Douwt als modelcooperatie aan toekomst waalf jaar na slachting in Vietnamees dor Twaalf jaar geleden werd op bevel van de Amerikaanse luitenant Calley het vuur geopend op de inwoners van My Lai, een klein dorpje in centraal Vietnam. Mannen, vrouwen en kinderen werden zonder reden in koelen bloede neergeschoten. Een storm van verontwaardiging stak op toen het nieuws van de massamoord aan de wereld bekend werd. Mede hierdoor nam de Amerikaanse afkeer van het oorlogsgeweld steeds grotere vormen aan. Onderstaand artikel beschrijft de wederopbouw van MyLai. luitenant William Calley die verant- ,f( t idelijk was voor de slachtpartij. LAI Het dorpje waar een jonge ikaanse luitenant die nauwelijks de irschoenen ontgroeid was, opdracht it de moord op honderden Vietname- oeren, zal waarschijnlijk beroemd blij- zolang de herinnering aan de Vietna- e oorlog voortleeft. Voor de Amerika- was het bloedbad in My Lai de drup- Jie de emmer deed overlopen. Voor de lamezen was My Lai Slechts een dra- toals zoveel andere, maar tegelijkertijd van doorslaggevende betekenis voor pogingen de wereldopinie op hun J te krijgen. Calley, Medina en de lijwekkende, moordlustige soldaten de Amerikaanse Divisie zijn in de ver- Iheid geraakt, maar My Lai is nog ds een plaats waar men veel over nam te weten kan komen, monument voor de slachtoffers die op morgen in maart, 12 jaar geleden, het i lieten, is My Lai representatief voor betrokkenheid van de Vietnamezen bij [geschiedenis die zoveel strijd en pijn It gekend. Die betrokkenheid is zo jns dat ze soms de toekomst bedreigt. |voorbeeld van de wederopbouw van iontredderde gemeenschap dwingt My bewondering af omdat het dorp met I werken en een efficiënt gebruik van de schaarse hulpbronnen weer leefbaar is geworden. My Lai toont even goed of mis schien zelfs beter dan andere dorpen aan welke overeenkomst tussen partij, boeren en leger aan de Vietnamese staat ten grondslag ligt. My Lai of Tinh Khe, de eigenlijke commu nistische naam die nu veel vaker wordt ge bruikt, Is een dorpje In centraal Vietnam, gelegen aan de kust in een onvruchtbaar gebied. De Inwoners zijn ontberingen ge wend en kunnen een stootje velen. Het dorp bestaat uit vijf gehuchten waar in to taal 9000 mensen wonen die In hun le vensonderhoud voorzien middels de schaarse opbrengsten van het land en de visvangst. Kale vlakte De herinnering aan de massamoord van 1968 wordt in ere gehouden. Waar eens de weerloze boeren in koelen bloede werden neergeschoten, is nu nog steeds een kale vlakte. Slechts enkele puinhopen geven aan dat er eens huizen hebben gestaan. Het gebied wordt begrensd door een sloot 100 van de 500 Vietnamezen, voornamelijk vrouwen, kinderen en oude mannen, de dood. „Daar in de sloot hebben we gestaan", zei een oude vrouw wier gezicht duidelijk de sporen van ellende draagt. „We zaten in huis, een mooi huis met een groot pannen dak". De dorpsfunctionaris die bij ons gesprek aanwezig is, maant de oude vrouw aan op te schieten met haar ver haal. „Een prachtig huis", herhaalt ze nog eens met nadruk, terwijl ze de man uitdagend aankijkt. „Toen kwamen de Amerikanen binnen en schreeuwden dat we naar buiten moesten gaan. Samen met de andere mensen stonden we vlakbij de sloot. We moesten stilstaan en toen open den ze het vuur. Mijn zoon werd vermoord, mijn dochter werd in haar arm geraakt, -naar de rest van de familie had geluk. We lieten onszelf op de grond vallen en de li chamen van de doden vielen boven op ons en zo zijn we blijven leven". Voordat de Amerikanen verder trokken hebben ze bijna alle huizen in brand ge stoken. De overlevenden werden door Zuidvietnamese troepen weggevoerd naar „veilige" dorpen en kampen elders. Toen Tinh Khe in I975 werd heroverd, besloot de dorpsraad de plaats van het bloedbad onbebouwd te laten als eerbetoon aan de slachtoffers. Vlakbij werd door de regering een museum en een klein hotel gebouwd. In het museum hangen foto's van Ronald Haberle.^de Amerikaanse legerfotograaf die de massamoord voor het nageslacht heeft vastgelegd. De persoonlijke bezittin gen van de doden, aangrijpend door hun eenvoud, liggen tentoongesteld in glazen vitrines: „Haarspeld van Nhuyen Thl Huynh, bewaard door haar verloofde"; „Een schoentje van Trung Thl Khai, vier jaar oud"; „Schoolboeken van Truong Khiet, volgens zijn leraren een uitstekend leerling". Dit alles is een aangrijpend ge zicht, maar tegelijkertijd ook verontrus tend, wat men zich vooral realiseert als er een jonge vrouw binnenkomt, die zich voorstelt als Vo Thi Lien, My Lai-specialist. En zo kan ze zich met recht noemen. Als meisje van 12 heeft ze aan het bloed bad kunnen ontkomen door zich uren lang achter het lichaam van haar grootmoeder verborgen te houden. In I970 werd ze als wees de wereld rond gestuurd om op tal loze persconferentie haar verhaal te doen. Haar noodlot, kennelijk bepaald door ie mand gespeend van elk menselijk gevoel, is dat ze tien jaar later nog steeds hetzelf de gruwelijke werk moet doen. De kans is groot dat ze haar hele leven lang aan be langstellenden staat te vertellen hoe haar De Amerikaanse legerfotograaf Ronald Haberle maakte na het optreden van Calley en de zijnen deze schokkende foto. Bezeten My Lai zal altijd getekend blijven door de tragedie van toen. Voor een buitenstaan der lijkt het alsof de Vietnamezen volko men bezeten zijn van het onrecht dat hun is aangedaan zonder zich ook maar een minuut te realiseren welke gruwelijke ge beurtenissen zich nu bijvoorbeeld in Af ghanistan voltrekken. De gevangenissen van Thieu waren een grof schandaal, maar dat diezelfde gevangenissen nu vol zitten met contra-revolutionairen, lijkt hen niet te interesseren. Dat Is heel anders. Het valt echter wel te begrijpen dat de be volking van My Lal zich nog steeds bezig houdt met de offers die ze hebben ge bracht. Een van de Amerikaanse soldaten die gevraagd werd waarom hij onschuldige burgers had vermoord, heeft, naar ver luidt, geantwoord: „Voor ons waren het al lemaal communisten". In het geval van My Lai was dat inderdaad waar slechts en kele inwoners van My Lai hebben meege vochten In het leger van Thieu; de meeste volwassenen hebben zich op een of ande re manier ingezet voor de Vietcong; 800 jongeren namen dienst in het bevrijdings leger maar toch rechtvaardigt dit op geen enkele manier de moord op vrouwen en kinderen. In de oorlog zijn meer dan 2000 dorpelin gen omgekomen. Hun trouw aan de goede zaak Is niet onopgemerkt voorbijgegaan, zoals blijkt uit een zaal waar al hun onder scheidingen zijn uitgestald. Aan rode en gouden vlaggen zijn rijen medailles ge speld. Aan de muur prijkt een levensgroot certificaat dat vermeldt dat My Lai in I970 werd uitgeroepen tot „heldendorp". Het heldendorp is nu een coöperatieve ge meenschap en toont aan dat in de arme, door oorlog verwoeste streek in centraal Vietnam een betrekkelijke welvaart is ont staan. Van de 250 dorpen in de provincie Nghia Binh werden er tijdens de oorlog I96 verwoest, waaronder ook My Lal. Al die dorpen zijn nu weer opgebouwd. Meer dan 600.000 mensen waren tijdens de oorlog dakloos geraakt. Allen hebben nu weer een huis en al het land, dat tijdens de oor log jarenlang braak heeft gelegen, wordt weer bebouwd. Kort na de bevrijding hebben deskundigen van het leger alle bommen en mijnen uit het gebied rond My Lal verwijderd. Vervol gens keerden de dorpelingen terug uit de kampen. Het land was meer dan tien jaar niet bebouwd; al het vee was gestorven of gestolen, landbouwmachines waren niet voor handen en de watervoorziening liet veel te wensen over. De huizen lagen plat of waren zwaar beschadigd. De twintig rij ke boerenfamilies, die het meeste land in hinden hadden, werden onteigetfd (de meesten zijn nu weggetrokken) en de ove rige families aan wie ieder een halve hec tare land werd toegewezen, vormden ge zamenlijk „een wederzijds hulpteam". Het particulier eigendom bleef zo in stand, maar aan het „wederzijds hulpteam" lag het principe ten grondslag dat alle dorpe lingen elkaar moesten helpen bij het werk, ongeacht wie eigenaar was van het betref fende stukje land. Oude aanzien keert terug Langzaam maar zeker beginnen de ge huchten die tezamen Tinh Khe vormen, weer te lijken op de dorpjes van voor de oorlog. Achter de bomen en struiken die volgens eeuwenoude traditie dicht opeen geplant zijn, staan solide, stenen huizen. Een boer die net in zijn nieuwe huis ge trokken is, tekent vol trots in het zand uit hoe het huis is opgebouwd. Het land rond de gehuchten is bezaaid met kleine oven tjes om de benodigde stenen te bakken. Afgezien van de gewone huizen heeft Tinh Khe in de afgelopen vijf jaar ook een klein dorpsziekenhuis, drie klinieken, een grote school en een kantoor van de dorpsraad zien verrijzen. Verder is er een grote dam gebouwd om het zoute zeewater te weren. Alle vissers hebben een nieuwe boot ge kregen die is uitgerust met een motor. My Lai moet het nog steeds zonder trac tors en andere landbouwmachines stellen. Toch bedraagt de rijstopbrengst op dit moment twee ton per hectare, hetgeen al leszins redelijk is als men de gesteldheid van de bodem in aanmerking neemt. „Het ziet ernaar uit dat we dit jaar een buiten gewoon goede oogst van de velden ha len", aldus Tra Van Ba, de fors gebouwde, jonge ex-guerrilla die deel uit maakt van de dorpsraad. Net als de meeste dorpjes in de omgeving heeft My Lai zich ontwikkeld van een ge meenschap met een „wederzijdse hulp team" tot een coöperatie. Binnenkort zul len via herverdelingen de kleine stukjes land worden samengevoegd tot een groot geheel waarmee de laatste sporen van particulier eigendom afgezien van de huizen en de aangrenzende groententuln- tjes worden uitgewist. Niets wijst erop dat dit besluit door de dorpelingen wordt betreurd. Integendeel My Lai lijkt het nog nooit zo goed te hebben gehad. De armoede en de oorlog hebben de gezichten van deze Viet namese boeren getekend met lijnen die uitdrukking geven hun karakteristieke ei genschappen: behoedzaamheid, angst en een vastberadenheid te overleven hoe moeilijk het leven ook mag zijn. Voor het eerst maken de arme boeren kennis met luxe. Er is voldoende voedsel, er zijn ra dio's, televisies en fietsen en soms ziet men op de waakzame, vermoeide gezich ten een glimlach doorbreken. My Lai zou niet tot zulke prestaties kunnen komen zonder de hulp van de overheid en het leger. Het aantal schoolgaande kinde ren in My Lai bedraagt 1400, hetgeen min der is'dan in andere dorpen, maar dit is waarschijnlijk te wijten aan het gruwelijke bloedbad waarbij ook vele kinderen wer den vermoord. Toch zitten er nog 700 jon gens uit My Lal in het leger en een aan zienlijk aantal is weggetrokken om zijn bij drage te leveren aan ontwikkelingsprojec ten. Kolonisatieplan De provincie als geheel met twee miljoen mensen en een bebouwd gebied van slechts 190.000 hectare, voert een mas saal kolonisatieplan uit in het aangrenzen de heuvelgebied. Dit hoge plateau, thuis land van niet- Vietnamese stammen die gezamenlijk bekend staan onder de naam Montagnards, is het enige nog betrekkelijk lege gebied in Vietnam. Elk district van de provincie heeft een zusterdistrict in het heuvelgebied toegewezen gekregen om te bebouwen. Het gebied waar My Lai dee! van uit maakt, toont duidelijk aan waar de sterke en zwakke punten in de Vietnamese for mule zitten. De geruïneerde en beschadig de dorpen zijn tamelijk snel veranderd in coöperatieve gemeenschappen die in een speciale, bevoorrechte verhouding tot de regering staan. Dit is niet de Delta, waar vele boeren een goed leven genoten onder de door Amerika gesteunde economie. Wat de nieuwe regering te bieden heeft,'is niet noodzakelijkerwijs attractiever. Zelfs hier waren er mensen, zo vertrouwde een dorpsfunctionairis me toe, die „weigerden zich bij de coöperatie aan te sluiten en kwaad spraken van de partij". Maar voor de meesten heeft de vrede niet alleen een eind gemaakt aan het moorden en plunderen, maar ook een oplossing ge bracht voor de overbevolking die de plaat selijke economie tientallen jaren heeft on dermijnd. My Lai en de overige dorpjes in centraal Vietnam maken deel uit van een structuur die werkt en men kan het de be volking niet kwalijk nemen dat ze niet geïnteresseerd is in de oorzaken dat het systeem op grotere schaal onstabiel is. „Mijn coöperatie?", zei de oude vrouw die me over de massamoord had verteld. „Je maakt een grapje. Ik houd van mijn coöp eratie. Ze keek triomfantelijk naar de dorpsfunctionarissen die even triomfante lijk terugkeken. Op het stuk grasland bij de sloot waar haar zoon en zoveel anderen waren vermoord, oefende het plaatselijke voetbalteam voor de volgende wedstrijd. MARTIN WQOLLACOT/ THE GUARDIAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 17