Bettine Vriesekoop mist koelbloedigheid Francesco Mosers mooiste overwinning SPORTTRIBUNE H 7 Backgammon: triktrak en poen LEIDSE COURANT MAANDAG 14 APRIL 1980 PAGINA 22! Bettine Vriesekoop in actie tijdens haar partij voor de halve finales tegen de Joegoslavische Perkucin. De 32-jarige Engelse John Hilton verraste vriend en vijand met zijn Europese tafelten- BERN Vier jaar na het Europe se jeugdkampioenschap in Vichy, toen Bettine Vriesekoop op Euro pees niveau aanlandde, is de pu pil van „tafeltennisvader" Gerard Bakker er nog steeds niet in ge slaagd de greep naar de absolute macht in dit werelddeel te verwe zenlijken. Tijdens het EK in Bern ging het dit keer in de halve fina le mis, toen de Joegoslavische Perkucin, van dezelfde generatie als Vriesekoop, over meer koel bloedigheid bleek te beschikken. Dat laatste lijkt het enige manco, dat de Hazerswoudse speelster van de wereldtop verwijderd kan houden. Technisch speelt zij vrijwel perfect, alle zwakke punten, die de Oost europese jongeren via kilo meters films opgespoord hebben, heeft ze na keiharde training weg gewerkt. Gerard Bakker, de man die zo'n duizend manuren per jaar in het talent Vriesekoop steekt, durft daar best voor uit te komen: „Het heette ooit dat Bettine te pakken was op haar back-hand. Die hebben we toen weer helemaal bijgeschaafd. Later zou ze geen antwoord hebben op spin. Ik heb haar toen een perfecte blok aange leerd. Ze heeft nu een vrijwel ideaal slagenarsenaal". En de smash die volgens insiders - ook uit Nederland - in dat repertoir ontbreekt? Bakker, zeer ad rem: „Allemaal gezeur. Bettine kan de bal ook niet met de zijkant van haar batje slaan, en ze kan geen handje-over achter de tafel. Je moet van de stelling uitgaan, dat ze juist erg veel goede slagen tot haar beschikking heeft. En niet lig gen te mekkeren over haar slag, waarvan je hebt ontdekt, dat die vrijwel niet gebruikt wordt". Technisch dus tegen de honderd procent, die enige tafeltennisprof, die ons land telt. Maar ook haar karakter is er één van een ijzervre ter. Bakker haalt in dat verband nog maar weer eens de griepaan val uit de kast, waardoor Vriese koop vorige week al bij voorbaat tot de kanslozen in het individuele toernooi te Bern behoorde. „Ie mand, die anderhalve dag in bed ligt voor een toptoernooi en op haar tandvlees toch speelt, waar ieder ander was blijven liggen, en dan nog de halve finales haalt, heeft de mentaliteit voor top sport". Aan de hoeveelheid arbeid, die het Hazerswoudse duo de afgelopen tijd verricht heeft, kan het ook on mogelijk liggen, dat Vriesekoop de absolute top dit keer net niet heeft gehaald. Bakker wil het wel even benadrukken: „Er is ,denk ik, geen Oosteuropese speelster, die zo hard gewerkt heeft als Bettine. En, dat is ook belangrijk, zij heeft ge motiveerd gewerkt. Als ik haar an derhalf uur een bepaalde oefening voorleg, dan zeurt ze niet zoals de gemiddelde Nederlandse speler na tien minuten van „mag ik al stop pen". Ze gaat door, desnoods an derhalf uur, als ik geen stopteken geef. Ze weet dat het goed voor haar is. Ik had dat vanaf het begin al gezien. Die meid was uit het goede hout gesneden. Met haar al leen, en daar heeft men mij bij Avanti vaak over aangevallen, wil de ik de aanval op de Europese top wel aan. Zij wilde het ook en dan probeer je zoiets". Voldoende Met al die investeringen van tijd, energie en geld, Bakker legt er per jaar als zelfstandig onderne mer wel zo'n tienduizend gulden bij om Vriesekoop te „mogen" begeleiden, was slechts een eer ste plaats in Bern voldoende. Die kwam er niet. Hetgeen Bakker de kreet ontlokte: „Ik ben wel blij met die derde plaats, maar niet tevreden". Via Stromvall, Wolker, Silhanova en Szabo in de halve finale aange land, was eigenlijk het moment aangebroken, om aan te tonen dat Vriesekoop niet meer tot de under dogs behoorde. Plots was ze weer favoriet: een rol, die de jonge Ha zerswoudse nog veel geestelijke wedstrijdproblemen oplevert. Ze geeft dat zelf aan, stelt, dat ze in Duisburg (EK'78) niet verder kwam dan de eerste ronde „omdat ik in alle kranten tot favoriete was gebombardeerd". Bettine kon de druk toen niet aan. En daarom kwam het haar coach Bakker wel zo goed uit, dat ze een griepje onder de leden kreeg in Bern. Ongetwijfeld heeft hij dat aangegrepen als excuus voor een eventueel falen. Vriesekoop gaf het ook een zalig gevoel, niet in alle media als de vaderlandse kans hebster opgevoerd te worden. En vanuit die geestelijk weinig belas tende uitgangspositie startte zij haar opmars naar de Europese troon, waarbij zij over de drempel „Perkucin" genaamd, struikelde. Gerard Bakker drukte zich na het 3-2 verlies teleurgesteld als volgt uit: „Bettine stond op de drempel, maar was te beroerd om haar voet op te tillen en dan ga je op je ge zicht". Emoties Wat ging er mis op het cruciale moment? Bettine wilde het zelf wel even uitleggen, toen de eer ste emoties weggeëbd waren en er in het openlucht-gedeelte van het Allmend Eisstadion een on- gdwongen persconferentie ont stond. „Toen ik de eerste twee games van Perkucin gewonnen had, begon ik me plotseling te realiseren, dat ik in de finale kon komen. Ik was mezelf niet meer, ging tekeer tegen het publiek, zelfs tegen Gerard Bakker". „Toen ik eenmaal over die stress toestand van de derde game heen was, kon ik de vierde game ook niet meer hebben. In de vijfde en beslissende game durfde ik geen risico's meer te nemen, terwijl ik zelfs ruim voorkwam. Dat heeft me opgebroken. Perkucin liet toen niet meer los. En daarmee was het ge beurd". Vriesekoops enige gebrek, te weinig koelbloedigheid, deed haar de das om. Bettine moest er genoegen mee nemen, dat twee meisjes uit haar generatie om de Europese titel gingen strijden. Po- pova versloeg daarin Perkucin. En dat deed pijn, want Betinne Vriese koop was beide speelsters op jeugdniveau al te sterk af geweest. Onverwacht In het herenenkel spel ging de titel volslagen onverwacht naar de niet eens geplaatste Engelsman John Hilton. De triomf van het rubber werd die zege wel genoemd, toen de 33-jarige Hilton onder schrille fluitconcerten zijn gouden plak in ontvangst mocht nemen. Hiltons batje beschikte over een speciaal rubbersoort, waarop de ex-Euro- pese kampioenen Gergely en Se cretin en de grootste kanshebber op de titel Dvoracek (in de finale) zich stuk beten. JOHN VOLKERS SLECHTS TWEE NEDERLANDERS HALEN EINDSTREEP PARIJS-ROUBAIX ROUBAIX - Zoals Jan Raas onderhand een hypotheek kan afsluiten op een triomf in de Gold-race, zo innig lijkt Francesco Moser zijn hart te hebben verpand aan Parijs-Roubaix. De 28-jarige Italiaan zegevierde gisteren voor de derde keer op rij in de Koninginne-klassieker, een prestatie waarmee Mo ser het succesverhaal dat de Fransman La Pize zeventig jaar geleden liet schrijven, evenaarde. Moser triomfeer de in de 78e editie van de belangrijkste wielerklassie ker bovendien in grootse stijl. Hij reageerde attent toen Dietrich Thurau na tweehonderd kilometer de beslissende ontsnapping in leidde, hield zijn banden heel op de „helleweggetjes" naar Roubaix en ontdeed zich vijftien kilometer voor het einde ook van zijn laat ste concurrent. Thurau kreeg daardoor niet de re vanche die hij begeerde. De Westduitser, nog immer uit op eerherstel, liet zich drie jaar geleden in een twee- mans-duel om het wereld kampioenschap in het Vene zolaanse San Cristobal door de Italiaan verrassen. Die ontknoping wekte destijds alom verbazing. Op het egale cement van Roubaix's ouderwetse wieier- piste liet Moser het na 264 ki lometer niet aankomen op een sprintduel met de rappe Westduitser. Met 1.48 minu ten voorsprong op Gilbert Duclos-Lassalle, de ploeg maat van Hennie Kuiper, die na zijn zege in Parijs-Nice op nieuw van zich deed spreken en Thurau in de epiloog voor bijging, meldde hij zich daar. Om er uitbundig door zijn supporters te worden be sprongen. Temidden van de „tifosi" krijste Moser het uit van vreugde. „Drie keer heb ik nu hier gewonnen. Maar dit t is de mooiste overwinning. Mijn eerste zege dankte ik aan Roger de Vlaeminck, vo rig jaar kreeg mijn ploeglei der de eer, maar dit jaar heeft de ploeg het voor mij verdiend." Peter Post, die in 1967 ge volgd werd door Jan Jans sen, mocht gisteren als ploe gleider geen landgenoot be jubelen. Parijs-Roubaix, de koers die zijn betekenis als klassieker ontleent aan de treiterend trillende kasseien in het monotone Noordfranse landschap, lijkt niet gescha pen voor Nederlanders. Ook al moest Parijs-Roubaix het gisteren stellen zonder zijn haast traditionele regen, die de keien onzichtbaar in de kuilen verraderlijk maakt. Slechts twee Nederlanders haalden de streep: Piet van Katwijk als tiende en Hennie Kuiper die op de veertiende plaats eindigde. Pijnlijke ribben Brildrager Jan Raas hoefde in het gebrek aan regen geen excuus te zoeken. Na 123 kilometer, vlak voordat de eerste tien kilometer stof, grint, greppels en klin kers onder de wielen door waren, tuimelde de wereld kampioen van zijn fiets. „Gregor Braun (gisteren de belangrijkste toeverlaat van Moser-red.) maakte een schijnbeweging. Niet dat die jongen het expres deed, maar ik lag wel te kijken," treurde Raas. Met pijnlijke ribben joeg Raas in zijn zes de Parijs-Roubaix vervol gens veertig kilometer lang achter de hoofdgroep aan, waarin Moser's ploeggeno ten Braun en Edwards het tempo strak hielden. Raas: „Als gekken hebben die ge reden. Toen ik bijkwam kreeg ik niet eens de tijd om tot rust te komen. Vlak daar op demarreerde Thurau. En toen kon ik het vergeten." Tegen alle regels van Parijs- Roubaix in, die leren dat de strijd pas in de „hel van het noorden" ontbrandt, ging Kuiper op avontuur. „Ik wilde wat proberen", stamelde de wereldkampioen van 1975, nadat hij als veertiende van de 31 overgebleven coureurs over de finish was gekomen. „Ik wilde iets proberen en dat is mislukt." Kuiper haalde als ontmoedigd slachtoffer ten minste nog de eindstreep. Met Michel Pollentier en Ro ger de Vlaeminck was dat niet het geval. Pollentier brak een sleutelbeen en liep een ernstig ogende hoofdwond op, De Vlaeminck viel uit bij de achtervolging op Moser, nadat een lekke band hem had teruggeworpen. Het was De Vlaeminck's tweede lekke band in zijn elfjarige ervaring als „monsieur Paris-Rou- baix", zoals de Fransen de in Italië hartstochtelijker dan in eigen land geroemde Belg koesteren. Terwijl De Vlaeminck een lek ke band opliep, stuurde Mo ser zijn fiets behendig tussen de obstakels door. In zijn achtervolging werd de Belg geremd door Duclos-Lasalle. Even zwenkte de Fransman naar buiten en die beweging betekende het einde voor De Vlaeminck, die versuft op de grond terecht kwam en met schaafwonden aan arm en dijbeen Roubaix in de ploe gleiderswagen bereikte. Duclos-Lasalle hield zich wel overeind en haalde, eenmaal weer op krachten gekomen, ook Thurau nog in. Hij schoot evenwel tekort in zijn jacht op Francesco Moser, zodat Franrkijk, ook al omdat Ber nard Hinault (vierde) zijn ach tervolging niet zag slagen, nog altijd wacht op een op volger van Louison Bobet, in 1956 de laatste Franse win naar van Parijs-Roubaix. HENK MEES ff' AMSTERDAM Backgammon hóéft sfeer en het spel wordt sn« gespeeld, maar is voor een selec- te groep bereikbaar. Niet dat dt uitrusting zo duur is, een bord voor een paar tientjes verkrijg, baar. Maar je moet wel in h«| aparte wereldje van snobistm T j mee kunnen draaien, hoewel A ook best aardige mensen me* doen. Kunnen is al moeilijk, wi) len nog meer. Vandaar ook dm het backgammon-circus wan schijnlijk tot in lengte van dags door een „elitaire" groep zal wot den bezocht. Dit Weekeinde wei in Amsterdam een ronde voor hi Europees kampioenschap afgt werkt. Merit, de sponsor van h« hele gebeuren, greep de kans on de Nederlandse spelers bij elkaa te brengen met beide hand* aan. De bedoeling is de sport ti promoten, ook voor het grote po bliek. Of dat laatste lukt, is echts de vraag. In Nederland is het spel (insider spreken liever van een denksport beter bekend als trik trak. bord met driehoekjes waarop z* sentwintig stenen liggen. Twei dobbelstenen doen de rest. Dub. bel zes betekent succes. Maar daar moet wel wat voor gedaan worden. De spelers die aan elkaa gewaagd zijn moeten het in prind pe van de dobbelsteentjes hebben De betere spelers kunnen de min dere goden ondanks slechte wo pen toch verslaan. Eén van de Ni derlandse deelnemers: „De facte fortuin is op ieder toernooi e< punt van discussie. De één zeg dat je tachtig procent geluk nodi) hebt, ik gooi het zelf liever op zes tig procent. Het is een sport waarin je met talent ver kunt komen. Zo ken ik een jongen die pas twee maanden speelt, maar nu al erg goed is". Mooie auto Jonge lieden vielen echter niet bekennen in het luxe Amstelho-p tel. Maar dat kon ook helemaal''" niet. Want die hebben geen geldr om mee te doen. En daardoorPa geen mooie auto met bijbehorend^, vrouwelijk schoon. Zo stonden er vijf Porsches, drie Jaquars sn T* twee sportieve Mercedessen op de parkeerplaats voor het hoteL Een meneer met een Rolls Royce vond het verstandig zijn bolide voor de rode loper van het speel hol te plaatsen. Een „paradijs"!"" dus. rt En dan was men nog niet eens b/n-ru nen. Want daar was het niet min-\ der. Eerst even door het PacoL Rabban geurtje heen. Het oog vali| onmiddelijk op dames die, waar#; schijnlijk alleen doordat het mooyjjj weer was, hun bontjas van nerts[ J hadden thuisgelaten. Daarvoor de plaats dan maar een outfit di« weinig aan de verbeelding overlaat. Mannen moeten moeite hebben om rechtop te lopen door de gou- :,D den kettingen om de hals die tochldf> wel een beetje zwaar zullen zijn. Si- gaartjes met een lengte van minder dan twaalf, dertien centimeter zijn kennelijk ordinair. En er vooral op letten dat de handjes uiterst non chalant in de snel gesneden panta lon gestoken zitten. Want pas op als je dat niet doet". Overigens hoeft dit alles beslist niet negatief te worden opgevat Het Is echter wel een feit. Zonder bankbiljetten met vier cijfers hoel je er echt niet aan te beginnen. Maar het is nu eenmaal zo dat betere spelers hun tegenstanders liever bekampen als er een fors" bedrag op tafel ligt. Een Europees kampioenschap is voor de gewone jongen niet bereikbaar. Zo is hel inschrijfgeld voor de finale in Mon te Carlo tweeduizend gulden. Een plaats zonder jeugdherbergen en campings, dus daar komt nog het verblijf in een luxe hotel bij. Tel je winst, als je niet in de prijzen valt. luitfi i2ena Competitie Merit gaat proberen enige lijn in backgammon te brengen. Pro ductmanager Van de Horst: „Er bestaat geen competitie in Ne derland. Bovendien zijn er maar een stuk of vier clubs. Dat vinden wij te weinig. De bedoeling is dal wij via een aantal activiteiten het spel wat meer in de belangstel- ling brengen. We willen een com petitie op touw gaan zetten Voorts willen we wat introductie dagen organiseren en borden met onze vignetten erop ter beschik king stellen. Tenslotte staan er voor ons ook commercieële be- langen op het spel. Het volk moei zich met onze sigaret gaan iden tificeren". Zoals het zich echter nu laat aan zien zal de winst voor de sigaret- tenfabrikant beperkt zijn. In de toekomst zal misschien de back- gammonspeler wel een merit op steken, maar daar wordt de fabriek niet rijk van. Misschien liet een jon gen van de pers zich inpakken,^ Want dat was gedurende vier da- gen backgammon wel de bedoe- ling. Zo lag er voor één van da d journalisten een reisje naar Monta Carlo in het verschiet. Op de pers bijeenkomst werd iedere verslag gever aan een Nederlandse spele gekoppeld. De journalist met he snelste „paard" mag nu vé sponsor een weekje naar het zon nige zuiden. Daar zal hij dan waar- schijnlijk wel een maandsalaris aai kwijt zijn. Dat zal de backgammon spelers een zorg zijn. DENNIS MULKEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 22