Durf is doorgebroken in URN HIK Ur de komende wintermode „Ik maak geen kleren om in weg te gaan, maar om mee binnen te komen" Hostesses zonder landsgrenzen KORT OVER LANG EN LANG OVER KORT In september aanstaande zal de internationale „Ecole d'Hostesses Tunon" aan de Haagse Alexanderstraat 23 haar derde leerjaar ingaan onder leiding van mevrouw Hoying-Tarroux, geboren Franfaise, gehuwd met een Nederlandse advocaat. De school maakt deel uit van een Franse keten van twin* tig instituten waar men jon ge meisjes, doorgaans met een middelbare schooloplei ding (in ons land havo) voorbereidt op een gast vrouwenfunctie in luxe ho tels, bij reisbureaus, lucht vaartmaatschappijen, V.V.V.'s, kortom bij instel lingen en op plaatsen waar de leiding erop gesteld is dat gasten adequaat worden opgevangen en problemen moeiteloos, met kennis van zaken en met tact worden opgelost. Vraag aan mevrouw Hoying, nog steeds trés Frangaise, in een beeldig lichtblauw pakje, shawl van Hermès om de hals: welke situaties kunnen zich voordoen waar de hostess uitkomst moet brengen? „In een -hotel komt een ge waardeerde gast, die al meer dan tien jaar dezelfde kamer heeft waarin ze haar hondje mag meenemen. Bij een nieu we directie is dit niet meer mogelijk. Honden worden niet meer toegelaten". Een netelige kwestie voor de jonge vrouw met de erebadge „Tu non" op haar blauwe uniform. De gaste is niet de makkelijk ste... Voorbeelden te over". Op de school met 'n één- of tweejarige opleiding nemen twintig docenten, academici en vakmensen op het gebied van inkomend en uitgaand toerisme (V.V.V. - A.N.W.B.), een groot aantal vakken voor hun rekening. Talen spelen natuurlijk een hoofdrol. Ver der wordt behalve aan excur sies ook veel aandacht besteed aan gesprekstechnieken. Men werkt bij de opleiding vaak met „cases", een rollenspel. Hans Korenromp (43), een erg enthousiaste leerkracht, heeft voor dit doel een onuitputte lijk aantal „cases" in huis. Bij voorbeeld: man en vrouw zit ten naar de televisie te kijken. De een kiest voor voetbal, de ander voor politiek. Wat doen ze om de zaak zodanig op te lossen dat ieder aan zijn trek ken komt? „Het thema agressie staat bij mij boven aan de lijst", zegt Hans Korenromp. „Het is ac tueel. Hoe kun je jezelf op een nette manier handhaven? Die cursus „assertiviteit", laten we dit nieuwe woord maar eens Tunon-hostesses op bezoek bij de NOS. Laurence Lachal, een Tunon-hostesse van de Ecole J Paris, overhandigt hier een pen aan Giscard d'Estai wanneer hij een van zijn vele handtekeningen moetk ten. fé gebruiken, is erg instructief. We hebben video-apparatuur ter plekke die zo'n hele in scène gezette situatie meteen opneemt, zodat de leerlingen zichzelf later op een film zien. Op die manier kunnert ze zichzelf gadeslaan bij het op lossen van klachten en aan de hand daarvan kritiek op zich zelf of hun medeleerlingen uitoefenen". „Gemotiveerd zijn is een eer ste vereiste. Onze opleiding is sterk op de praktijk gericht en we verwachten van onze meisjes dat ze van aanpakken weten en graag diensten wil len verlenen op een gracieuze, effectieve en tactvolle manier. Kortom ze moeten geen be zwaar hebben tegen dienst baar optreden". Tijdens de opleiding organise ren de Tunonscholen (de eer ste werd 15 jaar geleden in Monte Carlo opgericht door een zekere heer Tunon) bui tenlandse stages, zodat de leerlingen de nodige ervaring kunnen opdoen. „Veel me laa maken daar dan dusdaiid; contacten dat ze later elifde een baan kunnen krijgen, 'eri toekomstmogelijkheden goed". ebc hc Het aardige van de Fr<4j n scholenketen is dat leerlin le met een redelijke talenkefo v. bij een tweejarige cursus studie aan een der an< 0I scholen in het buitenl kunnen voortzetten en noods afmaken. Van Haag dus bijvoorbeeld i V Lyon, Parijs, Nantes, To'v Genève, Madrid enzovc De meisjes die de school Brussel bezoeken zijn bijv(*ASl beeld voor de helft afkonw? uit Nederland. Momenteel Ph de Haagse school 125 leer gen uit het hele land, ?ki straks hun plaatsje in de i jd ristische wereld gaan ver len. Voor de cursus 1980' 'tni die in september begint, i-1 inschrijving inmiddels ®fï pend. BINNENLAND LEIDSE COURANT VRIJDAG 23 MEI 1980 PAGI DOOR TINY FRANCIS PIERRE BALMAIN: Loden wollen pakje van De Luca met een ballerina-rokje, kort, wijd en plooiend. andere manier staat die vor stelijk over bijvoorbeeld een vliesdunne, nauwe, korte, on- verhullende jersey tuniek (Thierry Mugier), die hij door zijn volumineuze lijn zeker „achtenswaardigheid mee geeft. Het idee van Tarlazzi om lange mantels over shorts te laten dragen maakt korte broekrokjes aanvaardbaar voor de winterdag. Mantels hebben tal van lengten: van drie kwart tot zeven achtste. Sommige zijn net lange ves ten, andere korte jassen. Vele Van Montana deze kleine, witte wollen, knielange man tel met reuzenkraag, man chetten, een lage ceintuur en grote zakken. halen nét niet de knie, zodat er een stukje japon onderuit flipt. Deze jassen zien er uit of ze seizoenen lang meegaan en vele trends zullen overleven. Ze zijn meestal slank gesne den, maar toch comfortabel. De schouders zijn rond ge vuld, de kragen groot (soms stervormig). De klassieke trenchcoats en duffels horen tot deze categorie. Pelerines zijn er ook, met ronde zomen. Veel jassen maken deel uit Een geruite tweed golfbroek met jasje. Daarbij worden wollen kousen gedragen, die zeer waarschijnlijk terrein zullen veroveren. (Beretta). van een ensemble, maar kun nen ook apart gedragen wor den. Ze gaan over broeken en jurken. Met de broeken is het ook een mengeling geworden. Opeens schijnen wijde, lange broeken mode te worden, maar de meest verkochte zullen wel de bermuda, de knicker, de knie broek, de golfbroek, maar ook de taps toelopende pantalon tot boven de enkel zijn. De jurk heeft vele aangezich- Modekoning van het eerste uur (toen de stoffen nog „op de bon" waren), Pierre Bal- main, bracht een bliksembe zoek aan Slot Zeist om te genwoordig te zijn bij de presentatie van zijn parfum „Ivoire" dat komende herfst in Nederland te koop zal zijn. .Ivoire" is de naam die ik aan een droom heb gégeven", ver telde de grote man tijdens zijn welkomstwoord in onberispe lijk Engels. „Toen ik nog erg jong was speelde er al een vluchtig droombeeld door mijn hoofd. In Savoye was 't, want daar ben ik geboren. Ik hield erg van bleke tinten, tinten die je eigenlijk geen naam kunt geven, maar waarin ik steeds een geheimzinnige vrouw gehuld zag gaan. Later, aan het Comomeer, leek het alsof zij wandelend langs het water, gekleed in die onbe stemde kleur, liep te peinzen. En ook in Bangkok, dat ik aandeed toen koningin Sirikit van Thailand mij in 1960 tot haar kleermaker benoemde, zweefde die vrouw mij voor ogen. Ik ben altijd door het verre oosten gefascineerd ge weest (Balmain maakt dan ook jaarlijks twee „bedevaarten" daarheen). Ik zag haar weer in mijn geest, gehuld in een licht zijden gewaad. Totdat ik haar werkelijk ontmoette, op de trappen van de Opéra in Pa rijs: frêle, zorgeloos, elegant en hautain. Maar ze verdween in het duister. Ik zal nooit weten wie ze is geweest. Maar om haar beeld te eren heb ik mijn nieuwe parfum „Ivoire" ge noemd. Dit is een beetje de kleur die het beste bij mijn droomvrouw past". Woorden van een romantisch man, be roemd en zonder veel ophef hard werkend als de spil van het ontwerp-gebeuren onder zijn naam, de teugeltjes vast in handen houdend. Bent u een beetje chauvinis tisch? „Ik geef toe dat ik er trots op ben een Fransman te zijn. Mijn geboortestreek Savoye is in 1860 Frans geworden. Ik denk in mijn werk zo natio naal dat ik eens een paar so kophouders in de nationale driekleur heb gemaakt voor een Franse ambassadeur. Die worden nu nog in mijn 13 bou tiques verkocht". Vijf en dertig jaar staat de nog zeer vitaal uitziende, bijna kaalhoofdige Balmain aan de top van zijn concern dat als een heel klein bedrijfje in 1945 is begonnen met zestien mede werkers. „Op de dag van mijn eerste show had ik bijna slaan de ruzie met een hoge politie officier, die ons uit de enige etage aan de Rue Francois wil de zetten die niet door het mi nisterie van economie gevor derd was en daarom door ons was gehuurd. Maar ik week geen duimbreed. Op 12 okto ber gingen wij open en ontvin gen inkopers uit andere lan den..." „Wel hadden we in het bedrijf vaak last van stroomstoringe."» in die na-oorlogse tijd. Daarom gebruikte men acetyleenlam- pen om bij te werken. Geen ongevaarlijk spul, want eens raakte een prachtig met de hand gemaakt tulen toilet in de brand. Op de dag van leve ring nog wel! De klant zei de hele bestelling af. Vijf jurken. Dat was een ramp die ons op de rand van het faillissement bracht. Maar goed, men her stelt zich en geluk heb ik altijd gehad. Diep in mijn hart ge loof ik dat ik mijn snelle suc ces te danken had aan het feit dat ik vlak na die sombere oorlogsjaren weer een vleugje vrouwelijke elegance in het le ven bracht. Alle zwier was vergeten, maar toen herinner de men zich weer hoe het voor de oorlog geweest was...". Balmain heeft veel vrouwelij ke staatshoofden gekend en gekleed: keizerin Nagako van Japan, prinses Marina van Griekenland. „In de week dat zij trouwde met de Hertog van Kent werd ik aangetrokken door Molyneux, die haar bruidsjurk had ontworpen". Mode wat is dat? „Het is de vorm die door de eeuwen heen de verbeeldings kracht van de mensen datgene geeft waardoor hun manier van leven wordt bepaald. De ontwikkeling van de kleding is een van de uiterlijke ver schijningsvormen daarvan". Wie Balmain zegt, denkt aan kwaliteit. Als haute couturier moet het „verschijnsel bouti que" hem toch niet zo na aan het hart liggen, al moeten de Parijse modekoningen stuk voor stuk het hoofd buigen voor pret-a-porter-ontwerpen. Kun je tegenwoordig nog met haute couture je brood verdie nen? „Nee, en zeker niet met de honderdvijftig mensen die wij hier hebben. Ons doel is pret- a-porter in de middenklasse te ontwerpen, zodat deze in onze nieuwe winkels voor veel vrouwen bereikbaar zal zijn. Wij beschouwen onze bouti ques en exclusieve verkoop punten als onze „pilot stores". Ze voeren een assortiment dat uit uiterst luxueuze produkten bestaat. Want de Parijse klan ten willen kwaliteitsbewust kleren kopen, kleren die vlak tegen de haute couture aanlig gen". Kunnen jonge mensen nu ook in uw boutiques kleren of par fum kopen of is dat voor hen te duur? Balmain gaat op deze vraag uitgebreid in. „Het is ongeloof lijk wat jonge mensen in Frankrijk tegenwoordig kun nen uitgeven. Ze beschikken over veel geld. Wij als jongens waren al blij als we een fiets hadden. Tegenwoordig hebben ze op hun twintigste al een auto. En nog niet eens een slechte. We leven nog steeds in welvaart. Denkt u dat wij als jongelui zoveel voor ons ver maak konden uitgeven als de jongens en meisjes van nu? Een paar francs per week kon je van je ouders krijgen en daar moest je 't maar mee doen. Ik verbaas mij steeds over het bestedingspatroon van de jeugd, laten we zeggen in grote delen van Europa. Ze kunnen kopen wat ze willen. In Frankrijk hebben veel jon gens bijbaantjes, die aardig wat opbrengen. Of ze dat geld alle maal zelf mogen houden? Ik Pierre Balmain: „Haute couture heeft een taak te vervullen en er is een markt voor..." weet het niet, maar de bedra gen die er aan grammofoon platen, kleren en nouveauté's, aan clubs en feestjes worden uitgegeven, doen nog altijd denken aan leven in een wel vaartsmaatschappij". De toekomst ziet Balmain voor de haute couture niet somber in. „Er zullen altijd vrouwen zijn die haute couture willen kopen en er geld voor over hebben. Het zullen alleen niet altijd dezelfde vrouwen zijn. Momenteel beschikken we over een lijst van zo'n duizend cliënten die zowel voor haute couture als voor andere luxu euze produkten geld over heb ben. De hogere kleermakers- kunst zal nooit wijken voor luxe boutique-collecties. Haute couture heeft een taak te ver vullen en er is een markt voor". „Maar elk bedrijf, vrijwel in elke sector, wordt na vijf jaar met tegenslagen geconfron teerd. De komende zie ik kalm onder ogen. Het zijn voorbij gaande pijnaanvallen... Na tien of vijftien jaar volgt dan een nieuwe crisis. Dan is het nood zakelijk om een duidelijker positie in te nemen om de vol gende mijlpaal te kunnen ha len... De doelstelling moet ver breed worden en het verkoop- volume vergroot. Het moeilijk ste is je tactiek op de markt af te stemmen en tegelijkertijd je exclusieve prestige te houden. Ik ben door al die fasen heen. Maar ik heb dan ook meer dan dertig jaar kunnen bewijzen dat wij alle problemen aan kunnen. Misschien heb ik mij juist door de uitdaging van de problemen beter kunnen handhaven!". Hier was de zakenman Bal main aan het woord. Op de vraag welke kleur hij de mees te kans geeft voor het komen de winterseizoen, spreekt weer de romanticus. „De kleur van de kleren voor de Somerset Maugham-vrouwen: bleek, ivoor en pastel. Het is nu een maal zo dat in het vooijaar de natuur om felle kleuren vraagt. Tegen de winter ver vagen, verzachten ze. Mode is „a story of emotion". En dan opeens: „Ik maak geen kleren om in weg te gaan, maar om mee binnen te ko men". De trend kort over lang en omgekeerd is duideljk aanwe zig, alhoewel niet altijd even flatteus. Ze gaat tegen elk ge zond verstand in. maar wordt daarentegen met zoveel over tuiging gebracht dat er autori teit van uitgaat. Sommigen zullen geschokt zijn als ze kennis maken met de bijna vormloze jurken, soms tot bo ven de knie en met brede schouders; anderen zullen er verrukt van zijn. Eindelijk echter weer coupe, meesterschap en inspiratie, al is het naar de klassieke opvat tingen niet altijd mooi. Vooral de jonge stylisten tonen een ongebreidelde fantasie. Ze zochten het in uiteenlopende richtingen, in nieuwe vormen en materialen. Welke tendens blijft, daarnaar kan men ra den. Ideeën en suggesties zijn er genoeg: rokken boven de knie (zwemend naar mini), maar ook halflange en enkellange rokken; brede en smalle schouders; nauwe en wijde broeken, pakjes met uitstaan de ballerinarokjes; jurken zonder taille met een korte overslagrok; japonnetjes uit de dertiger jaren met korte rok, bloesend bovenstuk en cein tuur om dè heupen (Chloë). Er heerst bijna verwarring door de veelheid van alterna tieven en de vrouw zal ko mende winter goed moeten kijken wat haar staat. Met de knipoog naar de mini- mode is de enkellange jas een verrassing. Maar op de een of Een kapitale camel-j Mugier, die over een i dun jukje tot boven dc[fl of een shortje kan gedragen. Michel Goma laat onder dit grijs wollen torsojurkje een volant fladderen tot op de knie. Kraagje en manchetten zijn van zwart fluweel. ten. De materialen zijn, in te genstelling tot die van de mantels, dun en vloeiend. De japonnen volgen de lijnen van het lichaam of zwieren wijd uit. Ruit-dessins staan aan de top (Valentino), zakjurken zijn meestal in unikleur. Er is ruime keus in breisels als ja- quard sweaters (Daniel Hech ter) in multicolour. Grote flo rale dessins, vage Paisley's, spikkeltjes, noppen, windedie- ren-prints, geometrische figu ren en kubistische motieven wisselen elkaar af en horen Deze lengte zal komende winter veel worden gezien. Een geheel zwarte tailleur van velours, die reikt tot hal verwege de kuit. (St.-Lau- rent). allemaal bij het winterverhaal voor het slapen gaan... Sonia Rykiel heeft misschien de mooiste jaquards in zwart wit en beige-zwart. Dorothy Bis werkt veel met kleurige jaquards in contrasttinten. Kenzo komt met bloemige ja- 3uards en Claude Montana en e Luca zijn in voor de folklo- relook met... dirndel. Tiroolse charme in rok- en kniebroek- Esn wjjd uiulaande japJ pakjes, ook erg geschikt voor peruviaan58 stijl van vrije weekends m de bossen st.-Lauront. Do fel roo« jSf? ten ,uite banen zi'n a,9e2©n «ocar- «l-TMoe rUCh©9. naar vergeten dorpjes. Sweaterjapon van Sonia fly- kiel in gekleurde, gestreepte wol, afgezet met kleine ru ches. De zijsplitten laten een knielange groene broekrok zien. Een enorme geruite cape voltooit het ensemble. Parijse stylisten hebben het de inkopers voor het ko mende winterseizoen niet gemakkelijk gemaakt. Het zal een toer zijn de juiste beslissing te nemen over de brandende vraag welke kle ren straks in Nederland zul len aanslaan. Er hangt dui delijk nieuws in de lucht: durf is doorgebroken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 16