koffiestruiken. Hier en daar
een vers geschoffeld veldje aardappelen,
afgezoomd met cassave of scheuten oli
fantsgras. Leffert Oldenkamp wijst naar
een rood gemarkeerde stenen paal. „Van
af hier zou nu het bos moeten beginnen",
grijnst hij. Na twee afmattende uren lopen
over een sterk hellend paadje kom ik pas
de eerste bomen tegen. Wat verderop
draaft de oorzaak het kale bos uit: groep
jes dorpelingen met boomstammetjes en
pikolans vol gras. Twee vrouwen met op
hun hoofd een karrevracht hout, kijken
schichtig naar de baardige toean Olden
kamp. Bij het passeren schampert hij:
„Daar loopt nou mijn bos". Zienderogen
verdwijnt er weer een stukje bos van Java.
Op de veranda van zijn huurhuis in Batu,
vlakbij Malang, de fruitschuur van Oost-
Java, verzucht de 42-jarige bosbouwer Ol
denkamp: „Die arme sloebers hebben ab
soluut niet in de gaten, dat wij het bos
proberen te redden. In hun ogen zijn wij
hinderlijke lui, die met het verbod op hout
kap hun het brood uit de mond stoten. Be
zorgd over de toekomst zijn ze allerminst.
Ze weten alleen, dat ze elke ochtend weer
een stukje verder moeten lopen om hout
te stelen".
Houtdieven en koelen zijn de plaag van
het Kali Konto Project, dat 23.000 hectare
groot is en bevolkt wordt door ongeveer
honderdduizend Javanen. Plus achtdui
zend koeien, waarvoor nog geen bunder
weiland valt af te grazen.
Leffert Oldenkamp: „Van oudsher kent dit
gebied koeien. Op zich geen enkel pro
bleem, zolang het er niet meer dan twee
tot drieduizend zijn. De koeien blijven op
stal. Het gras wordt uit de bossen ge
haald. Helaas is het aantal koeien drama
tisch toegenomen".
„In ons projectgebied tellen we er al meer
dan achtduizend. Deze zomer komen er
nog eens tweeduizend bij, merendeels
geïmporteerd uit Australië. Voor al die
beesten wordt er dagelijks gras gejat uit
de omliggende bossen, die daardoor nog
meer voor erosie komen bloot te liggen...
Ik zeg dan ook weieens: de regering moet
geen Javanen transmigreren, maar
koeien!"
Barstensvol noesten...
Het gebied romdom Malang Is bergachtig.
Twee vulkanen vallen op: de Arjuno en de
Welirang, waarlangs zich verschillende ri
viertjes slingeren. De voornaamste is de
Brantas. Een van de zijarmen heet de
Konto, waarnaar het bosbouwproject ge
noemd is.
Na drie jaren van intensieve voorbereiding,
en samenwerking tussen Staatsbosbeheer
in Nederland en zijn collega-instelling Per
hutani in Jakarta, is medio vorig jaar de
schop in de grond gezet.
Naast een voorlopige bijdrage van twee
miljoen gulden heeft Nederland ook drie
vakmensen geleverd. Teamleider Is Leffert
Oldenkamp uit Wageningen, voorheen de
houtvester van Gelderland, bijgestaan
door collega-bosbouwer Niek Borsboom
uit Andelst en de landbouw- en bodem-
deskundige Guus Cosijn uit Zevenaar. Het
door Staatsbosbeheer „uitgeleende" drie
tal adviseert Perhutani bij de uitvoering
van het Kali Konto Project, dat geleld
wordt door de beminnelijke Ir. Hadi Purno-
mo.
Doel van het project Is simpel: op 15.000
hectare vruchtbare grond bomen planten.
Maar de uitvoering gaat dieper en zit bar
stensvol noesten.
Neem bijvoorbeeld de dessa Bendosari.
Niet voor niets heeft Leffert Oldenkamp dit
dorpje uitgekozen als proefterrein. Alle
problemen vloeien er samen De boze
houtdieven, de 152 koeien en geen spriet
je grasland, de macht van de loerah, het
dorpshoofd en de steeds armere armen.
Hout is voor de inwoners van Bendosari
even belangrijk als aardgas en elektriciteit
in de Nederlandse huishouding. Het dient
als kachelhout, maar ook om landbouw-
produkten (tabak e.d.) te drogen. Voor ve
len is het de enige manier van overleven.
Want veel hout wordt er ook verkocht op
de markten in Malang en Surabaja.
Oldenkamp: „Ze willen wel met petroleum
stoken. Maar dat kost geld. Geld, dat je
eerst moet verdienen door hout te jatten
uit de omringende staatsbossen. Zeker
voor de armen is de illegale houtkap de
enige bron van Inkomsten. Een oplossing
zou zijn door deze houthakkers op een an
dere manier geld te laten verdienen. Het
tragische is echter, dat je dan de druk op
het bos alleen maar vergroot. Hoe meer
welvaart, des te groter wordt de behoefte
aan brandhout. Want in plaats van een
keer per dag warm eten, wordt er dan
twee keer warm opgeschept".
„Daarnaast stijgt dan ook de vraag naar
hout voor de steenfabrieken. Want alè de
mensen meer gaan verdienen, willen ze
hun bamboehut slopen ten behoeve van
een stenen optrekje".
Lang zoeken naar de Juiste oplossing is
een westerse luxe, die in Indonesië te veel
bos kost. Oldenkamp: „We kampen met
korte termijnproblemen, die we pas over
INDONESIË EN
STAATSBOSBEHEER
ZOEKEN SOELAAS
IN KALI KONTO
PROJECT
een lange periode goed kunnen oplossen.
Meerjarige investeringen... Prachtig, maar
de Javaan moet vandaag ook etenl"
Gratis landbouwgewassen
Aan de rand van Bendosari werkt men aan
een tussenoplossing. Over een oppervlak
te van zeshonderd hectare worden bomen
geplant, die op jeugdige leeftijd veel hout
leveren. „Tussen de jonge bomen laten we
de dorpsbewoners gratis landbouwgewas
sen telen. Natuurlijk kunnen we niet iedere
dorpeling een stukje grond in gebruik ge
ven. Daarom geven we de voorkeur aan de
houtdieven. Je bent er niet door die men
sen, meestal levend aan de rand van het
bestaansminimum, bekeuringen te geven
wegens houtdiefstal. Vergeet niet, dat ze
met dat sjouwen hun broodnodige 250
roeplah dat is nog geen gulden per
dag verdienen. Nu ze in ons proefterrein
werken beuren ze het dubbele. Toegege
ven, over twee jaar zijn de boompjes zo
groot, dat er geen ruimte voor olifantsgras
is. Maar voor elke gave boom krijgen ze
ook nog een extra-premie. Bovendien le
ren we ze hoe belangrijk het is om een bos
goed te beheren".
Voordat Oldenkamp en zijn Indonesische
collega's de hout- en grasdieven overtuigd
hadden van het belang van het proefter
rein, is er heel wat Javaanse grond In de
zee gestroomd.
De In SmHde geboren Leffert Oldenkamp:
„De meesten zijn ongeletterd. Weten zelfs
d ter
w I en
ide,
L Vo
En. I
el. I
hg ir
Dep*
niet hoe je een patjol, een hakschoft dt
moet aanscherpen. Van kunstmest hieen
ben ze geen kaas gegeten. Ironisch inwo
noeg hebben de meeste houtdieven iheb
nooit zelf een boom geplant. Nou kuuan ii
als ontwikkelingswerker wel gauw de rnjen
wen opstropen door alles zelf te dokt. E
maar daar schieten die dorpsbeworyan r
niks mee op. Want zij moeten straks; vall
bos zelf onderhouden. En proberen rd e
van de opbrengsten te leven". hter
Daarmee zitten we midden in een vanidie
grootste problemen van het Kali Koden,
Project, namelijk: hoe maken we de armdie
minder arm en de rijken iets armer? )ald
Oldenkamp: „We zouden een prachtig i
genwoud kunnen aanleggen, als we gfigj
rekening zouden houden met de trag'
van de houtdieven. Een tragiek, die ak de
te maken heeft met de ontstellend grjvan
inkomnensverschillen binnen de dorpsjse
meenschap. Waar de loerah de helft P
het aantal koeien bezit, waarvoor igec
arme dorpelingen gras stelen. Waar harfeler
ge tussenhandelaren voor de helft vanpoo
marktwaarde brandhout en halve booiga*
stammen opkopen. Natuurlijk pikken Int 1
arme sloebers die wanverhouding. Wl Ei
zij kunnen het geen twee dagen zom w
geld uitzingen. Wil je nu hun lot verbeje vi
ren, dan kun je niet om de rijken heen. fld n
een voorbeeld te geven: om ons proefpjsch
ject soepel van stapel te laten lopen, M de
ben wij bij de verdeling van de grondste
ook wat terreintjes aan het dorpshoofd
geven. Hij heeft die grond helemaal maal
nodig. Maar anders was-ie dwars gaan ruk
gen". b
Haalt de schouders op: „Ach, wat Nog
corruptie. Ik zie dat niet zo. Het is een mhe
ciale toestand, waar de dorpsbewon-He
zelf vrede mee hebben. De loerah is en
eenmaal de baas met eeuwenoude reta
ten. Het dorpshoofd vindt alles best, es;
lang het eigen inkomen er maar niet kr<
achteruit gaat".
„Kijk, als de inkomensverschillen in gev
dessa's nog groter worden, vind ik iets
rampzaliger dan wat corrupte generaals di«
Jakarta. Want hoe armer men hier woijt ni
hoe eerder men geneigd is het bos inj>or
sluipen. Wat is nu goedkoper dan het t ®n.
len van een boom?"
bij,
Uitdaging
Vast staat dat het Kalo Konto Project, DUl
pas in 1995 voltooid is, de ontbossing ©n
Java niet zal tegenhouden. De planten
kunnen de houthakkers niet tegenhoud e)'t
Bosbouwer Oldenkamp wordt daar nfar
veus noch moedeloos van. „Je moet o
mistisch blijven. We moeten redden wa di
nog te redden valt. Als we niets doen, g
Java onherroepelijk naar de knoppen]®0
ben me wel wezenloos geschrokken t< j
ik voor het eerst door dit gebied liep. J
ker als je bedenkt, dat dit gebied r
Malang een der laatste regio's is waar r
een beetje bos staat. In het begin wild* al
me niet in deze ellende storten. Totdat
plan me begon uit te dagen". /J
Met een bestraffende vinger richting I
derland: „Weet je dat de geschiedenis J1}
onze heidevelden en zandverstuiving'
exact dezelfde is als hier op Java. Ok
de Veluwe noemen we nu een natuurt™
bied, omdat we vergeten hebben hoe ,r{
er oorspronkelijk heeft bijgestaan. M
die heidevelden zijn ook het gevolg ir1
een ontstellend wanbeheer. Onze voor u'<
ders hebben er ook bomen omgehakt
dezelfde reden als de Javaan: gewoon
te overleven".
Leffert Oldenkamp hoopt wel op de p'®
ook het bijltje er bij zal neerleggen,
een slag in de lucht. m
HANS TOOM™