i
OPVOEDEN IS ZO MOEILIJK NIET.;..
Siciliaanse
vrouwen
strijden tegen
„water" mafia
Ouders van Nu
al twaalf en
een half jaar
deel van
kinderuitzet
Rita Kohnstamm, hoofdredacteur van Ouders
van Nu: „Ouders moeten zich niet door op
voedkundigen de wet laten voorschrijven,
maar zich laten leiden door hun gezond ver
stand..."
terugleest, wordt ze wel bekropen door een go-
voel: nou nee, daar sta ik niet meer achter.
„Dan denk ik, eigenlijk hebben we de ouders
toen de stuipen op het lijf gejaagd. Daar is jouw
kind, het wordt jouw produkt en als er iets mis
gaat, ligt de schuld bij jou. Tegenwoordig pas
sen we er ontzettend voor op dat we ouders
schuld aanpraten. Nu proberen we uit te leggen:
een kind heeft zijn eigen aard en jullie hebben
je eigen aard, die komen samen en dat kan
soms verdraaid moeilijk zijn. Zoiets werkt veel
geruststellender. We merken het ook. We horen
ouders letterlijk zuchten van verlichting slaken,
nu ze verlost worden van het ingebrande idee
dat probleemkinderen altijd de schuld van de
ouders zijn".
Ondertussen blijft veel opvoedkundige voorlich
ting nog steeds te apodictisch, te stellig, alsof
men de wijsheid in pacht had, vindt Rita Kohn
stamm. Flauwekul, roept ze. „Neem het stand
aardvoorbeeld van een echtpaar dat mensen op
bezoek heeft. De kinderen zeuren er tussen
door, zijn lastig, onderbreken voortdurend het
gesprek. Hele generaties ouders leven in de
veronderstelling dat ze er niets van mogen zeg
gen. De kinderen geven er immers mee te ken
nen dat ze behoefte hebben aan contact. Ver
bieden zou fout zijn. Ik vind dat mesjogge. Je
zou het toch van geen mens pikken dat je zo
lastig gevallen wordt? Dan zeg je toch ook:
goeiedag, maar ik ben toevallig met iets anders
bezig? Ouders moeten zich niet door opvoed
kundigen de wet laten voorschrijven, maar zich
laten leiden door hun gezond verstand en hun
eigen voorkeuren. Wat past het best bij mij?
Dat uitgangspunt proberen we in ons blad te
hanteren".
Vierkant afgewezen
Men proeft het reeds: voor anti-autoritaire op
voeding moet men niet bij Rita Kohnstamm of
Ouders van Nu terecht. „We hebben dat altijd
vierkant afgewezen", zegt de hoofdredacteur
(niet hoofdredactrice: een veel te lelijk klinkend
woord, vindt ze). „Ik kan er vreselijk pissig om
worden als ik in allerlei periodieken lees: kinde
ren zijn pas gelukkig als ze rommel kunnen ma
ken, en wanneer ze dat niet mogen, is de moe
der een stomme trut. Pedagogen die zo schrij
ven, ja, die hebben een prettig huis, net als ik.
Maar denken ze ook aan een vierkamerflatje?
Voor veel mensen die daar wonen, is het fijn om
leuke spulletjes te bezitten, mooie dingen om
naar te kijken".
„Kort geleden zaten ze nog in armoedzaaierige
optrekjes. De nieuwe behuizing betekent emo
tioneel iets voor ze. Moet je dan gaan roepen:
ha, uw kind mag niet eens treintje spelen met
de stoelen van de eethoek of dansen op het
bankstel? Ik vind dat van een enorme betutte
ling. Én laat de kinderen in zo'n flat rustig hun
rommel opruimen voordat het gezin aan tafel
gaat. Ze krijgen er echt niets van. Dergelijke ge
dachten verbreiden we ook in ons blad. We pro
beren zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven.
We passen ervoor op onze eigen normen en
waarden aan anderen op te leggen".
PIET SNOEREN
gekropte woede. Zo lang al wacht Palagonia tevergeefs op het
beloofde waterleidingsysteem. De vrouwen vergaten haar tradi
tionele Siciliaanse onderworpenheid. Ze trokken zich ditmaal
niet, zoals de ongeschreven maar onaantastbare Siciliaanse wet
ten het willen, zwijgend terug in hun huizen maar gingen over tot
de daad. Op zichzelf is dat opmerkelijk in een land, waar zeden,
gewoonten en bijgeloof eeuwenlang onveranderd zijn gebleven.
Het was ook een doorbreken van een uit onomstotelijke tradities
gegroeide situatie, waarin de vrouw zich beperkt tot hard wer
ken, het krijgen van veel kinderen en verder het zwijgend accep
teren van de nukken van de mannen.
Waterarm
Sicilië, bijna zo groot als Nederland, is waterarm. Wanneer ech
ter het beschikbare water efficiënt zou worden gebruikt, zouden
er geen grote tekorten hoeven te bestaan. Op het ogenblik heeft
het eiland jaarlijks 2,2 miljard kubieke meter water nodig. Er
vloeien echter slechts 7,5 miljoen kubieke meter uit de kranen.
Toch voeren heldere bergbeken grote hoeveelheden water af
naar de zee, soms zoveel dat er overstromingen ontstaan. In Tra-
pani vielen daarbij in 1976 nog zestien doden en in Avola drie.
Dat water had opgevangen kunnen worden in bekkens en stuw
meren.
De „Casa per il Mézzogiorno", het ontwikkelingsfonds voor Zuid-
IValië en de eilanden, dat hoofdzakelijk wordt gevoed door de
welvarende gebieden van het noorden en tegenwoordig ook door
de EG-partners, heeft in 1974 drie miljard lire 7,5 miljoen gul
den uitgetrokken voor een verbetering van de waterhuishou
ding in deze streek. Waar het geld aan besteed is, valt moeilijk te
zeggen, in elk geval niet aan de watervoorziening.
Toch kent Sicilië voorbeelden van geslaagde ingrepen in de wa
terhuishouding. Bij Catania leidt de autoweg tegenwoordig ruim
een uur lang door onafzienbare jonge citrus-boomgaarden, die
bevloeid worden door middel van een vernuftig bovengronds Irri
gatiesysteem.
Buisleiding
In Palagonia weet men dat en men vraagt zich af, waarom er in
deze vruchtbare maar droge streek niets gebeurt. Het meer van
Ogiiastro is niet ver weg. Met een buisleiding konden alle proble
men van Palagonia worden opgelost, maar die leiding komt er
niet zo lang de gevestigde machten de teugels in handen hou
den. Zij zijn er bij gebaat dat de watervoorziening wordt geregeld
door de bezitters der particuliere waterbronnen, de „padroni dek
l'aqua".
Hardop worden de namen genoemd van generaal Tutino, van
Pirracchio en van Caloaterra, allen grootgrondbezitters, die het
schaarse water van „hun" bronnen en beken naar eigen inzicht
verkopen. Tot half april leveren ze water aan de bewoners van
Palagonia. Dan worden de sluisjes dichtgedraaid en wordt het
water naar de akkers en boomgaarden van hun pachters geleid.
Die moeten een miljoen lire 2500 gulden betalen voor het
bevloeien van een hectare grond.
In gesprekken met bewoners van Palagonia komt telkens een
woord naar voren dat een begrip omvat. Dat woord is „mafia".
Het is de aloude „societè degli amici", de clan van de „uomini dl
rispetto" (achtenswaardige mannen) zoals ze zichzelf noemen,
die ook de waterhuishouding in de hand heeft, tot in de 130 van
de 380 Siciliaanse gemeenten toe waar deze is toevertrouwd aan
de semi-overheidsinstelling „Ente Aquadotti Siciliano" EAS. Het
is een publiek geheim dat het duizendkoppige personeel van de
EAS merendeels bestaat uit ambtenaren met een vage maar
goed gehonoreerde functie, terwijl er een tekort bestaat aan
technici en experts.
Op een muur in Palagonia werd deze week in rode letters de leu
ze gekalkt: „Palagonia wenst rechter Cardaci".
Cardaci is de rechter die de christen-democratische burgemees
ter van Palagonia, Nicoló Nicoletti liet arresteren. Als beheerder
van een regionale kredietinstelling had hij leningen verstrekt aan
„amici degli amici" van wie hij wist hoe weinig kredietwaardig ze
waren.
Burgemeester Nicoletti verkocht aan zijn gemeente ook een wa
terput voor anderhalf miljoen gulden. Die put draagt thans bij
aan de watervoorziening van Palagonia en levert... vijf liter water
per seconde. Tenminste, zo lang de lange, hete zomermaanden
niet zijn aangebroken...
i PIET TUMMCRS
ONDERWORPENHEID
MAAKT PLAATS VOOR WOEDE
LAGONIA (Sicilië) Op een zondagmorgen in april zijn de
luwen van Palagonia hef beu. Allerminst vertederd door de
llijke aanblik van boomgaarden vol bloeiende prunussen en
landelbomen, waarin het 15.000 inwoners tellende stadje op
zuidflank van de Etna ligt ondergedompeld, trekken ze in
ar zwarte schorten op naar het gemeentehuis. Er vormt zich
n krijsende, vuisten zwaaiende menigte. Gerinkel van bra
nd vensterglas weerklinkt. Even later verduisteren zwarte
okwolken de blauwe hemel en de stralende zon. Er slaan
immen door het dak van het gemeentehuis. Hetzelfde lot is
partijbureaus van de christen-democraten, de communis-
n> de socialisten, de republikeinen, de radicalen en de tas
tten beschoren. Vervolgens komt het morsige kantoor aan
beurt van de Sogesit, de instantie die de bijdragen uit het
meentefonds verdeelt. Binnen het uur zijn de gebouwen
randerd in zwart geblakerde muren met holle gaten en een
toulende inhoud. De Siciliaanse Vespers uit 1282 hebben na
tven eeuwen een Palagonische variatie gekregen.
e brandweer van Palagonia komt niet eens in actie. Bluswater
'er immers toch niet voorhanden. Er is niet eens voldoende
rinkwater in het stadje of water om de groentetuinen, de boom-
n wijngaarden te bespuiten.
oen de vrouwen de vorige dag van heinde en ver met emmers
n °P het hoofd gedragen kruiken naar de centrale punten trok-
rfKen, om water te tappen aan de tankauto's uit Catania, bleek dat
bolwormen te zitten. Toen ontlaadde zich de in dertig jaren op
Eltern op de markt verscheen en prompt een
succes werd. Men waagde de stap ook Ouders
van Nu op te zetten als een tijdschrift van allure,
compleet met vierkleurendruk. Binnen drie
kwart jaar steeg het aantal abonnees tot
100.000; voor een maandblad heel bijzonder.
Nu schommelt de oplage tussen de 140.000 en
150.000 en men is er na de eerste euforische
hoop dat bomen tot de hemel konden groeien
tevreden mee. Men heeft een verzadigings
punt bereikt, want kleinere gezinnen betekenen
dat het blad minder lang gelezen wordt, maar
het is een comfortabel punt. „Mensen die een
baby krijgen, nemen Ouders van Nu in huis",
constateert Rita Kohnstamm. „Het blad vormt
gewoon een deel van de uitzet. Daarom zorgen
we ervoor dat aanstaande en jonge moeders in
elk nummer wel iets van hun gading vinden, iets
waarvan ze zeggen: fijn dat ik het weet. Maar
we zijn beslist geen babyblad. We streven er
naar een zo breed mogelijk terrein te bestrij
ken".
Handicap
Waarmee onmiddellijk een hancficap wordt
blootgelegd de moeilijkheid namelijk om zin
nige informatie over grotere kinderen te ver
schaffen. „Daarover is veel minder bekend",
verzucht Rita Kohnstamm. „Altijd, ook in de
psychologie, gaat de aandacht uit naar het jon
ge kind. Hoe ouder, hoe dunner de soep. Neem
de puberteit. Wat je vindt, is een eindeloze her
haling van ideeën uit het verleden die absoluut
geen voeling hebben met de huidige werkelijk
heid. En dat is niet voor niets. Je mag het geen
luiheid van de dames en heren psychologen of
pedagogen noemen. Het is gewoon verschrikke
lijk moeilijk".
De oorzaken liggen volgens Rita Kohnstamm
voor de hand. Zo springen veranderingen die
zich bij kleine kinderen voltrekken, onmiddellijk
in het oog. Eerste lachje, eerste woordje, eerste
stapjes, eerste droge luier. Allemaal zeer duide
lijke markeringen in een ontwikkeling, zeer alge
mene ook, makkelijk te vatten en dankbaar om
over te schrijven. Bij het grotere kind spelen de
ontwikkelingen zich veel sluipender af. Ze zijn
moeilijker vast te pinnen. „U noemt de eerste
kus een duidelijk markeringspunt? Jawel, maar
een ondernemend meisje van twaalf dat haar
eerste kus geeft of een schuchtere jongeman,
die het pas op zijn zestiende aandurft (als die er
nog zijn), dat maakt een geweldig verschil. Bij
opgroeiende kinderen heb je een veel grotere
variatiebreedte".
Er bestaan geen eigentijdse boeken over grote
re kinderen. Er zijn geen onderzoeken naar ge
daan met interessante uitkomsten. „Ik merk het
telkens weer. Het enige handvat dat je hebt, zijn
de ervaringen van je omgeving, van vriendin
nen, buurvrouwen. Terwijl de behoefte aan on
derzoek best groot is. Maar hoe moet je het
doen? Neem nou de vraag: wat denk je van je
toekomst? Die kun je ze voorleggen, maar wie
zijn „ze"? Grotere kinderen vormen, in tegen
stelling tot kleintjes waarop je in meerdere of
mindere mate algemeenheden kunt toepassen,
geen groep. Het zijn uitwaaierende mensen. Als
ik die oude theorieën hoor over het zich lang
zaam ontwikkelen naar zelfstandigheid, dan zeg
ik: ja het geldt misschien voor iemand die tot
zijn achttiende op school zit. Maar geldt het ook
voor werkende jongeren...? Natuurlijk proberen
we over grotere kinderen te schrijven, maar het
blijven fragmentjes, het is altijd impressionis
tisch. Verder dan een interview, een karakteris
tiek, kom je niet. Ik voel dat als een duidelijke
leemte, ja. Maar de diversiteit is te groot. Je
kunt in algemene termen schrijven over een
baby van tien maanden en over een kind van
tien jaar kun je dat niet, want dan heb je
opeens met allemaal verschillende persoonlijk
heden te maken".
Eigen aandeel
Noch is schrijven over kleine kinderen een star
gebeuren. De invalshoeken, ook op weten
schappelijk terrein, veranderen steeds. Rita
Kohnstamm herinnert zich: „In onze beginjaren
heerste bij psychologen heel sterk de opvatting
dat je jonge kinderen alles kunt af- en aanleren
via negeren dan wel aandacht geven. Nu heb je
daarentegen een zeer duidelijke tendens om de
inbreng van het kind zelf te erkennen. Een kind
is geen willoos vormsel, maar levert in samen
spel met de ouders een eigen aandeel in zijn
persoonsvorming. Het is een wisselwerking tus
sen beide partijen en de aard van het kind
speelt er een belangrijke rol bij, net als de aard
van de ouders".
Wanneer Rita Kohnstamm stukken van vroeger
DEN HAAG „Zo moeilijk is opvoeden nou
ook weer niet" deze vertroosting zou Rita
Kohnstamm graag elke maand groot willen af
drukken op de omslag van het blad Ouders van
Nu, waarvan ze hoofdredacteur is. „Want", zegt
ze uit acht jaar ervaring op die post, „er wordt
vreselijk overdreven". Maar ook de vliegers van
hoofdredacteuren gaan niet altijd op.
„Ter ere van ons twaalf en een half jarig be
staan schreven we voor u een portret van het
jonge gezin van nu", lezen we op de voorflap
van het jubileumnummer. Dan, in Vette rode let
ters: „Kinderen: het lastige geluk". Dus toch
moeilijk?
Rita Kohnstamm verduidelijkt: „Er wordt de
laatste tijd erg veel over opvoeding gepubli
ceerd. Als gevolg van de kleinere gezinnen en
de meer bewuste keuze om al dan niet kinderen
te krijgen, is de neiging ontstaan kinderen als
iets bijzonders te zien. Ze zijn minder vanzelf
sprekend dan vroeger. En dikwijls hebben die
stukken de strekking: het is me wat; je zult
maar een ouder zijn! Dat vind ik fout. Daarmee
praat je ouders opvoedingsonzekerheid aan.
Wat wij proberen te doen, is gewoon informatie
over kinderen door te geven, want veel kennis
daarover is verdwenen. Vroeger, toen we in gro
te, nogal hechte familieverbanden plachten te
leven, kregen we automatisch met kleine kinde
ren te maken; broertjes en zusjes, neefjes en
nichtjes. Dat is voorbij en zo raakte de prakti
sche kennis weg. De overdracht van die verlo
ren praktische kennis, daar gaat het ons om. En
in dat kader roepen we: zo moeilijk is het nou
ook weer niet".
Verreweg de meeste bladen worden opgericht
omdat uitgevers een gat in de markt vermoe
den, terecht of onterecht. „Ouders van Nu"
vormt daar wat Rita Kohnstamm noemt „een
grappige uitzondering" op. Aan de wieg ston
den beroepsmensen: opvoedkundige, kinde
rarts, jeugdpsycholoog, onderwijskracht. Ze
hadden ontdekt dat er te weinig huis-tuin-en-
keuken-informatie over kinderen beschikbaar
was. Ze ondervonden bij hun dagelijkse werk
hinder van die leemte.
„Het is nu bijna niet meer voor te stellen", zegt
Rita Kohnstamm. „Overal in de damesbladen,
in de zaterdagbijlagen van de kranten, wordt te
genwoordig over opvoeding geschreven. Er zijn
ook veel onderzoeken. Maar twaalf en een half
jaar geleden bestond dat allemaal niet. Alleen
Libelle en Margriet deden incidenteel Iets".
Genoemde beroepsmensen dus die de behoefte
voelden aan een informatief blad ter ondersteu
ning van hun werk, stapten met het plan naar
een uitgever die ooit de periodiek „Moeder" het
licht had doen zien, volgeschreven door mannen
en vrouwen „uit het veld" zoals dat heet. Een
dergelijk stramien wilden zij ook en bij de be
trokken uitgever mocht men de nodige ervaring
verwachten. Rita Kohnstamm: „Hetzelfde uit
gangspunt hanteren we nog steeds. De nadruk
is blijven liggen op informatie, verschaft door
beroepsmensen en ouders. De redactie ver
werkt alleen de binnenkomende kopij. Het laat
ste woord berust bij mensen uit de praktijk. In
die zin kun je ons geen echt journalistiek pro
dukt noemen".
De oorspronkelijke opzet voorzag in een huis-
aan-huis-blad, gratis verspreid, bekostigd uit de
baten van advertenties. Een blad dat alle ou
ders zou bereiken. Het bleek financieel geen
haalbare kaart en men stapte over op de vorm
van een gewoon tijdschrift, zeer bescheiden
echter, bijna brochure-achtig. Het liep meteen
lekker, zijn onooglijkheid ten spijt. De beroeps
mensen zagen hun gelijk bevestigd. De behoef
te aan informatie bestond. Maar de klapper
kwam toen in Duitsland het fraai verzorgde blad