Warm pleidooi voor vakantie in eigen land I Starlords kregen vliegende start van Keith Anderson Onder het motto „Nederland als vakantieland" wordt op 18 april in de Amsterdamse RAI een symposium gehouden. On der de sprekers ook G. Kamphorst uit Voorthuizen, voorzitter- van de streek-VVV voor Noord- en Midden-Veluwe. Hij zal die dag twee stellingen verdedigen, waarop hij fiks tegengas ver wacht. De heer Kamphorst is van mening, dat „het sociaal be grip en het milieubesef van de Nederlandse vakantieganger ophouden zodra hij de grens overschrijdt". Het argument dat Nederland te duur zou zijn vindt hij daarom niet steekhou dend, omdat in de prijzen juist de sociale verworvenheden en de zorg voor het milieu liggen opgesloten. Het tweede standpunt, dat Kamphorst in Amsterdam zal uit dragen, is „dat veel meer moet worden gedaan aan imago-ver- betering, omdat het eigen land te veel wordt gezien als vakan tieland voor de sociaal zwakkeren". VOORTHUIZEN Een gerichte reclamecampagne, compleet met spotjes op de beeldbuis. Dat wapen wil de voorzitter van de streek-VVV voor Noord- en Midden-Veluwe. de heer G. Kamp horst. in de strijd brengen tegen de massale vakantievlucht van de Nederlanders naar het buitenland. Een reclamecampagne, die volgens Kamphorst het imago van Holland moet verbeteren. „Want", zo zegt hij, „we hebben nog zoveel plekjes die een be zoek waard zijn. Het eigen land heeft echter het predikaat gekre gen van een vakantieland voor de sociaal zwakkeren. Dat idee moet worden uitgebannen". „Neem bijvoorbeeld een bekende Nederlander die voor zijn ca- I ravan in het zonnetje zit en zegt: „Ik ben met vakantie in Neder- land gebleven. U ook?" Die kant moet het op". Dat meer men sen hun vakantie In Nederland doorbrengen Is nodig om het te kort op de Nederlandse handelsbalans te beperken. Vorig jaar sloeg de weegschaal 4,6 miljard gulden in het voordeel van het buitenland uit. „Die roep om de deviezen In eigen land te houden is natuurlijk prima. Daar wil elke VW graag haar steentje aan bij- f dragen", zegt Kamphorst. „Maar we beschikken over een zeer beperkt budget. Om iets te kunnen bereiken hebben de VVV's een grotere financiële steun nodig". „De VVV vervult een groot aantal taken voor het algemeen maat- schappelijk belang. Het is geen organisatie meer die alleen maar kamers in een hotel bespreekt. Het VVV biedt een breed infor matiepakket. Daarom dienen de verenigingen geld uit de pot al gemene middelen te krijgen. We horen niet thuis in het rijtje van de voetbal- of de toneelclubs, die allemaal door de gemeente ge subsidieerd moeten worden". Een probleem vormt volgens Kamphorst onder meer dat de VVV's geen éénvormig dienstenpakket kunnen aanbieden. „De bedragen die de gemeenten aan subsidies geven variëren van een paar centen tot enkele guldens. De ene plaats kan daarom wel over een mooi kantoor beschikken terwijl in de andere plaats zo'n voorziening ontbreekt. En de sterkte van de ketting wordt nu eenmaal bepaald door de kracht van de zwakste schakel". „Daarbij moeten wij concurreren met zeer professioneel opge zette reisbureaus. Die pakken de zaken commercieel aan. Een fraaie folder met een mooie gebruinde dame in badpak op het strand van een of ander zonnig land. Ze zijn er in geslaagd om die vakanties als warme broodjes te verkopen. Zo'n folder varf een reisbureau toont natuurlijk prachtig. Maar op die stranden liggen ook maatjes 48 en je ligt veertien dagen lang te puffen. w. Als je gaat zwemmen moet je daarna een overhemd aan doen om niet te verbranden". Reclame „Het weer is in Nederland zo slecht nog niet. En mocht het weer te genvallen dan zijn er tal van voorzie ningen. .Er zijn maar weinig lan den waar voor de vakantieganger </-■ zoveel te doen is. Voor een goed so ciaal contact is Nederland natuur lijk bij uitstek ge schikt. Vooral om dat je de taal ver staat. Punt is ech ter dat ons land moet worden ver kocht. Reclame maken en geen anti-reclame. In een advertentie .stelde een reisbu reau: „Als u niets anders weet dan een vakantie op de Veluwe...". Nou, daar heb ik scherp tegen geprotes teerd en ik heb die zaak ook gewon nen bij de Recl- meraad". „Vaak verweren mensen zich met het argument dat Nederland zo duur is. Maar hoe komt dat? Gelukkig ken nen we hier een sociaal klimaat waar bijvoorbeeld kinderen van 14 jaar niet mogen werken. Voorts een vijfdaagse werkweek en goe de sociale verze keringen. Cam- pingbedrijven met een goede riole ring, enzovoorts. Allemaal verwor ven rechten, die we moeten behouden. Maar maak dan eens een vergelijking met een willekeurig hotel in het buitenland met vier honderd bedden, waar het afval zo van de berg de zee inloopt en waar datzelfde leuke llftjongetje van twaalf jaar dat je 's mor gens gedag zegt er ook 's avonds laat nog-staat als je uit de bar' komt..., en dat veelal zeven dagen per week. Dan vieren wij va-, kantle over de rug van de sociaal arme bevolking. En ook ons begrip over het milieu houdt op zodra we de grens over zijn. Na tuurlijk willen we hier een leuke beplanting om de camping, maar al die zaken werken wel kostprijsverhogend". „De bevordering van de vakantie In eigen land dient algemeen te worden aangepakt. Daarom ben ik ook blij dat staatssecretaris Hazekamp een werkgroep wil inrichten, die zich daarmee gaat bezighouden. In die groep zitten behalve de VVV en CRM ook toeristenorganisaties zoals de Recron, ANWB, ANVV en de Ne derlandse Toeristen Bond". Druk Toenemend binnenlands toerisme zal de druk op de recreatie- en natuurgebieden doen toenemen. Volgens Kamphorst biedt Nederland echter nog voldoende mogelijkheden In de randgebie den en bijvoorbeeld de polder. „Voor de vakantieganger telt vooral de sfeer. De mooie natuur zien de toeristen meer als een decor voor hun vakantie". „Uiteraard moeten we het moois dat we bezitten zo gaaf moge lijk houden. We moeten daarvoor met elkaar goede afspraken maken. Voorlichting geven is daarbij een eerste vereiste". Kamp horst wil niet ontkennen dat er plaatsen zijn waar de recreatie schade toebrengt aan het milieu. „Ja, bijvoorbeeld de wildwis- sels. Er zijn piaatsen waar door de recreatiedruk minder uitwis seling van wild plaats vindt. Het is van belang dat die druk af neemt, maar de kosten die daarmee gemoeid zijn mogen niet al leen voor rekening van de ondernemer komen". Q „De streek-VVV zou een klankbord moeten zijn voor de plaatse- t, lijke verenigingen. Een overkoepelende organisatie van alle grote r n en kleine VVV's bij elkaar. De plaatselijke vereniging moet echter blijven bestaan, want niemand kent de streek beter dan juist de J eigen mensen. De streek-WV vult meer de gaten op. Samen zor- d gen we voor een goede informatie, maar steeds weer stuiten we v op één groot probleem: geld". jtu d Miljoenen J h „Om de zaak goed op poten te zetten zouden onmiddellijk tien- -1 c tallen miljoenen nodig zijn. Het rendement is volgens ons het vijf- v voudige. Die ontwikkeling verloopt echter stapvoets. De gemeen- ten verschuilen zich nog te veel achter het bedrijfsleven. We 41' moeten de gemeentebesturen doordringen van het belang van r het toerisme. De beleldsmolens malen langzaam, maar het ont-: v breekt toch ook wel aan slagvaardigheid". - f RONNIE HENDRIKS k I RIJSWIJK „Dat ene, ver rukkelijke moment, waarop je voelt: ik ben nu los van de aarde; ik vlieg. Telkens op nieuw is het een bedwelmende sensatie, die helaas nooit lan ger duurt dan een paar secon den: je laat je trapeze los en zeilt door de circushemel, bui telend als een jonge vogel, die voor het eerst in zijn leven ontdekt, wat ie met zijn vleu gels kan doen. Wat er dan door Je heen gaat", zegt Keith Anderson, „is onbeschrijfelijk. Dat kun je ook nauwelijks uit leggen aan mensen, die zelt nooit aan een trapeze hebben gewerkt. Die vragen onmid dellijk: „Was je nou niet bang? Dacht je niet: Ik kan te pletter vallen." Probeer ze dan maar eens aan het ver stand te brengen, dat je geen tijd hebt om bang te worden. Die angst komt pas later, wan neer je alweer veilig aan de overkant bent". „Maar zolang je zweeft, kun je niet eens aan gevaren denken. Wat dat betreft is het net een drug. Je kunt het misschien vergelijken met een dubbele shot heroïne In je lijf. Ik zeg met opzet „misschien", want ik haat drugs en ik weet ook niet, wat de uitwerking ervan is. Qe mensen in mijn groepen weten donders goed, dat ze er van af moeten blijven. Als ik zou merken, dat er één drugs gebruikt, zet ik hem gelijk op her eerste het beste vliegtuig naar Zuid-A frlka. Verder mo gen ze doen, wat ze willen. Ik zal ze geen strobreed in de weg leggen. Van mijn part ver sieren ze de halve wereld en drinken ze in hun vrije tijd net zolang, totdat ze er bij neer vallen. Allemaal tot je dienst. Maar van de drugs blijven ze af. Ik gebruikte die vergelij king alleen om duidelijk te maken, wat je voelt, wanneer je merkt: ik ben los. Op zo'n moment raak je in een roes, die je verstand buiten spel zet". Vogelverschrikker Keith Anderson, een brood magere vogelverschrikker van de jaargang 1938 „ik ben een rasechte schorpioen. Als ik wat wil bereiken, bijt ik me er in vast" is al jaren het brein van drie trapezegroe- pen, die in Europese circussen hun bloedstollende luchtbal letten uitvoeren. Zijn Flying Marillees werken momenteel bij Circus Americano, zijn oude gabber Freddy Osier rijgt met zijn uiterst fraai ge boetseerde vrouw Carrol de driedubbele salto's in een En gels circus en zelf trekt Keith sinds 22 maart met The Star- lords" op in het kielzog van Nederlands brandnieuwe cir cus „Holiday". In zijn caravan, die waar schijnlijk door Stiefbeen Zoon is ingericht, probeert Keith zijn opmerkelijke levens loop chronologisch op een rij te krijgen. „Ik behoor tot de categorie van mafkezen", be kent hij, „die in hun jeugd over niets anders dromen dan over het circus. Een andere film zat er blijkbaar niet in mijn hersens. Waar ik die tic vandaan heb, is me een raad sel tot op de dag van van daag. Ik hoef er mijn ouders In elk geval niet voor te bedan- ARTS UIT GROTE SCHUURZIEKENHUIS HANGT NU AAN ZIJN VOETZOLEN IN CIRCUS HOLIDAY ken, want die hadden uitslui tend mooie burgerlijke idealen in hun bagage. Zoals iedere doorsnee Zuidafrikaan ver langden ze naar een eigen huis en een Amerikaanse auto, waarin ze op zon- en feestdagen uitstapjes konden maken. En ze hebben net zo lang gespaard totdat ze het bereikt hadden". „In ons gezin was Ik dus dui delijk een buitenbeentje. Zo dra er een circus in Kaapstad gesignaleerd was, dook ik on der en bleef soms dagen van huis weg. Ik hielp mee met het opzetten van de tent en met het voederen van de beesten.. En 's nachts sliep ik op een bos stro onder een van de wa gens. En mijn vader, de goed zak, die altijd het ergste vreesde, zat al die tijd nachten vóór het raam van de huiska mer op me te wachten. Als ik eindelijk weer eens boven wa ter kwam en vol trots vertelde, dat ik in het circus had ge werkt, zei hij steevast: „Dat is toch niks voor jou Keith. Daar ben je veel te fijn voor gebouwd". Ik heb later vaak gedacht: misschien had die Twee jaar geleden was John Storr nog een der assistenten van dokter Barnard in het Grote Schuur-ziekenhuis in Kaapstad. Nu hangt hij twee keer per dag aan zijn voeten in de nok van circus Holiday, ouwe toch gelijk, want toen ik eenmaal zover was, dat ik mocht meedoen aan het pro gramma, bakte ik er inder daad niks van". Gewoon bluf „Ik stond als jongen van veer tien in een draadnummer, wat pure bluf was, want ik kon op de begane grond niet eens behoorlijk overeind blijven. Ik heb in die tijd dan ook zo vaak mijn benen gebroken, dat ik wel gedwongen was om over te schakelen op de vlie gende trapeze. Op die manier kon ik tenminste driekwart van mijn optreden hangen en voelde Ik die pijn in mijn be nen niet". „Op mijn tweeëntwintigste miste ik tijdens een avond voorstelling de handen van mijn vanger. Mijn eigen, stom me schuld: ik was er gewoon met mijn gedachten niet bij. En prompt viel ik via het vang net tegen een paal. Sindsdien zit er voor zo'n twee mille aan schroeven en moeren in mijn linkerheup en ben ik afge schreven voor het echte, grote werk". Als een steen „Ik treed nu alleen nog op als komische trapezewerker. Je zult dat werk wel kennen. Je mist zogenaamd de vanger en dondert als een steen omlaag. Zo'n truc maak Ik nog steeds met mijn ogen dicht, want in vallen ben Ik nu eenmaal we reldrecordhouder". „Je moet overigens niet den ken, dat ik op mijn tweeën veertigste te oud ben voor een dubbele salto. Dat denkt een leek al gauw, maar ik weet wel beter. Mijn eigen leraar was al ver over de zestig, toen hij nog steeds als een jonge god door de circuskoepel vloog. Vliegen heeft niks met leeftijd te maken. Pas heb ik nog een reportage gelezen over een trapezewerker van 76, die zijn hand niet omdraait voor een enkelvoudige salto. Ik bedoel maar". „Met mij is het alleen duidelijk anders gelopen. Ik lag met die opgelapte heup maanden lang in een bungalowtje even bul ten Kaapstad en ik had dus plenty tijd om over mijn toe komst na te denken. Terwijl ik daar nog volop mee bezig was, kreeg ik een aanbieding van de YMCA. Zo'n soort or ganisatie zal er ongetwijfeld ook in Nederland zijn. Ze or ganiseren allerlei dingen voor jonge mensen en proberen ze op die manier van de straat te houden". „De mensen van de YMCA boden me een zaal aan, waar in ik mijn eigen clrcusschool kon beginnen. En dat leek me wel wat. Ik kon weliswaar nau welijks staan, toen ik met mijn eerste leerlingen begon te oe fenen. Maar dat was geen en kel bezwaar, want ze wilden immers zelf zo graag en klun gelden net zolang, totdat ze de slag te pakken hadden. Daar hadden ze mij eigenlijk niet eens bi) nodig. Ik kon vol staan met het geven van aan wijzingen". Uitdaging „Weet je, wat namelijk het grote geheim is van het wer ken aan een trapezeHet is een keiharde uitdaging, waar- In Je al je frustatles frunt afrea geren. Daarom werk ik ook het liefst met jongens en meisjes tussen de twaalf en zeventien jaar. Die zitten mid den in hun puberteit en daar mee in de problemen. Die we ten met hun energie geen raad. En als je ze vertelt, dat ze door keihard trainen kun nen leren vliegen, heb je geen kind meer aan ze. Dan gaan ze door dik en dun voor je en zijn ze je beste leerlingen". Uit het keurkorps van 150 leerlingen, die Keith Anderson tot nog toe op Spartaanse wij ze heeft opgeleid tot volleerd trapezewerker (120 jongens en 30 meisjes) zijn er nu ruim 40 werkzaam in zijn drie groe pen. Een van hen is de 27-jari- ge arts John Storr, die tot 1978 In het befaamde Grote Schuur-ziekenhuis in Kaap stad stafmedewerker was van de hartchirurg Barnard. Toen ik hem voor de eerste keer zag", herinnert Keith zich met veel smaak, „kon ik niet geloven, dat hij dokter was. Stel je voor: er kwam een ver fomfaaide knaap op blote voeten bij me, die een bundel tje foto's op tafel legde. Die had hij genomen tijdens een openluchtvoorstelling bij het Jan van Riebeeckhuis in Kaapstad. Hij was de enige geweest, die niet in paniek was geraakt, toen één van mijn leerlingen tijdens zijn act van de draad viel. Van dat on geluk had hij dan ook een se rie prima opnamen gemaakt". „Langs zijn neus weg vroeg-ie toen, of er voor hem mis schien een plaatsje was in mijn schoot. Ik riep: „Het Is al tijd handig als je een dokter bij je hebt. Wat mij betreft mag je morgen al komen trai nen". En dat heeft-ie ge daan". „Eerst dachten we, dat het een bevlieging van hem was, maar het beviel hem blijkbaar zo goed, dat hij zijn afscheid almaar bleef uitstellen. Eind 1978 is hij ook met ons mee gegaan op tournee en heeft hij als vanger prima gefunctio neerd In Parijs, Denemarken en Engeland". Eind vorig jaar besloot hij toch om er mee te kappen. Ik zei: „Dat lijkt me verstandig van je. John, want als arts in Zuid-Afrika kun je heel wat comfortabeler leven dan als trapezewerker bij de The Star- lords". Maar na veertien da gen kreeg ik al een telegram van hem. Hij hield het niet lan ger uit in Kaapstad en of hij alsjeblieft weer bij The Star- lords kon komen". „Natuurlijk had ik moeten te rugschrijven: „Gebruik je ver stand, John. Blijf waar Je zit", maar uit eigen ervaring weet ik, dat zo'n goede raad niks uithaalt bij iemand, die door die geheimzinnige bacil be smet is. Ik heb hem gebeld en gezegd: „We zullen je lucht bed vast opblazen". En nu hangt dokter John weer twee maal per dag aan zijn voeten in de nok van circus Holiday. Vertederd zegt Keith: „Hij is en blijft een bovenste beste vanger. Maar als straks mijn blindedarm er uit moet, bel ik wél een andere dokter op". LEO THURING FOTO'S: MILAN KONVALIN- KA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 18