De horzel van het CDA „Militairen kunnen verantwoordelijkheid van een echte revolutie niet aan" ^nnenland/buitenland' SURINAAMSE SCHRIJVER FRANK ARION OVER „MISLUKTE" COUP: WERKGROEP NIET BIJ BROOD ALLEEN Politiek Partij Parlement LEIDSE COURANT ZATERDAG 22 MAART 1980 PAGINA 9 prage mag als algemeen end worden veron- teld dat Tweede lerleden bepaald vies zijn van enige Jiciteit. Zij trachten er meer om die re- hun toespraken alleen inhoudelijk r ook qua vorm in- ssant te maken. Dat ste vergt iedere keer r een dosis creatief leen van de parle- )tariérs. Dat valt mee. Soms lukt dat,' meestal verzan- zij in melige en voorspelbare op- kingen. Wanneer bijvoorbeeld over sche zaken gaat ple- ze elkaar vaak met else teksten om de oren te poien. Voor een niet-bbelvaste toe hoorder dat totaal niet te volpn. Sommige ebatten ech ter geven 'e parlemen tariërs mee houvast en zijn bij uittek geschikt om elkaa naar de kroon te stken met lu mineuze i vallen dan wel literaie passages. Zo'n gelegnheid deed zich dondedag voor. Een bezorg e Aad Kos- to van de wdA voelde minister Ti Gardeniers van CRM an de tand over de finnciële pro blemen bij 'e toneelge zelschappen Hij vertel de een gé.jkenis van Brecht's Mcder Coura ge: Moeder Courage die haar 3 kindren verliest in de oorlog „Het zou onaanvaard baar zijn als deze minis ter, die waar het om de kunsten ging wel van courage blijk heeft ge geven, straks alleen verder zou moeten om dat in de bezuinigings oorlog haar kinderen, de toneelgezelschappen, zijn gevallen Leuk ge vonden, toch? De CPN-er Wolff wilde niet achterblijven en koos voor een passage van de absurdistische toneelschrijver Pinter: Wat doe je voor de kost? Ik speel piano. Met hoeveel vingers? Zonder handen. „Zo zou ik het beleid willen omschrijven dat door deze minister wordt gevoerd", voegde Wolff daar triomfante lijk aan toe. Nou ja! Pais 1 „Hic et nunc, Hier en Nu mijnheer de Voor zitter, om maar eens in NCRV-termen te spre ken. Zo zie je maar dat gymnasium nog zijn nut kan hebben." Driemaal raden wie hier aan het woord is. Juist, Arie Pais, onze minister van Onderwijs en Wetenschappen die zijn toespraken maar al te graag doorspekt met latijnse en Griekse zegs wijzen. Een man die dan ook helemaal niet zoveel voelt voor de plannen van zijn staats-- secretaris De Jong, het gymnasium te laten op slokken door een ver breed atheneum. Maar goed, daar willen we het nu verder niet over hebben. De kenmerken van zijn gestalte zijn ge noegzaam bekend: kort van stuk (manneke Pais) en achteroverge kamd zwartgrijs haar als dat van een bezielde dirigent. Markanter nog dan zijn gestalte is wel licht de uiterlijke ex pressie bij zijn optre dens in het openbaar. Zo heeft hij de neiging belangrijke passages uit zijn betoog te benadruk ken met een zeer mo biele rechterhand en een aanzwellend stem volume. Pais 2 Dat laatste viel ook PPR-kamerlid Leo Jan sen op tijdens een open bare commissievergade ring over het volwasse nenonderwijs afgelopen woensdag. De anders zo serieuze Leo had die ochtend blijkbaar een bui, want geamuseerd opende hij zijn aanval op de bewindsman met een stukje huis-tuin-en- keuken psycho-analyse. Tegen Pais zei hij: „Het valt mij op dat, telkens wanneer U iets belangrijks te zeggen heeft, U ineens gaat spreken met stemver heffing!" Het kamerlid realiseer de zich op dat moment waarschijnlijk niet dat deze opmerking voor tweeërlei uitleg vatbaar kon zijn, want de be windsman had zijn be toog ruim een uur lang op rustige toon uitge- proken, waarbij hij wel geteld slechts één keer een werkelijk beroep deed op zijn stemban den. Volgens de theorie van Leo kon dit niet anders betekenen dan dat de minister slechts één belangrijk punt had aangeroerd. Alleen Nel Ginjaar, had het door en nam ook prompt haar VVD-par tijgenoot Arie Pais in bescherming: „Dit is niet zo aardig wat U daar zegt, me neer Jansen!" Meneer Jansen had het blijkbaar nog steeds niet door, want geschrokken repliceerde hij: „Maar ik bedoelde het deze keer nu juist eens als een compliment, mijnheer de voorzitter!" Toen viel een kleine stilte, want ook Pais anders altijd zeer ad rem wist op dat mo ment blijkbaar ook niet of hij zich nou gevleid of gegriefd moest voe len. Zoek 1 Het maandelijkse Mede delingenblad voor „al len die werkzaam zijn in de Tweede Kamer" is weer uit! Uiterst leer zame lectuur, waar wij ons altijd met graagte in verdiepen. Na lezing van een stukje over de inspraak voor de nieu wbouw-ui tbreiding van de Kamer (we mo gen kiezen tussen drie ijzingwekkende ont werpen, die het aanzien van de Haagse binnen stad opnieuw duchtig zullen aantasten) en de aankondiging van het bezoek van de Koning van Hispanje, Juan Car los, aan het Binnenhof (die gebeurtenis heeft inmiddels al plaatsge vonden; eindelijk kon den we eens zien wie we nou altijd hebben geëerd) viel ons oog op de rubriek „Gevonden VoorwerpenOok ui terst lezenswaardig. Niet te geloven, wat men daar in de wandel gangen allemaal kwijt raakt. Een paar voor beelden: een plastic tas met toiletartikelen, een babyschoentje (wit), een paar grijsleren heren- handschoenen. een le ren beursje (bruin), in-, houd 4,17, een zwarte herenblazer, merk Hou se of England, boeken- bonnen ter waarde van 50een geruite sjaal...., hé, wacht eens even. Alle donders, is-tie déér blijven hangen. Stom, stom, stom. Sorry, we zijn zo terug. Zoek 2 Ja hoor, het was 'em! FRANS WEERTS EN DICK VAN RIETSCHOTEN diDe schrijver Frank Marinus Arion (43) heeft zijn twijfels over njde Surinaamse „revoluie". Dat blijkt uit onderstaand inter view. De in Curacao gebren Arion schrijver van onder meer de roman Dubbelspel woont sinds de onafhankelijkheid van 1975 in Paramaribo, samin met zijn vrouw Trudy. Hij studeerde "in Leiden Nederlandse Ltteren en was tot voor kort verbonden ^ils wetenschappelijk meiewerker aan de Universiteit van Am sterdam. Een proefschrif over de afkomst van de Antillianen p grond van de taal is nu zijn voornaamste bezigheid. Daar naast is hij bezig met eenvierde boek. Het gaat over een Zuida- merikaanse staatsgreep. Jiet de Surinaamse. Frank Marinus Arion. 'ARAMARIBO Vlak na de staai jeep riep jij uit: „Wat jammer da iie jongens van de militaire raad prt ident Ferrier niet hebben wegge aagd!" We zijn nu een paar wekei 'erder. Betreur jij die nalatigheid noj ltijd? frank Martinus Arion: „Ja, ik vind dal nog altijd jammer. Ze hadden hem niet ta'pood hoeven te maken, ze hadden hem 'ewoon kunnen dwingen tot aftreden. Jan was het een echte coup geweest, e ian hadden ze de grondwet kiinnen ver inderen. Nu niet. Ik neem aan dat de ongens namens het volk zijn opgetre- len, dat het allemaal bedoeld is als een inkse en hervormingsgezinde coup. Vlaar nu Ferrier is blijven zitten, kun- ten ze niet verder. Aan nationalisaties, bijvoorbeeld van de bauxietwinning, hoeven we niet meer te denken. Echte fote hervormingen zijn uitgesloten, eze coup is niet meer dan een ingreep iweest, geen staatsgreep". Blijkens hun eerste uitlatingen wil- den de militairen de grondwet wel de gelijk veranderen. Daar hoor je ze nu niet meer over, onder druk van Fer rier en andere ho-roepers, die verwe zen naar het schrikbeeld van dichtge- oe draaide geldkranen van Nederlandse en buitenlandse investeerders. Be schouw je de coup nu als mislukt? ,Ja, ze zullen de macht weer helemaal noeten inleveren. Ik ben bang dat er in 'eite niets verandert. Er zullen wel wat euke dingen voor de mensen worden idaan, zoals een betere verdeling van imeingronden, maar daar was geen :oup voor nodig. Laten we elkaar geen nietje noemen, wat Suriname nodig leeft is een sociaal-economische omwen- ling: importbeperking, werkgelegen- (eid, het in eigen land tot waarde bren- ;en van de natuurlijke rijkdommen. Niet iet achter de broek aan zitten van luie nensen, daar gaat het, in wezen niet )e militairen hebben het steeds over Surinamisme". Tot nu toe is die creet voor geen letter levend gewor- len. Er is nu een regering, maar een irogramma ontbreekt. Er wordt ge- proken over heropvoeding en op de televisie zie je aandoenlijke plaatjes yan schoolkindertjes, die nu plotse- elke morgen de nationale vlag n en het volkslied zingen. Is het klïemaal niet een beetje griezelig? 'erl ,Een beetje wel, ja. Het zingen van het volkslied op zich vind ik wel goed, maar je kunt de mensen op deze manier niet nationalistisch maken. Je moet ze werk geven. Dan gaan ze wel van hun land louden. De laatste tien jaren wordt hier >p alle mogelijke manieren geprobeerd >m de mensen nationaal besef bij te >rengen. In de literatuur ook. Het woord iuriname was daarvoor al genoeg. Maar aderlandsliefde, dat is hier niet ont- taan, niet gegroeid. Je kunt dan wel één atie hebben, er zijn nog teveel tegen- tellingen. En als je dat nationalisme van bvenaf wilt opleggen, is dat een gevaar- Ijk nationalisme. Ik vind wel, dat Suri- ame een zeker nationalisme nodig feeft. Ze kan gewoon niet zonder bij de obouw van het land. Je zou een redelij- b trots moeten kunnen hebben op pres- tties" \aar komt die term Surinamisme vndaan? „fan de PNR, de Partij Nationalistische Rpubliek van Bruma. Maar het Surina- - nsme is alleen maar vaagheid. Alles het Surinaams, maar waar zouden we ejenlijk trots op moeten zijn? In werke- lkheid kreperen de mensen. Je hebt hier veel mensen zonder werk, er wordt armoe geleden. Inderdaad niet iets om trots op te zijn. „Nee, het is een keihard gevecht om hier te bestaan. Wat ze nu weer aan het doen zijn om Surinamers uit Nederland hier heen te krijgen, terwijl ze weten hoe moeilijk het is voor een Surinamer om een baantje te vinden. Waarom zeggen ze niet dat we bezig zijn en ze uit Neder land mogen komen als het goed gaat. Wat voor zin heeft om een land te gaan opbouwen als er voorlopig niks te bou wen valt? Je zou dus een regering moe ten hebben die zegt wat voor Surinamers in Nederland zitten en wie we nodig hebben. Geef die mensen dan een bonus, net als de militairen hebben gehad toen ze uit Nederland kwamen. Je kunt de mensen toch niet vragen om hier armoe te gaan lijden". Laten we het eens over de natuurlijke rijkdommen hebben. Suriname is bij voorbeeld rijk aan bauxiet, maar het wordt voor het gros als ruwe grond stof uitgevoerd en in het buitenland tot aluminium verwerkt. Het land zelf profiteert er veel te weinig van. „Wat je Arron moet nageven is dat hij voor het eerst 65 miljoen van Suralco ex tra kreeg. Dat bedrag bleef buiten de be groting en het was duidelijk de bedoe ling om dat voor sociale doeleinden aan te wenden. Maar er is alle reden om de contracten met de bauxietmaatschap- pijen opnieuw te gaan bekijken. Maar men is er hier huiverig voor. Zelfs bin nen de volkspartij zegt men: „Pas op voor Amerika". En ik begin zelf ook een beetje terug te krabbelen. Nationaliseren is misschien een te grote stap, maar die 65 miljoen van Arron staan niet in ver houding tot wat hij werkelijk had kun nen vragen. Voor mij staat vast dat de achterban van de militairen niet verder wil gaan dan de militairen nu gedaan hebben door te zeggen, dat aan de belan gen van buitenlandse investeerders niet getornd zal worden". Is het dus geen sociale revolutie? „Het volk wil wel veranderingen, maar in de eerste plaats veiligheid. Als het echter de capaciteit bezit om Suralco aan te pakken en er betere sociale voorzie ningen komen door de toevloeiing van gelden, dan kunnen er echte veranderin gen komen. Maar door onze eigen angs ten worden we steeds meer terugge duwd. Ik geloof niet dat het terecht is. Wie vijftien jaar geleden op de Antillen zei: „We gaan de Shell nationaliseren" werd voor gek verklaard. Maar nu is er niets meer te nationaliseren. Nu zit men te vechten om omdat Venezuela al ge zegd heeft een deel van de Shell te wil len". Dat is toch iets anders. De Antillen hebben geen olie in de grond, maar Suriname wel bauxiet. „Dat is wel zo. Maar het blijkt dat de af hankelijke houding, net als toen op de Antillen, ook hier bestaat, terwijl het to taal niet nodig is. Niemand zegt „laten we alvast de kennis opbouwen om het zelf te verwerken en kwijt te raken". En dan zeg ik niet, dat we de bauxietindus- trie over vijf jaar moeten nationaliseren. Misschien gaat dat te ver, maar je kunt toch uitgaan van je souvereiniteit en niet direct uitgaan van je angsten voor een mogelijke boycot, zoals bijvoorbeeld Al- lende in Chili ten deel viel". Was Frank Martinus Arion aanvan kelijk veel hoopvoller gestemd over de revolutie. „Ik geloof dat als de linkse partijen hun programma's hadden aangeboden, met een bij het begin, dan was er nu een al ternatief geweest voor de militairen. Dan hadden hun gevoelens kunnen wor den verwoord in echte plannen. Dan hadden ze Bruma ook niet nodig gehad. Want de twee jonge progressieve par tijen, de volkspartij en de PALU, waren het alternatief. Nu is het te vroeg de middenkant opgegaan. Dat vind ik krankzinnig. Ik bedoel, dat de mensen van de PALU ook niet door hadden wel ke richting het op had moeten gaan. Nu blijkt ook dat de militairen de verant woordelijkheid van een echte revolutie niet aankunnen. Het gat tussen hen en de linkse partijen is gebleven. Ze zijn, op z'n best, overgeleverd aan integere mid dengroepen". Hoe verklaar je dat de militairen niet werkelijk doortastend zijn opgetre den. „Kijk, er is iets anders gebeurd. Ik vind dat zo jammer van zo'n mens als Pronk. Ik kan die man persoonlijke doodschie ten, bij wijze van spreken. Zo'n man die slingert dingen de ruimte in over men senrechten en zo, terwijl hij weet dat die jongens beperkte mogelijkheden hebben en van Nederland afhankelijk zijn. Dat ze niets voor 'Suriname kunnen doen zonder steun uit Nederland. De jongens> dachten misschien en wij dachten dat allemaal dat er nu een nieuwe kans was om een eind te maken aan de lee gloop van Suriname. Maar wat doen ze nu in Holland? Bam, „we klagen jullie aan bij de Verenigde Naties, of we doen dit, we doen dat". Die jongens krabbelen dus terug. Ze zijn echt ook aangeslagen door hun angst voor een tegencoup, zon der te weten wie die tegencoup zou moe ten plegen, want niemand kan die ple gen. Terwijl het hier rustiger wordt lij ken die jongens steeds zenuwachtiger te worden. Ze zijn doodzenuwachtig. Ieder een praat op ze in. „Doe dit niet wi doe dat wel". Ze hebben eigenlijk nergens anders steun als bij de gewone mensen op straat, op de markt". Daar gaan ze dan ook naar toe hè. Dat zie je elke dag. Ze bedelen als het ware om sympathie. Op de markt, op de scholen, alsof ze hun optreden tel kens bevestigd willen zien. „Aan de andere kant zie je ook allerlei groepjes mensen bij de militairen op de stoep staan te bedelen om hun gunst. De oude groepjes vaak. Weet je wat ik zo merkwaardig vind? Dat er geen demon stratie is georganiseerd voor het nieuwe bewind. Ondanks alle sympathie bij het volk is dat verzuimd. Nu heeft die sym pathie geen politieke waarde. De linkse partijen en vakbeweging hebben hier een kans laten liggen. Die hadden voor op moeten lopen. Want als dat was ge beurd, had Nederland echt niets te zeg gen gehad. Er waren nu geen vlaggen, geen optochten, toespraken. De militai ren zelf waren er te onervaren voor, om het zelf te organiseren. De instemming, die er wel was, had veel verder kunnen gaan. Ik vind dat je dit direct naar het volk moet brengen. En als het volk had. gezegd: „Nee, nee", dan ga je toch weer terug naar de kazerne. Nu is het te laat. Deze revolutie is niet echt gelukt, omdat links Suriname zich op de achtergrond heeft gehouden, volslagen onduidelijk is" HOMME KROL k HAAG Het CDA heeft de laatste tij te kampen een horzel: zo'n lastige vlieg die ondanks uelvuldig ge- i van geen wijken wil weten. Het beestje luistert naar B ïaam „Werkgroep NBBA". De letters stan voor Niet Brood Alleen, de titel van het ambitieuzeCDA-verkie- 7 sprogram uit 1977, maar sommigen bewerö dat het net oed Nederlandse Beweging van Bezwaard Antirevolu- airen zou kunnen zijn. Degenen die dat latste zeggen t>en niet eens zoveel ongelijk: het meredeel van de BA-leden komt voort uit de ARP. Een feit s echter wel de begin vorig jaar door een handjevol Atirevolutio- ■en opgerichte Werkgroep inmiddels is uigegroeid tot duizendkoppige club die ook tientallen K'P'ers, recht- ekse CDA-leden en CHU'ers in zijn geledeen telt. de Werkgroep, onder aanvoering van de kweke 73-jarige •Rijnmondbestuurder Weststrate, bezielt, is imiddels ge- gzaam bekend. In grote lijnen komt het neer o de wens tot erkorte uitvoering van het programma „Nietbij brood al- en terugkeer naar een regeringssamenweking tussen en PvdA. Men wil dat het CDA in zijn beleil met bijbelse telbegrippen als gerechtigheid en vrede geen.oopje neemt. ige week zaterdag, op het enthousiaste congres/an NBBA in nten zijn deze wensen in alle toonaarden nar voren ge- :ht. In de vlakke grauwheid van de Flevopoder manifes- den de NBBA'ers zich in bijna letterlijke zin ls roependen e woestijn. Dat zullen ze voorlopig wel bliivenook, want de dat de „Weststrates" en „Goudzwaarden' bimen afzienba- 'jd gehoor zullen vinden in het grote CDA is rij gering. ^fcfde woorden wierp met een open brief aan het CDA-bestuur, waarin een felle aanval op het kernwapenbeleid van het kabinet-Van Agt en op Van Agt persoonlijk werd gedaan, zijn er in het algemeen be stuur van het CDA harde woorden gevallen. Niet alleen KVP'ers en CHU'ers, maar ook enkele ARP-afgevaardigden reageerden allergisch op de uitingen van NBBA. Dat gebeurde in versterkte mate toen in februari bekend werd dat de Werk groep een eigen congres zou gaan organiseren en dat CDA-voor zitter Steenkamp werd uitgenodigd, daar als spreker op te tre den. „Niet op reageren. Steenkamp mag daar niet heen", zo luid de na felle discussies de conclusie van de meerderheid uit het CDA-bestuur. Na twee weken kenterde het tij echter enigszins. Mede onder druk van een aantal adviseurs en enkele leidende figuren uit de ARP besloot het CDA-bestuur uiteindelijk, dat Steenkamp toch maar naar Dronten moest gaan, op voorwaarde dat hij daar een kritisch verhaal zou afsteken. Steenkamp, die toch waarlijk niet bekend staat als een onverzoenlijk persoon, zag echter nog steeds geen heil in een tocht naar Dronten. Boe-geroep fel zou reageren, had ik ook nooit kunnen denken", zo zei West strate later. „Uiteraard begrijp ik heus wel een beetje wat Steen kamp bewoog. Hij heeft zich jarenlang het vuur uit de sloffen gelopen om het ene CDA tot stand te brengen en nu ziet hij aan de vooravond van de definitieve fusie de eenheid weer in ge vaar komen. Het was een pure paniekreactie". Tijdens de tirade van Steenkamp klonk uit de zaal gedempt boe geroep en gemor, maar gelukkig was het congres zo wijs om even daarna te besluiten, niet ter plekke met de CDA-voorzitter in discussie te gaan. Op 28 maart, zo was al eerder afgesproken, zou een delegatie van het NBBA-bestuur een gesprek voeren met het dagelijks bestuur van het CDA. Daar zouden de degens in rustig en openhartig overleg gekruist kunnen worden. Met de afspraak, dit overleg af te wachten, kwam het congres Steen kamp in iedere geval op één punt tegemoet. „Wees primair ac tief binnen de organisatorische kaders van het CDA en de drie partijen. Breng daar uw standpunten naar voren", had Steen kamp uitgeroepen. Welnu, op 28 maart zal het NBBA-bestuur de geboden gelegenheid te baat nemen. Ondanks zijn verwoede pogingen om er onderuit te komen (en- NieilW Links kele dagen voor „Dronten" meldde hij zich zelfs ziek en pro beerde de klus aan CDA-ondervoorzitter Faber af te schuiven) stond hij er afgelopen zaterdag toch. In dezelfde ruimte waar precies drie maanden eerder premier Van Agt door het CDA- congres als een held was toegejuicht, aaide Steenkamp zijn kriti sche gehoor eerst vriendelijk over de bol, waarna hij ze met en kele welgemikte klappen knock-out trachtte te slaan. Hij noem de de NBBA'ers elitair, beschuldigde hen van een onaanvaard bare stijl van kritiek leveren en zei dat ze hard op weg waren een partij-in-de-partij te creëren. Het NBBA-bestuur reageerde uiterst verbaasd. „Ik had niet verwacht dat Steenkamp ons de Werkgroep NBBA zich in januari in le publiciteit ^0.000 voor ons werk zou komen Overhandigen, maar dat hij zo Wat gaat dat worden, aanstaande vrijdag? Weststrate weet het niet, maar zijn woorden spreken boekdelen. „We zullen onze kritiek duidelijk naar voren brengen en daar zal het CDA-be stuur wel ongeveer dezelfde reactie op geven als die van Steen kamp in Dronten. Vervolgens moeten we proberen nader tot el kaar te komen. Wat wij in de eerste plaats willen bereiken is, dat wij binnen het CDA als zout in de pap en als stimulans voor het voeren van een werkelijk evangelisch beleid werkzaam mo gen blijven. Als dat niet mag, moeten we ons toch ernstig bezin nen over de consequenties". H^t voortbestaan van NBBA zal ni^t.door iedereen in het CDA- bestuur worden toegejuicht. Slechts een enkeling zal vrijdag rea geren zoals ARP-voorzitter (en CDA-bestuurslid) Hans de Boer deze week in het ARP-partijblad „Nederlandse Gedachten" deed: „We zouden eigenlijk de vlag moeten uithangen dat er zoiets als de Werkgroep NBBA bestaat". Het merendeel van de CDA-top zit duidelijk met NBBA in de maag, net zoals in de ja ren zestig het PvdA-bestuur kriebelig werd van de beweging Nieuw Links. In de PvdA is toen echter toch, zij het stap voor stap, een aantal ideeën en wensen van Nieuw Links overgeno men, zozeer zelfs dat uit onvrede daarover een afsplitsingsbewe ging ontstond: DS'70. Geduld Het is niet waarschijnlijk dat het met het CDA net zo zal gaan, zeker niet nu de fusie zo dicht voor de deur staat. De reuzen zwaai die de Werkgroep NBBA van het CDA verwacht kan niet in een paar maanden tijd worden gemaakt. Zelfs al zou het CDA-bestuur dat willen, dan nog moet er rekening worden ge houden met de weinig flexibele achterban. In het gunstigste ge val zal, net als indertijd bij de PvdA, het CDA met zeer kleine stapjes aan de wensen van NBBA tegemoet kunnen komen, maar daar is veel tijd voor nodig. De irritaties over en weer zul len dan blijven en er zal aan beide kanten nog veel geslikt moe ten worden. En hoe elastisch is het geduld aan weerszijden? Niet zo groot, zo is de afgelopen maanden al gebleken. Dat wordt een onhoudbare situatie. De beste oplossing lijkt dan ook dat het CDA zich van zijn hor zel tracht te bevrijden door alle ramen wijd open te zetten, in de hoop dat het beestje naar buiten vliegt. Als de Werkgroep NBBA een verstandige horzel is, moet zij die wenk begrijpen en op ei gen initiatief het CDA verlaten voordat de bedwelmende fusie spuitbus eraan te pas komt. JPICK VAN RIETSCHOEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9