Li esje Bos",
oudverzetsstrijdster:
Als we niets geleerd
hebben, zijn we verloren
-
Grootse antiekmarkt
in Groenoordhallen
KORTWEG
fAD/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 30 APRIL 1980 PAGINA 5
LEESHA ROSE HOUDT IN JERUZALEM
GENERA TIES BEZIG MET DE HOLOCAUST
Iriks
lissing
;bouw
en dat
lar evi
rhoolge
n waa
i wonc
iuur a
:r gebo
Cobra
/en o
Sater'
wetho
■t de
s jeug<
en. Bi
ers he
ïieuwh
ouw s|
vordei
JJ
ff
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
•ijfentwintig jaar lang
illes in haar hart en
lerinnering hermetisch
ipgesloten en bezonken
I iad bewaard, kreeg
laar zoon (van nog geen
Iwintig) z'n moeder
9 over, dat ze zich
jlootgaf. De jonge Rose
rei tegen haar: „Moeder,
e moet het er nu
?er va ^gooien. Het is van
j"ev> relang voor het
s zal lageslacht en de jeugd
n de vil het weten. U, als
IBC1 oodse vrouw, moet dit
te kui joen. Juist nu het
apan Jevaar de kop weer
JJgj ipsteekt". Leesha,
3eg dt ituderend en werkend
iljoen n Jeruzalem, een jonge
i guli (eneratie wijzend op het
__Jieldendom tijdens de
iolocaust, schreef rond
5 in tien maanden haar
iek „The tulips are
red". „Tien heel
ioeilijke maanden van
hrijven. Elk woord
as uitgesneden, als een
;tuk van mijn hart. Ik
ichreef het in 't Engels,
•en taai waarmee ik
;oen het gemakkelijkst
it de voeten kon nadat
ik 23 jaar in Canada en
de Ver. Staten had
gewoond", vertelt
Leesha nu, even terug in
Nederland om op 3 mei
-in Leiden aan mr.
.^Maarten Vrolijk,
„commissaris der
koningin in Zuid-
Holland, het eerste
exemplaar te
overhandigen van de
Nederlandse vertaling
/an haar boek, dat „De
ulpen zijn rood" heet en
uitgegeven werd bij
Servire b.v.in Katwijk.
Leesha Rose was van '43 tot
mei '45 de verzetsstrijdster
Liesje Bos. een jonge joodse
ave verpleegster, die in en rond
Leiden en Heemstede
honderdtachtig joodse
landgenoten hielp
onderduiken en daarbij als
door een wonder zelf enkele
keren uit de Duitse
wurggreep wist te
ontsnappen. Hoe Daar
begrijpt ze zelfs vandaag nog
geheel niets van! In die
periode ging het grootste
- deel van de Nederlandse
1 d£ joodse gemeenschap ten
onder. Zij heeft het
laa overleefd, als enige van het
P 4 gezin Bornstein. „Daarom
moeten de overlevenden
hun eigen verhalen
vertellen, hoeveel moeite en
verdriet dat ons ook zal
kosten. Daarom ook heb ik
li dit boek geschreven, opdat
I J\( tegenwoordige en
toekomstige generaties de
op Holocaust, het „brandoffer",
- w :inooit zullen vergeten. Alleen
IA"
Liss
Lis
m dl dan kunnen we voorkomen
wko dat het ooit weer gebeurt,
gev Het is voor de geschiedenis,
dat ik het deed, al was het
nog zo pijnlijk voor me.
Maar ik ben de stem van
mijn ouders, van mijn
broertjes Paul en Jackie en
van het hele jodendom"
Leesha Rose, van huis uit
Chawa Bornstein, heeft ze
gevonden. Vlak vóór ons
gesprek. Naast haar staat
een vorstelijk boeket rode
tulpen met vaag oranie
randjes. „O die overvloed
van bloemen^hier in
Holland, hoe rijk is dat niet.
Prachtig gewoon Jullie
beseffen het zelf bijna niet!",
zegt Leesha wat praktisch
dezelfde klank heeft als
Liesje. Als Liesje, Liesje Bos,
kregen tulpen erg veel
betekenis voor haar. In '43
begon Chawa Bornstein, als
meisje van 20, een nieuw
leven als Liesje Bos. Haar
introductie in het ver^t was
een wachtwoord: „De tulpen
zijn rood". Het was de
sleutel tot een toekomst. Ze
was volwassen, toen die
„tulpen" een paar jaar later
uitgebloeid waren, toen de
as nog nagloeide in de
Duitse vernietigingskampen
als resten van de Holocaust,
toen ze niet meer Liesje Bos
hoefde te heten. Leeg, half
kapot, ging ze de bevrijding
in: haar ouders en broertjes
Paul en kleine Jackie waren
er niet meer. Al niet meer
toen Chawa haar nieuwe
leven met een niet-Joods
persoonsbewijs was
begonnen.
„Mijn man en iedereen,
thuis in Jeruzalem, noemen
mij nog steeds Leesha; Liesje
is de naam die m'n leven
heeft gered, waardoor ik een
nieuw leven heb gekregen.
Chawa bestaat eigenlijk niet
meer.." De donkere ogen
van Leesha Rose glanzen; ,ze
heeft de sterke blik van een
krachtige getuige.
Chawa Bornstein was 17 jaar
toen ze de eerste profielen
van een ondergang met
eigen ogen zag. Dat was op
10 mei 1940, toen de Duitsers
bij Den Haag, haar
geboortestad, uit de
vliegtuigen vielen, als
marionetten aan touwtjes. In
die tijd maakten de
kinderen nog niet een
parachute van hun zakdoek,
dat gingen ze pas later doen.
Diezelfde avond hief vader
Bornstein, een gedreven
zionist die idealistische
dromen over een Israel had,
ook toen hij nog in Polen
woonde, de met wijn#
gevulde zilveren drinkbeker
en begon, als op iedere
vrijdagavond, de kiddoesje,
de zegen, te zingen. Bij de
passage „Almachtige God, U
heeft ons uitverkoren en
geheiligd", brak zijn stem en
stroomden de tranen over
zijn wangen. „Het was de
eerste keer, dat ik mijn
vader zag huilen..",
herinnert Leesha Rose zich.
Haar vader werd vermoord.
Al gauw voelde Chawa, dat
de enig juiste weg naar
Palestina leidde. Het zou
toen nog dertig jaar duren
alvorens ze de „thuishaven"
van haar volk kon aandoen.
Tot mei '45 deelde ze in het
gruwelijke lot der
verstotelingen. Ze voelde
„een Hand" boven haar
hoofd en Chawa, op een
keerpunt in haar leven
Liesje geworden, ontsnapte
keer op keer, soms op een
bijna ongelooflijke manier,
aan het noodlot van de
„Endlösung". Dat keerpunt
kwam in '43, toen zij, nadat
haar ouders en broertjes uit
haar gezichtsveld waren
verdwenen, besloot in het
verzet te gaan. "Omdat ik
het móest. Ik kon niet
anders. Ik moest me
verzetten tegen al die
onrechtvaardigheid en
onderdrukking, tegen zoveel
terreur". Ook Paul en kleine
Leesha Rose, de verzetstrijdster Liesje Bos.
Jackie mochten niet verder
leven. Dat zouden we bijna
zijn vergeten....
Nog voordat haar vader,
moeder en broers
gedeporteerd werden naar
Westerbork, voordat ze
werden doorgestuurd naar
het einde in Auschwitz en
Sobidor, werd Chawa
verpleegster in Joodse
ziekenhuizen in Amsterdam.
In die tijd werd ze Liesje
(Elisabeth) Bos. Ze ontsnapte
uit de „Joodse Invalide",
onder de ogen van de
trawanten van Aus den
Fünten, de zwarte,
schrikbarende en
moorddadige
Hauptsturmführer. Ze liep
naar links, met een mede-
verpleegster; ze had ook
toevallig rechts kunnen
gaan. Liesje werd door een
zwartgeüniformeerde Mof
aangeroepen: „hé, Du
Madchen, jij daar, waar gaat
dat heen Ze reageerde
niet, liep door, dwars door
het drukke verkeer in de
Sarphatistraat. terwijl de
angst haar verlamde. De
Duitser ging niet verder
door. Die man had achter
haar aan kunnen gaan. Dan
had ze nu niet meer met me
kunnen praten. De Heer
redt. Een wonder. Ze
ontsprong nadien de dans
door zich voor een ander uit
te geven op het punt dat een
trein vol gedeporteerde
Joden zou vertrekken; ook
met haar. Weer stond ze oog
in oog met Aus den Fünten
en dacht op een minuut
afstand van haar dood
verwijderd te zijn. Opnieuw
een wonder. Ze ontkwam, in
het donker, uit de Hollandse
Schouwburg; een
noodsprong die ook een
mirakel mag heten.
„In het ziekenhuis ben ik
bezig geweest met die oude
zieke joodse mensen, het was
vreselijk om die alleen te
laten. Ik zal hun
dankbaarheid in hun ogen
en hun liefde nooit meer
vergeten. Het waren
verscheurende dagen;
iedereen verdween om niet
meer terug te keren. Er was
onzekerheid van minuut tot
minuut". Leesha Rose lijdt
er nog steeds onder.
Eenmaal in het verzet
belandde ze via omwegen in
Leiden, in Heemstede-
Aerdenhout, in Oegstgeest.
Ook daar bracht ze
hulpeloze Joden naar
veiliger adressen, deed
koeriersdiensten, sloop door
de mazen van het net,
aanhoorde terwijl ze zat
te trillen van angst
bombastische verhalen van
Nederlandse Gestapomensen
over „die vieze Joden. Ze
hebben allemaal platvoeten,
dikke lippen en grote
kromme neuzen. Ze hebben
allemaal een veraichtelijk
karakter en het zijn lafaards
en slappelingen. Ik zou er
één op een kilometer afstand
kunnen ruiken", zei één van
hen. Dat was bij een razzia
in een huis aan de Leidse
Schelpenkade, bij Arie en
Nel de Koning, waar Liesje
was ondergedoken en op
haar „echte" valse
persoonsbewijs ook nu weer
verder kon leven. In haar
boek komen ook sterke
persoonlijke bindingen met
mede-verzetslieden naar
voren, zoals die met Oom
Frits van Dongen, alias
Reinier van Kampenhout,
die liefde voor haar opvatte
maar vijf maanden vóór de
bevrijding gegrepen werd en
na martelingen
„uitgeschakeld". En dan
schreef ze soms een brief
aan haar moeder, die er niet
meer was: „Lieve, lieve
moeder, ik verlang zo
vreselijk naar je..." Ook haar
,,Mijn jodenster"
Reinier van Kampenhout, vriend en
leidsman.
moeder werd vermoord.
„Ausradiert", volgens het
Duitse idioom. Hoe kan een
mens zoiets volhouden? Zo
springen Gods schepselen
met elkaar om. Vanaf hun
oorsprong. En het neemt
steeds weer onmenselijke
vormen aan; maar de
"schaal waarop" was in '40
'45 wel heel erg groot...!
Hoe vaak zal toen niet
gezegd zijn die joodse
gelovige uitdrukking: „Oy,
gevalt, wee ons..!" In
doodsangst. Er waren er, die
de grens konden passeren,
na hun kostbaarheden ter
beschikking te hebben
gesteld van smokkelaars en
gidsen, op v/eg naar
Palestina of een ander
veiliger kamp. Het was
slechts een handjevol
„gelukkigen".
Tienduizenden, in ons land,
werden als slachtvee aan
een waanidee opgeofferd.
Slachtoffers van een
misdadig en dodelijk nazi
collectief die in doodsangst
langzaam op weg waren
naar het einde. Vijfendertig
jaar later lezen we er weer
van. Het houdt niet op, het
mag niet ophouden. Daarom
schreef deze intelligente,
levendige en waardige
vrouw een doorleefd en
doorvoeld getuigenis.
Liesje Bos werd, aan het
eind van haar Latijn,
„bevrijd" vlak vóór 5 mei
'45, toen ze op zoek ging
naar Reinier van
Kampenhout. In de buurt
van Apeldoorn zag ze haar
eerste Canadees, de joodse
„chaplain" captain Isaac
Bertram Rose, geestelijk
verzorger van de joodse
Canadezen overzee.
„Captain Rose overlaadde
ons met dozen koekjes,
crackers, matses, blikjes
zalm, sardientjes, boter,
kosjer corned beef,
chocoladerepen en Sweet
Caporal-sigaretten". Isaac
Rose werd later haar man,
toen Liesje naar Canada was
geëmigreerd en Leesha ging
heten. De Rose's trokken
begin der zeventiger jaren
naar Jeruzalem. Leesha
Rose, vijf talen (Nederlands,
Engels, Frans, Duits en
Hebreeuws) beheersend,
nodigt me uit. Ik ben
welkom daar: „Ons huis
staat altijd-open, de tafel is
altijd gedekt. Voor iedereen
om warmte te krijgen. Het
liefst help ik mensen; oud en
jong. Ik heb een diepe
sympathie voor hen die
ouder worden en alleen zijn
en hulp behoeven, maar ook
voor jonge mensen die
alleen zijn".
Leesha Rose schreef
gedichten nog steeds
en toneelstukken voor
scholieren. Over de
Holocaust; „want ze moeten
er van leren". Ze houdt veel
van muziek, goede muziek,
en ze schildert. Ze is niet te
blussen. Leesha Rose leeft
dubbel, hangt aan het leven.
Ze weet wat het zeggen wil,
vlak vóór de dood te staan.
Dat nooit meer „Hebben de
mensen iets geleerd
vraagt ze zich elke dag
gepijnigd af; „ik hoop, dat
men iets van mijn verhaal
leert. Het is het leren van
een getuigen. Laten mijn
woorden een les zijn. God
geve het Jood en niet-Jood
moeten zich bewust zijn van
een groot gevaar. Als we
niets geleerd hebben, zijn we
verloren
Ze werkt aan een instituut,
Yad Vashem, dat de
herinnering aan de
Holocaust rechtop wil
houden. Leesha is één van
de laatste schakels tussen
leven en dood in een
godvergeten tijdperk. Ze
geeft er lezingen, 57-jarige
vitale „Liesje" Rose, die tot
haar ontzetting
geconstateerd heeft, „dat er
nog boeken worden
geschreven die ontkennen
dat de Holocaust ooit heeft
plaatsgevonden". Daarom
heeft ze een taak. daar in
Jeruzalem, de heilige stad.
waar God en Zijn volk dicht
bij elkabr wonen. „Ikzelf
ben nooit zeven dagen lang
getroost door meelevende
vrienden, zoals dat in Israel
na een sterfgeval gewoonte
is. Mijn ouders en broers
hebben nooit de laatste
eerbewijzen gehad. Ik kan
hun graven niet bezoeken
omdat die er niet zijn. Mijn
gebed voor de doden, mijn
Kaddisj, heeft mijn lippen
nooit verlaten..."
Bij Yad Vashem wordt de
nagedachtenis van de ruim
zes miljoen omgekomen
Joden onder het nazi-regiem
geëerd, maar ook de namen
van niet-Joden, die hun
eigen leven hebben gewaagd
om dat van joodse
medemensen te redden:
„Welgezinden der
mensheid", met eigen bomen
langs een boulevard, in een
stuk bos, hoog boven het
dorpje Ein Karem, waar
Johannes de Doper is
geboren. De meeste van die
namen zijn Nederlandse.
Leesha Rose is nu ook in ons
land teryg om te vertellen,
dat vier van die
Welgezinden de eer van Yad
Vashem hebben gekregen:
het echtpaar De Koning uit
Leiden, het echtpaar
Kruizinga, eens te
Oegstgeest, Reinier van
Kampenhout, postuum, en
meneer Denenkamp uit
Utrecht. Ze krijgen hun
boom, met naambordje en
hun eer bij Jeruzalem. „In
onze joodse religie hebben
we een oud gezegde:
„Degene die één mens redt,
redt de hele mensheid".
Daar hechten wij aan, wij in
Israel bij Yad Vashem".
„We weten te weinig van
joodse mensen in het
Nederlandse verzet", zegt
Leesha nog. „Het joodse
aandeel in de ondergrondse
Ik weet er niets van.
Niemand weet dat. Er was
geen joodse ondergrondse
beweging, voor zover ik
weet. Ik studeer nu aan de
Hebreeuwse universiteit.
Ben bezig met een scriptie
over de Holocaust. Ik zou
heel erg graag willen weten
of er nog meer joodse
mensen waren zoals ik
destijds, die in het verzet
waren onder een niet-joodse
identiteit. Laat men zich dan
in verbinding stellen met de
uitgeverij Servire in
Katwijk. Ik acht dit van het
grootste belang, voor de
historie, voor de Holocaust.
Ook al kost het veel pijn om
erover te praten. Ach,
anderhalf jaar geleden
mocht ik op paleis Soestdijk
aan koningin Juliana mijn
boek „The tulips are red"
aanbieden. Ik had met de
kohjngin, die grote
sympathie toonde, een
gesprek van een uur. Dat
heeft een grote indruk op
mij gemaakt. Ik, in de oorlog
nog maar goed genoeg om
als joods meisje vermoord te
worden..."
linkse politieke partijen vieren gezamenlijk 1 mei
S «DEN De linkse politieke par-
lf v in Leiden vieren dit jaar geza-
tljd en lijk de 'dag van de arbeid'. Vorig
ng ar bleef de samenwerking op de dag
jg *n de arbeid beperkt tot het hijsen
ma>Q de vlag. De motivatie van de par-
jen om een front te vormen is echter,
»t zij gezamenlijk tot uitdrukking
illen brengen het niet eens te zijn
Dosti,et on(*er meer de bezuinigingspoli-
ct rp< ek van de regering en de aanpak van
werkloosheid.
1889 werd 1 mei door de arbeidersbe-
^eid e6»ng uitgeroepen tot dag van de arbeid,
oentertijd werd strijd gevoerd tegen de
echte levensomstandigheden: werkda-
en van twaalf uur^kinderarbeid, en een
d v 'nimale vergoeding voor het verrichte
erk. Nog steeds heeft de 1 mei-viering
functie, dat er teruggekeken wordt en
dat er plannen voor de toekomst worden
gemaakt.
Actiedag
De activiteiten beginnen 's avonds om ze
ven uur met het hijsen van de vlag aan de
Zuidsingel. Met het hijsen van de vlag
wordt herdacht, dat in 1978 de Koninklij
ke Nederlandse Grofsmederij werd bezet.
De 'Grof'-vlag zien de 1 mei-vierders als
een symbolisch protest tegen de voort
gaande teruggang van de werkgelegen
heid in de Leidse regio. Om half acht
gaan de deelnemers in een demonstratie
ve optocht naar de Stadsgehoorzaal, waar
de viering met sprekers, discussies, caba
ret en muziek wordt voortgezet. Dick Ter
Wisscha en Henk Matters zijn de sprekers.
Tijdens de pauze kan met de sprekers on
gedwongen van gedachten gewisseld wor
den. Ook hebben de partijen en tal van
actiegroepen de gelegenheid zich op een
info-markt te presenteren. Na de pauze
begint het culturele deel van het pro
gramma, hoewel het koor De Eenheid al
eerder staaltjes_zangkunst ten beste geeft.
Optredens woren verzorgd door dè pop
groep Grote Bluf, het koor De Eenheid, de
band Nieuw Leven en het Virus cabaret.
Aan de viering nemen de volgende par
tijen en groeperingen deel: CPN, 1KB,
PPR, PvdA, FNV en LSB. „De samen
werking tussen de verschillende partijen
bleek mogelijk, omdat ze willen bena
drukken, waar ze het over eens zijn en
niet over hetgeen de partijen juist
scheidt," aldus een woordvoerder van het
1 mei-comité,,
/\ntieke staande klok
LEIDEN Zo'n zeventig standhouders uit alle delen van
ons land geven vrijdag, zaterdag en zondag acte de présence
in de Leidse Groenoordhallen voor een grote antiekmarkt.
Een groot assortiment antiek en curiosa is daar verkrijg
baar, terwijl zaterdag en zondag negen oude ambachten zijn
te aanschouwen. De organisatie is in handen van het Bu
reau Diligence uit Oegstgeest.
Antieke poppen, speelgoed uit vroeger jaren, grammofoons en
fotoapparaten uit grootvaders tijd, gouden en zilveren sieraden,
porselein, meubels, oude munten, oud gereedschap. Al deze za
ken zijn aanwezig op de markt. Op zaterdag en zondag worden
tevens demonstraties oude ambachten gegeven zoals sigarenma-
ken, tingieten, klompenmaken, knipmutsen-vervaardigen, kant
klossen, mandenmaken en glasblazen. Zaterdag is voorts snelte
kenaar Guus Ong aanwezig en zondag worden wandkleden ge
borduurd.
Openingstijden: vrijdag van vijf tot negen uur; zaterdag en zon
dag van tien tot vijf uur. De toegangsprijs bedraagt vier gulden;
kinderen onder geleide tot dertien jaar kunnen kosteloos naar
bannen.
Economisch
wel en wee
Aan de Haarlemmerstraat 47-
49 is bij „Ramb". winkel in
textiel, vakkleding en vrije-
tijdskleding de opheffingsuit
verkoop gehouden.
Aan de Kennedylaan 5 is de
eigenaar van het sigarenmaga
zijn „Het Centrum" in staat
van faillissement verklaard.
Aan de Groenesteeg 41 is het
winkel/woonpand, waarin de
slagerij „Islam" is gevestigd,
voor 120.000,- k.k. te koop
aangeboden.
Aan de Haarlemmerstraat 40
is bij de textielwinkel „De Nij
verheid", de opheffingsuitver
koop gehouden.
Aan de Haarlemmerstraat 157
is „Blue Moon" winkel in da-
mesbovenkleding eig. G. van
der Heiden, overgenomen
door Blue Moon Zaanstad b.v.
Aan de Hoge Rijndijk 141 is
het glazenwassers- en schoon
maakbedrijf „Sjannij" opgehe
ven.
Aan het Diamantplein 4 is in
een eerder leeggekomen win
kelpand de dierenspeciaalzaak
en winkel in hengelsportarti
kelen, zaden, bloembollen,
planten en tuinartikelen „De
Viskiet" gevestigd.
Aan de Pieterskerkhof 9 is Th
Wetting, aannemer van tim
merwerken van niet bouw
kundige aard, alsmede uit
voerder van bouwkundig tim
merwerk in onderaanneming,
gevestigd.
Aan de Maredijk 13b is het
polyester verwerkend bedrijf
G. Logeman gevestigd.
Aan de Van Huisweg 9 is het
glazenwassersbedrijf „Joan"
gevestigd.
Aan de Kamilletuin 2 is het
glazenwassersbedrijf „Edosas"
gevestigd.
Aan de Schoolstraat 4a is het
reclame- en decoratie-schil-
dersbeddrijf Ellen broek opge
heven.
Aan de Agaathlaan 351 is „Im-
tradex", import- en groot
handel in dames- en herenbo-
venkleding, leerprodukten en
kunstnijverheidsartikelen, ge
vestigd.
Aan de
taxibedrijf 1
gevestigd.
Van de Uiterstegracht 45 is
„Interdocumentation Com
pany b.v." (vervaardiging, uit
geven, verkopen van micro-
films- kaarten) verplaatst naar
de Hogewoerd 151.
Van het Kort Rapenburg 18 is
de antiekhandel „Pancras"
verplaatst naar Hogewoerd
115.
Aan de Lijsterstraat 11 is het
bedrijf/woonpand waarin een
winkel in tabaksartikelen is
gevestigd voor 235.000,- te
koop aangeboden.
Aan de Van Huisweg 18 is het
lasbedrijf van Th. Hoogkamer
gevestigd.
Aan de Lage Rijndijk 62 is R
van Dorp, tuinonderhoud, ge
vestigd.
Aan de Pieterskerkgracht 28 is
„Broodjesbar Goddijn" gewij
zigd in „Broodje Pindakaas".
Aan de Admiraal Banckert-
weg 22 is Bartholl b.v., gevel-
reparaties en afdichtingen, ge
vestigd, gekomen van Lange-
gracht 43.
Aan de Botermarkt 14 is bij de
reeds gevestigde winkel in da
meskleding „Total Woman"
tevens een schoonheidssalon
gevestigd.
Aan de Haarlemmerstraat 24
is „Chewing-Gum", winkel in
dames-, heren- en kinderkle
ding, eig. Ernst, gevestigd.
Aan de Koddesteeg 32 is het
bedrijf van P. N. Barends, uit
voering van timmerwerken
van niet bouwkundige aard,
opgeheven.
Aan het Van Riebeeckhof 8 is
het bedrijf van C. de Roode,
reinigen van riolen opgehe
ven.
Aan de Kjekendiefhorst 91 is
de Leidse Kokosmatten Cen
trale opgeheven.
Aan de Janvossensteeg 29 is de
winkel annex brood- en bank
etbakkerij „De Korenbloem"
van H. J. Juffermans opgehe
ven.
Aan het Levendaal 159-161 is
de winkel in Oosterse tapijten
van J. Tamiz opgeheven.
Aan de Haarlemmerstraat 315
is in een leegstaand v.m. win
kelpand in dekens, bedden en
aardewerk enz. gevestigd.
Aan de Haarlemmerstraat 307
is het bedrijfspand van de Isla
mitische slagerij incl. boven
woning voor 250.000,- k.k.
aangeboden.
Aan de Oude Herengracht 20
is het winkelpand van het
Leids Reformhuis met boven
woning voor 390.000,- k.k.
aangeboden.
Aan het Diamantplein 7 is de
KATWIJK In het kader
van de 1-meiviering van de
PvdA afdeling Katwiik/Val-
kenburg, komt het Tweede-
Kamerlid voor de PvdA, Max
van der Stoel, een inleiding
houden. De oud-minister van
Buitenlandse Zaken zal op de
huidige internationale situatie
ingaan, en in het bijzonder op
de onderwerpen Afghanistan,
Iran en de boycot van de
Olympische Spelen. Na afloop
zijn er discussicmogelijkheden.
De viering van de Dag van de
Arbeid wordt gehouden in het
Katwijkse theater Tripodia
aan het Hoornseplein en be
gint om 20.15 uur.