ardwarmte...,
maar!
Vat gaat aardwarmte kosten
WARMTE UIT VOORRAAD LEVERBAAR
ok Cambodjaanse kinderen
ïbben het recht om
aartdelingen te maken
Irdwarmtecentrales
fat gaat de gebruiker betalen voor aardwarmte? De bewoners van do
roefwoningen in Spijkenisse zullen in elk geval geen cent duurder uit zijn dan de
ederlanders die zich voorlopig nog moeten behelpenmet aardgas. Aanvankelijk
l de aardgasprijs worden berekend.
P principe zou aardwarmte veel goedkoper aangeboden kunnen worden. De
p itwikkelingskosten zijn weliswaar hoog, maar veel van de investeringen zijn
*Sfnmalig. Bij het ministerie van economische zaken zijn berekeningen die wijzen op
m bedrag in de orde van vijf cent per kWh. Een dergelijk lage prijs zal vooral in de
)len van ons land die voorlopig nog niet of misschien zelfs helemaal niet
ngesloten kunnen worden op aardwarmte (omdat er op redelijke afstand geen
on in de buurt is) beslist jaloezie opwekken.
Hier, in Spijkenisse, kunnen volgens plan in september 1982 de eerste woningen zonder aardgas, maar toch warm, de winter ingaan.
lELDOORN Nu we zo ongeveer bezig
n de laatste hoeveelheden olie en
^dgas uit het lijf van moeder Aar-
ij te zuigen, worden er plannen gemaakt
j ook het grondwater naar boven te ha-
Geothermische energie heet dat met
i wetenschappelijk woord. Aardwarmte
gen we van dr. ir. P. W. Renaud ook
fct zeggen. Hij is hoofd van het project-
ieau energieonderzoek dat bij het TNO
Apeldoorn onder dak is. Met zijn mede-
rkers zoekt hij in opdracht van het mi-
0 erie van economische zaken uit hoe
H> jderland zich kan gaan koesteren aan de
irlljke warmte van de aarde.
p ipel voorgesteld is zijn plan als volgt:
*wpr een gat van drie kilometer en ge
il ik het grondwater, dat op die diepte
toekomstige „aardwarmtecentrales"
volgens ir. P. W. Renaud zeer milieu-
f^ndelijk. De gebouwen kunnen vrij
;g^in zijn, er zijn geen afvalstoffen, de
npen hebben weinig energie nodig en
geproduceerde lawaai is zeer gering,
centrales zouden eventueel in de
inwijken gepland kunnen worden,
i groot voordeel daarvan is dat lange
isportleidingon (en dus warmtever-
i) vermeden worden,
een „warmtewisselaar" wordt de
rmte aan het grondwater onttrokken
overgebracht op het water dat door
verwarmingsinstallaties stroomt,
ir mag geen vermenging optreden,
dat het grondwater uiterst zout is.
iwij8baar is dat het in het verre verle-
in contact i9 geweest met zeewater,
is mede door geologische inwer-
ongeveer drie keer zo zout als
water en bevat honderd gram zout
liter. Bij vermenging met oppervlak-
ster zou een gigantisch milieupro-
im ontstaan. Vandaar dat het via een
ede boorgat van drieduizend 'meter
iggeperst wordt.
een winplaats en terugvoerleiding
)t wel een afstand van enkefe kilome-
zitten, omdat anders afgekoeld en
m water ondergronds vermengd zou
den, zodat de bron snel zou afkoelen,
krijgt het gelegenheid om geleidelijk
een temperatuur van ongeveer honderd
graden Celsius heeft, voor de verwarming
van huizen en andere gebouwen. Dat kan
heel wat aardgas besparen.
Het lijkt allemaal even geniaal als voor de
hand liggend, maar voorlopig vecht het
onderzoekbureau nog met een groot aan
tal onbekende factoren. Geenszins is nog
met zekerheid te zeggen hoeveel „warmte
bronnen" In ons land aangeboord en hoe
veel huizen daarop verwarmd zouden kun
nen worden. Evenmin is precies te zeggen
hoe lang we met die bronnen vooruit kun
nen.
Haast
Niettemin zet de overheid naarstig op
aan terug te stromen naar de winplaats
en in die tijd wordt het vanzelf weer^op-
gewarmd. Heeft men een bron van flinke
omvang, dan zal deze schier onuitputte
lijk zijn.
Wil de exploitatie lonend zijn, dan moet
wel ongeveer tweehonderd kubieke me
ter per uur naar boven gehaald kunnen
worden om het minimum aantal wonin
gen per bron te kunnen verwarmen.
zoek naar alternatieve energiedragers
er flink vaart achter. Als het allemaal een
beetje meezit, moet nog vóór 1990 een
groot aantal huizen op zo'n onderaardse
„kachel" aangesloten zijn.
Het eerst zal dat het geval zijn in Spijke
nisse bij Rotterdam, waar nu al zulke ont
zaglijke gaten in de grond zitten. Volgens
plan kunnen daar in september 1982 de
eerste woningen in een nieuwbouwwijk,
zonder aardgas maar toch warm, de win
ter ingaan.
Kookpunt
We blijven boren en pompen dus. Hoe die
per je in de aardkorst graaft, des te war
mer het wordt. Een vuistregel is, dat de
temperatuur dertig graden per kilometer
oploopt. Vandaar dat water op drie kilo
meter diepte ongeveer op het kookpunt is.
Maar het is onder onze voeten allesbehal
ve gesneden koek. De steenlagen liggen
niet in mooie vlakke plakken op elkaar.
Het heuvelt ondergronds, er zijn breuk
vlakken, de ene steenlaag laat wel water
door maar de volgende niet en er treden
bovendien sterke verschillen in warmtege-
leiding op.
Vandaar dat niet overal op dezelfde diepte
water voorkomt en dat niet overal dezelfde
temperatuur gemeten wordt. Voorwaarde
is dat er een flinke laag reservoirgesteente
zit (bijvoorbeeld zandsteen) die een enor
me massa water kan vasthouden.
Houvast
De onderzoekers van het projectbureau
van de heer Renaud hebben wat dat be
treft behoorlijk houvast aan de proefborin
gen van de Nederlandse Aardolie Maat
schappij, die in de zestiger jaren bij het
speuren naar olie en aardgas schier onop
houdelijk de boorkoppen onze vaderland
se bodem ingedreven heeft.
Globaal in kaart gebracht komt men dan
tot de conclusie dat wellicht een derde van
het Nederlandse deel van de aardbol ge
schikte lagen zandsteen met water van
honderd graden bevat. Kan dat allemaal
benut worden, dan zou in het gunstigste
geval (als de aan te sluiten woningen opti
maal geïsoleerd worden) een hoeveelheid
energie gewonnen kunnen worden die ge
lijk is aan een kwart van onze huidige
voorraad aardgas.
Nog meer
Ongetwijfeld een welkome aanvulling.
Daarbij komt nog dat dit slechts een on
nauwkeurige raming mag heten, want er is
destijds niet specifiek geboord voor aard-
warmte-onderzoek. Zo moet getwijfeld
worden aan de juistheid van de tempera-
tuurmetingen en ook is niet in alle gevallen
tot drieduizend meter diepte geboord.
Nieuwe technieken zouden wellicht nog
meer „bronnen" kunnen aanwijzen.
De onderzoekers gaan er van uit dat er in
elk geval grote kans is geschikte plaatsen ontwikkeld dan Is het niet denkbeeldig dat
aan te boren in een strook die loopt van aardwarmte aardgas en olie voor de ver-
Den Haag naar Eindhoven, alsmede in warming van woningen vrijwel geheel gaat
Groningen, Friesland en Drenthe. Liggen vervangen.
de boorpunten aardig verspreid én wordt HENK VOLMER
een effectief net voor warmtetransport
Schema van het aardwarmteproject Spijkenisse. In de zomer wordt een deel van de
aardwarmte van grote diepte (3000 meter) opgeslagen op 600 a 700 meter. In de win
ter, wanneer extra warmte voor de plekbelaeting nodig is, wordt deze warmte opge
pompt.
Aardwarmte als energiebron is eigenlijk
niet zo nieuw. In Menum, een stadje dat 50
kilometer ten noorden van Parijs ligt,
pompt men al jarenlang water op van een
diepte van ongeveer 2000 meter. Het
wordt daar gebruikt voor de verwarming
van 1900 huizen. Verder zijn aardwarmte
centrales in werking In de Verenigde Sta
ten, IJsland, de Sovjet-Unie en Nieuw Zee
land.
In Almere heeft de OGEM een project dat
overeenkomst vertoont met aardwarmte.
Daar wordt echter niet zo diep geboord. In
Almere „haalt" men het grondwater van
ongeveer vijftig meter diepte. Het heeft
dan, doordat de situatie ter plaatse erg
gunstig Is, een temperatuur van ongeveer
tien graden. Voor verwarming moet het
stevig „bijgewarmd" worden, maar vol
gens de OGEM levert dit systeem toch ze
ker al een besparing van omtrent zestig
procent op aardgas.
Wij kijken bij het proefproject in Spijke
nisse dieper en we willen er meer uit ha
len", zegt ir. Renaud van het projectbu
reau energie-onderzoek. Water van hon
derd graden zoals op drieduizend meter
diepte aangeboord wordt, heeft geen ex
tra verwarming nodig en het komt haast
vanzelf naar boven, omdat het onder grote
druk staat.
„We stoppen er maar een schijntje aan
energie In vergeleken bij wat er uit komt",
aldus Renaud.
Bovendien wordt onderzocht hoe grote
„voorraadkamers" voor warmte aange
legd kunnen worden. En dat is een regel
rechte wereldprimeur. Velen hebben er al
aan gedacht, maar niemand heeft het tot
nu toe gedaan. Wij gaan het in de praktijk
brengen", zegt de onderzoeker niet zon
der trots.
Hem staat voor ogen per aardwarmtecen-
trale ongeveer zevenduizend huizen te ver
warmen. Dat aantal zal echter nooit be
reikt kunnen worden zonder warmte-op-
slag. Daarbij zou dan tevens nuttig ge
bruik kunnen worden gemaakt van de in
dustriële afvalwarmte die nu veelal onbe
nut verloren gaat.
Voor de opslagplaats worden twee borin
gen.verricht, tot ongeveer zeshonderd me
ter. Het in eerste instantie in de warmte
wisselaar niet geheel afgekoelde of 's zo
mers niet benutte grondwater wordt in een
laag zandsteen geperst. Op deze diepte
kan het regenwater niet meer doordringen
en zorgt aardwarmte voor een vrij con
stante temperatuur. Ook industrieel afval
water kan op deze manier bewaard wor
den, maar er moet wel voor worden ge
waakt dat het zich niet mengt met grond
water.
i ogen zoeken de jouwe en smeken om hulp en een geruststellend woord. Net
Meren,diewillenhorendatdevolwassenendieergedingennietmeerzullen
n. Guardian-correspondent Martin Wooiiacott ontmoette in het
nbodjaansestadjeNeakLuongmensendienietlangerlevenonderdeterreur
de Rode Khmers, maar onder eendoor Vietnamezengeleidbestuur. Nameer
tienjaar oorlog komt het leven in Cambodja weer schoorvoetend op gang.
De kinderen in Neak Luong krijgen inmiddels woer onderwijs. Alle hulpmiddelen daarvoor ontbreken echter nog.
LUONG Moeizaam maar gesta-
^^^erneemt het leven in Cambodja zijn
ten aPle 9an9- Vooral een stadje als Neak
tQ t£, gelegen ten zuiden van de hoofd-
n keePhnom Penh- blinkt uit door bedrij-
ie prld- Als handelscentrum vormde Neak
lerijen) eens een geliefd oorlogsdoelwit. Na
velaar lang keer op keer verdreven te
jat erceert de bevolking voor de zoveelste
3r(j ||ierug. Nu in de hoop zich weer defini-
specu' de stad te kunnen vestigen.
iekonlrede rivier de Mekong trekt een
en ziPin9 door de st°ff'9Q stad. Op de
foor t!jike oever staan lange rijen trucks
zitterrussische makel'i. volgeladen met
er \Pmese soldaten, waarschijnlijk met
°P weg naar huis. De soldaten blij-
s qer de trucks, maar de officieren wagen
qq pan een wandelingetje. Ze dragen
ia he^e tropenhelmen en hebben leren
onde^n onder hun arm die hen, net als de
ver n/ers 'n hun h0|sters, onderscheiden
un ondergeschikten/Met nieuwsgieri-
chrandere ogen staren ze om zich
gen oi zenuwachtig spelend met hun zon-
)erenven-
^zjjjjjend genoeg ontbreken de uniformen
i verdreven troepen van zowel het
leger van Lon Nol als van het leger van Pol
Pot niet aan het straatbeeld. De vale, olijf
groene uniformen van Lon Nol en het dun
ne, zwarte materiaal waar de Rode
Khmers in gehuld gingen, zijn veranderd
en versteld tot bruikbare kleding. Arme
kinderen en ontheemde gezinnen gaan ge
huld in deze kleuren van de gevreesde
machten.
Sommige gezinnen hebben voorlopig hun
intrek genomen in dakloze pakhuizen aan
de oostelijke oever van de rivier of In ver
woeste gebouwen. Sommige mensen hui
zen zelfs in de gehavende cabines van ver
ongelukte vrachtwagens. De geschiedenis
van de laatste tien jaar blijft als een schim
boven de stad hangen. De ruïnes en de
loopgraven herinneren allemaal aan de
gruwelen van de oorlog.
Nog maar weinigen in Neak Luong kunnen
zich de dag herinneren nu bijna tien
Jaar geleden dat Zuidvietnamese en
Amerikaanse troepen doorstootten naar
Cambodja, in de ijdele hoop het Noord-
vietnamese hoofdkwartier aldaar te ach
terhalen en met de grond gelijk te maken.
Het kleine stadje viel toen voor de eerste
maal ten prooi aan de plundertochten van
de Zuidvletnamezen.*
In de vijf jaar die daarop volgden, onder
ging Neak Luong als belangrijk bolwerk in
de strijd om de rivier, alle nadelen die ver
bonden zijn aan een strategische positie.
Naarmate de Rode Khmers (die Lon-Nol
bestreden) verder oprukten, werd Neak
Luong een steeds kleinere stip op de mili
taire kaart. En in de eerste maanden van
1975, toen Lon Nol uiteindelijk de beslis
sende strijd om Neak Luong verloor, ging
de bevolking door een hel. Toen de stad
viel, wisten de leiders in Phnom Penh dat
de oorlog reddeloos verloren was.
Overleefd
Dit is inmiddels allemaal lang geleden.
Langs de omgewoelde rivieroever staat
een man, die de massamoorden van Pol
Pot heeft overleefd en nu werkt voor de
nieuwe regering. „Het is erg moeilijk om je
te herinneren wat er vóór Pol Pot is ge
beurd", zo vertelt hij. Als ik hem vertel
waar ik vandaan kom mijmert hij: „Euro
pa, Europa, het lijkt een droom". Zijn ogen
zoeken de jouwe en smeken om hulp en
een geruststellend woord. Net als een
kind, dat wil horen dat de volwassenen die
erge dingen niet meer zullen doen.
Eén woord Engels was voldoende om je
de dood in te jagen. Ik heb het vele keren
zien gebeuren... verschrikkelijk, verschrik
kelijk... het is moeilijk, 's Nachts kan ik
niet slapen. Men zegt dat het zenuwen
zijn. Sommige mensen kunnen het verle
den van zich afzetten, maar ik kan het
geen minuut vergeten".
Er zijn nog meer mensen die zich de da
gen van Pol Pot goed kunnen herinneren.
Terwijl we rondsnuffelen op de markt,
waar luidruchtige kooplui Thaise sigaret
ten, pakjes roestige Vietnamese naalden,
brood, fruit, verse mosselen en verschil
lende soorten vis aanprijzen, roept iemand
plotseling „UPI". Uit een van de kleine
steegjes verschijnt een klein, beweeglijk
mannetje, dat eens als freelance fotograaf
voor het Amerikaanse persbureau United
Press International heeft gewerkt.
De man heet Syphal. Voorzichtig haalt hij
onder uit een zak, waarin hij zijn Engelse
boeken bewaarde, zijn kostbaarste bezit
tingen: twee vergeelde stukjes papier. Op
het stukje dat hij mij laat zien staat: „UPI-
Twee Syphai gebruikt. Laat ons weten of
er nog meer foto's van Phnom Penh vol
gen".
Mensen als Syphai én de nog overgeble
ven intellectuelen willen het oude Cam
bodja terug. De boeren willen in vrijheid
en rust hun bedrijf uitoefenen. De Vietna
mezen én de Cambodjaanse communisti
sche partij willen daarentegen dat de
maatschappij zich ontwikkelt naar collec
tief model.
Circusolifanten
Achter de menigte kinderen die de zeldza
me buitenlanders achtervolgen, als waren
het circusolifanten, proberen twee mannen
de aandacht te trekken. Ze blijken de on
derwijzers van Neak Luong te zijn. Via een
smalle laan komen we bij hun school. Het
gebouw draagt duidelijke sporen van
bombardementen en het dak vertoont
grote gaten. Op de speelplaats staat een
glijbaan, die de oorlog ongeschonden is
doorgekomen.
Het Engels van de oude schoolmeester
wordt bij elke zin beter. „We hebben
niets, geen tafels, geen stoelen, geen pa
pier, geen schrijfgerei, geen boeken, kunt
U ons alstublieft helpen?"
De klaslokalen zijn inderdaad verstoken
van elk lesmateriaal. De onderwijzer
schrijft met houtskool op de muur: „Als
een boer naar de markt gaat om zijn var
kens te verkopen en hij ontvangt in totaal
1998 Riels (Cambodjaanse munteenheid
red.), hoeveel varkens had hij dan als hij
voor elk varken 74 Riels krijgt?" In een
land dat al vijf jaar geen geld meer heeft
en nog steeds niet over een eigen mun
teenheid beschikt, is deze vraag min of
meer lachwekkend. Maar wanneer de on
derwijzer „het probleem" voor ons in het
Engels vertaalt wordt de zaak duidelijk:
ook Cambodjaanse kinderen hebben er
recht op om te worstelen met staartdelin
gen, breuken en optelsommen. Niemand
weet echter, of zij inderdaad hiervoor de
kans zullen krijgen; de Cambodjanen we
ten het niet, de Vietnamezen niet en ook
de Westerlingen, door de Cambodjanen
nog steeds als goden vereerd, kunnen hier
niets over zeggen.
De onderwijzer trekt aan mijn mouw. „Als
we wat hulp krijgen, dan wordt het hier
beter... we hebben hulp nodig, stoelen...
stoelen... kleine stoelen voor de kinde
ren". Het lijkt niet veel gevraagd van een
wereld, die uit een tomeloze drang naar
macht deze kleine maatschappij zoveel
verdriet en ellende heeft bezorgd.
MARTItyWOOLLACOTT/THE GUARDIAN