Onderwijs voor olwassenen groeit tormachtig Eritrea herstelt zich in Soedanese woestijn van bevrijdingsoorlog deli over het gehele land verspreide dag-mavo's voor volwassenen tellen al rond de 20.000 cursisten. isev Dme I is een hele opgave geworden te achterhalen welke opleidingen er naëcies zijn en daaruit een keus te makendit te meer omdat veel ew« usen niet nauwkeurig weten wat ze willen en waarnaar ze bij wie eten vragen". niet ÏTERDAM Van alle volwassen Ne- J2t. anders heeft 25 procent alleen lagere '92 tol of minder. Daaronder 200.000 tot 10' 000 analfabeten. Een onderwijskun- 0 gat in de markt. En het wordt gevuld. 9a r schatting neemt op het ogenblik al miljoen volwassenen in ons land deel zel een of andere vorm van leren en het !®r Mal enkele jaren geleden nog te 6- iaarlozen stijgt gestaag. Volwas- m-educatie heet dat met een plecht- in g woord. ziet er door de bomen het bos bijna 1 ',n meer", klagen ze op het Instituut en de wetenschap der Andragogie van sfHmsterdamse Universiteit. „In korte heeft het volwassenenonderwijs een Ndsl nachtige ontwikkeling doorgemaakt 1 9a ie snelle groei plus de geweldige ver die idenheid in het aanbod vertonen d elijk een schaduwzijde. Het is een opgave geworden te achterhalen e opleidingen er precies zijn en daar- en keus te maken dit te meer om- veel mensen niet nauwkeurig weten ze willen en waarnaar ze bij wie moe- 3g( iragen". igbaken linde wegen door déze wildgroei te in, hebben de Amsterdamse andra gen (zeg maar: wetenschappers die --•? bezig houden met de opvoeding en ling van volwassenen) bij wijze van E|.i I een telefonische inlichtingendienst F ouw gezet. Hun vraag: hoe kunnen ien redelijk doelmatig zoekproces in '3 /arwinkel zo opbouwen dat iemand •;I.' ilet precies weet wat hij zoekt, uit- ilijk toch een paar alternatieven houdt waaruit hij dit antwoordspel zon idelijk gaat automatiseren; de daar- tege benodigde computer heeft men al "to, Bid. Lukt de proef, dan hoopt men b'l' landelijk net van elektronische de |bakens te kunnen opzetten. „We eze len daarbij het voorbeeld van de fereld voor ogen. Een paar toetsen 'kken en ze kunnen je precies vertel- deDf er in de tijd dat je met vakantie ndu' aan een bepaald strand in een be- einsd hotel pog een kamer voor je vrij en '°sj. :ant moet het uit, want „we merken ion dat een telefonische inlichtingen- >t niet vriendelijk genoeg is voor de sste» uiker. Ten eerste komen de mensen wa met vage vragen, zo van: ik zou ei- in k wel iets aan Engels willen gaan Wat bedoelen ze daar mee? Het s te best een uiting zijn van een heel an- achtergrond. Is het wel de echte I? Je moet dus doorvragen, dieper rder n. a|S je ^an het juiste ant- ebr d gevonden te hebben, moet je in al laartenbakken nog eens naar een &sing gaan snuffelen. Dat geeft ellen meI i telefoongesprekken. De menser ven i erdoor geprikkeld en gefrustreerd. 1 omputer is veel vriendelijker voor de uiker, want hij werkt snel, efficient (j Kjtloos". ,'S mavo n eze zomer komt de Amsterdamse W 'liter gedeeltelijk in gebruik. Wan- Hafl neer het systeem inderdaad mocht uit groeien tot een landelijk net, zullen er duizenden, zo niet tienduizenden gege vens over de mogelijkheden tot volwas senen-educatie in worden opgeslagen. Zo'n groot bos is op het kort geleden nog braakliggende terrein omhoog ge schoten. Een goede illustratie vormt de dag-mavo voor volwassenen, ten onrech te wel moeder-mavo genoemd want het zijn lang niet alleen huisvrouwen die er gebruik van maken. Met deze dag-mavo werd een jaar of vier geleden een begin gemaakt in de Noordhollandse plaats Middenmeer nadat men daar had ont dekt dat de Wet Avondonderwijs ook van toepassing was op dagonderwijs, met als logisch gevolg: subsidie. Een bescheiden zaakje. Inmiddels tellen de over het ge hele land verspreide dag-mavo's voor volwassenen al rond de 20.000 cursisten; een duidelijke aanwijzing voor de behoef te aan leren die leeft onder ons opge groeide volksdeel. Opbloei Een nieuw verschijnsel is de volwasse nen-educatie overigens niet. Met name de kerken houden zich er al heel lang mee bezig; denk aan de christelijke plat telandsvrouwen. Of denk, in het wereldlij ke vlak, aan de Maatschappij voor Nij verheid en Handel die in 1871 in Amster dam een dag- en avondschool voor vol wassenen stichtte. Hij bestaat nog steeds en telt nu 1200 cursisten. Een giganti sche opbloei; weer zo'n aanwijzing. In een meer recent verleden stuiten we op de open school. Veertien officiële experi menten daarmee stond dé overheid toe. Veertienhonderd cursisten. Bovendien vormden zich een goede honderd spon tane groepen van volwassenen voor wie binnen het kader van de proefneming op de open school geen plaats was. Zesdui zend cursisten. En de sneeuwbal, hij rolde voort. Rond een miljoen volwassen Nederlanders neemt anno 1980 deel aan een of andere vorm van leren. De een wil een diploma om zijn kansen op de aroeidsmarkt te verbeteren. De ander wenst te blijven of (beter) mee te kunnen doen in het ver keer tussen de mensen onderling. Een derde bereidt zich voor op de gapende leegte van het naderende pensioen. Een vierde zou graag in staat zijn het loon- strookje te controleren of de kleine let tertjes onder een contract te begrijpen. Een vijfde zegt: het wordt onderhand eens tijd dat ik leer lezen en schrijven, want ik merk dat je tegenwoordig zonder schaamte toe kunt geven die vaardighe den niet te beheersen, en dat ze je hel pen in plaats van uitlachen. Een zesde belooft zichzelf: ik zal ze laten zien dat ik het kan. Overheid Zoveel studiehoofden, zoveel zinnen. En zoveel mogelijkheden. Ze variëren van sportverenigingen tot belangengroepen, van buurtorganisaties tot bejaardenbon den, van vrouwenclubs tot onderne mingsraden. Alle soorten onderwijs, scholing, overleg en vorming waarin mensen leren of bijleren. En de overheid maar applaudisseren. Vroeger vonden de autoriteiten de volwassenen-educatie een zinvolle vrijetijdsbesteding en een middel tot geestelijke verrijking die ze passief moesten steunen zonder zelf initiatieven te nemen, want het maatschappelijk be lang was beperkt. Nu hangen ze de op vatting aan: een samenleving kan niet zonder mondige burgers; een staat die de democratie ernstig neemt, dient ook de volwassenen-educatie en het leerrecht gedurende het hele leven (permanente educatie) ernstig te nemen. Slagwoorden Weerbaarheid voor iedere burger. Red zaamheid. Mondigheid. Dat zijn de slag woorden. En dan beginnen de bomen te woekeren waardoor men het bos niet meer ziet. Er bestaan stromingen die er van uitgaan: iemand wordt weerbaar en mondig door het zich eigen maken van de kennis die hij of zij achter is op ande ren. Terug in de klas. Blokken. Het schoolse leren. Andere stromingen ech ter betogen: iemand wordt weerbaar en mondig door samen met anderen te on derzoeken welke belemmeringen hij daarbij op zijn weg vindt; die kunnen in iemand zelf, maar ook daarbuiten liggen (gezin, relaties, samenleving); het verga ren van kennis en informatie is voor dat onderzoek een belangrijk hulpmiddel, maar geen doel; uitgangspunt in het leer proces vormen de eigen ervaringen. In- plaats van het schoolse leren dus het er varingsleven. Trio Daar is de splitsing al. Zo vervalt men tot dwalen. Er komt bij dat het begrip vol wassenen-educatie zoals we dat vandaag verstaan, wordt ingevuld door voorzie ningen vanuit niet minder dan drie minis teries, elk met zijn eigen visie: Onderwijs, CRM en Sociale Zaken. Dit trio verdeelt de pot van 700 miljoen gulden per jaar die voor volwassenen-educatie zijn uitge trokken. En ze zouden dat alle drie op een andere manier willen doen. Onderwijs legt, gedragen door traditie, de nadruk op educatie als zijnde het toe gangskaartje tot de maatschappij, tot een arbeidsplaats, tot status en inkomen. CRM, hoeder van de zachte sector, gaat uit van vorming, van geestelijke ontwik keling die past bij de behoeften van men sen in hun totale leefwereld. Sociale Zaken tenslotte gebruikt als voornaamste invalshoek het begrip scho ling, gericht op het functioneren op de arbeidsplaats. Aldus vertakken zich de paden. Wanneer ze daarmee beginnen aan de top, welke doolhof mag men dan aan de basis ver wachten? Niet de simpele paddestoel met zijn rode pijlen, maar een computer moet de weg gaan wijzen. De Harmonisa- tieraad Welzijnsbeleid heeft over het in gewikkelde onderwerp zojuist een voor lopig advies uitgebracht. Citaat: „De re gering dient te vermijden dat ze bij het totstandbrengen van een samenhangend beleid de invalshoek van een der drie be trokken ministeries laat domineren. Zo heeft een te sterk stempel vanuit de on derwijstraditie op de volwassenen-educa tie nadelen. Veel geleerd hebben nodigt uit tot meer leven. Alleen volwassenen onderwijs versterken betekent dan ook dat de kloof tussen mensen met veel en weinig onderwijskansen vergroot wordt. De regering wil binnen het beleid voor de volwassenen-educatie voorrang verlenen aan achterstandsgroepen, maar juist deze groepen blijken in de praktijk wei nig bereikt te worden door onderwijs voorzieningen". De sociaal-culturele traditie biedt betere mogelijkheden voor het bereiken van groepen in achterstandsituaties, aldus de Raad. Ook het ontwikkelingsbeleid heeft hier meer kansen. Toch kennen beide tradi ties de sociale en de culturele hun beperkingen. Wie vanuit de persoonlijk heidsvorming alsnog een toegangskaar tje tot de maatschappij wil halen in de vorm van een diploma of certificaat, moet daartoe in staat worden gesteld. Maar ook de omgekeerde stap moet mo gelijk zijn. Daarom komt de Raad tot de slotsom dat kiezen voor alleen een on- derwijsachtige, een sociaal-culturele of een sociaal-economische benadering uit den boze is. De Raad beveelt aan te kie zen voor een soepel stelsel van wederke rende educatie, hetgeen een afwisseling inhoudt tussen betaalde en onbetaalde arbeid, onderwijs, vorming, scholing en vrije tijd. Dit geeft de meeste mogelijkhe den om aan de wensen van de deelne mers aan de volwassenen-educatie tege moet te komen en om de verschillende beleidstradities in hun waarde te laten. 'Wattenbolletjestaal Het blijft wattenbolletjestaal. Wat willen de volwassenen die aankloppen voor educatie? De wetenschappers van het Amsterdamse instituut beschikken slechts over één enkel onderzoekje, ge daan op de dag-mavo. De helft van de cursisten bleek de opleiding te volgen om het diploma te halen en er beter van te worden, de andere helft volgt haar uit oogpunt van vorming, dus ook om er be ter van te worden, maar anders beter. Ga er eens aan staan. Toch komt er, ge let op de ervaringen bij de telefonische inlichtingendienst in Amsterdam, één boom torenhoog boven de andere uit. Een studente die het raadgevende toes tel bijna een jaar heeft bemand: „Een grote beperking binnen de voiwassenen- educatie en een erg onrechtvaardi ge is dat de beroepsopleidingen voor mensen boven de 27 jaar nagenoeg niet toegankelijk zijn. Waarom niet? Nergens om. Het is zo gegroeid, denk ik. Er zit bij de beroepsopleidingen veel vastge groeid. Maar vast staat, dat ze me vaak vragen: ik wil kapster worden of auto monteur. Zulk soort simpele dingen. En vast staat dat ik meestal een antwoord schuldig moet blijven, als het mensen boven de 27 jaar betreft. De beroepsop leidingen nemen ze eenvoudig niet. Het is een vreselijk moeilijke weg. En het zal steeds meer gaan spelen. De automatise ring zet door. Mensen op straat. Neem het bankwezen. Daar wordt over vier jaar iedereen de laan uitgestuurd. Als er niets verandert, zal het voor al die mensen een verschrikkelijk probleem zijn zich om te laten scholen voor een nieuw beroep". Volwassenen-educatie, kortom, voor weerbaarheid, redzaamheid, mondigheid. Maar hoe weerbaar, redzaam, mondig is een werkloze? Die vraag benauwt de Amsterdamse onderzoekers. Er helpt geen computertjelief aan. PIET SNOEREN Een grote beperking binnen de volwassenen-educatie is dat de beroepsopleidingen voor mensen Doven de 27 jaar nagenoeg niet toegankelijk zijn... Eritrea is gewikkeld in een onafhankelijkheidsoorlog met Ethiopië, dat In die strijd wordt gesteund door de Sovjet-Unie. Na een aantal zware nederlagen lijkt nu het tij in het voordee, van het Ethiopische Bevrijdingsleger (EPLF) te zijn gekeerd. Guardian- correspondente Victoria Brittain bracht een bezoek aan Soiomuna, een Eritrees vluchtelingenkamp bij de Eritrees- Soedanese grens. SOLOMUNA (Soedan) Bij het laatste licht van de ondergaande zon werkt een groepje mannen op krukken voort aan de bouw van een stenen huis. Elders worden Russische granaathulzen die in december op het slagveld van Nafka (in het uiterste noorden van Eritrea, waar de verzetsstrij ders tot het laatst toe wisten stand te hou den, red.) zijn buitgemaakt, omgetoverd in kookgerei. Vaardige handen timmeren boeken- en keukenkasten van hout dat af komstig is van lege Russische ammunitie- kisten. Bij een bezoek aan het Eritrese vluchtelingenkamp in Soedan wordt men getroffen door de alom heersende bedrij vigheid. Al twintig jaar lang biedt Soedan gastvrij heid aan Eritreërs die de grens zijn over- gevlucht om te ontsnappen aan de ver schrikkingen van de oorlog die het Eritre se Bevrijdingsfront tegen Ethiopië voert om de onafhankelijkheid te bewaren die het als Italiaanse kolonie en later als auto nome eenheid binnen een federale Ethio pische staat had genoten. Vorig jaar heeft het er lange tijd naar uit gezien dat het Eritrees verzet tegen het bewind in Addis Abeba gesmoord zou worden. Het Ethiopische leger, verrijkt met nieuwe Russische tanks en moderne ge vechtsvliegtuigen, en van advies voorzien door Russische adviseurs, had de Eritrese verzetsstrijders verdreven uit de steden die het bevrijdingsfront in een zwak ogen blik op de Derg het comité van de strijdkrachten dat in Ethiopië de dienst uit maakt had veroverd. Maar vorig jaar december zetten de Eri treërs die nog slechts het in de bergen ge legen Nafka in handen hadden, met suc ces een tegenaanval in. Het tij keerde. In enkele weken werden de Ethiopische mili tairen teruggedreven naar de kust waar ze ijlings de wijk namen in de boten die hen in Eritrea aan land hadden gezet. Het Eri trese bevrijdingsleger had de noordelijke driehoek van de provincie wederom in handen. Het kamp is gelegen in een zanderig en rotsachtig woestijngebied, ver van de be woonde wereld, en biedt onderdak aan 11.500 Eritreërs, onder wie 8000 kinderen. Van de kinderen onder de zeven jaar heb ben er 350 hun vader en moeder verloren. Tweeduizend vluchtelingen, voornamelijk mannen, hebben de strijd om de vrijheid moeten bekopen met het verlies van een arm of been. Er wonen bijna geen Soedanezen in dit gebied dat door zijn klimaatswisselingen die variëren van een zinderende hitte tot hevige regenval, een uiterst onaantrekke lijk woonoord is. Hoewel de Eritreërs bijna geen steun krijgen van internationale hulp organisaties, hebben ze het kamp in vijf tien maanden tijd veranderd in een pro- duktieve stad met faciliteiten waar geen enkel ander vluchtelingenkamp in Afrika of Azië op kan bogen. Maar met vindingrijkheid en ijver kan men niet alle problemen overwinnen. Veel vluchtelingen lijden aan bloedarmoede of malaria. Een jaar geleden kwam er bijna geen tbc voor in het kamp, maar nu lijdt bijna twee derde van de kinderen in het ziekenhuis aan die gevreesde ziekte en het aantal neemt elke maand toe. De kampdokter, een kinderarts uit Asmara, klaagt over een tekort aan medicijnen en vertelt dat bijna de helft van de kampbewoners een tekort heeft aan vitaminen en proteïnen. „Welke maatstaf je ook aanlegt, ze zijn zwaar on dervoed". In het kader van het Wereldvoedselpro gramma stuurt de FAO eens in de drie maanden tarwe en graan, maar het (ma rxistisch georiënteerde) Eritrees Bevrij dingsfront van het Volk (EPLF) zegt dat men binnen een maand door de voorraad heen is. De meeste ziekten staan in verband met ondervoeding. In oktober werden 600 mensen behandeld tegen scheurbuik en vorige maand waren er 800 gevallen met infecties aan de ademhalingsorganen. Ie mand die genoeg te eten krijgt, valt aan deze ziekten niet ten prooi. Per maand worden er tussen de 240 en 300 patiënten in het ziekenhuis opgeno men. Zo'n 2500 patiënten onder wie zich ook Soedanezen uit de verre omtrek be vinden, mogen na een behandeling in het ziekenhuis weer naar huis. De dokter wordt geassisteerd door twee verpleeg sters. De gezondheidszorg is hier beter ,dan in andere vluchtelingenkampen in Soedan. Alle bevallingen vinden in het zie kenhuis plaats. Uit de rotsblokken die her en der rond het kamp verspreid liggen, worden blijvende woningen opgetrokken. Bladerdaken bie den bescherming tegen de zon. Men is volop bezig elektriciteitskabels aan te leg gen. Het kamp ligt beschut in de vallei en be strijkt een gebied van bijna vijftien kilome ter zodat het geen gemakkelijk doelwit vormt voor een Ethiopische luchtaanval. Ruim 2000 kinderen op „de revolutionaire school" zijn kostleerlingen. Hun ouders bevinden zich nog ergens in Eritrea of el ders in Soedan. Hun slaapvertrekken zijn met stenen op de grond aangegeven, maar moeten nog gebouwd worden. De leiders van het kamp wilden dat er eerst leslokalen werden gebouwd, want scholing acht het EPLF het belangrijkst. „We geven onze jeugd een bagage mee om de men sen in de toekomst van dienst te zijn", al dus de hoofdmeester. Er zijn meer dan 100 bevoegde onderwijzers op deze school. De lesboeken die in Tigrinia zijn gesteld, worden in Eritrea gedrukt. In één klas leren zeven jaar oude leerlin gen Engels van met de hand getekende kaarten: „That is a gun...that is a bullet- ...this is a hyena" (Dat is een geweer, dat is een kogel en dit is een hyena). De 100 goed gedisciplineerde kinderen zitten op primitief samengestelde banken. De sfeer is vrolijk en de meester toegevend. Hij kent ieder kind bij naam; iedereen kent ie dereen hier. De kinderen weten precies waarom ze hier zijn. Zelfs de peuters zitten keurig in de rij en bezingen onder vrolijk handgeklap de Eritrese overwinning. VICTORIA BRITTAIN THE GUARDIAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 25