Iedereen vecht er met iedereen
Freek Gillissen,
Max van Dijk
en Frans
Zoetmulder
werkten drie
maanden op
de grens van
Cambodja
Het
gezondheids
niveau
in de kampen
is op een
redelijk peil
gebracht
Vietnamezen
vluchten
niet meer
per boot
iTAD/REGIO
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 22 MAART 1980 PAGINA 5
|a> van Dijk (links) en Freek Gillissen, verpleegkundigen uit Leiderdorp.
jEIDERDORP Het is wel weer wennen voor Max van
lijk. Na drie maanden wonen en werken op de grens van
jambod ja en Thailand is de drassige Nederlandse bodem
in de Waterbieskreek 22 in Leiderdorp heel wat anders:
:en bombardementen op een kilometer afstand; geen on-
Egebroken confrontatie met honderden hoopjes menselij-
fe ellende; geen slangen meer. Drie maanden was Max
in Dijk op karwei voor het Internationale Rode Kruis,
[et enkele tientallen andere Nederlanders, onder wie zijn
jorpsgenoot Freek Gillissen en Frans Zoetmulder uit War-
tond, en een veelvoud van
uitenlandse hulpverleners
rleende hij medische
;nd- en spandiensten aan
honderdduizenden vluch-
ilingen uit Cambodja. Een 7 7
.ar opmerkelijke uitspra-
ten uit zijn relaas: „Het is
n grote chaos in dit grensgebied, vooral politiek. Dat zal
oorlopig nog wel zo blijven. Iedereen vecht er met ieder-
:n". En: „De tragedie met de bootvluchtelingen lijkt zo
ed als voorbij. De Vietnamese regering bestrijdt deze
lanier van vluchten uiterst krachtdadig. Vandaar dat
ians duizenden Vietnamese vluchtelingen helemaal lo-
nd naar Thailand ontsnappen. Ze gaan over land. Dwars
loor Cambodja en dus de eigen legers heen. Worden ze ge
lakt, dan is hun lot voorspelbaar. Een mensenleven telt
lier niet..."
•Eon tekening van een Cambodjaanse
vluchteling, voorstellende de slachting
onder de leden van de Vrije Khmer door
soldaten van Pol Pot
Op 17 december stapte verpleegkundige
Max van Dijk in het vliegtuig. De echtge
note en de zoontjes van vier en drie jaar
bleven in de Leiderdorpse eengezinswo
ning achter. De aankomst in Bangkok
noemt Max „indrukwekkend". „Je komt
in een compleet andere wereld terecht.
Zodra je de vliegtuigtrap afloopt, valt de
tropische hitte als een muur op je. Tijdens
de rit naar het hotel zie je olifanten langs
de weg als lastdieren gebruikt worden. De
natuur is onvoorstelbaar mooi...". In het
Rode Kruis-appartement in Bangkok wer
den de eerste paar dagen doorgebracht om
te acclimatiseren. Kansen volop om een
op maat gesneden tropen kostuum
tallen vluchtelingen op een verantwoord
te brengen. We hadden in Khao I
schaffen en een paar op maat gemaakte Dang vooral te kampen met open tubercu-
overhemden. Een 24-uurs service tegen lose, malaria, en disenterie. Toen ik vorige
fancy-prijzen. Na die eerste kennismaking week wegging stond een polio-epidemie
met Thailand volgde de verhuizing naar op uitbreken. Maar het gezondheidsni-
de grens. Op zo'n anderhalf uur rijden
i is behoorlijk. In januari bleek zelfs.
van het kamp Khao I Dang waarin hon- dat de medische hulp in de kampen beter
was (jan verzorging jn (je Thaise dor
pen in de omgeving. Het Rode Kruis be
sloot toen ook daar hulp te bieden aan de
derdvijfendertigduizend vluchtelingen
huisden, was het Rode Kruis-kamp in
Wathana Nakhon opgericht. Op deze plek,
een uur vliegen of zes uur in de bus van lokale bevolking. Je stapte dan met een
Bangkok vandaan, waren alle Rode Krui-
safdelingen bijeengebracht. De mensen
medisch team van zeven man in een auto
ging wat dorpjes af. Je zocht de plaat
sliepen in tenten die later werden doorge- selijke school op, laadde je spullen uit en
stuurd naar de Pakistaans-Afghaanse
grens, waarna minder primitieve bamboe
hutten als onderdak gingen dienen. Elke
dag werden de medische teams naar de
hulpposten in de diverse kampen ge
stuurd.
„Vooral in het begin was het moeilijk.
Angstig vooral. Op een paar kilometer af
stand hoor je de bombardementen. Het ge
hele grensgebied is bezaaid met mijnen
velden; vol handgemaakte exploderende
conservenblikken met scherven en anti
tankmijnen. Een lichte klap betekent dat
iemand op zo'n conservenblik is gestapt.
Dat kost zeker een been. Is de klap har
der, dan is er iemand op een anti-tank
mijn gewandeld. Dan valt er weinig meer
te doen. Ik werkte vooral op de chirurgi
sche afdeling. In zestig procent van de ge
vallen betrof het amputaties, de overige
waren schotwonden. Het leek er ver
reed een of twee rondjes door het dorp.
De mensen kwamen dan vanzelf. Je regis
treerde de klachten en schreef wat medi
cijnen voor. Die bezoeken aan de Thaise
dorpen vond ik heel aardig om te doen. Je
kwam daar in contact met de burgers. Je
zag hen werken. Je ontdekte, dat de Thai
se burgerij wel vaart bij de vluchtelingen
stroom; het heeft de handel een enorme
impuls gegeven, ook al is het vaak zwart
wat er wordt gedaan".
„De verzorging in de vluchtelingenkam
pen is momenteel zo goed, dat de Thaise
regering bang is, dat de kampen als gue-
rillahaarden worden gebruikt. Thaise mi
litairen doorzoeken dan ook regelmatig
het kamp naar wapens. Vaak wordt er
wapentuig gevonden. Die militairen zijn
permanent bij het kamp aanwezig. Ze be-
schrikkelijk veel op de televisieserie waken alle bezittingen. Ook het hospitaal.
Mash. Werken onder dezelfde omstandig
heden op vrijwel dezelfde manier. Conti
nu met de angst dat de een of ander piot-
Want het is niet denkbeeldig, dat een
groep rovers het ziekenhuis binnenvalt.
seling een bom op het dak gooit. Later iedereen overhoop schiet om medicijnen
wen je aan dit soort dingen; je sluit je er
voor af. Maar in het begin was het vrese
lijk. Ik zal nooit een busrit naar het kamp
in die eerste weken vergeten. Langs de
weg stonden twee Thaise militairen te lif
ten. We namen hen mee. Op een gegeven
moment splitste de weg zich. Wij moesten
naar rechts. De Thais kennelijk naar
links, maar daar voelden wij niets voor.
Op onze weigering werd simpel gerea
geerd. Een van de militairen liep naar de
achterkant van de bus en schoot met zijn
automatische wapen van voor naar achter
door het dak. We zijn toen maar linksaf
gegaan".
„Ik werkte in een kamp van de Vrije
Khmer, aanhangers van de verdreven
prins Sihanouk, min of meer de liberalen
van Cambodja. In onze medische post
hielpen vier Cambodjanen. De een was
een tweedejaars student economie. Het
was de zoon van een voormalige ambassa
deur van Sihanouk in Frankrijk. Een an
der studeerde medicijnen. Die ambassa-
deurszoon was bang. Zodra iemand van de
Rode Khmer hem herkende, zou het voor
hem zijn afgelopen. Vandaar ook dat hij
altijd in donkere kleding liep, net als de
leden van de Rode Khmer. De overigen in
het kamp droegen een allegaartje van kle
ding. Van deze twee assistenten leerde ik
wat meer over de politieke problemen in
Cambodja onder het regiem van Pol Pot,
die wat jaren geleden Sihanouk had ver
dreven. De Vietnamezen zeggen Cambod
ja te hebben bevrijd en als ik hun verha
len mag geloven, dan klopt dat wel een
beetje. Men was als de dood voor de Rode
Khmer, de aanhangers van Pol Pot, die op
de meest gruwelijke wijze optraden. De
Rode Khmer is communistisch, maar dan
wel zoals Pol Pot zich dat voorstelt. Een
beetje Chinees getint. Dan is er nu na
tuurlijk de.Vietnamese bezetter, eveneens
communistisch is, maar dan wel van Rus
sische aard. Vietnam heeft bijna heel
Cambodja in handen. Alleen aan de grens
zijn nog verzetshaarden. Daar zitten groe
pen Rode Khmer, en Vrije Khmer. Die
worden bestookt door de Vietnamezen,
maar vechten ook onderling hun bloedige
strijd".
te bemachtigen voor verkoop op de zwar
te markt. De handel is medicijnen floreert
uitstekend; haast net zo goed als de handel
in wapens. Zouden de kampen als verzets
haarden worden gebruikt, dan levert dat
de Thaise regeringsleiders nieuwe grote
problemen op. Ze hebben het nu al uiterst
moeilijk met al die vluchtelingen. Alle
landen om hen heen zijn op de een of an
dere manier communistisch. Zij zijn de
laatsten met een neutrale status, hoewel
daar natuurlijk ook niet te hoog van opge
geven kan worden, want Westerse invloe
den zijn nadrukkelijk aanwezig".
„In het Rode Kruis-kamp kreeg ik na de
eerste maand in de tent met Freek Gillis
sen uit de Leiderdorpse Hoofdstraat een
bamboe hutje. Die huisjes waren heel wat
prettiger dan de tenten. We hadden toen
ook een klamboe boven het bed. In de
hutjes was het minder warm. Onder het
tentdoek was het soms vijftig graden; een
beetje heet om te slapen na een nacht
dienst. Slangen waren er ook. In alle soor
ten, kleuren en maten. We kregen in
structie voor eerste hulp bij slangebeten.
Als de dood was ik voor die beesten. De
bewoners van de kampen hadden heel
wat minder angst. Die vingen de beesten,
melkten het gif en speelden er uren mêe.
Maar natuurlijk was het ook vaak lachen
geblazen in dat kamp. Humor a la Mash".
Schoonheid
„In de afgelopen drie maanden heb ik
Thailand ook anders leren zien. Het is een
ongelooflijk mooi land. Prachtige stran
den en een uitzonderlijk gave flora. Voor
al „De Gouden Driehoek" waar je de opi
um bij wijze van spreken op elke hoek
kan kopen voor een habbekrats, is van
een overweldigende schoonheid. De men
sen zijn er vriendelijk, haast zo vriende
lijk als de Cambodjanen in de kampen.
Maar die zijn ook cultureel zeer hoog
staand, intelligent en zeer inventief. Van
afval maken de vluchtelingen de mooiste
voorwerpen. In ons kamp was een beeld
houwer. Hij maakte op een soort draai
bank van simpele stenen de prachtigste fi
guren. Voor vijfentwintig gulden werden
ze verkocht, het resultaat van twee weken
werk. De man had een wachtlijst. Toen ik
wegging had hij een hulpje aangenomen.
Van de plastic slangetjes van infusen
knoopten en sneden de vluchtelingen de
mooiste vissen. Kinderen toonden hun in
ventiviteit. Wat een plezier hadden ze niet
met een lege plastic fles die met wat klei
ne conservenblikjes als wielen tot een
karretje was gemaakt. Ik werd eens uitge
nodigd voor een bruiloft in het kamp. fk
was eregast. Dat zijn de momenten waar
op je de oorlog vergeet. Je denkt dan niet
meer aan die duizenden die op drift zijn
geraakt, aan die moeders met kinderen
die zich honderden kilometers voortzeu
len. Terugkeren is onmogelijk. Zij worden
beschouwd als „displaced persons" en zijn
voor de Cambodjaanse autoriteiten niets
minder dan landverraders".
„Sinds een paar weken is een nieuwe
stroom vluchtelingen ontstaan. Bootvluch
telingen bestaan niet meer. In Thailand
komen nu duizenden Vietnamese vluchte
lingen aan. Ze komen lopend uit Vietnam,
dwars door Cambodja. De laatste weken
werden al weer nieuwe kampen voor hen
ingericht. Toen ik wegging waren die
kampen al bewoond door duizenden Viet
namezen, samengepropt in kleine huQes
met rieten daken en een bamboe vlonder.
Op zo'n vlonder van amper drie vierkante
meter leeft dan een hele familie". 1
Max van Dijk heeft het drie maanden
lang ervaren. Het afgelopen weekeinde
kwam hij thuis. „Het was een unieke er
varing. Iets om nooit te vergeten. Ver
schrikkelijk en mooi tegelijkertijd. En
weet je wat het meest opvallende is? Alle
hulporganisaties verafschuwen de oorlog;
maar je moet ze onderling eens ruzie ho
ren maken...".
SUNWEAN6
^aMP. WAO r
le \711 ÖO
Hulpverlening
Cambodjaanse kinderen op de vlucht, getekend door een bewoner van Khao I Dang.
„De hulpverlening in de kampen is op dit
moment uitstekend op gang gekomen. Het
peil is behoorlijk. Onvoorstelbaar knap ei
genlijk, dat een organisatie als het Rode
Kruis in staat is binnen enkele maanden
l5»et gezondheidspeil van gigantische aan-
•Een blik in hat hospitaal van Khao I Dang