1,Emoties zijn loeilijk over [e dragen" =„Molensvan ■Yaticaan malen rjniet langzaam. gestaan stil" ort na het einde van de bijzondere mode van de Nederlandse bisschoppen Rome hebben wij kardinaal (illebrands gevraagd in een interview sn gedachten weer te geven over de mode. Door de volle agenda van de Irdinaal is dit gesprek uitgesteld, ilangs heelt het gesprek toch jatsgevonden. Wij geven hierbij de erslag daarvan weer, waarbij de •landelijkheid in tijd en ruimte, wellicht büijh een apart accent aan de gedachten liesl van de kardinaal kan geven, len liniii ster ARDINAALWILLEBRANDS IVER BIJZONDERE SYNODE ECHT Eigenlijk ziet kardinaal Willebrands interview niet meer zo zitten en dat is te be- |pen. We leven drie maanden na het einde van bijzondere synode van de Nederlandse bis- ioppen in Rome, en hij moet daarover al einde- s hebben gesproken, vaak in de verdediging Irongen. Wat al woordenstromen'hebben in- Idels over dat gebeuren gevloeid, wie zou er lt moe van worden? Hij zal er over blijven vertel aan wie daar serieus om vraagt, maar kan hij nog wat nieuws van zeggen? ;h wel, een kern, en daarvoor zijn niet zo bijzon- veel woorden nodig. Waarschijnlijk het belang- ;ste van die synode laat zich trouwens nauwe- meer in woorden vatten. wel geprobeerd. Een klein boekje, in hoop- groen gebonden, bundelt elf synode-documen- oök de slottoespraak van de paus op 31 janu- in de Sixtijnse kapel. Hij tekende daarin de in voorbije veertien dagen als „een gelukkige ['[tijd", een werkelijke heilsdialoog in diepgaande litwisseling van gedachten". De kardinaal heeft t«Sat toen onmiddellijk beaamd, de synode ge- schetst als een geestelijke gebeurtenis en het sa menzijn met de paus als „een kostbare en onver- fielelijke gave", bevestiging van wat hij tegelijk als menselijke gebeurtenis „onbestendig" noemde. Deonbestendigheid van het unieke tonDit woord en wederwoord doen terecht een ook «Zoeken naar iets wat hulp zou kunnen bieden naar grotere rijpheid, helderheid en vasthouden aan de sacramenten als gaven van de Heer". gen, want als hij dat niet zelf doet, staat menigeen klaar hem zijn teksten na te dragen. Is dat niet frustrerend voor een geboren Westfries uit een vrijgevochten gewest, waar men het liefst ronduit met z'n mening voor de draad komt? Hij heeft er geen moeite mee: „rechtuit, maar niet roekeloos". Zijn bisdom is het meest uitgestrekte van de ze ven, de provincies Utrecht, Overijssel en bijna heel Gelderland. „Ongeveer 950.000 katholieken en nog een paar miljoen andersdenkende burgers met wie een bisschop evenzeer contacten behoort te hebben. Maar wat zijn voor één persoon de werkelijke contactuele mogelijkheden? In Alfrinks jaren is het bisdom nog aanzienlijk gegroeid: hij consacreerde honderd nieuwe kerken, er kwamen tachtig parochies bij en waar steden zich uitbrei den, gaat dat proces door. De problemen zijn zwaarder dan een kwart eeuw geleden toen ze zeker in schijn minder intensief leken". Wachten op hulp Pastorale overwegingen staan dan ook voorop bij de studie over een eventuele nieuwe indeling van bisdommen, die in de synode is aangekondigd en het Utrechtse wel als eerste raakt. De kardinaal heeft al twee en een half jaar geleden om een paar hulpbisschoppen gevraagd, maar die nog altijd niet gekregen. De molens van het Vaticaan malen dan toch wel erg langzaam, zeg ik. Zijn reactie is spontaan: „Ze staan stil". Hulpbisschoppen zouden naast algemene deelta ken ook regionaal werkzaam kunnen zijn en dat kan wellicht uitgroeien tot zelfstandige ambtsge bieden, als die ook in sociologisch en economisch opzicht een leefbare eenheid vormen. „Maar dat moet nog systematisch en studieus door compe tente mensen worden bekeken". En zo is het met vrijwel alles waarover de synode in formuleringen van een soms tamelijk voorbarig klinkende stellig heid besluiten heeft gepubliceerd. Arbeiders voor de oogst In het eerste jaar van zijn nieuwe ambt heeft de kardinaal nog vier priesters mogen wijden, van wie drie voor zijn bisdom. Daarna niet éèn meer. Hoe moet dat dan verder? „De bisschoppen hopen dat zij een voldoend aantal priesters zullen vinden. Maar ook als er gebrek aan kandidaten is, belijden de leden van de synode hun vertrouwen in Hem, die de Heer van de oogst is en die arbeiders in zijn oogst zal zenden", zegt het slotdocument. Ik ben geneigd daarop ongelovig te reageren: is dit geen vermetel vertrouwen? „Nee", zegt de kardi naal, „want het is per slot van zaken ZIJN kerk". Maar natuurlijk mag je niet alleen afwachten. Hij heeft vorig jaar in Utrecht een huis gekocht en daar is sedert september samen met het bis dom Groningen onder leiding van rector Piet Rentinck, het Ariëns-convict gevestigd, waar zes theologie-studenten, met de intentie om priester te worden, een leefgemeenschap zijn begonnen. Zes: Willebrands is er erg blij mee en hoopt dat deze poging zal slagen. „Het priesterschap als sa cramentele instelling moet blijven. De kerk kan niet zonder gewijde priesters, maar zij kan even min zonder leken, niet louter in passieve status maar juist ook actief: het Vaticaans concilie heeft dat uitdrukkelijk bevestigd. Priesters hebben de hulp van professioneel gevormde pastorale wer kers nodig en dezen de dienst van de priester. Een bisschop kan leken een bepaalde zending meege ven en die kan zeer uitvoerig zijn. Naar een juiste vorm wordt gezocht, ook wat de rechtspositie be treft". Het woord zending valt hier niet nieuw, menigeen zal zich de Katholieke Actie herinneren. Pastorale werkers plegen, na hun benoeming door een bis schop, te worden geïnstalleerd door de deken, maar dat lijkt nog geen uniforme institutie. Kan dat als teken niet verder worden uitgewerkt? „Wel licht." Studie En de vrouw In het ambt? „Dat is een specifieke vraag, in engere zin, in de samenhang van een algemeen maatschappelijk en dus ook kerkelijk probleem, dat op het ter rein van de menswetenschappen ligt. De specifieke vraag is er een van de theologische studie". De kardinaal wil het standpunt door Rome ingeno men, verduidelijkt zien. Die studie gaat voort, zo wil ik begrijpen. Zo ligt het ook met de vastbeslotenheid van de bisschop pen „om te komen tot een heldere en evenwichti ge verkondiging van het geloof" en hun voorne men „om goede teksten voor de katechese te doen voorbereiden". Die formuleringen kunnen verbazing oproepen, want wat is er al niet aan teksten en methoden be schikbaar. En verkondigd wordt er ook, alom en dagelijks. De kardinaal bepaalt de oeverloze kwes tie wat nader. Hij denkt dat de problemen niet alleen liggen bij de verkondiging van de dienst aan de wereld vrede, rechtvaardigheid, het opkomen voor de ver volgden, de verdrukten maar niet minder cicht bij huis, de opvoeding bijvoorbeeld. Eind septem ber begint in Rome een algemene synode over hu welijk en gezin en dat zal, denkt hij, veel moeilijker liggen dan de synode van de Nederlandse bis schoppen was. Heeft de kerk een woord voor ou ders en kinderen van vandaag? Zoeken Die vraag komt rijkelijk laat, zeg ik. Ouders met. opgroeiende kinderen worstelen al jaren met hun onvermogen tot overdracht van geloof en levensvi sie. Ze hebben veelal hun eigen oplossingen moe ten zoeken, in elk geval proberen een band te be waren. Dat is een ontwikkeling volgen waarop men nauwelijks invloed heeft. En er verder maar het beste van hopen. „Misschien kunnen ook wij niet veel meer dan zoeken of er iets is wat hulp zou kunnen bieden", zegt de kardinaal en hij denkt aan een gezamenlijke inspanning van mensweten schappers, theologen, exegeten. En voor de kate chese zoekt hij grotere rijpheid na de vele experi menten en helderheid ook in kennisoverdracht. Er ligt na de synode nog werk voor jaren. De zor gen nijpen, maar de kerk leeft ook in een perspec tief van eeuwen. De kardinaal is veel onderweg, maar thuis is zijn kamer een zaal, waarvan de wan den nog altijd bespannen zijn met wat Henricus van de Wetering er liet aanbrengen. Buiten, boven de deur aan de Maliebaan, hangt het wapenschild van diens huidige opvolger, de 68ste sedert Willi- brord. „Veritatem in Caritate", luidt de spreuk, de waarheid beoefenen in de liefde, vertaalt hijzelf. Het heraldisch beeld is dat van een scherpsnij dend zwaard, door vlammen omgeven. Het tekent de kardinaal ronduit, een scherpzinnig man die het geloof der vaderen wil bewaren, maar geen waarheid wil of verstaat zonder liefde. Hoe het nu praktisch verder moet met bepaalde concrete punten die in het synodedocument slechts even zijn aangestipt het biechten 'bij voorbeeld is voor de kardinaal geen uitgemaak te zaak. Is een algemene absolutie werkelijk een sacramenteel handelen in het groot dat de per soonlijke biecht kan vervangen? De biecht is als sacrament een gave van de Heer en die gave wil hij niet kwijt. En zo blijft de Eucharistie, de ge meenschap van het altaar of de tafel des Heren hem heilig als teken van eenheid in geloof, waar door, zegt hij, „wij tezamen één lichaam vormen, dat is de kerk van Christus. Zolang wij verdeeld zijn is deze betekenis niet aanwezig. De gemeen schappelijke viering van de Eucharistie is geen be gin maar een eindpunt van de oecumenische ont wikkeling. De toekomst zal dit uitwijzen". De toekomst: hoe zal die zijn voor de kerk in Ne derland? „Zij ligt primair in Gods hand", zegt hij. „Zij zal dan ook meer dan van besprekingen, af hangen van gebed en daarin hebben alle gelovigen een opgave". Die kern is helder en wat de bisschoppen betreft: „Zij leven niet in vrees, maar in hoop en vertrou wen". TEKST: JAN ONSTENK FOTO'S: MILAN KONVALINKA »liji tra ve sp( w 3lll Bedachtzaam: „Rechtuit maar niet roekeloos". emotioneel sterk beleven vermoeden. Het is echter aan gevoelens eigen, dat zij doorgaans aan een onherhaalbaar ogenblik gebonden zijn en dus ver vluchtigen, de onbestendigheid van het unieke. En er is in elk geval weinig van emotie te vinden in wat als officieel slotdocument in haast naar buiten kwam: zesenveertig besluiten met een inleiding, een epiloog en drie aanvullende regelingen, door achttien handtekeningen plechtig onderschreven en geratificeerd. Het lijkt duidelijk, dat dit document maar een ge brekkige weergave biedt van wat de bisschoppen in Rome werkelijk hebben meegemaakt. „We zou den het materiaal eigenlijk een paar maanden mee naar huis hebben moeten kunnen nemen om het uit te werken", zegt de kardinaal. „De rijkdom van ons beleven zou dan beter tot uitdrukking zijn ge bracht". Maar hij voegt daaraan terecht toe, dat het uiteraard ook grote nadelen had om nog te wachten met een publikatie van resultaten als af ronding van de bijeenkomst. En dat zal iedereen verstaan die zich herinnert, hoe drukkend de span ning was waarmee naar die resultaten werd uitge zien. Emoties bleven versluierd Nochtans: wat jammer en dit is mijn eigen inter pretatie dat een unieke bewogenheid zo ver sluierd is gebleven en de aandacht zich vrijwel uit sluitend toespitst op de woorden van een docu ment dat zijn eigen leven is gaan leiden, nog maar Josjes verbonden met de achtergrond van zijn ont staan. Kon het anders? „Emoties zijn moeilijk over te dragen", zegt de kardinaal. „De bisschoppen zijn geen acteurs, die gevoelens nog eens kunnen naspelen". Dat is waar en het omgaan met gevoelens is ook niet de sterkste kant van de vaderlandse aard. En toch: waar de Geest werkt, zou men iets van de bezieling tastbaar willen zien, en is dat niet wat ve len, juist ook jongeren, missen in een kerk waar het verbale zozeer overweegt en een taboe-sfeer rond emoties maar moeilijk wordt doorbroken?. Hoe dan ook: woorden schieten vaak tekort en zo is het tevens met dat document vol besluiten, waarvan men na drie maanden zeker mag vaststel len het kan nauwelijks meer een verrassing zijn dat er nog maar een bescheiden allereerste be gin van uitvoering aan is gegeven: er wachten nog vele, vele maanden van studie, bezinning, overleg. Onafzienbaar Johannes, kardinaal Willebrands is alweer ruim vier jaar Alfrinks opvolger pis aartsbisschop van Utrecht. Hij is de zeventig bijna acht maanden voorbij, het is hem niet aan te zien. Zijn werkter rein is onafzienbaar, het eigen bisdom, de kerk provincie, wereldwijde oecumene, hoe houdt een mens ook zoveel reizen en trekken vol? Zo lang als het gaat moet ik het doen, zegt hij nuchter. Hij komt over als bedachtzaam, een diplomaat, hij moet zijn uitspraken wel op een goudschaaltje we

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19