Jan
Lammers:
loms mag
ik even
uiken aan
de auto-
rensport,
meer niet"
„Voor mij is
het
nog
steeds
meneer
Scheckter"
aley Thompson stelt kandidatuur voor tienkampgoud
ZATERDAG 31 MEI 1980 PAGINA
Tot dusver kan Jan Lammers nog niet bogen op een aansprekend resultaat. Als succes uitblijft stapt Hij zo weer uit de Formule l-bouae.
fei
ld.... In onze maatschappij kunnen we er
ter omheen. Totaal geen nieuws, want de
n van een jaar of zeven, acht weten al bijna
iders. In de kinderbox wordt het geluid vn
jlsnelle auto al nagebootst. Spelletjes als
irger je niet" en „zakdoekje leggen" hebben
loeten maken voor bouwpaketten van mi-
■acewagens, vliegtuigen of motoren. Fabri-
van kinderspeeltuig denken zich suf om
its nieuws op de markt te brengen, waarbij
ïisonderdeel meestal ge*ent is op iets dat
t, ratelt of erg snel gaat. Neem bijvoorbeeld
itronisch bestuurbare boten, vliegtuigen of
Of, om het nog iets simpeler te houden, de
en waarbij met een druk op de knop twee
mstertjes op een kunststofbaan rondrazen.
we eerlijk wezen, de elektrische trein staat
solder of in de hobby-ruimte van pa, die nog
»nig ontspannend uurtje beleeft wanneer het
voortsjokkende locomotiefje de spoorweg-
;s naar beneden doet gaan. Worden de kin
wat groter dan dromen ze jaren over een
ets, alsof dan de wereld voor ze open ligt. Is
imaal zover, dan komen de pubers al snel in
pstratieperiode, want een motor of een auto
wel iets anders dan de 49,9 cc-ties welke on-
buddyseat zijn weggemoffeld. En dan is het
aal zover. Het rose papiertje is gehaald, een
rdroom is werkelijkheid geworden. Men kan,
over Hermandad geen bestraffende vinger
1 Ifkt, over Neerlands wegen ijlen. Het liefst zou
sm9e vierwielers op Zandvoort willen uittesten
"neledoen aan een race. Een groot coureur- wor-
Pr'Aet alle glamour die daar aan vastkleeft. De
die» Nederlandse jongeren denken dan onwille-
let.' aan Jantje Lammers, die in hun ogen alles
presenteerblaadje kreeg aangeboden van
Tere meneer, die er nu eenmaal zin in had om
een topcoureur te maken. Ook al zijn de
njies van de blonde krullebol uit Zandvoort
jste tijd wat tegenvallend, hij blijft het voor-
dayan de hedendaagse jeugd. Enkele weken
i (Ijl bleek dat weer eens overduidelijk in Nij-
waar Lammers was uitgenodigd om de fans
te verwennen door stickers uit te de-
VS|. natuurlijk handtekeningen te zetten. Het
irm. Giechelende meisjes, die probeerden
n glimp van Jantje op te vangen; zich stoer
inde knulletjes die Jante met een vriende-
ihouderklop veel succes toewensten. Jantje
rs liet het allemaal gelaten over zich heen
ij begreep de reacties wel, maar realiseerde
jlijktijdig dat hij de enthousiaste jeugd eigen-
li beetje, een rad voor de ogen draaide, want
le jeugd, althans het overgrote deel ervan,
iet is totaal verkeerd. Natuurlijk is bij hem
jik van zijn jongensdroom wel in vervulling
I, maar wel anders dan de meesten denken,
.mij is het ook geen Jody Scheckter, maar
jr Scheckter", zegt Lammers, terwijl hii aan
Itersigaret zuigt. „Ik ben nog maar een broe-
.de autorensport. Ik mag er soms even aan
wQi. beslist niet meer dan dat. Daarbij ben ik
hankelijk van anderen, want zelf heb ik bij-
n rooie cent".
j/uitspraken sieren de bescheidenheid èn de
id van de Zandvoortse coureur. Het is geen
sde bescheidenheid, want gedurende het
^esprek laat hij merken dat hij een hekel
aan branieschoppers, grootpraters en aan
et paard getilde mensen, die denken het al
zo goed te kunnen. Hij komt er wel voor uit
helemaal gek is van de autoracerij, dat hij
vil geven om het hoogste te bereiken,
kampioen in de formule 1-klasse, maar
wijst hij steeds op het feit, dat. dit slechts
Reinigen is weggelegd en dat daarvoor een
el geluk om de hoek moet komen kijken. En
>k heel erg belangrijk is, goed materiaal,
1 kun je nog zo goed sturen, wanneer een te
nder over beter, dus sneller, materiaal be
is het vechten tegen de bierkaai en kun je
ir mee stoppen.
Jantje dan ook beslist van plan, wanneer het
hem niet lukt binnen een niet al te lang tijdsbestek
in een bolide plaats te nemen waarmee hij betere
kansen maakt op een goede klassering dan tot nu
toe het geval was. Lammers wil niet kost wat kost
rondjes blijven draaien met alle gevolgen, afgezien
van de gevaren, die daar aan vastzitten. Hij be
schikt over een goed stelletje hersenen, dat hem
binnen de baan van het redelijke houdt en hem
zegt dat er in de wereld nog iets meer te koop is
dan autocoureur zijn en een maatschappelijke car
rière op het spel zetten voor iets dat toch geen
haalbare kaart is. Jantje Lammers, die op 2 juni 24
jaar wordt, heeft in de afgelopen vijftien jaar
waarin hij rond de racecircuits, de pits en de strak
ke bolides zwierf al een heleboel gezien en geleerd.
Hij heeft vooral geleerd te relativeren, te wikken
en te wegen wat voor hem wel of niet haalbaar is.
„Toen ik negen jaar was kwam ik bij de anti-slip-
school van wijlen Rob Slotemaker terecht. Ik
mocht er de toiletten schoonmaken, de baan spui
ten, koffie rondbrengen en afwassen. In mijn vrije
tijd nam ik wel eens een autootje om mijn stuur
manskunst te tonen en dat heeft Rob Slotemaker
erg aangesproken. Van het een kwam het ander.
Rob zag op een gegeven ogenblik dat ik, zeker ge
zien mijn leeftijd, erg goed met het stuurknuppeltje
overweg kon en langzaam maar zeker kreeg hij er
plezier in om me steeds vaker achter het stuur te
poten. Op zestienjarige leeftijd reed ik mijn eerste
wedstrijd in de zogenaamde Ralley II klasse. Dat
was voor mij al een hele openbaring. Ik had er
enorm veel lol in om met een dergelijk relatief
klein autootje hoge snelheden te halen en vaak als
eerste de finishstreep te halen. Drie jaar achtereen
ben ik in die klasse uitgekomen, toen raakte ik er
op uitgekeken. Ik wilde wat anders, iets beters en
zwaardere. Ook wilde ik me internationaal al een
beetje in de kijker rijden.
Overstappen naar een ander automerk was de enig
aangewezen weg en ik ging bij Rob weg om me he
lemaal op de racerij te concentreren, waarbij ik
echter wel moet aantekenen dat Rob mijn verrich
Jan Lammers heeft dan weliswaar zijn entree aomaakt in het exclusieve autosportwereldje,
daarmee is hij nog lang niet volledig geaccepteerd.
tingen nauwlettend bleef volgen, want hij was een
soort tweede vader voor me. In die zwaardere
klasse heb ik het een keer gebracht tot een derde
plaats, waarna ik in 1977 overstapte naar de for
mule III klasse. Eerst moest ik het stellen met een
lor van een auto. Ik vroeg me af waar ik eigenlijk
mee bezig was, totdat ik over een betere vierwieler
kon beschikken en in 1978 Europees kampioen
werd.
Dat was voor mij eigenlijk de aanleiding om door
te gaan, mede omdat ik in de jaren voor de Euro
pese titel volgens mezelf veel ervaring had opge
daan. Omdat er in die dagen nogal wat publiciteit
rondom mijn persoontje kwam achtte ik het zelfs
niet nodig om eerst eens te zien wat er zoal in het
formule Il-gebeuren te genieten en te leren viel,
maar probeerde ik ineens de stap te maken van de
formule III naar de formule I. Dat lukte wonder
wel. Ik kwam in contact mfet Shadow, waar ik een
jaar ervaring mocht opdoen, maar toen moesten er
centjes op tafel komen, wilde ik in de cockpit ko
men voor de echte wedstrijden om het wereldkam
pioenschap. Die centjes had ik niet, zelfs geen
sponsor. Na veel heen en weer gepraat kwam het
er uiteindelijk op neer dat ik zelf twee ton op tafel
moest leggen. Twee ton, alsof je een emmer leeg-
gooit. En ik had helemaal niets. Ik zag het hele
maal niet meer zitten, maar ook toen zorgde Rob
Slotemaker voor een oplossing. Ik kon de twee
honderdduizend gulden lenen bij een bank en Rob
stond borg voor mij, met zijn woning als onder
pand. Dit zal ik nooit vergeten, wat er ook met mij
gebeurt".
Moeilijk
Even wordt het stil. Jantje heeft het er duidelijk
moeilijk mee wanneer de naam Rob Slotemaker
valt. „Wat die man voor mij heeft betekend", mij
mert hij. „Hij was meer dan een tweede vader. Hij
beschouwde me niet alleen als zijn eigen zoon,
neen, hij was zelfs bereid z'n hele hebben en hou
den voor me op het spel te zetten. Welke vader zou
dit doen. Natuurlijk, elke vader zal zijn bloedeigen
zoon helpen als het maar eventjes kan, maar wat
Rob deed, dat was toch iets andere. Ik weet het
niet precies. Hij wilde iets van me maken. Hij
stond vierkant achter mij.
Natuurlijk lag er toen een zware taak op mijn
schouders, want ik wilde niet afgaan, al was het al
leen maar voor Rob. Ik ging bijna af, totdat we een
sponsor vonden. Een zekere meneer Voogd zag er
wel brood in. Ik had toen een tweede vader èn een
voogd. Toch ging het daarna allemaal nog niet
naar wens, mede omdat ik moest optornen tegen
Elio de Angelis, die voor hetzelfde merk reed. Mijn
missie mislukte en weer kwam ik in twijfels. Ge
lukkig werd ons de twee ton schuld kwijtgeschol
den, maar ik stond als het ware weer op straat Als
een donderslag bij heldere hemel kwam ATS plot
seling op de proppen. Ik had blijkbaar toch iets ge
presteerd in nun ogen, maar weer vormden de gel
delijke problemen een zware hindernis. Ik kon
geen sponsor meer vinden, maar had inmiddels
zelf al wel een paar centjes gespaard. En dan te be
denken dat ik nu nog maar een. mager voordelig
saldo op de bank heb staan, echt geen ton hoor. We
kwamen tot een vergelijk. Net als bij de vorige
stalbaas kreeg ik nu ook weer tegenslag na tegen
slag te verwerken. In Argentinië kon ik bijvoor
beeld van de vijf uur trainingstijd maar één uur
echt trainen omdat er steeds weer iets aan de auto
haperde. In wezen was ik er niets mee opgescho
ten, alhoewel het in Brazilië iets beter ging, maar
ik kon nog geen startplaats bereiken. Günther
Schmidt, de man die het bij ATS voor het zeggen
heeft, had wel begrip voor mijn situatie, maar hij
kon me geen goede auto geven omdat naast de auto
van mijn ploeggenoot Marc Surer er domweg geen
geld was voor een nieuwe bolide.
Zuid-Afrika
De Grote Prijs van Zuid-Afrika stond voor de
deur. Ik zou daar niet rijden, maar ben er wel naar
toe gegaan om in elk géval contact te houden met
het autoracegebeuren. Het feit dat ik toch gegaan
ben is misschien wel mijn geluk geweest, want
Mare raakte tijdens de training van de baan en liep
vrij ernstig letsel op. Schmidt vroeg toen aan mij of
ik de plaats van Mare wilde innemen, maar niet in
de nieuwe wagen, maar in mijn oude kar. De wa
gen van Marc lag immers aan diggelen. Ik heb
toen toch ja gezegd. Tijdens de training reed ik met
de oude auto zelfs sneller dan Marc met de nieuwe.
Verder kreeg ik echter geen poot aan de grond.
Het feit, dat ik toch een knappe trainingstijd had
neergezet, heeft toch wel indruk gemaakt op de
ATS-heren, want op 30 maart jongsüeden mocht ik
in een nieuwe machine deelnemen aan de race in
Long Beach. Ik kende het circuit van Long Beach
bijzonder goed en misschien daardoor veroverde ik
een vierde startpositie. Mijn beste prestatie, zonder
meer. In de race zelf kon ik me verre van waar
maken omdat in de eerste ronde de aandrijfas brak
en dan helpt er geen lieve moeder meer aan.
Het zal duidelijk zijn dat Jantje Lammers de moed
nog niet heeft opgegeven. Hij geeft toe dat het voor
een jonge coureur moeilijk is om zich te handha
ven, al is het alleen al vanwege de financiële zijde
welke telkens om de hoek komt kijken. Daarnaast
zegt hij: „Je kunt niet altüd winnen, maar je kunt
ook niet altijd verliezen. De aanhouder wint wan
neer deze over voldoende rijcapaciteiten beschikt
en in een grote geldbuidel kan tasten om tenslotte
op de allerhoogste trede te belanden.
Wimbledon
Uiteraard komen de gevaren, welke aan de autora
cerij zijn verbonden, ook om de hoek kijken. Lam
mere kan het leuk verwoorden: „Wanneer ik, zoals
in Long Beach, op een vierde startplaats sta dan
gaat er in mijn hoofd denk ik niet meer om dan in
het hoofd van bijvoorbeeld Björn Borg wanneer hij
begint aan de finale op Wimbledon. Een beter
voorbeeld is misschien nog wel de karatesport en
dan vooral het onderdeel waarbij planken en bak
stenen doormidden worden geslagen. Een karateka
concentreert zich een aantal seconden helemaal op
die steen en slaat op het juiste moment toe. Wan
neer zo iemand in plaats van zich te concentreren
op die steen of plank, zich zou gaan afvragen of hij
er geen pijnlijk handje aan over zou kunnen hou
den, dan kan hij er beter niet aan beginnen want
dan gaat het gegarandeerd mis. Bij ons is het niet
andere. We concentreren ons op hetgeen staat te
gebeuren en wanneer het startsein is gegeven is
het plankgas en het koppie erbij houden".
Denkt Jan Lammere, wanneer hij op het circuit in
Zandvoort rondraast en langs de plek vliegt waar
zijn tweede vader en boezemvriend Rob Slotema
ker zo'n tragische dood vond, precies zo?
„Ja, natuurlijk, denk ik vaak aan dat verschrikke
lijke moment terug, maar ik weet wat Rob Slote
maker van me wilde. Hij wilde van mij een top
coureur maken en hoe harder, hoe beter het met
me ging, des te mooier vond hij het. Op die on-
heilsplek geef ik soms nog wel eens een extra dotje
gas, want zo zag Rob mij het liefst. Anders gezegd,
hoe beter mijn resultaten zijn, hoe vaker ik aan
Rob terug denk!! En wanneer na afloop van dit sei
zoen mocht blijken dat de droom van Jan Lam
mere nooit zal uitkomen? „Wanneer het in de for
mule I klasse sukkelen blijft dan stop ik er defini
tief mee. Ik ga me dan richten op de autoralley's
en daarnaast heb ik natuurlijk nog de zorg voor
het levenswerk van Rob Slotemaker, de anti-slip-
school. Het werk van Rob kan en mag niet zomaar
verdwijnen. Ik zal in elk geval miin uiterste best
doen de school van Rob in stand te houden, zo niet
uit te breiden. Die verplichting heb ik op me geno
men en dat is ook het enige wat ik voor Rob terug
kan doen. Ik voel het als een morele plicht, want
zoals Rob was... Zo zijn er meer heel weinig alt
hans wat mijn persoontje betreft".
Herman Hulshof
HAAG De verwikkelingen rond de
|>ische Spelen dit jaar hebben geen in-
I gehad op het verlangen van de atleten
loor Moskou op duidelijke wijze te mani-
|n. In een tijdsbestek van een paar weken
|n liefst tien wereldrecords in de atletiek
[erd. Twee zelfs twee maal (kogelstoten
en hoogspringen heren). Van die acht
s spreekt de prestatie van Daley Thomp-
fet meest tot de verbeelding. De 21-jarige
fee tienkamper verbeterde onlangs in het
prijkse Goetzis het wereldrecord van de
jpische kampioen van Montreal, Bruce
Ir (vst), met vier punten en bracht het op
[unten. Thompson werd daarmee de nieu-
[oning der atleten".
J Thompson werd op 30 juli 1958 in de
fnse wijk Nottinghill geboren als zoon van
■Jigeriaanse vader en een Schotse moeder,
sgon op veertienjarige leeftijd met de be
oefening van de atletiek. Aanvankelijk bepaal
de hij zich tot de 100, 400 m, hoog- en versprin
gen. In 1975 kwam hij voor de eerse maal uit in
een tienkamp, die Thompson afsloot met een
totaal van 6685 punten. Het jaar daarop werd
hij gekozen voor de Olympische Spelen in
Montreal. Thomspon eindigde als achttiende
met 7486 punten in zijn zesde tienkamp. „Ik
voelde mij als een kleine jonen in Disneyland
met al die kampioenen om mij heen", verklaar
de hij na terugkeer in Engeland.
Bekomen van zijn verbazing verbeterde hij en
kele weken later in Talence (Fra) het wereldre
cord tienkamp voor junioren en bracht dat op
7905 punten. Bij de Europese kampioenschap
pen voor junioren, die in 1977 in Donetzk (Rus)
werden gehouden, veroverde hij het kampioen
schap met een record. In dat jaar stelde hij het
wereldrecord voor iunioren zelfs driemaal
scherper en bracht het uiteindelijk op 8190
punten.
In 1978 zette de ontwikkeling van de uitste
kend gebouwde atleet (1,86 m en 82 kilogram)
zich voorspoedig voort. Bij de spelen van het
Britse Gemenebest in Edmonton werd hij kam
pioen met 8467 punten. Die prestatie kon niet
als Europees record worden erkend omdat
Thompson bij het verspringen (8,11 m) de steun
ondervond van een rugwind van 6,2 meter per
seconde. Dat was 2,2 meter meer dan reglemen
tair is toegestaan bij een meerkamp-wedstrijd.
Enkele weken later bij de Europese titelstrijd in
Praag, waar Thompson als één van de grote fa
vorieten startte, moest de Brit buigen voor de
Rus Alexander Grebenjoek. Na de eerste dag
leidde Thompson weliswaar met 4459 punten
tegen 4171 putnen voor Grebenjoek maar een
mislukte 110 meter horden race en matig pols
stokhoogspringen wierpen hem uiteindelijk te
rug: 8340-8289 punten.
Overigens had Thompson het wereldrecord, dat
hij in Goetzis verbeterde, vorig jaar juli al in
zijn bezit kunnen hebben. Bij wedstrijden in
het Westduitse Flein sloot hij de eerste dag af
met 4507 punten (een record), maar in het
tweede gedeelte van de wedstrijd was hij ern
stig gehandicapt omdat zijn polsstok tijdens de
reis was zoek geraakt en Thompson met een
vreemde stok moest springen. Hij kwam niet
hoger dan 4,30 m en gaf daarna teleurgesteld de
strijd op. Een ernstige blessure wierp hem ver
volgens tot het einde van het seizoen terug.
te maken. Een Engelse firma heeft hem gea
dopteerd en daardoor kan hij alle tijd besteden
aan de training. De reusltaten waren onlangs te
zien. Voor Moskous is Daley Thompson na zijn
prestaties in Goetzis één van de grote favorie
ten voor het goud
Daley
Thompson is
de nieuwe
vedette van
de Britse ot-
letiek, die
tijdens de
Spelen van
Moskou de
grote favo
riet is op de
tienkamp.