Geertsema niet van plan „zijn mond te houden" Uusies ondermijnen mtspanning tussen Oost en West -NNENLAND steBinnenhofb Politiek Partij Parlernent LEIDSE COURANT ZATERDAG 24 MEI 1980 ATI'S (1) week was het eens zover. Het ■ammaboekje van weede Kamer ver- de zoveelste trijd tussen ener- de regering en de 'fyes van CDA en en anderzijds de aanj//sf Marcel van Inzet was, zoals Utignners nu natuur- al weten, de wo uw of beter het bouwen van wo- want het gaat REt lecht op de huizen- ht. :t. Aangezien dat 0 61 \e niet bepaald een iIiment is voor het 47 ende duo, minister \erts van Blokland en staatssecretaris Brokx, op hun departe ment ook wel de „twee heertjes" genoemd, za gen de tribunes vol ver wachting uit naar het bloed-aan-de-paal, dat (temeer waar het zulke verbitterde tegenstan ders betrof) toch zeker niet zou uitblijven. Dat viel echter nogal tegen, of mee (afhanke lijk van de graad van bloeddorst). Wellicht wijzer geworden door ervaringen in het verle den, had Van Dam ge kozen voor het gebruik van subtiele schuiver- tjes in plaats van knal lende schoten, die lang niet door iedereen in het land gewaardeerd worden. Zo begon hij zijn betoog met te ver wijzen naar het regeer akkoord tussen CDA en VVD, waarbij afgespro ken was dat het eigen - woningbezit zoveel mo gelijk gestimuleerd zou worden. Nu juist die markt volledig ingestort is, kon Van Dam op merken dat het ak koord niet eens de be naming „flatus (Latijn voor scheet) in een ne tje" verdiende, zoals mr. Jaap Burger, één van de „grand old men" van de PvdA, ooit had opge merkt. Nee, Van Dam sprak liever van een „boer in de Bistro", daarbij verwijzend naar het feit, dat het ak koord tussen Wiegel en Van Agt indertijd tot stand is gekomen in het culinaire etablissement „Le Bistroquet", bij wijn en kaarslicht, zoals Van Agt eens onthulde. FLATUS (2) hij handig gebruil maakte van een uiterst pijnlijke actuele gebeur tenis voor een aantal ARP'ers uit de CDA- fractie. „Meneer de voorzitter, het antwoord van de regering stond ongeveer op hetzelfde niveau als de plaats van de heer Scholten op de kan dida ten lijst Op een zeker moment werden de spitsvondig heden van Marcel, die op zulke momenten ook nog zijn zo langzamer hand massieve buik uit dagend vooruitsteekt, de VVD'er Pol de Beer teveel. „Daar kom ik straks op terug, meneer de voorzitter. De heer Van Dam speelt in op een ernstige denkfout". Dat leidde toen tot de volgende dialoog: Van Dam: „Als de heer De Beer mij duidelijk zou kunnen maken dat ik een denkfout maak, dan moet zijn denkver mogen de laatste tijd behoorlijk zijn!" De Beer: „Ik zal erop terugkomen. Ik denk dat het inzicht van de heer Van Dam mis schien zal groeien Van Dam: „Ja, laten wij dat hopen Brokx: „Dat is hard no dig!!" Van Dam: „Ik hoor wie dat zegt". Besluiten wij dit oogge- tuigeverslag met een optreden van de SGP'er Van Rossum, die ook al lerminst tevreden was over de manier, waarop BB B hun doel verde digen, maar die dat lie ver over de band speel de. „Ik begin met de wijze Prediker (10:11), die als koning (Salomo) van een machtig rijk, waarin de bouwnnijver- heid bloeide, ons onder wijst: „Indien de slang gebeten heeft eer de be zwering is geschied, dan is daar geen nut in de allerwelsprekendste be zweerder". Waarmee hij maar wilde zeggen dat het weinig zin heeft de put te dempen als het kalf eenmaal ver dronken is. BOK Dinsdagmiddag kwam het Drentse CDA- Tweede Kamerlid Ben Hermsen enkele uren later dan gewoonlijk in Den Haag aan. Hij was met de trein, wat niet zijn gewoonte is. Op merkelijk was ook, dat zijn handen enkele klei ne verwondingen ver toonden. Zoiets roept natuurlijk vraagtekens op. „Wat is er gebeurd, Ben?", vroegen zijn col lega 's belangstellend. „Ik heb een bok gescho ten verklaarde de aangesprokene. „Nou ja, geschoten is het juiste woord niet. Ik heb een bok aangereden. Een reebok". Zulke opmerkingen schreeuwen natuurlijk om nadere tekst en uit leg. En die gaf Ben. In kleurrijke bewoordin gen vertelde hij zijn verhaal. Wij geven het relaas hier weer, zoals hij het twee dagen na het ongeluk persoonlijk aan ons toevertrouwde. „Het was ongeveer zes uur in de morgen. Prachtig weer. Ik zat zingend in de auto. Maar ik was nog maar net Emmen uit of er schoot een reebok de weg over: Bam! Kei hard tegen de motorkap van m'n wagen. Het arme beest was op slag dood. En m 'n hele voor ruit lag aan diggelen, maar gelukkig hield ik daar zelf alleen maar wat schrammen en snij- wondjes aan over. Tja. wat doe je dan, hè? Toen ik van de schrik bekomen was, heb ik het beestje met de auto naar de politie gebracht, ben vervolgens naar huis gereden en heb de trein gepakt. Maar die reebok ligt inmiddels wel bij ons thuis in de diepvries. Jazeker, dat heb ik via de politie ge regeld. Dus binnenkort staat er in huize Her msen reerug op het menu. Ja, zo gaat dat. Ach, dat mag ook wel, als verzachting voor de schade aan m 'n auto. Zestienhonderd gulden, da's toch niet niks". RIK IN 'T HOUT DICK VAN RIET SCHOTEN HAAG Toen de Sov- nie na de Cuba-crisis in onder Kroetsjev de poli- P van vreedzame coëxisten- begon te propageren ge- rde dat volgens vele com- itatoren vooral met de in achterhoofd spelende mo- en dat die ontspanning voordelen op het techno- ich vlak zou opleveren, de handelscontacten die door mogelijk werden ien uiteindelijk voordelig voor de Sovjet-Unie. het westen betekenden tensievere contacten met md dat de druk op de lan- die rechtstreeks met de it-dreiging te maken had- verminderde. Ook voor landen werden nieuwe rkten geopend.. Zeker voor t-Duitsland had deze nieu- iriëntatie in de politiek Irete gevolgen. Het ver- Ir tussen de Duitsers ter lin en ter rechterzijde van .ijzeren gordijn" werd er kkelijker op. Ook de be lingen tussen West-Duits- :n de andere landen van •ostblok werd er weer .zins door hersteld. Wat West-Duitsland ging indere mate ook op voor ere Westeuropese landen. jlontspanning die de Sovjet- propageerde hield echter1 in dat zij als supermacht >rs in de wereld afzag van mogelijkheid invloed te werven. In haar eigen Eu- I ese invloedssfeer greep zij I laaldelijk in (Polen 1955, ij garije 1956, Tsjechoslowa- 1968), en elders breidde zij invloed uit in die landen eenmaal vrij van de oude Ierse koloniale machten, i oriënteerden op het f xisme als bevrijdingsideo- Voorbeelden hiervoor te Cuba, Ethiopië. Angola, tambique en Zuid-Jemen den zich, al naargelang eigen hulpbronnen, in ?r of mindere mate aan het imunistische blok. tns overschreden Nu er een gedeeltelijke westerse boycot van de Olympische Spe len in Moskou voor de deur staat en deze hoe dan ook een verder gaande verslechtering inhoudt van de oost-westverhouding, reali seert men zich in West-Europa allerwegen dat de politiek van ont spanning uit de jaren zestig en zeventig als reactie op de koude oorlogspolitiek in het decennium daarvoor weinig resultaten heeft opgeleverd. De vraag waaróm dit zo is, ligt voor de hand, maar ook is de vraag gewettigd of het tussen oost en west anders had kunnen verlopen. met harde hand hoewel het eind overigens nog hoogst on zeker lijkt door de Sovjet- Unie werd afgedwongen, rea geerden de Amerikanen op ui terst geprikkelde wijze. Er werd hier een grens over schreden. Toch leken de Ame rikaanse reacties op Afghanis tan veelzeggender te zijn voor de buitenlandse politiek van Amerika dan dat zij licht wier pen op het gedrag van de Sov jet-Unie, die met haar „bij stand" aan Afghanistan min of meer de lijn bevestigde van haar politiek na 1945. Er zit dan ook iets in wanneer de Russen de Amerikanen, en in het bijzonder de Amerikaanse president Carter, van wispel turigheid beschuldigen. Afgha nistan is een land dat ver ver wijderd is van de Amerikaan se invloedssfeer. De macht stoename van Moskou in dat land werd als terreinverlies gezien in dat deel van de we reld. En dat na het Vietnam- avontuur, de tegenslagen in Afrika, en het verlies van Iran. Afghanistan was de druppel die de emmer van het Amerikaanse incasseringsver mogen deed overlopen. De fel le Amerikaanse reacties weer spiegelen de onzekerheid en het prestigeverlies van het huidige Amerika. Als er iets is wat de Russen verkeerd getaxeerd hebben, dan zijn het die Amerikaanse reacties en de weerklank die deze in West-Europa hebben gekregen. Volgens een vroege re agent van de Russische ge heime dienst die deze week in de Times de gevoelens van zijn vroegere collega's onder woor den bracht, was de inval in Afghanistan een „bewijs van de verachting van de Sovjet leiding voor de Amerikaanse president en de wereldopinie." Hij meende dat het Politburo de westerse reactie wilde tes ten om te zien hoever ze kon den gaan, voordat het Westen krachtig zou antwoorden. Strijd De directeur van het Genoot schap Internationale Zaken, mr. J.L. Heldring, wees er tij dens een studiebijeenkomst van de Stichting Civis Mundi over de Oost-Westverhoudin gen onlangs terecht op dat de Sovjet-Unie de strijd, vanaf het moment dat zij haar leer van het vreedzaam naast el kaar bestaan begon te verkon digen, nimmer heeft willen opgeven. Met andere woorden, die vreedzame coëxistentie is, een middel die het uiteindelijk doel, een communistische su perioriteit, slechts moet die nen, maar als middel nimmer zal mogen overheersen. Iets soortgelijks kan natuurlijk gezegd worden van het Wes ten dat zijn eigen ideologie ook altijd heeft willen verbreiden. In zekere zin weerspiegelt echter de (h)erkenning van de eigen ideologie een sterk toe genomen tolerantie en relati veert zij het eigen traditioneel- democratische standpunt. Zij maakt deel uit van een toege nomen verscheidenheid van Verstoring denken die, gegroeid op de brede rug van een op de vrije markteconomie gebaseerde welvaartsmaatschappij, de uit gangspunten van deze maat schappij zelf ter discussie stelt en daardoor uiteindelijk de Sovjet-Russische tegenstander in de kaart kan spelen. Ook al worden de Russische stand punten door degenen die deze vrijere opvattingen verkondi gen zeker niet gedeeld, zij ko men evenmin ten goede aan kringen van andersdenkenden binnen de Sovjet-Unie zelf. Gelet op het eerder genoemde Russische doel is het vanzelf sprekend dat de eis van het westen dat de mensenrechten in de Sovjet-Unie worden toe gepast niet zomaar te verwe zenlijken zal zijn. In de com munistische leer maar ook daar waar de verwezenlijking ervan niet direct met louter machtsbehoud zoals in de Sovjet-Unie te maken heeft, zijn de sociale rechten (het recht op arbeid, kosteloze ge zondheidszorg enz.) van veel groter belang dan individuele vrijheden. In West-Europa daarentegen worden die bur gerlijke vrijheden beschouwd als het fundament voor de op bouw van een vrije maat schappij. Volgens het PvdA- Tweede Kamerlid Harry van den Bergh zijn ze zelfs het fundament en het beginsel voor alle andere rechten die een staat voor zijn burgers wil realiseren. De eerste rechten zijn er voor de eenling, daaruit groeien de rechten die gelden voor de gemeenschap. Toepassing van de westerse mensenrechtenpolitiek zou een ernstige verstoring inhou den van de binnenlandse machtsverhoudingen en heeft President Carter...tegenstrij- dige politiek. geen schijn van kans, omdat daarmee de stabiliteit van het regime wordt aangetast. Hoog uit kan het bewind zich van zijn tegenstanders ontdoen door ze in kampen op te ber gen (Sjaranski) of ze uit het land te verbannen (Soltzje- nitsyn). Dat ontslaat het Wes ten uiteraard niet van het recht om op de toepassing van de in het westen vorm gege ven vrijheden aan te dringen, maar een vreedzame verande ring van opvatting ligt op grond van de recente geschie denis bepaald niet in het voor uitzicht. Tegelijkertijd houdt die som bere constatering echter ook in dat er geen alternatief voor de beklemtoning van die men senrechten bestaat. Het andere al geopperde alter natief is een herleving van de koude oorlog, maar zij is des te riskanter nu het wapenarse naal in beide machtsblokken sinds de jaren vijftig zovele malen omvangrijker en ge vaarlijker is geworden. Ont spanning blijft dus geboden, zoals ook het merendeel van de Westeuropese staten, met West-Duitsland en Frankrijk voorop, bepleit, maar het zou wel moeten gebeuren met een meer realistische kijk op de Russische buur. Uit de toet singsconferentie die komend jaar in Madrid zal worden ge houden over de Akkoorden van Helsinki zal moeten blij ken hoeveel illusies het Wes ten tegenover de Sovjet-Unie nog heeft. PAUL VAN VELTHOVEN DEN HAAG/ARNHEM Gelders Commissa ris der Koningin, mr. Geertsema heeft het ver bruid bij de Haagse advocaat mr. Van Heijnin- gen. Zelfs zo erg, dat Van Heijningen de Raad van State gevraagd heeft de regering te verzoe ken om Geertsema de mond te snoeren. De commissaris zou dan moeten ophouden met te vertellen, dat er rellen dreigen als de gehandi capte Zuidafrikaanse sportlieden naar Arnhem komen, als daar de Paralympics worden gehou den. (Van 21 juni tot 5 juli). Van Geertsema mogen ze wel als deelnemers komen, maar lie ver niet als toeschouwers. Waarom niet, legt hij vandaag uit. Hij zinspeelt daarbij op mogelijke bomaanslagen zoals die eerder in Arnhem ge pleegd zijn op enkele autoriteiten. Zo werd het burgemeestersechtpaar Roeien in iuni 1978 bij na het slachtoffer van een brandbom, gewor pen uit naam van de groep Voortgezette Strijd (tegen het kapitalisme). Waar bent u precies bang voor meneer Geertse ma? „Nou, ik heb begrepen dat de Zuid-Afrikanen toch naar Nederland komen. Niet als deelne mers, want die mogelijkheid is zoals u weet he laas door de Nederlandse regering uitgesloten, maar als bezoekers. En waar ik angst voor heb, is voor verstoring van de openbare orde". Niet op losse gronden, neem ik aan? „Nee, zeker niet. Ik heb daar voldoende aan wijzingen voor. Welke aanwijzingen ga ik u niet vertellen. Dat lijkt me niet verstandig. Laat ik u dit zeggen, dat er niet zo gek veel ste den zijn, waar een moordaanslag gepleegd wordt op een burgemeester en een hoofdoffi cier van justitie. Die gevallen hebben we hier meegemaakt. In Arnhem kan men vrij agres sief zijn. We weten niet wie dat waren, maar er lopen hier mensen rond die niet voor een aan slag terugdeinzen. En we weten ook dat de Zuid-Afrikanen niet welkom zijn bij bepaalde mensen." Zo te horen hebt u niet veel meer dan vermoe den. „Ik heb aanwijzingen, maar nogmaals, ik kan niet zeggen welke. U moet begrijpen, ik voer geen kruistocht. Ik heb gemeend mijn bezorgd heid kenbaar te moeten maken. Dat heb ik in februari gedaan, in een persoonlijke en ver trouwelijke brief aan Sir Ludwig Guttmann, die toen nog voorzitter was van de ISOP en ISMGF, twee internationale organisaties van gehandicapte sportmensen. Ik heb het aan hen overgelaten eventueel iets te ondernemen. Wat dat betreft heb ik geen suggestie gedaan. Me neer Guttmann is enkele weken later overle den, maar een paar dagen voor zijn dood ont ving ik een brief van hem waarin hij adviseer de contact op te nemen met meneer Baris, de voorzitter van de Zuidafrikaanse bond van ge handicapte sporters. Dat is gebeurd, maar ik heb van meneer Baris nooit iets gehoord. In middels heb ik uit goede bronnen vernomen, dat de Zuid-Afrikanen komen. En dat betreur ik." Dat klinkt gek, want u had ze wel graag als deelnemers aan de Paralympics begroet. „Inderdaad, ik betreur het dat de Zuidafrikaan se gehandicapten niet kunnen meesporten. Want hun bond is een van de weinige sport bonden in dat land waarin blank en zwart vol strekt geïntegreerd zijn. De bond speelt daar een voortrekkersrol. Naar mijn mening had men die gelukkige ontwikkeling moeten nono- reren en Zuid-Afrika bij het gebeuren in Arn hem moeten betrekken. Maar u weet toch ook dat de Zuidafrikaanse In validen Sportbond een volledig blanke organi satie is, althans volgens de voorzitter van de anti-apartheidscommissie van de Verenigde Naties. De toelating van zwarten schijnt alleen maar een propaganda-truc te zijn. „Ik heb heel andere inlichtingen van mensen uit het land zelf en die wijzen op het tegen deel." Ook deelnemers kunnen door een bomaanslag getroffen worden. „Uiteraard. Maar toch is er een groot verschil. Ik vind dat je belangenafweging heel anders wordt als deze mensen op de tribune plaatsne men. Als voorbeeld noem ik de ongeregeldhe den bij de inhuldiging in Amsterdam. Een win kelier die zich daartussen naar zijn eigen win kel begeeft doet dat om zijn belangen te be schermen. Dat is volstrekt iets anders dan de mensen die als toeschouwer bij rellen gaan. Zij hebben er in feite niets te zoeken en in dat ge val ben ik bang dat de aanwezigheid van de Zuid-Afrikanen als toeschouwer ongeregeldhe den zal uitlokken. En daartegen heb ik willen waarschuwen. Meer niet". Volgens meneer Van Heijningen, de Haagse ad vocaat van de Zuidafrikaanse Invaliden Sport bond, had u beter uw mond kunnen houden. Volgens hem jaagt u de mensen schrik aan. „Ik zal me door meneer Van Heijningen het zwijgen niet laten opleggen. Ik meen het recht te hebben er op te wijzen dat er onrust dreigt als die mensen tóch naar ons land komen." et terugzetten van enkele als kritisch bekend Inde ARP'ers op de kandidatenlijst voor de tede Kamer heeft de Antirevolutionaire partij afgelopen week haar ware aard getoond. Het voor de politieke duidelijkheid goed dat dat eurde. Ondanks alle mythes, waarmee het -i P-volk vaak wordt omgeven, blijkt nu weer s overduidelijk dat de partij voor het grootste - 1 bestaat uit politieke middenfiguren, die de tot- idkoming van het CDA van harte toejuichen, 1 n kwaad woord willen horen van Van Agt en kabinet en die wars zijn van geluiden waarin maar enigszins een linkse klank valt te be uren. het CDA-trio van KVP, ARP en CHU heeft de P altijd een wat aparte plaats ingenomen. De annenbroeders", zoals de antirevolutionairen in wandeling vaak worden genoemd, hadden en 'ben (toch nog steeds) de naam, altijd net iets hcipiëler, bijbelgetrouwer en progressiever te i dan hun politieke verwanten van katholieke christelijk-historische snit loof genen die in deze termen over de ARP'ers spra- l> bedoelden echter bewust of onbewust altijd ;hts een klein deel van het antirevolutionaire k: het partijkader en de meerderheid van de 'P-kamerleden. Al sinds jaar en dag lijkt het een volk klinkt vrijwel nooit openlijke kritiek op de handel en wandel van ARP- kamerleden en be windslieden. Dat is echter niet zo verwonderlijk. De gemiddelde ARP'er is namelijk van oudsher niet alleen bijzonder gezagsgetrouw, maar ook der mate democratisch ingesteld, dat men een eenmaal gekozen vertegenwoordiger niet eerder zal afval len dan wanneer zijn herverkiezing aan de orde komt. Duikeling doen en denken van het ARP-kader en dat de ARP-achterban. De stelling, dat het over- i deel van de achterban veel meer geneigd is De Koning •behoudzucht dan de top wordt ook zonder meer "r elke rechtgeaarde antirevolutionair onder- Teven. tor buitenstaanders wordt aan dit gegeven echter tor al te vaak voorbij gezien. Een begrijpelijke Ming, want uit het antirevolutionaire kiezers- Toen de door het partijbestuur opgestelde advies- lijst met kandidaten voor de nieuw te kiezen Tweede Kamer beoordeeld moest worden, was voor de ARP-kiesverenigingen het uur van de waarheid weer aangebroken. En zo kon het gebeu ren, dat partijvoorzitter Hans de Boer, die als eer ste op de advieslijst was geplaatst, door een niet onaanzienlijk deel van de kiesverenigingen naar een lagere plaats op de lijst werd verwezen. Een flink aantal kiesverenigingen zette hem op een on-* verkiesbare plaats en sommige plaatselijke afdelin gen lieten De Boer zelfs helemaal van de lijst ver dwijnen. Het feit dat 45 procent van de 550 kiesve renigingen die aan de beoordeling van de advies- lijst deelnamen, Hans de Boer op de eerste plaats liet staan is op zich vermeldenswaard, evenals het feit dat 250 kiesverenigingen niet eens op de ad vieslijst reageerden. Dit nam echter niet w^g, dat De Boer op de uiteindelijke lijst kelderde naar de vierde plaats. Behalve Hans de Boer maakten ook diens collega- kamerleden Jan van Houwelingen en Jan Nico Scholten, alsmede „CDA-ideoloog" Boh Goud zwaard, die zich inmiddels als kandidaat heeft te- ruggetroken, een opmerkelijke duikeling naar la gere regionen op de lijst. Het is geen toeval dat het hier juist gaat om perso nen die zich in de afgelopen jaren duidelijk hebben geprofileerd als vooruitstrevende CDA'ers, die er geen geheim van maken het liefst weer te willen samenwerken met de PvdA. De kamerleden Fa- ber, Beinema en De Kwaadsteniet, die elk een plaatsje op de lijst omhoogkropen, staan weliswaar ook niet bepaald als conservatief te boek, maar zij vallen voor de ARP-achterban veel minder als kri tische CDA'ers in de schijnwerpers. Hetzelfde geldt eigenlijk voor minister Jan de Koning (Ont wikkelingssamenwerking), die als nummer 1 van de ARP-lijst uit de bus kwam. Hij heeft eveneens een niet mis te verstane voorkeur voor een coalitie van CDA en PvdA, maar hij is er de man niet naar om dat hard van de daken te roepen. De Koning is, veel meer dan De Boer, Van Houwelingen, Scnol- ten en Goudzwaard, het type van de bezadigde Antirevolutionair, een mannenbroeder onder de mannenbroeders, die bovendien door zijn voorma lige voorzitterschap van de ARP en zijn jarenlange kamerlidmaatschap bij de achterban een grote mate van vertrouwen neeft gekweekt. Rechts „Een ruk naar rechts", zo typeerde Maarten Scha kel, nestor van de ARP'ers in de Tweede Kamer, het eindresultaat van de inspraak der ARP-kiesve- renigingen. Het is een beetje ongenuanceerd ge zegd, maar in wezen heeft hij gelijk. Overduidelijk is gebleken dat een groot deel van de ARP-achter ban heel weinig moet hebben van naar links lon kende voorlieden, die niet nalaten het kabinetsbe leid bij voortduring aan kritiek te onderwerpen, die openlijk getuigen van hun afkeer van kernwa- pens, voorop willen lopen in de veroordeling van de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek en de tot standkoming van het CDA mokkend en met lede ogen tegemoet zien. Niet dat men afkerig is van elke kritische inbreng in de politiek, maar het moet ook weer niet te dol worden. „Er is duidelijk gekozen voor het kabinet-Van Agt", zei een teleurgestelde Hans de Boer deze week. Ook hij heeft gelijk. Het is de afgelopen ja ren wel duidelijk geworden, dat de gemiddelde ARP'er Van Agt op handen draagt. Tien jaar gele den zou het nog ondenkbaar zijn geweest dat een rooms-katholieke voorman door ons gereformeer de volksdeel zou worden bewonderd, vertroeteld en zelfs verafgood. Niet alleen de persoonlijkheid en het geestelijk taalgebruik van Van Agt hebben hieraan bijgedragen. Van Agt is voor vele duizen den Anti's ook de personificatie van het verzet te gen de PvdA. Want de afkeer van „rood" zit bij de doorsnee ARP'er diep ingebakken en de frustra ties, opgelopen door de overheersende rol van de PvdA tijdens het kabinet-Den Uyl zijn nog lang niet vergeten. Een ARP-kamerlid dat openlijk Van Agt of het kabinetsbeleid aanvalt of een politieke liefdesverklaring uitspreekt voor de PvdA kan dan ook op z'n minst rekenen Op een knarsetan dende achterban. Wat er verder nog kan gebeuren, is gebleken uit de wijzigingen op de kandidaten lijst. Wantrouwen De Boer, Van Houwelingen en Scholten voelen na tuurlijk drommels goed aan, dat hun val op de kandidatenlijst en derhalve ook op de CDA-lijst een motie van wantrouwen aan hun adres inhoudt. Zij trekken echter niet dezelfde conclusie als Bob Goudzwaard, die zich terugtrok als kamerkandi daat en in feite het CDA al de rug heeft toege keerd. De Boer geeft toe, dat hij er lang over heeft nagedacht of hij niet hetzelfde zou moeten doen. Hij besloot uiteindelijk de motie van wantrouwen naast zich neer te leggen en als ARP-voorzitter op dezelfde loyale wijze als hij tot nu toe steeds heeft gedaan, zijn partij naar de CD A-fusie op 11 oktober te leiden. Zowel De Boer als de andere „dissidenten" koeste ren, in tegenstelling tot Goudzwaard, nog steeds een sprankje hoop dat het CDA een frisse, levendi ge partij wordt, waarin werkelijk evangelische po litiek wordt bedreven en waarin ruimte is voor hun politieke opvattingen. Het is moeilijk dat te blijven hopen, als een deel van de kiezers al heeft duidelijk gemaakt dat er in de partij eigenlijk géén plaats behoort te zijn voor opvattingen zoals De Boer c.s. die hebben. Maar ook voor ARP-dissiden- ten en gelijkgestemde personen, zoals de leden van de kritische CDA-werkgroep „Niet bij Brood Al leen" geldt het spreekwoord, dat de kruik zolang te water gaat tot hij barst Het is alleen de vraag wanneer de barst zichtbaar wordt Weerslag Overigens zouden de verschuivingen op de kandi datenlijst zelfs nu al in de dagelijkse politieke praktijk hun weerslag kunnen krijgen. Nu de plaatsen op de lijst eenmaal vaststaan, zouden be paalde „dissidenten" wel eens de neiging kunnen krijgen hun eigen gang te gaan en zich niet te sto ren aan het fractiestandpunt. Iets dergelijks was afgelopen donderdag al merkbaar toen de ARP'ers Scholten, Van Houwelingen, Borgman en Beinema (De Boer was er niet) ervoor zorgden dat er een PvdA-motie werd aangenomen, waarin een voor zichtige aanpak van in kerken vertoevende illega le gastarbeiders werd bepleit Het triomfantelijke gezicht dat Scholten trok, toen bleek dat de motie met een krappe meerderheid was aanvaard, sprak boekdelen. DICK VAN RIETSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9