ollands Drama 1980: ieuwe perspectieven soor Haagse manifestatie het landelijk belang Programma „Waanzin en moederliefde" „Zweedse meisjes"een leesboek van vroeger Inge Mollet en Yvonne Clinet in „De Caraïbische Zee" van René Verheezen bij het Nieuw Vlaams Teater. Noëlla Keymolen en Herman Verbeeck in Leo Geerts' „Vrij België" bij het Nieuw Vlaams Teater. N HAAG De dagen zijn voorbij dat derlandse acteurs met een mond vol staan als zij op thema's van an- ren hun eigen spel mogen improvise- Zoals in 1954 toen grote namen als van der Moer, Ellen Vogel, Ton Lutz Han Bentz van den Berg verbijsterd overigens via een misverstand zo dramatische aanzetjes van Jeanne van Schaik-Willing Hoornik in handen stonden. Want 'kennen inmiddels fenomenen in onze atèrwereid als het Werktheater dat cele jaren geleden bij het zomerse rervaltheater" in diverse plaatsen in land bewees met gegevens van an- en (uit de actualiteit) tot prima scène- te kunnen komen, terwijl datzelfde als collectief de laatste ja- i teksten van formaat voor het theater Brt. Lees de „Drie Stukken" (Als de Je moet er mee leven en Avon- vorig jaar in boekvorm uitgeko- n bij van Gennep, Amsterdam, en je aart hoe helder en genuanceerd ac- rs een dramatisch beeld kunnen vor- n over ziek zijn, oud worden en dood is ook alweer lang geleden dat de ds genoemde dichter Ed. Hoornik na première van zijn stuk „Het Water" de Nederlandse Comedie datzelfde terugtrok omdat hij via een recen- t vernam dat een van de acteurs, Ko Dijk, „door luidruchtig spreken en hinderlijke geluiden achter de ermen" de voorstelling gehinderd dan onmogelijk gemaakt zou hebben. Als boos opzet in het spel geweest is nooit is bewezen), is dat een ge- irtenis die je je anno nu niet meer t voorstellen, ledereen in de toneel- eld is zich bewust van het belang van eigen toneelschrijfkunst en al diverse èn is bewezen (het werk van Lodewijk Boer, Gerben Hellinga en Gerard imens) dat Nederlandstalig werk ook ceswerk kan zijn. en wat kan een ac- liever hebben dan dat? Nee, de hou- ten opzichte van Hollands Drama is de dag een tussen hoopvol achten en koesteren in. Al zitten we in Ierland nog steeds aan de basis van van een nieuwe Nederlandse »eJschrijfkunst en is in de praktijk van tondel het merendeel van het werk eigen bodem nog altijd historisch. De dwerkelijke „koesteraars" van Ne- ands werk, en dat zijn traditiegetrouw apen als Centrum, Haagse Comedie, ad hoc-producent Theaterunie en vor mingstoneelgroepen met opdrachtwerk van auteurs of uit het collectief, zijn ech ter nog in de minderheid. En dat is voor een ontwikkeling van dat eigen toneel nog altijd fnuikend, want een auteur komt die toneelschrijfkunst nu eenmaal niet aanwaaien. Voor het theater schrij ven is een vak dat je vaak pas in de praktijk onder de knie krijgt. Auteurs blij ken vaak veel sterker in dat toneel geïn teresseerd dan je zou vermoeden. Rudolf Geels reactie vorig jaar op zijn „Wimble don" bij de Haagse Comedie wees daar op, het werk van Judith Herzberg in een recent veleden en J. Bernlefs uitgebreide theatrale bezigheid idem dito. Maar au teurs moeten nu eenmaal in een werksi tuatie bij een gezelschap het drama in de vingers krijgen en er aan verslaafd raken, om niet meteen na een probeersel weer in het bos te verdwijnen. En ze moeten gespeeld worden. De toneelsituatie in Nederland mag zich in de breedte welwil lend tegen toneel van eigen bodem op stellen, in de praktijk is er te weinig ruim te voor dat soort „sleutelen"aan en met auteurs en je kunt het een aantal schrij vers dan ook niet kwalijk nemen dat ze verdwijnen naar de slok-op televisie waar veel meer instant-mogelijkheden lijken te liggen. Via een initiatief van het Haagse HOT- theater en de Jan Campertstichting wordt er al drie jaar aan het begin van de zomermaanden via de manifestatie Hol lands Drama een poging gedaan te in ventariseren wat er op het gebied van het Nederlandstalig toneel in het actuele seizoen geboden is, de aandacht van pu bliek, theatermakers en schrijvers daar omheen te fixeren en te bouwen aan nieuwe mogelijkheden. Dat laatste via de opdracht die de Jan Campertstichting jaarlijks verleent aan een auteur die be wezen heeft talent voor theater te bezit ten, maar die duidelijk aanmoediging of pure steun nodig heeft om dat talent ver der te scherpen. Op 27 mei start dat Hol lands Drama weer in het HOT-theater. Daar en in drie andere theaters valt dan tot en met 1 juni toneel van Nederland stalige huize te zien en daar hoort tradi tiegetrouw en terecht ook het werk van Belgische auteurs toe. Op de eerste dag van Hollands Drama krijgt de Vlaamse auteur Leo Geerts de gelegenheid te zien wat er van de tekst, tijdens de hem vorig jaar via de opdracht van de Campert stichting gegunde zes maanden werktijd ontstaan, in werkelijkheid op de planken wordt. Want onder regie van Wim van den Heuvel brengen leden van de Haag se Comedie een openbare lezing van Geerts' „Het lijden van de jonge Wern- her". De openbare lezing is een vorig jaar door Hollands Drama geïntrodu ceerd fenomeen, dat een confrontatie mogelijkheid met het opdracht-stuk van het jaar daarvoor garandeert. Iets wat in de toneelpraktijk, waar lang tevoren ge pland moet worden, onmogelijk is op zo'n korte termijn, èls er al een gezel schap te vinden is dat het stuk aandurft, want daar heeft de Campertstichting uit eraard geen enkele zeggingskracht in. Zo'n lezing is niet zomaar een dooddoe- nertje van enige acteurs rond een tafel die de binnengekomen tekst even vlot weg opzeggen. Vorig jaar bleek Wim van den Heuvel een aantrekkelijke vorm ge vonden te hebben door de acteurs, die hun teksten al tamelijk vrij van het tekst boek af brachten, een basis mise-en-scè- ne mee te geven die de toeschouwer een stuk duidelijke visuele interpretatie van de dramatische mogelijkheden van dat stuk bood. Wim van den Heuvel heeft dit keer samen met Leo Geerts aan de tekst gewerkt, adviezen gegeven en is weer verantwoordelijk voor de gestalte die de „reading" dit keer krijgt. Wim van den Heuvel: „Dat wordt niet precies hetzelfde principe als vorig jaar. Dit is een zo com pleet ander stuk met commentaar tussen de dramatische handeling geweven dat het om een andere benadering vraagt. Overigens nog een opgaaf, want er be staan geen „regels" voor zoiets, er is geen enkele vaststaande vorm waar je je aan kunt of moet houden". Hollands Drama speelt zich dit jaar in to taal vier theaters af: behalve het HOT, la ten het Theater aan de Haven, het Appel theater en het Paradijs boven in de Ko ninklijke Schouwburg Nederlandstalig werk zien. Die schaalvergroting van het vier jaar geleden in het HOT gestarte Hollands Drama zat er vorig jaar al in toen de Koninklijke Schouwburg mee deed in de programmering en is een van de prioriteiten die HOT-directeur Ricardo Nastasi zich stelt om van zijn „Hollands Drama" een totaal Haags gebeuren te maken dat van landelijke betekenis moet worden. Ricardo Nastasi: „Hollands Dra ma moet, wil de groei in belangrijkheid toenemen, een andere structuur krijgen. Als het HOT ben je toch een Haagse Co- medie-theater en dat drukt een stempel op Hollands Drama dat er af moet. Een onafhankelijke groep mensen moet een keus maken uit het aanbod dat er in het lopende seizoen is aan Nederlands werk en er moeten duidelijke uitspraken ko men over wat je neemt. Of er alleen maar zoveel mogelijk genomen moet worden,' of er een selectie gemaakt moet worden en zo ja welke. Moet je kijken naar een artistiek niveau, of alles brengen. Alleen werk van auteurs, of ook van collectieven zoals Sater en het Werktheater? Er is op dit ogenblik een werkgroep bezig met deze problematiek en aan het begin van het volgend seizoen hopen we de ideeën op papier te hebben. Een Hollands Dra ma zou een completere manifestatie moeten worden om inderdaad dat lande lijk belang te krijgen dat wij er graag aan willen geven. In het verleden hebben we al met discussies en een colloquim ge probeerd diepte te scheppen rond de voorstellingen, maar dat bleven toch po gingen die er te veel „aangeplakt" wa ren. Ik denk aan ontmoetingen tussen dramaturgen, schrijvers en uitgevers. Aan een situatie waarin gezelschappen er rekening mee gaan houden Nederlands werk uit te brengen aan de start van Hol lands Drama. Aan meer openbare lezin gen van nieuwe stukken. Hollands Drama zou zo bijvoorbeeld een mooi onderdeel van het Holland Festival kunnen zijn. Een Haagse aangelegenheid van landelijk be lang, net zoals je in Rotterdam de Poetry National en International-manifestatie hebt. Bij de gemeente Den Haag en de Jan Campertstichting lijkt ruimte te zijn voor een vergroot gecontinueerd Hollands Drama. Ook dit jaar worden er weer ex tra subsidies verleend, en men ziet het nut duidelijk in. De Jan Campertstichting kan in elk geval blij zijn dat zij de op dracht vorig jaar aan de Vlaming Leo Geerts toewees. Behalve met zijn nieuw ste stuk in lezing, is Geerts in Hollands Drama aanwezig met nog een stuk, „Vrij België" gespeeld door het Nieuw Vlaams Teater, terwijl hij inmiddels een derde stuk gereed heeft dat volgend seizoen in het HOT te zien zal zijn. Zijn „vrijmaking" om aan toneel te schrijven heeft in elk geval vruchtbaar gewerkt. Hollands Dra ma telt trouwens nog twee stukken uit Vlaanderen: „De Caraïbische Zee" van René Verheezen door datzelfde Nieuw Vlaams Teater, en „Het vreemde wereld je van Jacqueline" van Jan Christiaens door het Fakkeltheater. Vlaanderen kent in dat Nieuw Vlaams Teater trouwens wel een groep die zich geheel en al wijdt aan het uitbrengen van eigentijds en eigenta- lig repertoire. In René Verheezen heeft het een auteur (die ook acteur is) die al eerder, met „Onder ons" en „7 manieren om aan de kant te blijven" bewezen heeft theatertalent te bezitten en dialo gen te kunnen schrijven. In Hollands Dra ma is trouwens nog een schrijvend ac teur aanwezig, Peter Romer van wie Centrum in het Paradijs „Tussen de rails" speelt. Opgezet als lunchpauze theater en een met verrassend drama tisch gevoel neergezette confrontatie van een werknemer en een werkgever uit een middelgroot bedrijf op een perron. Peter Römer komt dan ook uit een „toneel nest" met als vader Piet Römer en Han Römer (ook acteur) als broer. Nog een naam van een schrijver-theaterman be wijst dat de praktijk van het toneelmaken een onmisbare factor is bij het tot stand komen van werk van eigen bodem: Het Projekttheater is in het HOT aanwezig met Cees Cromwijcks „Comedie", een Pirandellesk spel met schijn en werkelijk heid dat al eerder in Den Haag te zien was, van een schrijver die al eerder twee stukken voor de groep schreef, waar hij onder zijn eigen naam Frans Strijards te vens regisseur is. Robert Bognars „La vendel" bij de Theaterunie heeft ook al een stukje binding met Den Haag, want de Haagse Comedie gaf Bognèr indertijd de kans te debuteren met „Spoorloos". In het Theater aan de Haven laat de Nieuwe Komedie „Een mand vol water" van dramaturg Otto Dijk nog eens zien in het kader van Hollands Drama. Deze groep bracht dit Tijl Uilenspiegelspel, dat zich historisch baseert op'Kuttners „Het hongerjaar 1566" maar tevens actuele complicaties heeft, al eerder in het HOT, maar speelt het nu aan het eigen Sche- veningse thuisfront. Toneelgroep de Ap pel doet aan Hollands Drama mee met „Zeven vette dagen", zeven eenacters die allemaal verschillende facetten laten zien van het theatertalent van de man die nog altijd doorgaat voor „onze enige echte Nederlandse toneelschrijver", Her man Heyermans. Hollands Drama, iets magerder in aan bod dan vorig jaar, maar met op de ach tergrond perspectieven voor een interes sante toekomst, mag bewijzen dat die befaamde kreet rond Heyermans een dooddoener is. BERT JANSMA Scène uit tven vette bij Appel. Ine Kuhr, Stelle Knaack en Fransijn Menkman in „Een mand vol water", het Uilenspiegel- verhaal als een „histoire qui se repète" door de Nieuwe Komedie. 27 mei, 20,30 u Openbare lezing Het lij den van de jonge Wernher. Bekendma king van de opdracht van de Jan Cam-- pertstichting door wethouder Van Lier van Kunstzaken. 28 mei, 20.30 u Vrij 'België van Leo Geerts door Nieuw Vlaams Teater. W 29 mei, 20.30 u De Caraïbische Zee van René Verheezen door Nieuw Vlaams Tea ter 30 mei, 20.30 u Comedie van Cees Cromwijck door Projekttheater 31 mei, 20.30 u - Lavendel van Robert Bognèr door Theaterunie 1 juni, 20.30 u Het vreemde wereldje van Jacqueline van Jan Christiaens door Fak keltheater. APPELTHEATER 29-30 en 31 mei 20.15 u Zeven vette da gen van Herman Heyermans door To neelgroep De Appel. PARADIJS 31 mei, 12.30 u Tussen de rails van Peter Römer door Toneelgroep Centrum THEATER AAN DE HAVEN 29 mei, 20.30 u Een mand vol water van Otto Dijk door Nieuwe Komedie. HOT Een zangeresje, dat van toeten noch bla zen weet en met veel gedraai met haar kontje succes heeft op de talentenjacht, een succesvol liedjestekstschrijver, die zojuist zijn vrouw heeft verloren (ze is bij het schaatsen in een wak verdwenen), an dere vogels uit de platenbusiness, de ou ders van het zangeresje, en nog wat types, dat alles bijeen kan natuurlijk wel wat kol derieke deining veroorzaken. Herman Pie- ter de Boer heeft er een verhaal van ge maakt, een roman? Eigenlijk kun je daar helemaal niet van spreken, van een roman. Het verhaaltje is daarvoor te weinig gestructureerd -je valt weliswaar van de ene dwaasheid in de vol gende bizarre toestand, maar dat leidt al maar tot weinig of niets. Goede grappen, typeringen van vreemde snuiters of lieve meisjes met grilletjes volop, en daar blijft het bij. Als basis voor een parodistisch tv- programma misschien erg geschikt, als verhaal vraagt zoiets om veel en veel meer. Om een heel tekenend voorbeeld te noe men: De grote baas van de platenstudio heeft een fout oorlogsverleden. Dat moet hij onder stoelen en banken steken, maar met zijn secretaresse Wanda kan hij zijn sexuele en politieke hartstochten uitleven. De vader van het zangeresje, dat met het lied „De Bipsy" de publiciteit plat slaat, is van hetzelfde Duitsgezinde soort geweest. Dat alles wordt in het boekje vrijwel alleen gebruikt voor een intrige-element (een schuilkelder in een bos, waar een foto graaf in huist) en verder voor een aantal grappen over Consi-sigaretten, volksei genheid, barbarisme, enzovoort. Zelfs de joodse dokter, waar het zangeresje opeens verliefd op wordt, is voor de au teur geen aanleiding meer te doen met dit gegeven. Zo blijft de roman van Herman Pieter de Boer ver achter bij zijn succesvolle verha lenbundels van de laatste zeven jaar, van „De vrouw in het Maanlicht" tot en met „Het Herenhotel". En juist in de laatstge noemde bundel leek hij zich ernstig op te maken een gooi te doen naar een echte roman. Met „Waanzin en Moederliefde" is het niet gelukt. JAN VERSTAPPEN Herman Pieter de Boen „Waanzin en moederliefde" gevolgd door „Dorpsge heimen". Uitgeverij Elsevier Manteau. Prijs 14,90. „Zweeds meisje" heet de nieuwe roman van Bert Jansen en dat belooft wat, denk je als je het boek in handen neemt: Zo'n titel al. En zo'n omslag met een ansicht kaart van een schip op volle zee, de Bot- haniaburg heet het. De vorige roman van Bert Jansen, „Verder naar het noorden" schiet je in gedachten, een volwassen boek, met een gespannen constructie, waarin de zee en gebeurtenissen op een boot centraal stonden. Belooft dat inder daad wat? Nou, de Zweedse meisjes van de titel ko men er voorlopig niet aan te pas. Pas in het laatste deel van het boek is er een Zweeds meisje, dat uiteraard Gunilla heet en „Jeg elsker dig" zegt, wat zoals we al lemaal weten, zoveel wil zeggen als „ik hou van je", een grote liefde dus, die di rect toeslaat tussen ik, die in Göteborg, of Jottabor (zoals elke wereldreiziger het uit spreekt) aan het passagieren is, en het meisje dat in een soort commune woont. Liefde, wanhoop. Plichtverzaking, geluk. De allereerste sexervaring. Volwassen worden. Voor het zover is, gaat de ik een lange weg, voornamelijk zonder verder te ko men. Bert Jansen legt verslag af van die weg, van dag tot dag, van uur tot uur. Het verhaal begint bij het vertrek van de ik van het ouderlijk huis, waar hij breekt met zijn verleden: hij maakt zijn studie aan de kun stacademie niet af, want hij gaat varen, uit de provincie reist hij naar de randstad, waar hij aanmonstert op een klein schip, dat binnenkort uit zal varen naar Zweden. Het is het bekende verhaal: Het broekie aan boord. De bootsman zorgt er wel voor, dat het hard tegen hard ontgroenen wordt. De fidele koksmaat stopt hem wel wat etra lekkers toe of brengt een paar boterhammen: met de andere buiten staanders aan boord de Sengalese be- manningslieden, sluit hij een soort vriend schap: de tweede stuurman valt hem om pas later duidelijke redenen alsmaar las tig. Enzoverder. Pesterijen bij de maaltijden aan board. Meniën van roestig ijzerwerk. Roeien van en naar het schip. Touwladders beklim men. de boeg schilderen. Eindelijk de af vaart. De zeezieke hutgenoot, een slappe jongen. Kortom, alles wat je maar kunt be denken kom je tegen in dit boek. Ketelbin kie is weer terug. Op pad naar Zweden, naar de erotiek en het avontuur. Geen de tail wordt de lezer bespaard, geen uur overgeslagen, meer dan 200 pagina's lang. Lekker lezen, dat wel, een ouwerwets jon gensboek zou je zeggen, in ieder geval een echt leesboek van vroeger. Een veelzeggende roman is „Zweeds meisje" bepaald niet. Jammer, want Bert Jansen kan over de zee en mensen op zee bepaald overtuigend schrijven. JAN VERSTAPPEN Bert Jansen: „Zweeds meisje". Uitgeverij Bert Bakker. Prijs 27,50

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19