Geertsema niet
van plan „zijn
mond te houden"
Uusies ondermijnen
mtspanning tussen Oost en West
-NNENLAND
steBinnenhofb
Politiek
Partij
Parlernent
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 24 MEI 1980
ATI'S (1)
week was het
eens zover. Het
■ammaboekje van
weede Kamer ver-
de zoveelste
trijd tussen ener-
de regering en de
'fyes van CDA en
en anderzijds de
aanj//sf Marcel van
Inzet was, zoals
Utignners nu natuur-
al weten, de wo
uw of beter het
bouwen van wo-
want het gaat
REt lecht op de huizen-
ht. :t. Aangezien dat
0 61 \e niet bepaald een
iIiment is voor het
47 ende duo, minister
\erts van Blokland
en staatssecretaris
Brokx, op hun departe
ment ook wel de „twee
heertjes" genoemd, za
gen de tribunes vol ver
wachting uit naar het
bloed-aan-de-paal, dat
(temeer waar het zulke
verbitterde tegenstan
ders betrof) toch zeker
niet zou uitblijven.
Dat viel echter nogal
tegen, of mee (afhanke
lijk van de graad van
bloeddorst). Wellicht
wijzer geworden door
ervaringen in het verle
den, had Van Dam ge
kozen voor het gebruik
van subtiele schuiver-
tjes in plaats van knal
lende schoten, die lang
niet door iedereen in
het land gewaardeerd
worden. Zo begon hij
zijn betoog met te ver
wijzen naar het regeer
akkoord tussen CDA en
VVD, waarbij afgespro
ken was dat het eigen -
woningbezit zoveel mo
gelijk gestimuleerd zou
worden. Nu juist die
markt volledig ingestort
is, kon Van Dam op
merken dat het ak
koord niet eens de be
naming „flatus (Latijn
voor scheet) in een ne
tje" verdiende, zoals mr.
Jaap Burger, één van
de „grand old men" van
de PvdA, ooit had opge
merkt. Nee, Van Dam
sprak liever van een
„boer in de Bistro",
daarbij verwijzend naar
het feit, dat het ak
koord tussen Wiegel en
Van Agt indertijd tot
stand is gekomen in het
culinaire etablissement
„Le Bistroquet", bij
wijn en kaarslicht, zoals
Van Agt eens onthulde.
FLATUS (2)
hij handig gebruil
maakte van een uiterst
pijnlijke actuele gebeur
tenis voor een aantal
ARP'ers uit de CDA-
fractie. „Meneer de
voorzitter, het antwoord
van de regering stond
ongeveer op hetzelfde
niveau als de plaats van
de heer Scholten op de
kan dida ten lijst
Op een zeker moment
werden de spitsvondig
heden van Marcel, die
op zulke momenten ook
nog zijn zo langzamer
hand massieve buik uit
dagend vooruitsteekt,
de VVD'er Pol de Beer
teveel. „Daar kom ik
straks op terug, meneer
de voorzitter. De heer
Van Dam speelt in op
een ernstige denkfout".
Dat leidde toen tot de
volgende dialoog:
Van Dam: „Als de heer
De Beer mij duidelijk
zou kunnen maken dat
ik een denkfout maak,
dan moet zijn denkver
mogen de laatste tijd
behoorlijk
zijn!"
De Beer: „Ik zal erop
terugkomen. Ik denk
dat het inzicht van de
heer Van Dam mis
schien zal groeien
Van Dam: „Ja, laten wij
dat hopen
Brokx: „Dat is hard no
dig!!"
Van Dam: „Ik hoor wie
dat zegt".
Besluiten wij dit oogge-
tuigeverslag met een
optreden van de SGP'er
Van Rossum, die ook al
lerminst tevreden was
over de manier, waarop
BB B hun doel verde
digen, maar die dat lie
ver over de band speel
de. „Ik begin met de
wijze Prediker (10:11),
die als koning (Salomo)
van een machtig rijk,
waarin de bouwnnijver-
heid bloeide, ons onder
wijst: „Indien de slang
gebeten heeft eer de be
zwering is geschied, dan
is daar geen nut in de
allerwelsprekendste be
zweerder". Waarmee
hij maar wilde zeggen
dat het weinig zin heeft
de put te dempen als
het kalf eenmaal ver
dronken is.
BOK
Dinsdagmiddag kwam
het Drentse CDA-
Tweede Kamerlid Ben
Hermsen enkele uren
later dan gewoonlijk in
Den Haag aan. Hij was
met de trein, wat niet
zijn gewoonte is. Op
merkelijk was ook, dat
zijn handen enkele klei
ne verwondingen ver
toonden. Zoiets roept
natuurlijk vraagtekens
op. „Wat is er gebeurd,
Ben?", vroegen zijn col
lega 's belangstellend.
„Ik heb een bok gescho
ten verklaarde de
aangesprokene. „Nou ja,
geschoten is het juiste
woord niet. Ik heb een
bok aangereden. Een
reebok".
Zulke opmerkingen
schreeuwen natuurlijk
om nadere tekst en uit
leg. En die gaf Ben. In
kleurrijke bewoordin
gen vertelde hij zijn
verhaal. Wij geven het
relaas hier weer, zoals
hij het twee dagen na
het ongeluk persoonlijk
aan ons toevertrouwde.
„Het was ongeveer zes
uur in de morgen.
Prachtig weer. Ik zat
zingend in de auto.
Maar ik was nog maar
net Emmen uit of er
schoot een reebok de
weg over: Bam! Kei
hard tegen de motorkap
van m'n wagen. Het
arme beest was op slag
dood. En m 'n hele voor
ruit lag aan diggelen,
maar gelukkig hield ik
daar zelf alleen maar
wat schrammen en snij-
wondjes aan over. Tja.
wat doe je dan, hè?
Toen ik van de schrik
bekomen was, heb ik
het beestje met de auto
naar de politie gebracht,
ben vervolgens naar
huis gereden en heb de
trein gepakt. Maar die
reebok ligt inmiddels
wel bij ons thuis in de
diepvries. Jazeker, dat
heb ik via de politie ge
regeld. Dus binnenkort
staat er in huize Her
msen reerug op het
menu. Ja, zo gaat dat.
Ach, dat mag ook wel,
als verzachting voor de
schade aan m 'n auto.
Zestienhonderd gulden,
da's toch niet niks".
RIK IN 'T HOUT
DICK VAN RIET
SCHOTEN
HAAG Toen de Sov-
nie na de Cuba-crisis in
onder Kroetsjev de poli-
P van vreedzame coëxisten-
begon te propageren ge-
rde dat volgens vele com-
itatoren vooral met de in
achterhoofd spelende mo-
en dat die ontspanning
voordelen op het techno-
ich vlak zou opleveren,
de handelscontacten die
door mogelijk werden
ien uiteindelijk voordelig
voor de Sovjet-Unie.
het westen betekenden
tensievere contacten met
md dat de druk op de lan-
die rechtstreeks met de
it-dreiging te maken had-
verminderde. Ook voor
landen werden nieuwe
rkten geopend.. Zeker voor
t-Duitsland had deze nieu-
iriëntatie in de politiek
Irete gevolgen. Het ver-
Ir tussen de Duitsers ter lin
en ter rechterzijde van
.ijzeren gordijn" werd er
kkelijker op. Ook de be
lingen tussen West-Duits-
:n de andere landen van
•ostblok werd er weer
.zins door hersteld. Wat
West-Duitsland ging
indere mate ook op voor
ere Westeuropese landen.
jlontspanning die de Sovjet-
propageerde hield echter1
in dat zij als supermacht
>rs in de wereld afzag van
mogelijkheid invloed te
werven. In haar eigen Eu-
I ese invloedssfeer greep zij
I laaldelijk in (Polen 1955,
ij garije 1956, Tsjechoslowa-
1968), en elders breidde zij
invloed uit in die landen
eenmaal vrij van de oude
Ierse koloniale machten,
i oriënteerden op het
f xisme als bevrijdingsideo-
Voorbeelden hiervoor te
Cuba, Ethiopië. Angola,
tambique en Zuid-Jemen
den zich, al naargelang
eigen hulpbronnen, in
?r of mindere mate aan het
imunistische blok.
tns overschreden
Nu er een gedeeltelijke westerse boycot van de Olympische Spe
len in Moskou voor de deur staat en deze hoe dan ook een verder
gaande verslechtering inhoudt van de oost-westverhouding, reali
seert men zich in West-Europa allerwegen dat de politiek van ont
spanning uit de jaren zestig en zeventig als reactie op de koude
oorlogspolitiek in het decennium daarvoor weinig resultaten
heeft opgeleverd. De vraag waaróm dit zo is, ligt voor de hand,
maar ook is de vraag gewettigd of het tussen oost en west anders
had kunnen verlopen.
met harde hand hoewel het
eind overigens nog hoogst on
zeker lijkt door de Sovjet-
Unie werd afgedwongen, rea
geerden de Amerikanen op ui
terst geprikkelde wijze. Er
werd hier een grens over
schreden. Toch leken de Ame
rikaanse reacties op Afghanis
tan veelzeggender te zijn voor
de buitenlandse politiek van
Amerika dan dat zij licht wier
pen op het gedrag van de Sov
jet-Unie, die met haar „bij
stand" aan Afghanistan min of
meer de lijn bevestigde van
haar politiek na 1945. Er zit
dan ook iets in wanneer de
Russen de Amerikanen, en in
het bijzonder de Amerikaanse
president Carter, van wispel
turigheid beschuldigen. Afgha
nistan is een land dat ver ver
wijderd is van de Amerikaan
se invloedssfeer. De macht
stoename van Moskou in dat
land werd als terreinverlies
gezien in dat deel van de we
reld. En dat na het Vietnam-
avontuur, de tegenslagen in
Afrika, en het verlies van
Iran. Afghanistan was de
druppel die de emmer van het
Amerikaanse incasseringsver
mogen deed overlopen. De fel
le Amerikaanse reacties weer
spiegelen de onzekerheid en
het prestigeverlies van het
huidige Amerika.
Als er iets is wat de Russen
verkeerd getaxeerd hebben,
dan zijn het die Amerikaanse
reacties en de weerklank die
deze in West-Europa hebben
gekregen. Volgens een vroege
re agent van de Russische ge
heime dienst die deze week in
de Times de gevoelens van zijn
vroegere collega's onder woor
den bracht, was de inval in
Afghanistan een „bewijs van
de verachting van de Sovjet
leiding voor de Amerikaanse
president en de wereldopinie."
Hij meende dat het Politburo
de westerse reactie wilde tes
ten om te zien hoever ze kon
den gaan, voordat het Westen
krachtig zou antwoorden.
Strijd
De directeur van het Genoot
schap Internationale Zaken,
mr. J.L. Heldring, wees er tij
dens een studiebijeenkomst
van de Stichting Civis Mundi
over de Oost-Westverhoudin
gen onlangs terecht op dat de
Sovjet-Unie de strijd, vanaf
het moment dat zij haar leer
van het vreedzaam naast el
kaar bestaan begon te verkon
digen, nimmer heeft willen
opgeven. Met andere woorden,
die vreedzame coëxistentie is,
een middel die het uiteindelijk
doel, een communistische su
perioriteit, slechts moet die
nen, maar als middel nimmer
zal mogen overheersen.
Iets soortgelijks kan natuurlijk
gezegd worden van het Wes
ten dat zijn eigen ideologie ook
altijd heeft willen verbreiden.
In zekere zin weerspiegelt
echter de (h)erkenning van de
eigen ideologie een sterk toe
genomen tolerantie en relati
veert zij het eigen traditioneel-
democratische standpunt. Zij
maakt deel uit van een toege
nomen verscheidenheid van Verstoring
denken die, gegroeid op de
brede rug van een op de vrije
markteconomie gebaseerde
welvaartsmaatschappij, de uit
gangspunten van deze maat
schappij zelf ter discussie stelt
en daardoor uiteindelijk de
Sovjet-Russische tegenstander
in de kaart kan spelen. Ook al
worden de Russische stand
punten door degenen die deze
vrijere opvattingen verkondi
gen zeker niet gedeeld, zij ko
men evenmin ten goede aan
kringen van andersdenkenden
binnen de Sovjet-Unie zelf.
Gelet op het eerder genoemde
Russische doel is het vanzelf
sprekend dat de eis van het
westen dat de mensenrechten
in de Sovjet-Unie worden toe
gepast niet zomaar te verwe
zenlijken zal zijn. In de com
munistische leer maar ook
daar waar de verwezenlijking
ervan niet direct met louter
machtsbehoud zoals in de
Sovjet-Unie te maken heeft,
zijn de sociale rechten (het
recht op arbeid, kosteloze ge
zondheidszorg enz.) van veel
groter belang dan individuele
vrijheden. In West-Europa
daarentegen worden die bur
gerlijke vrijheden beschouwd
als het fundament voor de op
bouw van een vrije maat
schappij. Volgens het PvdA-
Tweede Kamerlid Harry van
den Bergh zijn ze zelfs het
fundament en het beginsel
voor alle andere rechten die
een staat voor zijn burgers wil
realiseren. De eerste rechten
zijn er voor de eenling, daaruit
groeien de rechten die gelden
voor de gemeenschap.
Toepassing van de westerse
mensenrechtenpolitiek zou
een ernstige verstoring inhou
den van de binnenlandse
machtsverhoudingen en heeft
President Carter...tegenstrij-
dige politiek.
geen schijn van kans, omdat
daarmee de stabiliteit van het
regime wordt aangetast. Hoog
uit kan het bewind zich van
zijn tegenstanders ontdoen
door ze in kampen op te ber
gen (Sjaranski) of ze uit het
land te verbannen (Soltzje-
nitsyn). Dat ontslaat het Wes
ten uiteraard niet van het
recht om op de toepassing van
de in het westen vorm gege
ven vrijheden aan te dringen,
maar een vreedzame verande
ring van opvatting ligt op
grond van de recente geschie
denis bepaald niet in het voor
uitzicht.
Tegelijkertijd houdt die som
bere constatering echter ook
in dat er geen alternatief voor
de beklemtoning van die men
senrechten bestaat.
Het andere al geopperde alter
natief is een herleving van de
koude oorlog, maar zij is des te
riskanter nu het wapenarse
naal in beide machtsblokken
sinds de jaren vijftig zovele
malen omvangrijker en ge
vaarlijker is geworden. Ont
spanning blijft dus geboden,
zoals ook het merendeel van
de Westeuropese staten, met
West-Duitsland en Frankrijk
voorop, bepleit, maar het zou
wel moeten gebeuren met een
meer realistische kijk op de
Russische buur. Uit de toet
singsconferentie die komend
jaar in Madrid zal worden ge
houden over de Akkoorden
van Helsinki zal moeten blij
ken hoeveel illusies het Wes
ten tegenover de Sovjet-Unie
nog heeft.
PAUL VAN VELTHOVEN
DEN HAAG/ARNHEM Gelders Commissa
ris der Koningin, mr. Geertsema heeft het ver
bruid bij de Haagse advocaat mr. Van Heijnin-
gen. Zelfs zo erg, dat Van Heijningen de Raad
van State gevraagd heeft de regering te verzoe
ken om Geertsema de mond te snoeren. De
commissaris zou dan moeten ophouden met te
vertellen, dat er rellen dreigen als de gehandi
capte Zuidafrikaanse sportlieden naar Arnhem
komen, als daar de Paralympics worden gehou
den. (Van 21 juni tot 5 juli). Van Geertsema
mogen ze wel als deelnemers komen, maar lie
ver niet als toeschouwers. Waarom niet, legt hij
vandaag uit. Hij zinspeelt daarbij op mogelijke
bomaanslagen zoals die eerder in Arnhem ge
pleegd zijn op enkele autoriteiten. Zo werd het
burgemeestersechtpaar Roeien in iuni 1978 bij
na het slachtoffer van een brandbom, gewor
pen uit naam van de groep Voortgezette Strijd
(tegen het kapitalisme).
Waar bent u precies bang voor meneer Geertse
ma?
„Nou, ik heb begrepen dat de Zuid-Afrikanen
toch naar Nederland komen. Niet als deelne
mers, want die mogelijkheid is zoals u weet he
laas door de Nederlandse regering uitgesloten,
maar als bezoekers. En waar ik angst voor heb,
is voor verstoring van de openbare orde".
Niet op losse gronden, neem ik aan?
„Nee, zeker niet. Ik heb daar voldoende aan
wijzingen voor. Welke aanwijzingen ga ik u
niet vertellen. Dat lijkt me niet verstandig.
Laat ik u dit zeggen, dat er niet zo gek veel ste
den zijn, waar een moordaanslag gepleegd
wordt op een burgemeester en een hoofdoffi
cier van justitie. Die gevallen hebben we hier
meegemaakt. In Arnhem kan men vrij agres
sief zijn. We weten niet wie dat waren, maar er
lopen hier mensen rond die niet voor een aan
slag terugdeinzen. En we weten ook dat de
Zuid-Afrikanen niet welkom zijn bij bepaalde
mensen."
Zo te horen hebt u niet veel meer dan vermoe
den.
„Ik heb aanwijzingen, maar nogmaals, ik kan
niet zeggen welke. U moet begrijpen, ik voer
geen kruistocht. Ik heb gemeend mijn bezorgd
heid kenbaar te moeten maken. Dat heb ik in
februari gedaan, in een persoonlijke en ver
trouwelijke brief aan Sir Ludwig Guttmann,
die toen nog voorzitter was van de ISOP en
ISMGF, twee internationale organisaties van
gehandicapte sportmensen. Ik heb het aan hen
overgelaten eventueel iets te ondernemen. Wat
dat betreft heb ik geen suggestie gedaan. Me
neer Guttmann is enkele weken later overle
den, maar een paar dagen voor zijn dood ont
ving ik een brief van hem waarin hij adviseer
de contact op te nemen met meneer Baris, de
voorzitter van de Zuidafrikaanse bond van ge
handicapte sporters. Dat is gebeurd, maar ik
heb van meneer Baris nooit iets gehoord. In
middels heb ik uit goede bronnen vernomen,
dat de Zuid-Afrikanen komen. En dat betreur
ik."
Dat klinkt gek, want u had ze wel graag als
deelnemers aan de Paralympics begroet.
„Inderdaad, ik betreur het dat de Zuidafrikaan
se gehandicapten niet kunnen meesporten.
Want hun bond is een van de weinige sport
bonden in dat land waarin blank en zwart vol
strekt geïntegreerd zijn. De bond speelt daar
een voortrekkersrol. Naar mijn mening had
men die gelukkige ontwikkeling moeten nono-
reren en Zuid-Afrika bij het gebeuren in Arn
hem moeten betrekken.
Maar u weet toch ook dat de Zuidafrikaanse In
validen Sportbond een volledig blanke organi
satie is, althans volgens de voorzitter van de
anti-apartheidscommissie van de Verenigde
Naties. De toelating van zwarten schijnt alleen
maar een propaganda-truc te zijn.
„Ik heb heel andere inlichtingen van mensen
uit het land zelf en die wijzen op het tegen
deel."
Ook deelnemers kunnen door een bomaanslag
getroffen worden.
„Uiteraard. Maar toch is er een groot verschil.
Ik vind dat je belangenafweging heel anders
wordt als deze mensen op de tribune plaatsne
men. Als voorbeeld noem ik de ongeregeldhe
den bij de inhuldiging in Amsterdam. Een win
kelier die zich daartussen naar zijn eigen win
kel begeeft doet dat om zijn belangen te be
schermen. Dat is volstrekt iets anders dan de
mensen die als toeschouwer bij rellen gaan. Zij
hebben er in feite niets te zoeken en in dat ge
val ben ik bang dat de aanwezigheid van de
Zuid-Afrikanen als toeschouwer ongeregeldhe
den zal uitlokken. En daartegen heb ik willen
waarschuwen. Meer niet".
Volgens meneer Van Heijningen, de Haagse ad
vocaat van de Zuidafrikaanse Invaliden Sport
bond, had u beter uw mond kunnen houden.
Volgens hem jaagt u de mensen schrik aan.
„Ik zal me door meneer Van Heijningen het
zwijgen niet laten opleggen. Ik meen het recht
te hebben er op te wijzen dat er onrust dreigt
als die mensen tóch naar ons land komen."
et terugzetten van enkele als kritisch bekend
Inde ARP'ers op de kandidatenlijst voor de
tede Kamer heeft de Antirevolutionaire partij
afgelopen week haar ware aard getoond. Het
voor de politieke duidelijkheid goed dat dat
eurde. Ondanks alle mythes, waarmee het
-i P-volk vaak wordt omgeven, blijkt nu weer
s overduidelijk dat de partij voor het grootste
- 1 bestaat uit politieke middenfiguren, die de tot-
idkoming van het CDA van harte toejuichen,
1 n kwaad woord willen horen van Van Agt en
kabinet en die wars zijn van geluiden waarin
maar enigszins een linkse klank valt te be
uren.
het CDA-trio van KVP, ARP en CHU heeft de
P altijd een wat aparte plaats ingenomen. De
annenbroeders", zoals de antirevolutionairen in
wandeling vaak worden genoemd, hadden en
'ben (toch nog steeds) de naam, altijd net iets
hcipiëler, bijbelgetrouwer en progressiever te
i dan hun politieke verwanten van katholieke
christelijk-historische snit
loof
genen die in deze termen over de ARP'ers spra-
l> bedoelden echter bewust of onbewust altijd
;hts een klein deel van het antirevolutionaire
k: het partijkader en de meerderheid van de
'P-kamerleden. Al sinds jaar en dag lijkt het een
volk klinkt vrijwel nooit openlijke kritiek op de
handel en wandel van ARP- kamerleden en be
windslieden. Dat is echter niet zo verwonderlijk.
De gemiddelde ARP'er is namelijk van oudsher
niet alleen bijzonder gezagsgetrouw, maar ook der
mate democratisch ingesteld, dat men een eenmaal
gekozen vertegenwoordiger niet eerder zal afval
len dan wanneer zijn herverkiezing aan de orde
komt.
Duikeling
doen en denken van het ARP-kader en dat
de ARP-achterban. De stelling, dat het over-
i deel van de achterban veel meer geneigd is De Koning
•behoudzucht dan de top wordt ook zonder meer
"r elke rechtgeaarde antirevolutionair onder-
Teven.
tor buitenstaanders wordt aan dit gegeven echter
tor al te vaak voorbij gezien. Een begrijpelijke
Ming, want uit het antirevolutionaire kiezers-
Toen de door het partijbestuur opgestelde advies-
lijst met kandidaten voor de nieuw te kiezen
Tweede Kamer beoordeeld moest worden, was
voor de ARP-kiesverenigingen het uur van de
waarheid weer aangebroken. En zo kon het gebeu
ren, dat partijvoorzitter Hans de Boer, die als eer
ste op de advieslijst was geplaatst, door een niet
onaanzienlijk deel van de kiesverenigingen naar
een lagere plaats op de lijst werd verwezen. Een
flink aantal kiesverenigingen zette hem op een on-*
verkiesbare plaats en sommige plaatselijke afdelin
gen lieten De Boer zelfs helemaal van de lijst ver
dwijnen. Het feit dat 45 procent van de 550 kiesve
renigingen die aan de beoordeling van de advies-
lijst deelnamen, Hans de Boer op de eerste plaats
liet staan is op zich vermeldenswaard, evenals het
feit dat 250 kiesverenigingen niet eens op de ad
vieslijst reageerden. Dit nam echter niet w^g, dat
De Boer op de uiteindelijke lijst kelderde naar de
vierde plaats.
Behalve Hans de Boer maakten ook diens collega-
kamerleden Jan van Houwelingen en Jan Nico
Scholten, alsmede „CDA-ideoloog" Boh Goud
zwaard, die zich inmiddels als kandidaat heeft te-
ruggetroken, een opmerkelijke duikeling naar la
gere regionen op de lijst.
Het is geen toeval dat het hier juist gaat om perso
nen die zich in de afgelopen jaren duidelijk hebben
geprofileerd als vooruitstrevende CDA'ers, die er
geen geheim van maken het liefst weer te willen
samenwerken met de PvdA. De kamerleden Fa-
ber, Beinema en De Kwaadsteniet, die elk een
plaatsje op de lijst omhoogkropen, staan weliswaar
ook niet bepaald als conservatief te boek, maar zij
vallen voor de ARP-achterban veel minder als kri
tische CDA'ers in de schijnwerpers. Hetzelfde
geldt eigenlijk voor minister Jan de Koning (Ont
wikkelingssamenwerking), die als nummer 1 van
de ARP-lijst uit de bus kwam. Hij heeft eveneens
een niet mis te verstane voorkeur voor een coalitie
van CDA en PvdA, maar hij is er de man niet naar
om dat hard van de daken te roepen. De Koning is,
veel meer dan De Boer, Van Houwelingen, Scnol-
ten en Goudzwaard, het type van de bezadigde
Antirevolutionair, een mannenbroeder onder de
mannenbroeders, die bovendien door zijn voorma
lige voorzitterschap van de ARP en zijn jarenlange
kamerlidmaatschap bij de achterban een grote
mate van vertrouwen neeft gekweekt.
Rechts
„Een ruk naar rechts", zo typeerde Maarten Scha
kel, nestor van de ARP'ers in de Tweede Kamer,
het eindresultaat van de inspraak der ARP-kiesve-
renigingen. Het is een beetje ongenuanceerd ge
zegd, maar in wezen heeft hij gelijk. Overduidelijk
is gebleken dat een groot deel van de ARP-achter
ban heel weinig moet hebben van naar links lon
kende voorlieden, die niet nalaten het kabinetsbe
leid bij voortduring aan kritiek te onderwerpen,
die openlijk getuigen van hun afkeer van kernwa-
pens, voorop willen lopen in de veroordeling van
de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek en de tot
standkoming van het CDA mokkend en met lede
ogen tegemoet zien. Niet dat men afkerig is van
elke kritische inbreng in de politiek, maar het
moet ook weer niet te dol worden.
„Er is duidelijk gekozen voor het kabinet-Van
Agt", zei een teleurgestelde Hans de Boer deze
week. Ook hij heeft gelijk. Het is de afgelopen ja
ren wel duidelijk geworden, dat de gemiddelde
ARP'er Van Agt op handen draagt. Tien jaar gele
den zou het nog ondenkbaar zijn geweest dat een
rooms-katholieke voorman door ons gereformeer
de volksdeel zou worden bewonderd, vertroeteld
en zelfs verafgood. Niet alleen de persoonlijkheid
en het geestelijk taalgebruik van Van Agt hebben
hieraan bijgedragen. Van Agt is voor vele duizen
den Anti's ook de personificatie van het verzet te
gen de PvdA. Want de afkeer van „rood" zit bij de
doorsnee ARP'er diep ingebakken en de frustra
ties, opgelopen door de overheersende rol van de
PvdA tijdens het kabinet-Den Uyl zijn nog lang
niet vergeten. Een ARP-kamerlid dat openlijk Van
Agt of het kabinetsbeleid aanvalt of een politieke
liefdesverklaring uitspreekt voor de PvdA kan
dan ook op z'n minst rekenen Op een knarsetan
dende achterban. Wat er verder nog kan gebeuren,
is gebleken uit de wijzigingen op de kandidaten
lijst.
Wantrouwen
De Boer, Van Houwelingen en Scholten voelen na
tuurlijk drommels goed aan, dat hun val op de
kandidatenlijst en derhalve ook op de CDA-lijst
een motie van wantrouwen aan hun adres inhoudt.
Zij trekken echter niet dezelfde conclusie als Bob
Goudzwaard, die zich terugtrok als kamerkandi
daat en in feite het CDA al de rug heeft toege
keerd. De Boer geeft toe, dat hij er lang over heeft
nagedacht of hij niet hetzelfde zou moeten doen.
Hij besloot uiteindelijk de motie van wantrouwen
naast zich neer te leggen en als ARP-voorzitter op
dezelfde loyale wijze als hij tot nu toe steeds heeft
gedaan, zijn partij naar de CD A-fusie op 11 oktober
te leiden.
Zowel De Boer als de andere „dissidenten" koeste
ren, in tegenstelling tot Goudzwaard, nog steeds
een sprankje hoop dat het CDA een frisse, levendi
ge partij wordt, waarin werkelijk evangelische po
litiek wordt bedreven en waarin ruimte is voor
hun politieke opvattingen. Het is moeilijk dat te
blijven hopen, als een deel van de kiezers al heeft
duidelijk gemaakt dat er in de partij eigenlijk géén
plaats behoort te zijn voor opvattingen zoals De
Boer c.s. die hebben. Maar ook voor ARP-dissiden-
ten en gelijkgestemde personen, zoals de leden van
de kritische CDA-werkgroep „Niet bij Brood Al
leen" geldt het spreekwoord, dat de kruik zolang
te water gaat tot hij barst Het is alleen de vraag
wanneer de barst zichtbaar wordt
Weerslag
Overigens zouden de verschuivingen op de kandi
datenlijst zelfs nu al in de dagelijkse politieke
praktijk hun weerslag kunnen krijgen. Nu de
plaatsen op de lijst eenmaal vaststaan, zouden be
paalde „dissidenten" wel eens de neiging kunnen
krijgen hun eigen gang te gaan en zich niet te sto
ren aan het fractiestandpunt. Iets dergelijks was
afgelopen donderdag al merkbaar toen de ARP'ers
Scholten, Van Houwelingen, Borgman en Beinema
(De Boer was er niet) ervoor zorgden dat er een
PvdA-motie werd aangenomen, waarin een voor
zichtige aanpak van in kerken vertoevende illega
le gastarbeiders werd bepleit Het triomfantelijke
gezicht dat Scholten trok, toen bleek dat de motie
met een krappe meerderheid was aanvaard, sprak
boekdelen.
DICK VAN RIETSCHOTEN