Nederlandse glastuinbouw
houdt weer Open Dag
Uitbreiding
St. Ursula-
kliniek is
overbodig
Verdwijnen van winkels uit
dorpen is sociaal probleem
Provinciale politie is geen oplossing voor kleine kernen
PROF. DR. L. BAK:
REGIO
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 4 APRIL 1980 PAGINA
REGIO Onder het motto
'Kom in de Kas' houdt de
Nederlandse Glastuinbouw
op zaterdag 12 april een
Open Dag. Een grote hoe
veelheid bloemen-, planten-
en groentekwekers in den
lande zetten die dag de deu
ren van hun kassen wagen
wijd open om belangstel
lenden een indruk te geven
wat er al zo omgaat in het
tuinbouwbedrijf. De Open
Dag Glastuinbouw, die nu
al voor de derde keer van
uit het landelijk secreta
riaat in Naaldwijk wordt
georganiseerd, trekt naar
alle waarschijnlijkheid
ook dit jaar over het hele
land weer tienduizenden
bezoekers. In deze omge
ving concentreren de Open
Dag activiteiten zich rond
om de groenteveiling Delft-
Westerlee in De Lier, de
veiling Sion in Rijswijk, de
veiling in Berkel en de vei
ling Flora in Rijnsburg.
Ook kan de grote bloemen
veiling in Aalsmeer
(Noord-Holland) worden
bezocht. Deze veiling is de
grootste bloemenveiling
van Europa en daardoor
door zijn immense afmetin
gen zeker een bezoek
waard.
09 deuren van de kassen gas» op
12 «pril van tien utir 'a ochtends
tot vijf uur Ts middags open m de
volgende glastuinbouwgebieden;
WEST LAND Veiling D*l«-We$-
teriee, Leeweg 34 De Uer, infor
matie bij de heer Zegwaard*
tel.01899-13564.
RIJNSBURG Veiling Flora»
Oegetgaoetefwog 174, informatie
bij de heer Duivenvoorde* tel,
01719-29221,
BERKEL VeÖing Berkel, Ver-
weyweg, informatie bij de heer
Van der Selm, tel. 01891*9171.
RIJSWIJK Veiling 8ion. Midden-
dorpweg informatie bij de heer
Van der Vaart tel. 015-140440.
AALSMEER Bloemenveiling.
Legmeerdijk 3t3, informatie bij de
heer Wofling. t«t 02977-22502.
De groente- en snijbloemenkassen zijn niet meer weg te denken.
De bloemenveilingen, zoals deze CCWS te Honselersdijk, zorgen voor een export,
die Nederland ruim anderhalf miljard gulden in het laatje brengt.
Om enigszins een voorstelling
te krijgen van de groente-
glastuinbouw, kom je al gauw
uit bij de drie 'pijlers' van de
glastuinbouw. Al van oudsher
domineren in de groenteteelt
deze pijlers, de zogenaamde
"grote drie", tomaten, kom
kommers en sla, die het groot
ste deel van de productie van
glasgroenten uitmaken. De
glastuinbouw heeft in de laag
ste jaren geprobeerd deze
overheersende rol enigszins af
te zwakken. Zo zijn gewassen
als paprika, augurk en auber
gine steeds meer in de belang
stelling gekomen, terwijl ook,
zij het in mindere mate, de ra
dijs, de ramanas, en ijsbergsla
zich in een stijgende belang
stelling mogen verheugen.
Wat de bloemen en planten
betreft zijn onder meer de
snijbloemen zoals rozen, an
jers, fresia's en lelies de be
langrijkste, hoewel planten
als de ficus, de guzmania en
de potchrysant ook goed in de
markt liggen.
Energiecrisis
Een kas in de huidige glas
tuinbouw is vandaag de dag
niet meer te vergelijken met
de primitieve bouwsels, die
men aan het begin van deze
eeuw gebruikte. In de hyper
moderne kassen wordt het
klimaat zó goed geregeld, dat
een vergelijking met vroeger
geheel mank moet gaan. Hoe
wel een kas stevig geconstru
eerd moet zijn, dient het gla
soppervlak dusdanig te zijn,
dat een goede lichtdoorlaat-
baarheid de groei van de ge
wassen alle kansen biedt. De
energiecrisis van de afgelopen
jaren is natuurlijk niet onop
gemerkt aan de tuinbouw
voorbij gegaan. In verschil
lende delen van ons land zijn
proeven genomen met dubbel
glas, dubbel plastic en andere
isolatiematerialen. Het blijkt
echter, dat deze voorzienin
gen weliswaar energiebespa
ringen opleveren, maar even
eens vaak ten koste gaan van
de groei van het gewas, dat
uiteraard een grote hoeveel
heid licht nodig heeft om te
groeien. Om toch 'aan bespa
ring te doen', worden in toe
nemende mate in de kassen
horizontaal bewegende scher
men aangebracht, die
's nachts automatisch sluiten.
Computer
Ook de computer heeft zijn
intrede gedaan in de tuin
bouw. Ging deze ontwikke
ling aanvankelijk nog schoor
voetend, de laatste jaren is
sprake van een snelle groei.
Het ingewikkelde kassenkli-
maat wordt op het ogenblik
bij tientallen bedrijven gere
geld per computer. Zaken als
temperatuurbeheersing, het
open en dicht doen van lucht-
ramen, de vochtigheidsgraad
en het werken met sproeisys-
temen komen in toenemende
mate in 'handen' van de pro
cescomputer, al blijft het de
tuinder, die bepaalt met wel
ke normen de automatisering
moet werken. Antwoord op
de vragen, hoe de producten
zo vérs mogelijk op de veiling
komen, welke verpak
kingssystemen daarvoor die
nen te worden gebruikt, blij
ven in elk geval voorbehou
den aan de tuinder zelf, daar
toe bijgestaan door zijn mede
werkers.
KOM
IN
DEKAS"
OP
12 APRIL
Gigantische export
Al de moeite van de tuinder
legt Nederland geen windeie
ren. Het aandeel van de tuin
bouwproducten in de totale
Nederlandse agrarische ex
port (17 miljard) bedroeg in
1979 zo'n 26 procent. Daarvan
is meer dan de helft te dan
ken aan de producten uit de
glastuinbouw. Opvallend,
wanneer men nagaat, dat
slechts een half procent van
de totale oppervlakte aan
landbouwgrond in beslag
wordt genomen door de glas
tuinbouw. Van alle glasgroen
ten gaat maar liefst 78 procent
naar het buitenland, terwijl
van de sierteelt het buiten
land 65 procent van de pro
ductie opeist. West-Duitsland
is daarbij met driekwart van
de Nederlandse export de
grootste afnemer. De totale
uitvoer van glasgroenten
bracht in 1979 1,2 miljard
aan deviezen binnen de gren
zen, terwijl de export van pot
planten voor 280 miljoen om
zet aan buitenlandse valuta
zorgde. De snijbloemenexporl
is omzetkampioen met 1,66
miljard aan export, hetgeen
de Nederland de naam van
'grootste bloemenleverancier
van Europa' heeft opgeleverd.
Veiling
De grootste risicofactor van
de glastuinbouwteler vormen
de veilingen. Heeft de tuinder
de kostenkant van de teelt
nog redelijk in de hand door
een zo kien mogelijke be
drijfsvoering, hij moet maar
afwachten of de door het vei
lingsysteem georganiseerde
concurrentie uit de op-en-
neergaande markt haalt, wat
er in zit. Vooral de nadruk op
kwalitatief hoogwaardige pro
ducten heeft de Nederlandse
producten een goede plaats op
de West-Europese markt be
zorgd. Deze goede concurren
tieverhouding wordt echter
voornamelijk door de kassen
veroorzaakt. Landen als
Spanje, Griekenland en Ma
rokko voor groente, en ande
re landen zoals Israël. Kenia
en Columbia voor bloemen,
hebben weliswaar goedkope
arbeidskrachten en goedkope
energie (zon); het duurdere
vervoer over vaak lange af
standen waardoor bederf
steeds op de loer ligt en de
door weersinvloeden onbe
trouwbare en vaak onvoor
spelbare opbrengsten zorgen
ervoor, dat Nederland het nog
steeds best tegen deze landen
kan opnemen.
PROVINCIALE RAAD VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID:
De Wassenaarse Ursula-kliniek.
WASSENAAR Uitbrei
ding van de St. Ursulakli
niek in Wassenaar is overbo
dig. Aldus concludeert de
Provinciale Raad voor de
Volksgezondheid in Zuid-
Holland, die op verzoek van
Gedeputeerde Staten een on
derzoek instelde naar de
wenselijkheid de opname-
mogelijkheden van deze kli
niek uit te breiden. De direc
tie van de St. Ursulakliniek
had destijds om deze uitbrei
ding verzocht, omdat het
voortbestaan van de psy
chiatrische afdeling alleen
gegarandeerd zou zijn, wan
neer deze op zijn minst
tweehonderd bedden zou tel
len. De Raad heeft een nega
tief advies uitgebracht, om
dat momenteel een beleids
plan wordt opgesteld met
betrekking tot de hersprei
ding van de psychiatrische
voorzieningen in Zuid-Hol
land en de overbedding in de
Haagse regio.
In 1971 werd besloten de neu-
rochirurgische en neurologi
sche afdeling van de St. Ursu
lakliniek over te brengen naar
het nieuwe Westeindezieken-
huis in Den Haag. Om de psy
chiatrische afdeling, die des
tijds honderdtwintig bedden
telde, te kunnen laten functio
neren als een volwaardig psy
chiatrisch ziekenhuis, verleen
de de toenmalige staatsecreta
ris in 1973 in beginsel mede
werking aan vervangende
nieuwbouw en uitbreiding van
het accommodatie. Onder de
voorwaarde echter, dat het
beddenbestand van de overige
psychiatrische ziekenhuizen in
de regio Den Haag terugge
bracht zou worden.
Sindsdien hebben de directies
van de psychiatrische zieken
huizen en beleidsinstanties
veelvuldig overleg gepleegd
over de planning van de intra
murale psychiatrische voorzie
ningen in de regio Den Haag.
Uitgangspunt hierbij was on
der meer, dat naar een even
wichtige spreiding van deze
ziekenhuizen in de provincie
Zuid-Holland moest worden
gestreefd, omdat de regio Den
Haag een overcapaciteit kent
van 626 plaatsen. Deze overca-
piciteit is ontstaan, doordat
ook patiënten van buiten de
directe omgeving van Den
Haag werden opgenomen. Bij
dit overleg ging men er ook
van uit, dat ieder ziekenhuis
minimaal tweehonderd en
maximaal vijfhonderd patiën
ten moest kunnen opnemen.
Bij voorkeur driehonderd.
Met de noodzakelijke bedden
reductie is de afgelopen jaren
evenwel geen voortgang ge
maakt. Dit was onmogelijk,
omdat in de lege gezondheids
regio's in Zuid-Holland nog
geen nieuwe voorzieningen op
dit gebied zijn gecreëerd. In
zijn advies beveelt de Raad
dan ook aan initiatieven te sti
muleren tot het creëren van
psychiatrische voorzieningen
in de „witte plekken" in Zuid-
Holland. Uitbreiding van de
St. Ursulakliniek zou volgens
de Raad dit plan doorkruisen.
De aflopen jaren is er even
eens geen voortgang gemaakt
met de spreiding van psychia
trische voorzieningen. De
Raad wil hiertoe de eerste
stappen nemen en stelt voor
de regio Den Haag te splitsen
in twee sub-gebieden, waarbij
de psychiatrische ziekenhui
zen Bloemendaal en Rozen
burg verantwoordelijkheid
dragen voor het zuidwestelijke
gebied en Ursula en Schaken-
bosch voor het noordoostelijke
gebied. De Raad geeft de voor
keur aan een volledige inte
gratie van de twee laatste zie
kenhuizen en meent daarom
dat uitbreiding van de St. Ur
sulakliniek overbodig wordt.
ZWOLLE „De dorpscon
sument is het slachtoffer
van het rendement. Rende-
mentsdenken is te vinden
bij de detailhandel, maar
ook bij de overheid, die
meent dat met een mini
mum aan maatregelen een
maximaal rendement te be
halen is. Rendementsden-
ken is verder terug te vin
den in de consument, die de
meeste waar voor het min
ste geld probeert te krij
gen". Dat is de stellige over
tuiging van prof. dr. L. Bak,
hoogleraar aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam. De
heer Bak zei dat tijdens het
eerste lustrum-congres van
de Landelijke Vereniging
voor Kleine Kernen.
Prof. dr. Bak ging in zijn betoog zeer uit
voerig in op de problematiek van de ver
zorging in de kleine kernen. De proble
matiek die is begonnen met de uitbundige
welvaartsgroei na de Tweede Wereldoor
log, de vloed van reclamemiddelen en de
enorme toename van het aantal auto's
waardoor de consument zeer mobiel is ge
worden en niet langer afhankelijk van
het beperkte aanbod van goederen in het
gemiddelde dorp. Als een van de nieuwe
aspecten van het nieuwe consumptiepa
troon haalde prof. dr. Bak de anonimiteit
aan van de hedendaagse consumptie: „De
consument heeft niet zoveel behoefte
meer aan een persoonlijke relatie met de
winkelier. Het vaak grillige en onverant
woorde koopgedrag etaleert men liever
niet in de eigen woonomgeving. Daarbij
komt dat men aan begrippen als service
en persoonlijke behandeling veel minder
waarde toekent dan vaak wordt aangeno
men".
Het verdwijnen van de kleine winkels uit
de dorpen is ook een sociaal probleem,
volgens de heer Bak. „Het is bekend, dat
bejaarden, minder validen en de minst
draagkrachtigen relatief meer bereid zijn
in eigen woonomgeving te kopen. Dat zijn
dan ook de groepen die het meest te lijden
hebben van de distributieve ontmanteling.
Deze groepen missen vaak de mogelijkhe
den die er zijn voor fitale en koopkrachti
ge consumenten".
Een belangrijke oorzaak van het verdwij
nen van verzorging in kleine kernen
moet volgens prof. dr. Bak gezocht wor
den in de ruimtelijke ordening, die de ste
den beter gezind is dan het platteland. Hij
koppelde daar direct aan, vast de vraag of
men in de kring van ruimtelijke ordening
wel in de gaten heeft dat de problematiek
van de kleine woonkernen anno 1980 de
problematiek van veel grotere woonker
nen anno 1980 kan zijn.
Een oplossing van de problematiek hoeft
niet van de zijde van het bedrijfsleven te
worden verwacht, omdat uit die hoek al
tijd rendementseisen worden gesteld. Ook
van de centrale overheid moet volgens de
heer Bak niet veel verwacht worden. Een
speciaal instrumentarium die de kleine
kernen problematie zou kunnnen dienen
(daarbij kan gedacht worden aan maatre
gelen in de sfeer van loonkosten, fiscali
teit of investeringen) wenst de overheid
niet te nemen.
Een kleine bijdrage zou van de gemeenten
kunnen worden verwacht. Er zijn, aldus
de heer Bak, situaties waarin de bewinke-
ling gediend zou zijn met een ter beschik
king stelling van goedkope huisvesting, of
een grondkavel tegen symbolische prijs.
Ook hulp in de vorm van wat extra par
keerruimte, verkeersmaatregelen en zeer
soepele toepassing van bouwvoorschriften
zou de verzorging in kleine kernen ten
goede kunnen komen, evenals het tegen
gaan van para-commercialisatie.
Overigens ziet prof. dr. Bak de jaren '80
bepaald pessimistisch tegemoet met be
trekking tot de verzorging in kleine ker
nen. „De overheid moet bezuinigen en
heeft dus weinig geld over voor nieuwe
stukken beleid. De detailhandel zelf zal
dan sterker worden geconfronteerd met
de spanning tussen kosten en baten. De
consument zal het huishoudbudget niet
zien groeien, maar bijvoorbeeld wel veel
meer moeten uitgeven voor energie. Al
met al een verhaal van zich verkrappende
marges. Dat zal leiden tot een nieuwe golf
van uittreding. In de jaren '80 zullen er
opnieuw tienduizenden middenstanders
het loodje leggen. Vooral in oude stadswij
ken en in kleine kernen. De consumptie
zal zich nog sterker concentreren op hoge
re aanbodniveaus, vooral als daar prijs-
concurrentieel voordeel valt te behalen.
Vermoedelijk betekent dat, dat er ook
verzorgingsproblematiek zal ontstaan in
kernen van een wat grotere maat dan
waar het probleem nu speelt", aldus prof.
dr. L. Bak.
VOORZITTER LANDELUKE VERENIGING VOOR KLEINE KERNEN:
ZWOLLE „Een gemeentelijk politiekorps,
ook voor de kleinste gemeenten, is verre te pre
fereren boven een provinciaal korps". Dat zei
drs. F. J. A. IJsselmuiden, voorzitter van de
Landelijke Vereniging Voor Kleine Kernen tij
dens het eerste lustrumcongres van de LVVKK
dat in Zwolle werd gehouden. Volgens de heer
IJsselmuiden zal het recente voorstel van mi
nister Wiegel van Binnenlandse Zaken om te
komen tot een procinciaal politiekorps geen
verandering brengen in de situatie, zoals die nu
in de kleine kernen speelt: nauwelijks politie
toezicht, omdat het politieapparaat een hoe
veelheid aan diensten buiten de standplaats
daar niet meer aan toekomt
Als bijzonder negatief ervaart de heer IJsselmui
den de vanzelfsprekendheid, waarmee hoge func
tionarissen van het ministerie van Justitie aan
vaarden, dat kleine dorpen van enig politietoezicht
verstoken blijven, omdat er voortdurend beslag
wordt gelegd op de plaatselijke politiegroep.
„Vandaag is het de brandweer en politie, morgen
sociale voorzieningen en ga zo maar. We moeten
ons sterk maken om de kleine kernen te behoeden
voor een verdere teruggang op dat gebied", hield
de LVVKK voorzitter zijn gehoor voor.
In zijn algemeenheid vroeg "drs. IJsselmuiden zich
af of de Rijksoverheid door de organisatiewijze wel
bij machte is de leesbaarheid van de problematiek
van de kleine kernen aan te kunnen pakken. Naar
zijn mening zal dat alleen kunnen als er in de wer
kwijze van de verschillende ministeries een wijzi
ging wordt aangebracht. „De minister van CRM is
wel als coördinator aangewezen, maar wanneer
men zich daar vervoegt blijkt steeds dat een en an
der weer niet tot het werkgebied van CRM be
hoor». Andere ministeries verwijzen weer naar,
door of terug. En zo blijven we zitten in een steeds
vager wordende cirkel".
Er zal, naar de mening van de LVVKK voorzitter
een apart lichaam met eigen bevoegdheden voor
de leefbaarheid in de kleine kernen moeten ko
men wil men op enige vooruitgang rekenen. Voor
lopig zullen we het moeten doen met te hooi en te
gras genomen, van elkaar losstaande incidentiële
maatregelen", aldtis drs. IJsselmuiden.