atten knagen door
ot in Zuid-Holland
Tan Kuipersteeg Hartebrug
ijuropaschool
Wassenaar
amen met
•fan Wassenaer
Dbdamschool
JSKUSRAT BRENGT 'RIJNLAND' IN STELLING
Britse liedjes in Kapelzaal
Brand
stichting
om
aandacht
te trekken
Vier keer
verkocht"
vooral geestig
□AD/REGIO LEIDSE COURANT
DONDERDAG 27 MAART 1980 PAGINA 5
hen te wachten staat", aldus een woord
voerder van Rijnland.
Het probleem van de muskusratten is in
de loop van de jaren alleen maar toegeno
men. De dieren vormen een ernstige be
dreiging voor de waterkeringen en de oe
verbeschermingen in de landelijke gebie
den. Werden er in 1968 in geheel Neder
land 10.000 muskusratten gevangen, in
1978 was dit aantal maar liefst vertien
voudigd. De knaagdieren hebben zich
vanuit het zuiden bij de grote rivieren en
vanuit de oostelijke provincies over een
steeds groter deel van Nederland ver
spreid. Kenmerkend voor deze knaagdie
ren is de voorkeur voor waterrijke gebie
den. De ratten staan nu 'voor de poorten'
van Zuid-Holland. Met zijn vele rivieren
en plassen een uitermate geschikt gebied
voor muskusratten. Het is belangrijk, dat
de aanwezigheid van de dieren in een zo
vroeg mogelijk stadium wordt ontdekt.
Naarmate de rat doordringt in een gebied
wordt het steeds moeilijker om de opmars
te stoppen. Reden dat Rijnland haast
angstvallig de oevers van haar gebied
blijft controleren op eventuele sporen van
de muskusrat.
Zuid-Holland telt op het ogenblik tien
vangers, die volgens de statistieken in de
loop der jaren steeds meer hebben gevan
gen. Op het ogenblik blijft het aantal rat
ten echter constant volgens een woord
voerder van de provincie Zuid-Holland.
In 1975 al probeerde de toenmalige minis
ter van landbouw via een groots opgezet
plan de muskusratten terug te dringen.
Dat bleek achteraf niet zo gemakkelijk,
vooral ook omdat de opleiding van mus
kusrattenvangers veel tijd vergt. Ook de
provincie Zuid-Holland houdt, evenals
Rijnland, de situatie met betrekking tot
het oprukken van de muskusrat vanuit de
gebieden bij de grote rivieren nauwlet
tend in het oog. Op het ogenblik worden
er bij het TNO, het landbouwkundig on
derzoeksinstituut, proeven genomen met
een bepaalde geurstof, die mannetjesrat-
ten afscheiden om hun territorium te
markeren. Hoewel hier voor de rattenbes
trijding veel van wordt verwacht, kan het
nog wel enige jaren duren voordat hier-
van concrete resultaten bekend zijn. Twee rattenvangers in actie om de oevers van een sloot te onderzoeken op holen van muskusratten.
LEIDEN - Ann Morgan speelde en zong En
gelse, Schotse en Ierse liedjes in het Kapel-
zaalconcert dat gisteravond gegeven werd.
Een aardig gebaar naar het publiek was het
opnemen van vier Nederlandse liederen op
gedichten van Revius, van begeleiding voor
zien door Jurriaan Andriessen.
De in Engeland geboren zangeres/harpiste
woont en werkt al een jaar of tien in ons land.
Ze studeerde harp bij Witsenburg en zang bij
Van Santé.
Ze bleek over een lichte, helle mezzo-sopraan
te beschikken, met een lieflijk timbre. Het wa
ren vooral volksliedjes die ze ten gehore bracht
en daar paste ze haar stem duidelijk bij aan in
een wat naïeve dictie. Op het programma ston
den niet alleen de bekendste volksliedjes, ook
minder bekende (zoals de door hun toeganke
lijkheid niet vaak te horen volksliederen uit
Wales).
„A sunset poem" uit „Under Milkwood" had
enigszins te lijden onder de ontstemming van
de harp. „Hiraeth" en „Cyfri'r Geifr", de laat
ste met vele geestige ritmische vondsten, wer
den gekenmerkt door een uitstekende voor
dracht en een moeiteloze, heldere warmte.
De uitleg die ze gaf bij elk lied zal de toehoor
ders ongetwijfeld van pas gekomen zijn. Vele
teksten waren anders duister gebleven.
V.K.
DEN De muskusrat heeft het
van Hoogheemraadschap
lland in stelling gebracht. Hoewel
|og geen muskusratten zijn waarge
len in het Rijnland-gebied, wordt
|ranuit het zuiden en oosten van het
oprukkende knaagdier nauwlet-
I in de gaten gehouden.
•oleurs van de afdeling waterstaat-
lig beheer van Rijnland zijn onlangs
het Rijk tijdens twee instructie-och-
|en voorgelicht over de levenswandel
de muskusrat. Het knaagdier kan na-
hk door zijn vernielzuchtige activitei-
fgrote calamiteiten in de waterhuis-
8ing veroorzaken. Hoe moeilijk de
kusrat te verdelgen is, blijkt uit de
lijkse rattenvangst van rond de hon-
iduizend. Ondanks deze respectabele
|[st breidt de rattenplaag zich nog
jls uit. „De muskusrat komt er ook aan
lie afsluitdijk. Wij zijn er welhaast ze-
jvan dat het muskusratten-probleem
in ons gebied zal gaan spelen. Maar
j mensen staan klaar. Ze weten wat
ET INGANG VAN 1 AUGUSTUS
l ap
an
0|
it I
om»
de
it nSSENAAR Een sa-
ar knsmel ting van de Wasse-
irse Europaschool met de
yksoortige Van Wasse-
r Obdamschool verdient
foorkeur boven de ophef-
of het zelfstandig laten
ttbestaan van de Europa-
jol. Die samensmelting
llCL de Europaschool kan
best op 1 augustus 1980
ihieden. Althans volgens
lj£lening van het gemeen-
ituur van Wassenaar in
vergaderstuk aan de
issie van onderwijs,
ir en recreatie, die
indag 31 maart 's avonds
alf acht bijeenkomt in
tuis De Paauw.
Zelfs is het denkbaar, dat in de
nieuwe situatie nieuwe leer
krachten moeten worden aan
getrokken". Het handhaven
van de kwaliteit van het on
derwijs kan volgens het colle
ge niet worden gegarandeerd
nu de Europaschool te klein
wordt om als zelfstandige or
ganisatie te blijven bestaan.
Qm de samensmelting voor de
Van Wassenaer Obdamschool
soepel te laten verlopen, stel
len b en w voor de school in
de loop van het schooljaar
80/81 een bedrag van
25.000,- toe te kennen. Het
gezamenlijke personeel van
beide scholen heeft namelijk
om faciliteiten te
verlenen, zodat de taak van
het schoolhoofd enigszins
licht kan worden en de aan
schaf van enige leermiddelen
kan worden.
gemeentebestuur stelt ten
en van het personeelsbe-
I van beide scholen dat
and er op achteruit gaat
de scholen samengaan.
DEN HAAG/LEIDEN
Hoewel de procureur-gene
raal bij het Haagse gerechts
hof constateerde dat een 34-
jarige inwoner van Leiden
er bij de Haagse rechtbank
genadig was afgekomen,
wilde hij toch volstaan met
bevestiging van dat vonnis,
waarbij verdachte wegens
door hem gepleegde brand
stichting werd veroordeeld
tot twaalf maanden gevan
genisstraf waarvan drie
maanden voorwaardelijk
met proeftijd van twee jaar
en aftrek van het voorarrest.
Op 13 september van het vorig
jaar had verdachte in zijn flat
aan de Jan Luykenlaan brand
gesticht als gevolg van huwe
lijksmoeilijkheden waarmee
hij had te kampen. Hij hoopte
dat hij door die brandstichting
de aandacht van zijn vrouw
zou trekken, omdat zij de wo
ning had verlaten. Verdachte
had reeds tweemaal tevoren
brand gesticht en als gevolg
daarvan veel onrust veroor
zaakt onder de andere flatbe
woners.
Zelf verklaarde verdachte dat
hij in die tijd bang was voor de
toekomst, maar dat is nu voor
bij.
Ook de psychiaters kwamen
tot de conclusie dat verdachte
in een stress-situatie verkeer
de. Verdachte is wel eerder
voor andere delicten veroor
deeld. De alcohol speelde een
belangrijke rol in zijn leven.
De procureur-generaal wees
erop dat door de brandstich
ting groot gevaar was ontstaan
voor de omwonenden. Ver
dachte vond de opgelegde straf
te zwaar maar de proc. gene
raal stelde dat op het door ver
dachte gepleegde feit maxi
maal twintig jaar is gesteld.
Verdachte is bereid zich onder
psychiatrische behandeling te
stellen en daarmee rekening
houdend volstond de proc. ge
neraal met bevestiging van het
vonnis te eisen.
De verdediger, mr. R. B. F.
Hees besprek het over ver
dachte uitgebrachte rapport en
vroeg een groter deel voor
waardelijke straf. Arrest over
14 dagen.
Boompjes in middenberm Stadhouderslaan
Ongeveer twintig leerlingen van de zesde klas
van de 3-Octoberschool hebben gisteroch
tend een bijdrage geleverd aan de nationale
boomplantdag. In totaal tien boompjes en di
verse struiken werden door de kinderen ge
plant in de middenberm van de Stadhouder
slaan. De eerste boom werd door loco-burge
meester C. Waal geplant. De uitvoering van
de werkzaamheden stond onder leiding van
de gemeentelijke schoolbioloog Frits van der
Sluys. Voor de bomen waren tevoren al gaten
in de grond gemaakt. De kuilen voor de strui
ken moesten de kinderen zelf graven. Na een
uur stonden de boompjes waaronder een
wilgje en diverse dwergdennetjes in het perk.
valt wel een keer in elkaar"
werd opgevoerd als onroerend
object, dat schade zou kunnen
ondervinden door hei-trilling.
Het voordeel van die obstruc
tie was, dat de kerk niet in de
stroomlijn van het katholiek
enthousiasme kon worden
gebouwd in een haastje-repje-
tempo. De funderingen en het
heiwerk werden met Argus
ogen gevolgd door mensen van
het ministerie en de Leidse
chef van Gemeentewerken.
Tot twee keer toe werd er
proef-geheid en werden de
eventuele verzakkingen aan
huizen opgemeten en gerap
porteerd. Wat een papenpeste
rij was, werd een extra basis
voor een degelijk gebouw.
Naar ontwerp van de Leidse
architect Th. Molkenboer
werd een soort loodskerk
gebouwd met een front, dat -
op de toren na - identiek is
aan de voorgevel, die wij bij de
Hartebrugkerk kennen.
Wanneer ik de geschiedenis
van de Hartebrugkerk bekijk,
doet het mij denken aan een
man, die het kasko van een
huis heeft gekocht en later wel
zien zal hoe hij het huis zal in
vullen. Zodra er een dak op zit
en de ramen zijn geplaatst,
worden er koffers gepakt. Zo
ging het met de Kuipersteeg-
statie ook. Ik hoor het de pas
toor gewoon zeggen: „Paro
chianen, als we eerst maar
óver zijn dan komt de rest
vanzelf. Wanneer u nu in de
loop van de komende week
even uw eigen stoel over
brengt, dan pakken de dames
van de Mariacongregatie de
paramenten in. We zitten nog
wel een tijdje in de rommel,
maar als de bisschop van Curi
um - mgr. Cornelis van Wijc-
kerslooth - de kerk eenmaal
gewijd heeft, dan kunnen ze
haar ons niet meer afpakken".
Zo ongeveer moet de kerkcon-
secratie in 1836 verlopen zijn.
Wie met ogen anno 1980 naar
de kerkinwijding anno 1836
staat te kijken, staat öf met
een open mond van verbazing,
öf staat te gieren van het la
chen voor het gehokus-pokus
achter een hoog opgerichte
houten schutting, die elke
vorm van katholiek liturgisch
bezig zijn op de openbare weg
als onzedig of onzindelijk aan
het oog van de gewone man in
de straat moest onttrekken.
Maar de kerk is gewijd en dus
trekt de koster aan de klokke-
touwen en dan begint het ge
duvel in de glazen opnieuw.
De parochianen van de kerk
ter ere van Maria Onbevlekt
Ontvangen zitten op zondag
een beetje kerkelijk te kampe
ren, want de vloer is nog niet
klaar en de muren zijn nog
niet gestuct; de buitenkant is
netjes geverfd, maar het in
wendige mist die afwerking.
In aller haast is het orgel uit
de schuilkerk overgeplaatst en
nu blijkt, dat dat kastje onmo
gelijk de kerkruimte kan vul
len. Helemaal niet verbazing
wekkend, want weet men
anno 1836 in katholieke kring
nog wat een écht kerkgebouw
is?
Vol trots trekt de koster op
zondag aan het klokketouw
om de gelovigen voor de ere
dienst op te roepen en - zoals
gezegd - daar begint me het
geduvel in de glazen: de Her
vormden kunnen in de Mare-
kerk door de paapse overlast
de woorden van de dominee
niet verstaan! Een kanonnade
van klachten uiteraard, met
als gevolg, dat de pastoor op
het burgemeesterlijk matje
moet komen. Hij ontzenuwt de
klachten, want navraag bij
hem bekende niet-katholieken
heeft aan het licht gebracht,
dat het met de klokoverlast in
de Marekerk wel mee valt.
Nauwelijks is dat probleem uit
de wereld of er komen proble
men met buren, die weer nieu
we grapjes uitdenken. We zijn
geneigd om dat allemaal op re-
LEIDEN Het blijspel „Vier keer verkocht", gisteravond
en vanavond in de Schouwburg van de Fransen Barillet en
Gredy bestaat uit vier op zichzelf staande scenes; de plaats
van handeling is het gemeenschappelijk, verbindend ele
ment Een huis in de stad Parijs wordt door verschillende
mensen gekocht en verkocht, per seizoen wisselt het van ei
genaar. Het huis is echter niet het onderwerp van het stuk;
het is slechts de aanleiding tot de vier scènes. Het echte on
derwerp is de verhoudingen tussen mensen en met name in
tieme verhoudingen.
De hoofdpersonen zijn allen gescheiden of weduwe/weduwnaar
en op zoek naar de ware liefde. Wat dat eigenlijk is en waar ze
die kunnen vinden, weten ze vaak zelf niet. Ze proberen terug
te grijpen naar het verleden of trachten hem juist te vergeten
door met een zeer jeugdig iemand te trouwen. Maar ook dan
blijkt het verleden belangrijk te zijn.
Hoewel Kitty Jansen een voorkeur heeft voor het blijspel, is ze
daar niet werkelijk geschikt voor. Haar spel is net te uitbundig,
zodat ze haar effecten niet goed weet te plaatsen. Ook wordt
haar, toch al schelle stem vaak hinderlijk schreeuwerig. Carla
Hardy volgt haar hier enigszins na. Slechts in de scène met de
toreador tempert Kitty Jansen haar stem, waardoor ze tot genu
anceerder spel komt. Deze scène is dan ook de meest subtiele
van de vier.
De onderkoelde humor van André van den Heuvel is in een
boulevard-komedie zoals deze uitstekend op zijn plaats. Van den
Heuvel is daarnaast in staat aan uiteenlopende types gestalte te
geven. Jaap Stobbe en Hans van der Gragt verlenen, goed on
dersteunend spel, zodat „Vier keer verkocht" een geestige voor
stelling is.
Het orgel, dat uit de Kuipersteegstatie In 1836 naar de
Hartebrugkerk werd overgebracht.
kening van het anti-papisme
te schrijven. Ik heb de indruk,
dat dit onjuist is. Men leeft in
een tijd van angst en achter
docht voor elkaar. Wanneer in
diezelfde tijd gesproken wordt
over het bouwen van een he
rensociëteit aan de Langebrug,
protesteert de pastoor van de
Lodewijkskerk hevig uit angst
voor geluidsverstoring van de
erediensten, wanneer de heren
misschien bij open raam zou
den roepen „ober, nog een
borrel", uitgerekend wanneer
in een avonddienst opgeroepen
zou worden om te beleiden
„Heer, ik ben niet waardig....".
Er.zou nog anderhalve eeuw
overheen moeten gaan om in
te zien, dat dergelijke ongelij
ke grootheden elkaar niet bij
ten.
JAN DOOVE
orige week genoemde brief uit 1819 van pastoor Go©-
aan het Stadsbestuur is eigenlijk de inleiding op de
verhuizing en het oprichten van een tweede officieel
oliek kerkgebouw in de Sleutelstad (de kerk van de H.
wijk was de eerste).
tekere avond kwam een
aan opgewonden de Kui-
eegpastorie binnen met
lericht, dat het kolossale
met tuin aan de Haar-
ïerstraat langs de Mare
Dcht zou gaan worden,
dat waar is, dan is het ge-
moet de pastoor
:ns de overlevering geroe-
hebben. Dat klonk fier,
dat een pastoor een huis
open om er een kerk
in de plaats te zetten, was
in het tweede kwart van
^egentiende eeuw nog on-
j baar, temeer, omdat in de
"lie van de verkoper nogal
'ominee's iets in de melk
•kkelen hadden en zij ze-
iet pand niet aan een pas-
gouden verkopen. Via een
ïelb eg moest men proberen
"et pand in handen te krij-
Onder het mom, dat drie
het voor een Brabantse
rouwer zouden willen
ntip °Pen- werden de eerste
ar v'cten S^logd. Het liep alle-
iedij Wat m'nc^er soePel dan
verhoopt had en onder-
n begon het verhaaltje de
e te doen, dat de pastoor
de Kuipersteeg het Haar-
lemmerstraatpand wilde ko
pen. De pastoor liet dat ge
rucht letterlijk de kop inslaan,
want hij liet hals over kop
werkzaamheden verrichten in
de schuilkerk, zodat iedereen
wel moest zeggen „als ze daar
nu zóveel werk maken van
hun kerk, zal een koop wel uit
de lucht gegrepen zijn". De
misleiding lukte en de koop
werd gesloten. Heel Leiden
stond op stelten.
Op de keper beschouwd, ver
andert er in mentaliteit van
mensen heel weinig wanneer
het belang van hun eigen
straatje in het geding komt.
Tegenwoordig richt men pro-
testkomitees op en hangt span
doeken op, in de negentiende
eeuw verliep het allemaal wat
geraffineerder. Eigenaren en
huurders vrezen voor overlast
wanneer er geheid moet gaan
worden. In sommige gevallen
was dat een terechte vrees, in
de meeste gevallen was het
spijkers op laag water zoeken.
Een pandje in het Noordeinde,
dat de kruitramp in 1807 nog
net wel had overleefd, maar
waarvan de eigenaar had ge
dacht „laat maar staan, het