Weinig kans op herleving van monarchie in Italië ,renminste nog één echte liberaal in de VVD !linnenland )itensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofBuitensteBinnenhof"buitensteBinneri luitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBirmeri HEO JOEKES DWONG FRACTIE TOT REUZENZWAAI Politiek Partij Parlement LEIDSE COURANT ZATERDAG 19 APRIL 1980 PAGINA De waardering voor de monarchie is niet overal zo groot als in ons land. In Italië, waar de monarchie na de tweede wereldoorlog werd afgeschaft, maken de troonpretendenten geen enkele kans terug te keren. Een groot aantal schandalen begeleidt hun ballingschap. Prins Vittorio Emmanue- le met zijn echtgenote Maria Doria en hun zoon Emmanuele Filiberto ROME Een schot in de nacht, afgevuurd in de jachthaven van het eilandje Cavallo ten zuiden van Cor sica in de richting van een stel brooddronken playboyB en hun vriendinnen, maakte 18 augustus 1979 een einde aan het iele restantje hoop van kroonprins Vitto rio Emmanuele, om ooit nog eens de Italiaanse troon te bestijgen. GETEKEND DOOR SCHANDALEN Een uur eerder was het prin selijk aanbod om een deel van de gepeperde restauran trekening van het gezelschap te betalen „Noblesse obli ge" in slechte aarde ge vallen. Het aanbod werd ge weigerd. Er werd gemom peld: „Wat verbeeldt dat heerschap zich wel?" In de geprikkelde stemming die daarvan het gevolg was, reed de prins naar de wal kant. De rubberboot, waar mee hij naar zijn op de reede /oor anker liggend jacht Ani- ram wilde varen, was weg. In maanlicht zag hij een uidruchtig gezelschap in een boot dobberen. Hij dacht dat het de zijne was, haalde een 'J schietklaar geweer van de ler* achterbank van zijn auto en vuurde. Hij raakte de 19-jari- ge student Dirk Geert Ha mer, zoon van een Duitse chirurg in Rome. Dirk Geert lag in een andere boot te slapen en had niets met het voorgevallene te maken. Zijn linkerbeen moest worden af gezet. Er deden zich compli caties voor. Vier maanden later was hij dood. Toen hij merkte dat zijn schot doel had getroffen, reed Vittorio Emmanuele naar de politie van Cavallo. Die bracht hem naar de ge vangenis van Ajaccio. Na en 19, kele weken werd hij vrijgela ten, naar gezegd wordt op voorspraak van zijn oom, ko ning Boudewijn en van de Franse president Giscard d'Estaing. Belangrijker was dat de 43- jarige kroonprins nu eerst goed de reputatie op zich had geladen, een even hau tain als opvliegend heer schap te zijn. Hij heeft een paar zwarte bladzijden toe gevoegd aan de reeks, die de huidige generatie van het bijna duizendjarige Huis van Savoye sinds 1946 heeft be schreven. In dat jaar werd zijn vader Umberto II, ook wel de meikoning genoemd omdat hij slechts 37 voor jaarsdagen op de troon zat, met 54 procent van de stem men weggestemd door het Italiaanse volk tijdens een referendum. Het noorden waar de Savoyes vandaan komen, mocht hem minder dan het zuiden met zijn lange Bourbonse traditie. Umber- #o, toen 39 jaar, trok naar het luxueuze Portugese ban nelingenoord Estoril. Hij werd er de buurman van de Graaf van Barcelona, vader van Juan Carlos van Spanje. Umberto's vrouw, koningin Marle-José, zuster van ko ning Boudewijn van België, trok met haar vier kinderen naar de zilveren boorden van het Meer van Genève. Geen van allen was gedoemd de bedelnap te hanteren en droog brood te eten. De ko ninklijke familie had tijd en gelegenheid genoeg gehad om kisten vol kroonjuwelen en persoonlijke bezittingen naar het buitenland te bren gen. Bovendien heeft konin gin Marie-José altijd zorgvul dig gewaakt over haar aan deel in de letterlijk royale erfenis van haar grootvader Leopold I, die een fabelachtig vermogen had vergaard in Kongo. Umberto II heeft altijd gewei gerd een akte van afstand van de Italiaanse troon te ondertekenen. Hij beschouwt zichzelf nog altijd als recht hebber op de troon in het Quirinaal, een paleis overi gens dat de Savoyes aan de pausen hebben ontnomen. Het recht zou na zijn dood overgaan op Vittorio Emma nuele, die dan wel een bur geres als koningin naast zich zou hebben. Hij heeft name lijk een morganatisch maar voordelig huwelijk gesloten met de dochter van een rijke Zwitserse industriëel van Ita liaanse afkomst, Maria Doria. Pikante bijkomstigheid: de huwelijkssluiting vond plaats in Teheran, met de ex-sjah als gastheer. Nog altijd zijn er monarchis ten in Italië. Af en toe hou den ze een reünie in het bui tenland, want in Italië mogen mannelijke afstammelingen van het Huis van Savoye niet .meer komen. Er bestaat een foto van Vittorio Emmanuele, genomen tijdens zo'n reünie in het Franse Beaulieu. Hij staat afgebeeld naast het borstbeeld van zijn grootva der Umberto I. De kroon prins heeft meer weg van een Rubensiaanse Vlaming dan van een Italiaan. Hoewel hun aantal moeilijk te schat ten valt, vormen de Italiaan se monarchisten een betrek kelijk kleine maar vermogen de groep. Soms trekken ze de geldla nog eens open. Dan worden de Italiaanse steden volgeplakt met affi ches. waar dan niet de le vende leden van het ko ningshuis op staan afge beeld, maar de geziene „va der des vaderlands" koning Vittorio Emmanuele II en ko ningin Adelheid. De kleine monarchistische partij, die na het vertrek van Umberto II werd opgericht om de ko- ninlijke fakkel brandend te houden, is inmiddels opge gaan in de neo-fascistische Movimento Socialista Italia- na. Naar Italiaans gebruik heb ben de dochters van Umber to II geen recht op de troon. Zij mogen daarem nog wel met speciale permissie in Ita lië komen. Verleden jaar wa ren ze eregasten tijdens de plechtigheden rond de Lijk wade van Turijn. Deze is nog altijd eigendom van het Huis van Savoye en in bruikleen- afgestaan aan de Dom van Turijn. Er was nauwelijks pu bliek applaus toen de da mes, zedig in het zwart, het hoofd bedekt door zwarte kant, temidden van een stoet prelaten en monsignori haar opwachting maakten. Menig een heeft zich toen het ruige leven in herinnering geroe pen dat de prinsessen Maria Pia, Maria Gebriella en Maria Betrice hebben geleid. Eerstgenoemde trouwde ooit een Zuidslavische prins, scheidde nadat ze een twee ling ter wereld had gebracht en stortte zich in het nachtle ven van Parijs en de Rivièra. De boulevardpers moest alle zeilen bijzetten om het aantal galante begeleiders bij te benen. Haar zus Maria Gebriella trouwde een Roemeense graaf, die na de huwelijksdag geen graaf bleek te zijn maar ene Zellingen. Hij had zijn vrouw en twee kinderen in de steek gelaten. Met hulp van de paus werd Zellingers eerste huwelijk ontbonden. Na anderhalf jaar zette Maria Gebriella hem toch aan de dijk. Met een fooi van een paar miljoen stuurde de Griekse reder Stavros Niar- chos, vriend van de Savoyes, Zellingen het bos en Maria Gabriella de eenzaamheid in. De jongste Italiaanse ko ningsdochter in ballingschap, Maria Beatrice, was al op haar zeventiende alcoholiste. Ze leefde samen met een Spaanse toreodor, kreeg op mysterieuze wijze twee ko gels in haar lichaam uit een revolver die ze zelf hanteer de, ging aan de haal met een derderangs Italiaanse film speler, deed sociaal werk in een Israëlische kibboets, woonde samen met een Indi sche goeroe in Amerika en raakte in verwachting. Niet de goeroe maar een Syrisa- che prins en een Argentijnse diplomaat riepen om het hardst dat het hun kind was. Ze trouwde met de Argentijn, maar het huwelijk liep in 1978 op de klippen. Maria Beatrice raakte weer aan de drank en kwam voor een ontwenningskuur terecht in een Londense kliniek. Na aldus gezorgd te hebben voor een boeiend stukje con temporaine geschiedenis lijkt het Huis van Savoye weinig kans meer te maken op een herbestijging van de Italiaan se troon. Die kans wordt nog geringer door het feit, dat de linkse partijen plus de repu blikeinen een royale parle mentaire meerderheid zou den hebben als ze tot een heid zouden komen en dat zouden ze waarschijnlijk als in Italië een koningskwestie zou ontstaan. Nazaten van de Bourbons, die vóór de vorming van de eenheids staat in Zuid-ltalië regeerden en hebben bijgedragen tot het achterop raken van het zuiden, komen ook niet meer aan bod. Otto von Habsburg zal zelf wel niet geloven ooit nog eens vanuit Wenen het Noorditaliaanse gebied tus sen Venetië en Milaan te zul len regeren. Graaf Camillo Benso di Ca- vour zal niet meer opstaan uit zijn graf op het kleine kerkhof van Cambiano tus sen de wijngaarden die de vermouth leveren, teneinde de „combinazione" te sme den die de weg moeten be reiden voor een monarchie. Al heeft het rad der geschie denis soms vreemde slagen gemaakt, het zal erg raar moeten draaien, wil Italië nog eens een monarchie worden. •ff pf 'weede Kamer ïfe dinsdag, fris en iins gebruind te- van het paasreces, "n rustige start voor de ope die naar het zo- Lii irreces leidt. Op de 7. enda stond een on- rwerp dat de Kamer be rof, namelijk iara) i aantal voorstellen orafl wijziging van het re- ^ury ment van orde. De ligingen waren inge- [gra nd door de Commis- Werkwijze Tweede Li! mer, die wordt ge- r- I door Kamervoorzit- Dick Dolman. Van- ELk 7 dat achter de rege- Vij i gstafel nu eens niet d fors van een minister era staatssecretaris zicht- r was, maar de ten- Leid e gestalte van Dol- 25, rj, die immers de voorstellen van zijn Commissie Werkwijze moest verdedigen. Een aardig gezicht, maar nog leuker was het dat voor deze keer PvdA-fractieleider Joop den Uyl in de voorzit- tersstoel had mogen plaatsnemen om de ver gadering te leiden. Dat had Joop nog nooit ge daan, dus voor hemzelf was het ook een span nende belevenis, de ha mer ter hand te nemen en die hele batterij knopjes op de voorzit terstafel (voor de micro foons, het licht, de bel- signalen enzovoorts) binnen handbereik te hebben. Geduldig liet hij zich door griffier Koops uitleggen waar alles toe diende. „Waar is dit knopje voor? En dat daar?", hoorde je Joop vlak voor de ver gadering tegen Koops fluisteren. En Koops opeens heftig: ,,Nee. nee, daar mag u niet aankomen!". Zeker de brandmelder of zoiets. ■Voorzitter (2) De vergadering had een gemoedelijk karakter. Af en toe hing er echt zo 'n jongens-on der- mekaar-sfeertje". Dat bleek onder andere uit het begin van Dolmans antwoord. „Mijnheer de voorzitter", zo riep hij Den Uyl met luider stemme toe. „Ik wil mijn antwoord graag beginnen met mijn vreugde er over uit te spreken, dat voor het eerst in meer dan 20 jaar de Kamer wordt voorgezeten door een oud-premier, voor het eerst sinds Gerbrandy de Kamer verliet. Dit is een nostalgisch mo ment, maar misschien ook een moment van perspectief, want ik denk dat u liever met mii van plaats zou wis selen, mijnheer de voor zitter!" Den Uyl glun derde en knikte instem mend. Welnu, wat niet is, kan komen", zo be sloot Dolman zijn plei dooi voor terugkomst van Den Uyl achter de regeringstafel. Hetgeen de vice-voorzitter van de PvdA-fractie, Ed van Thijn (zojuist in de •Kamer teruggekeerd na een hernia-operatie) la chend deed vragen „Mijnheer de voorzitter, is dit wel binnen de orde?". „Natuurlijk", knikte Den Uyl. „Ik zie geen aanleiding, de heer Dolman tot de orde te roepen". Waar na Dolman, toen de al gehele uitbarsting van vrolijkheid achter de rug was, het woord her nam en zei: „Ik maak gelijk maar van de gele genheid gebruik, de heer Van Thijn te com plimenteren met zijn al geheel herstel". Treinen (1) Politici kunnen zich soms weieens druk ma ken om zaken, waarvan je je afvraagt of parle mentariërs nou wel de aangewezen personen zijn om hun kostbare tijd aan dergelijke futi liteiten te vergooien. Het komt niet zelden voor dat Tweede Ka merleden de bewinds lieden schriftelijke vra gen stellen over een of ander miezerig onder werp. Zaken van het soort dat je eerder ver wacht in een plenaire vergadering van de Ne derlandse Vereniging van Huisvrouwen, dan in de Tweede Kamer. Zo ijverde het CD A-ka merlid Mateman laatst nog voor minder vette PTT-stempels op post zegels ten gerieve van de filatelisten. De PvdA-leden Hessel Rienks en Henk Knol gaven het deze week ook weer een dergelijk staaltje van onbenullig heid weg. Zij stelden een aantal vragen aan minister Tuijnman van Verkeer en Waterstaat over één bepaalde - naar hun mening zéér gebrekkige - noord west- ver bin ding per trein. Voor alle duide lijkheid zij vermeld dat dat Knol in Assen en Rienks in Zwolle woont en beide parlementa riërs hun werk per trein bereiken. Treinen (2) Wat zijn nu de klachten van beide heren: noor delijke treinreizigers die op 3 april om vier voor tien 's ochtends in Den Haag wilden zijn en die normaal gewend zijn te reizen met inter city nummer 524 waren die dag gedwon gen met een extra inge laste intercity te reizefi (nr. 500), wat hun totale reistijd met 11 minuten verlengde. Schokkend nietwaar, want nu kwam men in plaats van vier voor tien pas om zeven óver tien aan. Dat is inderdaad een schandelijke zaak, waarover snel ophelde ring gegeven moet wor den. De ambtenaren op de ministeries hebben immers toch niets be ters te doen dan zich bezig te houden met de beantwoording van vra gen, die bij de Afdeling Inlichtingen van de NS thuishoren. Het belang van deze vragen is ook wel zodanig groot dat het tekort aan man kracht op het ministerie van V en W hier geen rol mag spelen (de PvdA heeft zelf aange drongen op uitbreiding van de mankracht op dit ministerie, omdat de ambtenaren al het werk niet aankunnen). Maar daarmee is de kous nog niet af hoor, want de problematiek ligt nog veel dieper. Vraag vijf luidt als volgt Hoe verhoudt zich de vertrektijd uit Gronin gen van trein nr. 500 met de aankomsttijden van de treinen 8322, 8722 en 8822..." Als 1 staat tot 7, wellicht 2 staat tot 4. Wie zal het weten, maar in ieder geval is het goed dat deze vraag nu eindelijk eens aan de orde wordt gesteld. Een andere nij pende kwestie komt in vraag drie aan de orde: „Waarom zijn de reizi gers er op acht april in Utrecht niet op attent gemaakt dat zij hun rejs met de gereedstaande intercity nr. 561 konden vervolgen, wat hun in ieder geval circa 19 mi nuten (nota bene!, red.) minder vertraging had opgeleverd". Deze zaak ligt zelfs nog ernstiger dan het gedonder rond om trein nummer 524, want daar ging het maar om elf minuten. DICK VAN RIET SCHOTEN FRANS WEERTS N HAAG Het optreden van diverse voor staande VVD'ers rond de tv-film „Dood van i prinses" heeft vele oprechte liberalen het aamrood naar de kaken gejaagd. Sommigen hen raakten zelfs zozeer in gewetensnood zij geen lid meer wensten te zijn van een itieke partij, „die haar eigen beginselen ver- kt". En ware het niet zo geweest, dat één D'er, het parlementslid Theo Joekes zijn ctie weer op het rechte pad had gebracht >r haar te leren wat „vrijheid van menings- ing" en „persvrijheid" wil zeggen, het gezel- tap opzeggers zou zonder twijfel nog veel tal- ker zijn geweest. IA] t was dan ook niet niks wat liberale mensen als 4u «-premier Wiegel, staatssecretaris Smit-Kroes de Tweede-Kamerleden Blaauw en De Korte deze en vorige week meenden te kunnen per- tteren. Want welke draai men er ook aan heeft - Uen geven, hun gedrag was in feite niets anders q n een poging tot censureren van een NOS-pro- imma. Zoals nu bekend is betrof het hier een 1 degelijk journalistieke poging te achterhalen, arom drie jaar geleden in de hoofdstad van Sa- li-Arabië een heuse prinses en haar vriend op parkeerplaats in het openbaar ter dood werden H^rseht. Maar op het moment dat de genoemde ie< pstukken in actie kwamen, vorige week vrijdag, rai st«n zij niets meer dan dat de film niet zo iif eiend was voor de heersers in Riad. Daartoe aan- r zet door telefoontjes van het bedrijfsleven, was it simpele feit voor hun voldoende te eisen dat de bending niet door zou gaan. De démarche van Saoedische ambassadeur, waarbij dreigende taal 1 zijn geuit (wat later door de man zelf werd itkend) kwam pas twee dagen later. De beklaagden kunnen daar nu tegen inbrengen, dat NOS-voorzitter Jurgens zelf de pressie „binnen de grenzen van het oirbare" heeft genoemd. Van Jurgens een begrijpelijke opmerking, want in het officiële contact met hem ging de regering (Wiegel en minister Gardeniers van CRM) niet verder dan te wijzen op de grote economische belangen van een aantal Nederlandse ondernemingen in Saoedi- Arabië. Maar daarnaast regende het uitspraken in het openbaar, waarin uitzending van de film strij dig met het landsbelang werd genoemd. „Stel dat ik NOS-voorzitter zou zijn en ik zou alle conse quenties kennen, dan denk ik dat ik ertoe zou nei gen om mijn bestuur te adviseren die film toch maar niet uit te zenden," aldus Wiegel. En Neelie Smit-Kroes liet vanuit Riad, waar zij toevallig op werkbezoek was, weten dat het kabinet ertoe be sloten had „te pogen alles in het werk te stellen om de NOS ervan te overtuigen dat zij deze film niet moet vertonen". Haar „verbolgen" Saoedische ambtgenoot had zij in soortgelijke bewoordingen proberen gerust te stellen, zo vertelde ze per tele foon aan een NOS-verslaggever. Vice-premier Wiegel was inmiddels ook al druk in de weer geweest om zich te verzekeren van de steun van zijn partijgenoten in de Tweede Kamer. De leden Blaauw en De Korte, van wie bekend is dat zij het bedrijfsleven een warm hart toedragen, kregen het verzoek de regering vragen te stellen over de voorgenomen uitzending. In hun ijver de Grote Leider van dienst te zijn gingen deze beide heren nog aanzienlijk verder en stelden een com muniqué op namens hun gehele fractie, waarin werd gesteld dat de NOS uitzending van de film diende te heroverwegen. Men moet het Binnenhof jargon kennen om te weten dat daarmee bedoeld werd: Laat het uit je hoofd! Hun collega Keja, om- roepspecialist voor de VVD, had hun er nog toe kunnen brenger! in de verklaring op te nemen dat de film wellicht ook kwetsend zou zijn voor de is lamieten in Nederland. Dit om te voorkomen dat zij al teveel als loopjongen van de grote bedrijven te kijk zouden staan. Fractieleider Rietkerk en zijn waarnemer. Anne- lien Kappeijne van de Coppello, die vorige week met vakantie waren, toonden zich onmiddellijk na terugkeer solidair met het tweetal en met minister Wiegel. Mevrouw Kappeijne merkte zelfs op („al wil ik natuurlijk niemand op een idee brengen") dat de tv-technici onder het PTT-personeel de mo gelijkheid hadden te gaan staken op het moment dat de uitzending zou moeten plaats hebben. Zou de film wel gewoon op de buis komen, dan zou men, aldus mevrouw Kappeijne, niet gek moeten kijken, wanneer dat een verhoging van de kijkgel den tot gevolg zou hebben. Dit omdat de PTT dan waarschijnlijk een Saoedische order van enige mil jarden zou missen, welke derving van inkomsten door de NOS gecompenseerd zou moeten worden. Niet verwonderlijk dus dat Rudolf de Korte en Jan Dirk Blaauw zich tamelijk zeker van hun zaak voelden toen zij dinsdagochtend jl. met hun 26 col lega's begonnen aan de op die dag gebruikelijke fractievergadering. Toch hadden zij al iets kunnen vermoeden, want hun stellingname had niet die weerklank gevonden in het land, die zij zelf wel licht hadden verwacht. De gehele Nederlandse dagbladpers, inclusief kranten als De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, die de belangen van het bedrijfsleven meestal prioriteit toekennen, was al over hen en hun partijgenoten in de regering heen gevallen. En daar kwam nog eens bij dat er zich in hun fractie iemand bevond, die zelf 27 jaar journa list was geweest en zeker niet één van de slecht- sten. Inderdaad: Theo Joekes (56), die onder meer van 1954 tot 1958 correspondent was van de NRC in Londen en acht jaar daarvoor had gewerkt als as sistent-programmaleider bij de BBC-radio. Het was deze nestor van de VVD-fractie (Kamerlid sinds 1963), die als door een adder gebeten naar voren - schoot in zijn stoel, toen de „Dood van een prinses" aan de orde kwam. Verwijzend naar de beginselen van de VVD, noemde Joekes het volstrekt onbe grijpelijk dat twee partijgenoten de vrijheid van meningsuiting aan hun laars hadden gelapt. Cite rend uit de Engelse krant „The Observer" stelde hij met stemverheffing dat „de totale waarde van alle Saoedi-Arabische olie niet opweegt tegen die van,de persvrijheid". Voor de VVD diende het vol komen vanzelfsprekend te zijn, aldus Joekes, dat de overheid zich niet bemoeide met de publicatie van een .journalistiek werkstuk". Zijn betoog maakte zoveel indruk, dat de fractie- voorlichter opdracht kreeg nog tijdens de vergade ring een nieuw communiqué aan de pers te ver spreiden. Dit moest zo snel omdat men wilde voor komen dat het herziene VVD-standpunt pas na het besluit van de NOS bekend zou worden, waardoor het zou kunnen lijken alsof het alleen maar ge makkelijk achteraf-gepraat was. In de persmede deling werd verklaard dat het communiqué van vrijdag „uitgegeven door twee fractieleden niet is uitgegaan van de fractie" en dat „de omroepwet aan de NOS een eigen verantwoordelijkheid geeft". Uit dat laatste vloeide voort dat het „NOS- bestuur derhalve zélf" tot een beslissing diende te komen. Na deze reuzenzwaai behoefde het.eigenlijk geen verwondering meer te wekken dat daags daarna ook Wiegel, in antwoord op vragen van de socialist Roethof, de eigen verantwoordelijkheid van de NOS officieel erkende. Daarmee was wat het par lement betrof de zaak afgedaan, want ook de PvdA achttte het toen zinloos verdere actie te on dernemen, bijvoorbeeld door een interpellatie aan te vragen. Even leek daar nog verandering in te komen, toen premier Van Agt zich in de zaak mengde. In Indonesië brak hij de staf over de NOS, voor wie „nationale belangen blijkbaar niet meer tellen" en wier houding hij „buiten alle pro porties vond", aldus een weergave in De Telegraaf. Maar omdat de minister-president dit vervolgens tijdens een persconferentie afzwakte hij be perkte zich tot het uiten van teleurstelling over het besluit tot uitzenden en het uitspreken van de vrees voor represailles liet de PvdA dit maar over zijn kant gaan, al kwam er wel een zeer kriti sche persverklaring. Alleen als de regering, in navolging van Groot- Brittannië, in „verkeerde" bewoordingen haar ex cuus aan Saoedi-Arabië aan zou bieden, zullen de socialisten alsnog in het geweer komen. Overigens wijst nog niets erop, dat de gepredikte vrees voor Saoedische tegenmaatregelen terecht was, al wordt de kans daarop natuurlijk wel groter, als de rege ring blijft zeggen dat het een „enorme meevaller" zou zijn, als er niets gebeurt. Daardoor zouden de Saoedi's, die volgens sommige Islamkerfhers niets anders hebben willen doen dan hun eer redden, weieens gedwongen kunnen worden Philips of Volker-Stevin een grote order door de neus te boren. Rlfc IN 'T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9