Transavia-verkeersvliegers houden hun eigen Fokker S-11 in de lucht ;Jniyersiteit wil praten gebouwen over Leeuwenhoek Hartebrugkerk laat prachtig kazuifel uit begin 16e eeuw zien Bewoners Da zijn woedend Costastraat op college Paardensport in Groenoordhallen ttad/Iregio LEIDSE COURANT DINSDAG 25 MAART 1980 PAGINA 5 CLUB VAN ACHT DIE VAN HET BEROEP EEN HOBBY MAAKTE j in de lucht, altijd hoger sferen. Dat loet je wel denken van stel kerels die hun tie geld verdienen iet het vervoeren van •nsen en vracht in iegtuigen en dan nog hun vrije tijd •lemaal begeesterd iet zo'n vliegende kist llezig blijven. Lijkt op en (niet bestaande) urnalist, die overdag «gels aaneenrijgt tot Iesbare of onleesbare, are of onware jrhalen, en daarna 's ronds thuis gezellig :hter de schrijfmachine lat zitten om voor I gen plezier berichtjes tikken. Zo'n journalist iu zonder meer getikt jn. Echter niet de iegers, die het vliegen et kunnen laten. Ze jn net zo onnaspeurlijk ik als de oud-romeinse iJrsenkronkels iiaedalus en Icarus, die Je hoogte" hadden en |k vogelvlucht trachtten evenaren, waarbij arus het te bont laakte en zo hoog steeg, at de was waarmee z'n )t eugels aan het lijf i ikleefd waren begon te 1 nelten in de i innehitte; en Icarus 01 tisde naar beneden en ond de dood in een itloper van de iddellandse zee. De azy vliegers, over wie J e het vandaag zullen ebben, zijn dat eenszins van plan te oen. Immers zij hebben en grondige opleiding achter de rug en ze weten derhalve van wanten. Maar gek blijft het, als je bemerkt dat mensen van hun beroep een hobby hebben gemaakt, ofschoon het meestal precies andersom gebeurt. Het gaat hier om een clubje van acht door het vliegen getekenden: The Dutch Historical Flight, zoiets als een Hollands groepje, dat, in navolging van minnaars van oldtimers op de weg, vliegende toestanden uit het verleden koestert. Het clubje werd ongeveer twee jaar geleden opgericht door acht verkeersvliegers van de vakantieachtige Nederlandse luchtvaartmaatschappij Transavia: goed voor een chartervlucht heen en weer naar zonnige oorden, of naar welke plaats de opdrachtgevers ze ook zenden. Helaas, sinds kort, ook de congregatie waarbinnen drie zwakkere broeders (onder wie befaamde Pirn S., oud- Sassemer.met lef en stalen zenuwen en kwalijke aandriften) hun luchtactiviteiten combineerden met afpersingen. Ze vielen uit de boot, maar konden Transavia's reputatie niet aantasten. Schwamm d'rüber; vlucht erover. Transavia blijft goed thuis in de sferen onder het uitspansel. Acht verkeersvliegers, „air travel managers", als je nagaat dat verkeersagenten al hier en daar „traffic managers" genoemd worden. Dat zijn de Sassenheimers Han Luchsinger, Willem Dregt en Arjan Dros, de Noordwijkerhouter Dirk Lokhorst, George Schuit uit Alphen aan den Rijn en nog drie collega's van buiten de streek. Die kapitale jongens, captains in the air, kochten destijds gezamenlijk een two-seater, een tweezitter. Dat was de Fokker S-11, met de registratie PH-A-CG, ook al aangeduid met „E-36". Bouwjaar 1951. Het toestel deed dienst als opleidings gevechtsvliegtuig van de KLu, de koninklijke luchtmacht zogezegd. Het kistje vloog als zodanig 3500 uur bij elkaar en is nu, op een leeftijd van amper 30 1'aar, oud-gediende. De club tocht het voor een prikkie en begon vervolgens fanatiek aan haar eigendom te sleutelen. Onderdelen vernieuwen, restaureren. De propeller en generator moesten hersteld worden. De kosten daarvan werden behoorlijk gedrukt, doordat verscheidene Transavia- mensen van de technische dienst menig vrij uurtje in de restauratie staken. Er was ook volop medewerking van enkele bedrijven op Schiphol, waardoor veel onderdelen tegen een zacht prijsje konden worden gekocht Want de vliegende acht hadden met hun „aardigheid" zowat iedereen dol gemaakt. Die S-11 had veler harten gestolen. En omdat men met het geval wil blijven vliegen, komt elk jaar de Rijksluchtvaartdienst, de RLD, de zaak grondig keuren. Dat was vorige week weer het geval. De inspectie van de RLD was twee uur met het troetelkind van de club van acht bezig. Vliegtuigonderzoek aan de grond: op casco, bespannen linnen en de staat van roestvorming. Elk jaar een strenge keuring voor die arme S-11. Dat is nog niks vergeleken bij de keuring van hedendaagse toestellen, want die krijgen uiteraard op internationale trajecten een veel zwaardere beurt, na elke 50 en 100 uur vliegen. De acht van de „Historical Flight" zijn overigens uit op verfijning. Ze proberen bij de RLD wat versoepeling te krijgen inzake de aangelegde keuringsmaatstaven. Ze menen, dat de eisen van jaren her inmiddels achterhaald zijn. De jongens van die RLD-inspectie zouden teveel doorborduren op een oud stramien. Dat zou best minder kunnen, aangepast aan het gebruik. Immers, de S-11 vliegt amper 100 uur per jaar, wat ongeveer neerkomt op 12, 13 uur vliegen per man per jaar. Dat mag dus nauwelijks naam hebben. Een Engelse liefhebber heeft onlangs op de S-11 een bod gedaan van 8000 pond, omgerekend tegen de koers van gisteren ongeveer 35.000 gulden. De club heeft er beleefd voor bedankt. En het toestelletje, inmiddels begiftigd met de status van schoothondje, zal daar dankbaar voor zijn geweest, want die Sassemers en consorten zijn beste bazen gebleken. Het bejaarde luchtkind is verzekerd voor een bedrag van 25 mille en het staat er warmpjes bij; dankzij de medewerking bij Fokker is voor de S-11 Instructor een plaatsje ingeruimd in éen van de vliegdiensthangars van Fokker op Schiphol-Oost. De club heeft inmiddels plannen om op langere termijn een tweede vliegtuigje aan te schaffen. Eén is maar alleen. De ondernemende vliegers van Transavia weten er wel raad mee. Ze gebruiken hun vliegtuigje niet alleen voor privé-vluchtjes in de vrije tijd, maar ook voor tentoonstellingen en voor demonstraties op luchtvaartshows. De club is erg trots op haar bloedeigen kist. Na de keuring, een paar dagen geleden, kwamen vrienden en collega's op de borrel om elkaar en de S-11 toe te drinken en om het geval op Schiphol-Oost even van dichtbij te kunnen bekijken. Oude glorie, met elk jaar weer een nieuwe toekomst 'ijf leden van de club van acht „The Dutch Historical Flight", bijna op de knieën voor het onderwerp van lun verering. Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. NALATENSCHAP VAN PLEUNTJE, KAATJE, AAGJE EN EEN KLEINE PRIESTER Achter de opeenstapeling van planken en buizen en schuttingwerk voltrekt zich de voltooiing van de grote opknapbeurt aan de Leidse Hartebrugkerk in de Haarlemmerstraat. Het valt nauwelijks te constateren, maar de restauratie, tussen de stellages, verloopt tot dusver voorspoedig. Een deel van de toren kan binnenkort zelfs al „ontmanteld" worden, daar de schilders dat deel van het karwei er bijna op hebben zitten. Pastoor Demmers ofm, de parochieherder, hoopt met Pasen de vier klokken weer te laten luiden, „en als alles meezit kunnen we in november ervan af zijn. Het orgel zouden we graag met Kerstmis weer in gebruik willen nemen. Dat zal een feest worden. Daar moeten we voorlopig nog maar niet op vooruitlopen, maar binnenskamers zijn we het kerkbestuur er natuurlijk volop mee bezig". Dat is de buitenkant van een opvallende en belangrijke kerkrestauratie. De Hartebrug wordt weer een glanzend monument in de Leidse binnenstad, hersteld in de staat zoals die in 1955 was. Maar ook binnen de muren herbergt deze kerk, anno 1835, nog lang niet vergane rijkdommen die doorgaans aan het oog onttrokken zijn. Kostbaarheden die ondermeer de aandacht via het stedelijk museum De Lakenhal hebben getrokken op exposities, zoals oude vaandels en kerkzilver. Minderbroeder Demmers: „Daar zouden we inderdaad een „schatkamer" mee kunnen vullen. We spelen met de idee, als de restauratie achter de rug is, onze kostbaarheden publiekelijk ten toon te stellen, mits er de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen getroffen kunnen worden. Dat is nog lang niet zeker". Maar het zou de moeite volop waard zijn, want wat De goudkleurige kazuifel uit de zestiende eeuw. de Orde der Minderbroeders aan kostelijke aardse verworvenheden, vaak geliëerd aan geestelijke goederen, in de donkere optrekken en wandelgangen van de Hartebrugpastorie bezit, is een groot, vaak eeuwenoud, cultuurgoed. Tijdens de expositie van oude Leidse profane en „kerkelijke" vaandels in De Lakenhal, vorig jaar, waar ook een bijdrage uit het Hartebrug-bezit te zien was, vertelde pastoor Demmers aan conservatrice drs. Ingrid Moerman, dat hij „nog wel meer moois" had. Ingrid Moerman kwam kijken en was meteen helemaal weg van een schitterende goudkleurige kazuifel uit het begin der 16e eeuw, die als een tafelkleed zomaar, wegens ruimtegebrek, in een lade weggeborgen was. „Dat kan gewoon niet", vond juffrouw Moerman, „daar is dat stuk veel te prachtig voor". Bij die constatering bleef het niet. De Lakenhal schonk een hangkast, waarin de kazuifel opgeborgen kan worden. „Als de kast wat opgeknapt is, willen we hem in de kerk ophangen, zodat het parament voor iedereen te zien zal zijn. Misschien de volgende week al", zegt pastoor Demmers. Het gaat om een kostbaar versiersel met laat-gothisch borduurwerk, volgens pastoor Demmers „hoogstwaarschijnlijk rond 1520 of 1535 vervaardigd door de zusters van Mariënpoel die buiten de stad hun klooster hadden. De nonnen zouden de kazuifel geborduurd hebben naar voorbeeld van een schilderij van de Leidse schilder Englebert. De voorzijde van de kazuifel was danig versleten door het gebruik en tientallen jaren geleden w^rd die kant gerestaureerd. Naar de mening van Lakenhal deskundigen niet al te fraai. De achterkant, evenwel, is nog prachtig gaaf te noemen. Daar zien we een gaffelkruis, waarboven Calvarië met kruis en O.L.Vrouw aan de voet in zwijm, ondersteund door Sint Jan, Maria Magdalena en twee vrome vrouwen. Rechts daarvan romeinse soldaten en op de achtergrond Jeruzalem. Onder dit geheel de apostelen Petrus en Paulus, de patroonheiligen van Leiden". De (gerestaureerde) voorkant van „de vioolkist" (zoals vroeger romaanse kazuifels, vanwege hun vorm van voren, in goedroomse termen intern werden aangeduid) vertoont drie vrouwelijke heiligen: Apollonia, Catharina en Agatha. Dit waren, naar wordt aangenomen, de beschermheiligen van de schenksters van de kazuifel: Pleuntje, Kaatje en Aagje, erg populaire namen in Holland in de loop der 16e eeuw. De kazuifel was, toen men hem vond, gedeeltelijk vernield door gebruik, tijd en vochtigheid. Bovendien had men een kostbaar stukje verminkt. Het was volkomen aannemelijk, dat het gewaad gedragen was door een priester van klein postuur. Om te voorkomen dat de achterkant over de grond sleepte en dat er „misstappen" gemaakt zouden worden, werd het liturgische kledingstuk ingekort. Kenners van onze dagen natuurlijk woedend en ze betichtten de kleine celebrant niet alleen ervan een ukkie te zijn geweest, men vond voorts, dat zijn artistieke smaak niet boven zijn lichanelijke hoogte uit was gekomen. Zo ontbraken opeens de voeten van Sint Paul. Niettemin waren er nog heel wat kunstkenners die voor de kazuifel een hoge som gelds boden. De minderbroeders echter hadden het goede verstand, die aanbiedingen van de hand te wijzen en ze lieten de kazuifel in Den Haag restaureren op goudlaken. De opmerkelijke kazuifel die beeldenstorm 1 en 2 (de tweede vond plaats in het zesde decennium van onze eeuw, zoals men kan weten) heeft overleefd ofschoon het parament sinds mensenheugenis niet meer is gebruikt is over enige tijd in de Hartebrugkerk dus te bewonderen. En eigenlijk dankzij de goede Pleuntje, Kaatje en Aagje, die nu „in onze gebeden" het einde der 20ste eeuw hebben gehaald. Sint Paul heeft de kleine priester z'n ongemak allang vergeven. DEN-De universiteits- w l dringt er bij de ge- d nte Leiden op aan het ïii rleg met de universiteit m penen over eventuele be ving van het Leeuwen- iterrein. "De universi- Onderwijs en Weten- I1 ippen, terwijl de ge- M tote de regionale Inspec- *an de Volksgezondheid, st met het toezicht van milieu, zal uitnodigen. Ir inschakeling van andere i tijen zal het eerste punt overleg zijn." Dit bleek fravond, toen de univer- itsraad de beraadslagin- >P ovér de Leeuwenhoek, ^Vorige week waren be- voortzette. Het bou wen van woningen in de Leeuwenhoek kan gevaren met zich meebrengen voor het milieu in verband met de aanwezigheid van univer sitaire laboratoria in de di recte omgeving. De raad dringt er wel bij het College van Bestuur op aan, dat alles in het werk wordt ge steld om de risicoé voor het milieu, binnen de technische en economische mogelijkhe den tot een minimum te be-' perken. Bovendien staat in de aangenomen motie dat de uni versiteit, in tegenstelling tot wat er in het verleden bericht zou zijn, "steeds in principe bereid is geweest en nog steeds is om haar medewerking te Universiteit tegen onderdruking in Gualtemala LEIDEN-De universiteitsraad beeft gisteravond zijn afkeuring uitgesproken over de "onderdrukking van onder andere mensen in de academische sector door de regering van Guatemala." Bovendien wordt er bij de regering van Guatemala op aangedrongen deze onder drukking ten spoedigste te beeïndigen. De motie, waarin deze afkeuring wordt uitgesproken, werd ingediend door F. Boon van de Progressieve Partij. Hij deed dit naar aanleiding van een rapport van Amnesty In ternational van juli 1979. Naar zijn mening is dit rapport nu nog niet verouderd, "maar is de onderdrukking thans nog steeds aanwezig, en is zelfs verhevigd." verlenen aan woningbouw in Een motie van A. van Kam de Leeuwenhoek" pen (Progressieve Partij) en W. van Duyn (Leidse Studen- tenbond), waarin veel meer te gemoet werd gekomen aan de eisen van de gemeente werd niet aanvaard. Deze motie ver zocht onder meer om een ver volgonderzoek naar de nood zakelijke veiligheidsmaatrege len. Bovendien werd de be reidheid uitgesproken om zon-' der meer mee te werken aan de verwezenlijking van wo ningbouw,als de gemeente tot de conclusie zou komen dat "woningbouw aldaar wenselijk en aanvaardbaar is". Dr. J. Wolters van de Unie van Fa culteiten en Diensten vond dat met aannemen van deze motie de onderhandelingspositie van de universiteit sterk verzwakt zo" worden. LEIDEN De bewoners van de Da Costastraat en omgeving zijn woedend op de gemeente Leiden. Geheel tegen de zin van de bewo ners in is binnenkort een sierbestratingsplan voor de Da Costastraat uitgevoerd. In een brief op poten verwijt het bewonerscomité de ge meente de democratie met voeten te treden. Immers tot twee maal toe hebben de be woners via een enquête in meerderheid het door de ge- meente opgestelde sierbestra tingsplan afgewezen. „Lafheid, onzorgvuldigheid, onbeschaamdheid, c.q. onbe schoftheid zijn het college niet vreemd", aldus het bewoners comité. Dit naar aanleiding van het feit dat de bewoners van het college nooit fatsoen lijk antwoord op brieven voor- al bezwaar c.q. beroepschriften hebben ontvangen. „Waar schijnlijk beschouwt u de de mocratie als een goed recht, maar waarom handelt u zo on democratisch? Of: geldt alleen bij u democratie wanneer in-' gestemd wordt met uw „prin cipes" c.q. stokpaardjes? of dic tatuur", aldus de bewoners. LEIDEN Onder de naam „Indoor Leiden" wordt van 11 tot en met 13 april wederom een paardensportevenement in de Leidse Groenoordhallen gehouden. Vrijdagavond wordt gestart met een nonstop showavond van het aangespannen paard, met onder meer een Random. Quadron enkelspannen, tweespannen, achtspan en een heuse overval op een binnenstuivende postkoets. Tussen de shows door is er een voltige en een Hon gaarse carousseL Indoor Leiden wordt zondagmiddag om vijf uur afgesloten met een demonstratie van dertig verschillende aanspanningen. Een van de trek kers van Indoor Leiden is de pony-zeskamp. In Engeland wordt een dergelijk evenement al ja ren met veel succes gehouden onder de naam „Mounted Gymkhana Games". Via contacten met de Engelse organisatie is het gelukt om be slag te leggen op een groot deel van het wed strijdprogramma. Het ligt in de bedoeling om 32 teams bestaande uit 4 deelnemers en twee re serves aan de start laten verschijnen. In de Groenoordhallen is een strodorp inge richt, waarin ook een ponybaan voor gratis ponyrijden onder geleide voor kinderen is op genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5