Grote
steden in
gevaarlijk
proces
beiand
Bisschoppen van
Brazilië staan
op de bres voor
bedreigde boeren
De steden hebben het moeilijk. Overal loopt de bevolking terug. De centra krijgen een doods karakter, wijken verpauperen...
DEN HAAG Neder
land kent geen grote
steden in de ware zin
des woords. Hoogstens
kan men zeggen dat er
•een soort verdeling van
voorzieningen is over
Amsterdam, Rotter
dam, Den Haag en
Utrecht die we dan wel
eens ten onrechte
Randstad Holland"
noemen. Ten onrechte
omdat die stad noch
bestuurlijk, noch ruim
telijk, noch als sociaal-
psychologische en eco
nomische eenheid be
staat. Maar ook de ver
deling is gebrekkig: in
drie van de vier steden
is een universiteit ge
vestigd, alle vier heb
ben grote concertzalen
en internationaal ver
maarde musea, twee
hebben een wereldhan
delscentrum. Van echte
verdeling waardoor het
kwartet elkaar zou kun
nen aanvullen, is geen
sprake; wel van soms
miezerig aandoende
concurrentiel&t en ge
frustreerd verlangen
naar volledigheid. Het
is de vraag of het niet
beter zou zijn als een
van de vier zich tot die
compleetheid zou ont
wikkelen ten koste van
de andere drie dan dat
alle vier zich maar zeer
incompleet ontwikkelen
en net geen (of in de
verste verte geen) grote
stad zijn.
Deze kritiek staat te le
zen in een rapport dat
is samengesteld door
een commissie van het
Nederlands Gesprek
Centrum. Het komt 28
maart in het paleis op
de Amsterdamse Dam
ter discussie wanneer
daar honderdvijftig ver
tegenwoordigers van
Rijk, provincie, ge
meenten, wetenschap
pen en bedrijfsleven
bijeen zullen zijn. Para
doxaal genoeg heeft de
studiedag het motto
„De Grote Stad" mee
gekregen. Praten over
wat er niet is.
Een kommervol beeld
roepen de rapporteurs
op. „De steden hebben
het moeilijk. Overal
loopt de bevolking te
rug, waarbij de meest
mobielen (jonge men
sen) en de welgestel-
den het eerst een goed
heenkomen zoeken.
Over blijven de bejaar
den en de kansarmen.
De centra krijgen een
doods karakter. Wijken
verpauperen. Daarbij
wordt de stad moeilijk
bestuurbaar. Het ver
trouwen in het stadsbe
stuur vermindert. En
het juiste antwoord op
deze bedreiging van
het land als geheel
steden zijn immers nog
steeds de aandrijf-
krachten van de totale
bevolking kan maar
niet worden gevon
den".
Bovenstaande tussen
zin bevat een stelling
die toelichting behoeft.
De grote stad als aan-
drljfkracht van gans
een natie. Daaraan ligt
de veelvormigheid wat
betreft het normen- en
waardenpatroon ten
grondslag dat kenmer
kend is voor steden. De
gebruikelijke normen
worden er gemakkelijk
overboord gezet. Sub
culturen vindên er een
goede voedingsbodem.
Creativiteit is een
deugd. Het adagio an
ders zijn is niet netjes"
geldt er veel minder
dan op het platteland
omdat de sociale con
trole nu eenmaal veel
minder sterk is.
Progressief...
De grote stad is vat
baar voor veranderin
gen en het inspelen
daarop gaat vlot omdat
de bewoner het aan
zijn status van stede
ling verplicht is pro
gressief te zijn..., rede
lijk snel geneigd iets
nieuws zonder al te
veel aarzeling te aan
vaarden. En in het ver
lengde van de vatbaar
heid voor veranderin
gen, het snel inspelen
daarop, het openstaan
voor progressiviteit,
komt iets veel belan-
grijkers in zicht. De ste
deling wil ook graag
veranderingen bevor
deren. Hij werkt actief
mee. Hervormingen en
revoluties beginnen in
de grote stad. Dat is de
culturele bijdrage die
een grote stad aan het
geheel levert. Er wor
den ook steeds eman
cipatiebewegingen ge
boren: feminisme, sek
suele omwenteling, be-
wustzijnsontwaken van
het proletariaat.
Deze bakermat en
broedplaats van frisse
ideeën en nieuwe ont
wikkelingen ziet zich
dus met aantasting be
dreigd. Veel grootste
delijke processen verlo
pen niet naar wens,
stelt het rapport van
het Nederlands Ge
sprek Centrum vast.
Waarom is het bestuur
lijk gezien zo moeilijk te
komen tot de beheer
sing van problemen als
verslaving, onveiligheid,
vervuiling, verstopping
en verval? De vraag
wordt als volgt beant
woord. Vroeger werd
de ontwikkeling van
grote steden vooral ge
prikkeld door uitdagin
gen die de bewoners
als gemeenschappelijk
ervoeren. Er was bevei
liging nodig tegen
vreemde overvallers of
tegen vloed. Er werden
kanalen gegraven, zee
havens en luchthavens
aangelegd, universitei
ten en instituten ge
sticht. Daarbij waren
onderlinge tegenstellin
gen veelal ruimschoots
aanwezig, maar van
groter belang was de
noodzaak samen de
dreigingen of tekorten
terug te dringen. Naar
de mate waarin dit luk
te, groeiden nieuwe
vormen van wederzijd
se afhankelijkheid.
Eigenbelangen...
De ontwikkelingen van
de laatste jaren echter
hebben bevolkings
groepen steeds vaker
aanleiding gegeven om
meer gewicht toe te
In het Braziliaanse Amazonegebied worden
miljoenen kleine boeren van hun land
verdreven. Zij moeten plaats maken voor
reusachtige veehouderijen. De Braziliaanse
kerk is tegen deze nieuwe vorm van.
grootgrondbezit in verzet gekomen en
ondersteunt de acties van de kleine boeren.
RIO DE JANEIRO In de Braziliaanse provincie
Amazonas voeren de arme, in lompen gehulde
boeren een verbeten strijd om te voorkomen dat
hun land opgaat in de reusachtige veeboerderijen.
Brazilië is het op vier na grootste land ter wereld,
maar ondanks de grote hoeveelheid land die voor
handen is, is de grond zo in trek geraakt dat boe
ren die van hun land zijn verdreven niets anders te
doen staat dan zich aan te sluiten bij het werklo
zenleger in de steden.
Verontrust door het toenemende geweld in het
Amazonegebied hebben de Braziliaanse bisschop
pen onlangs hun afgrijzen uitgesproken over de
huidige situatie en een zogenaamde „theologie van
het land" afgekondigd die, uitgaande van het
christelijke principe dat land een goddelijke gift
aan alle mensen is, een radicale verandering in het
grootgrondbezit wil bewerkstelligen.
Maatregelen
Bang voor de eventuele gevolgen van deze opstel
ling van de bisschoppen heeft de regering van pre
sident Figueiredo in allerijl een reeks ingrijpende
maatregelen genomen. In gebieden waar de span
ning hoog is opgelopen, zijn de landeigenaren ver
plicht gesteld bepaalde delen van hun bezit te ver
kennen aan afgebaken
de groepsbelangen; dit
ten koste van de ge
meenschappelijke be
langen bij de stad als
geheel. Een Babyloni
sche woekering. Dat
gaat zó. Meer dan
voorheen worden groe
pen burgers door het
stadsbestuur in hun
specifieke belangen
rechtstreeks geraakt:
als wijkbewoner bij de
stadsvernieuwing, als
automobilist bij ver-
keerscircula tieplannen,
als ondernemer bij het
zoeken naar bedrijfs
ruimte, als kraker bij
gemeentelijke bouw
plannen, als verslaafde
bij de hulpverlening.
Gegeven dit feit gaan al
die groepen burgers
hun eigen belangen te
genover het bestuur
zwaarder laten wegen.
Een bijkomende moei
lijkheid is dat de speci
fieke groepsbelangen
meestal slechts kunnen
worden gediend ten
koste van elkaar en ten
koste van de grote stad
als geheel. Bovendien
dit: het bestuur van de
grote steden staat bin
nenskamers zelf ook
bloot aan het gevaar
dat specifieke belangen
zwaarder gaan wegen
dan uit hoofde van ge
meenschappelijke be
langen wenselijk is.
Elke tak van dienst, elk
departement en iedere
bestuurder probeert
vooral het eigen erf
schoon te houden. Ter
wijl het ingewikkelde
raderwerk juist steeds
meer samenwerking
vereist, wil men tot re
sultaten komen. Waar
hetzij vanwege een
afgenomen doorzichtig
heid, hetzij uit hoofde
van eigenbelang niet
tegemoet wordt geko
men aan dit vereiste
van grotere samenwer
king, faalt het bestuur.
Het schoonhouden van
het eigen erf ontaardt
dan in een verplaatsing
van het vuil naar ander
mans erf.
En nog iets. Meer dan
vroeger kunnen actie
groepen druk uitoefe
nen op het bestuur. In
een ingewikkeld rader
werk beschikken kleine
groepen over grote mo
gelijkheden om ont
wrichtingen te veroor
zaken. Waarbij komt
dat de samenleving
verdraagzamer is ge
worden, hetgeen de
bestuurlijke weerstand
tegen harde acties van
belangengroepen be
perkt. Zo zijn de grote
steden als geheel In
een gevaarlijk, parado
xaal proces beland, al
dus het rapport van het
Nederlands Gesprek
Centrum. Van pro
bleemgebied tot pro
bleemgebied schaden
mensen elkaar door in
de grootstedelijke sa
menhang niet te reke
nen met elkaar naar de
mate waarin ze van el
kaar afhankelijk zijn ge
worden. Allereerst het
eigen belang dienen
schaadt de grootstede
lijkje gemeenschap en
schaadt dus ook het ei
gen belang. Dit ver
klaart de met zichzelf
tegenstrijdige ontwik
keling dat tegenstellin
gen zwaarder gaan we
gen waar het omge
keerde wenselijk en no
dig zou zijn.
Meerwaarde...
Een sombere situatie,
zeggen de rapporteurs,
maar tegelijk een hoop
volle. Want van geval
tot geval groeit de ken
nis van deze gevaren
en daarmee het besef
dat „niemand beter ziet
wanneer iedereen op
zijn tenen gaat staan
om beter te zien". De
vraag is alleen of en
hoe de periode van
schade en schande kan
worden ingekort ten
gunste van een beter
bestuur. Want daar
wringt de schoen het
meest. In de komende
jaren zal de aandacht
vooral gericht moeten
zijn op het besturen
van de grote stad. Nu
is het beter besturen
bepaald niet louter een
kwestie van structuur
en organisatie. Het zal
erom gaan dat de
stadsbesturen de ruim
te krijgen van buiten
en van binnen om
echt te besturen, het
geen betekent: die be
slissingen te nemen die
de steden kunnen red
den van de ondergang,
of waardoor positief
gezegd de steden
weer de meerwaarde
kan worden gegeven
die ze historisch heb
ben verworven. Die
meerwaarde immers
als culturele bakermat
en broedplaats is de
enige rechtsgrond van
hun bestaan.
Een voorwaarde voor
het voortbestaan van
de grote stad is dat het
aantal inwoners niet te
rugloopt, menen de
tien wetenschappelijke
samenstellers van het
rapport. De huidige lee
gloop tast de veelvor
migheid aan waarvan
steden het juist moeten
hebben. Breng hem tot
stilstand. Daar zal dan
tevens de omgeving
baat bij hebben. Want
wie wonen er in de ver
stedelijkte gordels rond
de grote steden? Men
sen die de stad moes
ten of wilden ontvluch
ten, maar geen zin had
den plattelander te
worden. Ze proberen
het stedelijke levenspa
troon te handhaven in
een niet stedelijk ge
bied; dit tot legale er
gernis van de oor
spronkelijke bewoners.
Waarom zouden we
■moeten versmelten met
stadsmensen?"
Naast die nog enigszins
op steden lijkende ver
stedelijkte gebieden
zijn er dan de groeien
de dorpen op maximaal
drie autokwartieren van
de grote stad. Ook
daar wordt het karakter
aangetast door de ste
delijke vluchtelingen,
de forenzen. Er is geen
sprake van integratie.
Voor de oorspronkelij
ke bevolking gaat de
vreugde van het wonen
in het eigen dorp te
loor. De groei brengt
geld in de gemeentelij
ke kas, dat wel, maar
de keuzemogelijkheid
om plattelander te zijn
en te blijven, verdwijnt.
„Terwijl het een men
senrecht zou moeten
zijn naar eigen keuze te
wonen in een stad dan
wel op het platteland",
stelt het rapport na
drukkelijk. Beide vor
men van wonen heb
ben een eigen aantrek
kelijkheid. Daarom
moeten steden steden
blijven en platteland
platteland. Pas dan is
een vrije keuze moge
lijk".
Waarop deze waar
schuwing volgt: Wij
verzetten ons bijgevolg
ook tegen de ontwikke
ling van de stad tot een
serie van plattelands
dorpen. Misschien is
het mogelijk een enkele
tuinstad binnen een
grote stad te scheppen
(zoals bijvoorbeeld
Vreeuwijk in Rotter
dam). Het streven ech
ter om in de nieuw
bouw niet een stedelijk,
maar een platteland
spatroon te volgen
door in de stad te bou
wen met dichtheden
van 20 tot 30 woningen
per hectare, verwerpen
wij als een aantasting
van echt stedelijk le
ven, hetgeen betekent:
leven in een overwe
gend vrij hoge dicht
heid (80 tot 150 wonin
gen per hectare) wat
het mogelijk maakt
echte grootstedelijke
voorzieningen op aller
lei terreinen tot ont
plooiing te brengen. De
moderne tulnstadswij-
ken missen het aan
trekkelijke van een echt
dorp, maar ook dat van
de grote stad. Ze zijn
vlees noch vis. Veel
meer dan de verpau
perde stadsvernieu
wingsgebieden zullen
deze tuinsteden zo om
streeks het Jaar 2000
de probleemgebieden
van de grote steden
worden. Te geringe
dichtheid (dus slechte
voorzieningen) en saai-
Starre denktrant...
Slotsom: grote steden
moeten grote steden
blijven, met alle ken
merken van dien. Bij
dat streven dient een
stadsbestuur creatief
gesteund te worden
door rijk, provincie en
regio. Financieel uit
houdingsvermogen is
een eerste vereiste. Dat
kan alleen als van rijks
wege erkend wordt dat
de stad een van andere
gemeenten afwijkende
samenlevingsvorm is.
De meerwaarde van de
grote steden voor de
nationale samenleving
dient erkend te wor
den. Weg met de nivel
lering van alle gemeen
ten. „Helaas heerst er
in ons land een afkeer
van grote steden", stelt
het rapport bitter vast.
„Spreiding is een blij
woord voor veel minis
ters, parlementariërs
en ambtenaren. Men
denkt daarbij aan een
meer evenredige verde
ling van de bevolking
en de werkgelegenheid
over het hele land. Een
starre denktrant met
blinde vlekken die er
debet aan zijn geweest
dat gemeenschapsgeld
is verspild, dat schade
aan het landschap is
toegebracht en dat
waardevolle dorpsge
zichten verloren zijn ge
gaan. In deze sprei-
dingsgedachte past
ook het over één kam
scheren van alle ge
meenten. Terwijl onze
steden de trekpaarden
zijn van onze economi
sche toestand, terwijl
ze dynamische en crea
tieve centra zijn die
pnze nationale cultuur
impulsen geven, wor
den ze door de beheer
ders van de schatkist
op zijn gunstigst be
handeld als alle andere
gemeenten en op zijn
ongunstigst beschouwd
als haarden van be
derf".
PIET SNOEREN
kopen. Verder is een nieuwe organisatie in het le
ven geroepen, die conflicten moet regelen in het
200.000 vierkante kilometer grote gebied tussen
de Amazone-, Tocantins- en Araguaiarivier. Deze
organisatie, Getat, brengt weer rechtstreeks ver
slag uit aan de Nationale Veiligheidsraad, een
hoog regeringsorgaan.
Dat het militaire regime is overgegaan tot het op
richten van de Getat duidt er op, dat de militaire
leiders zich zorgen maken over de explosieve situ
atie in het land. Zij erkennen dat de reeds be
staande regeringsinstelling voor landhervormingen
en kolonisatie, Incra, een massaal ambtelijk ap
paraat met talloze gepensioneerde kolonels en ad
vocaten in dienst, er niet in is geslaagd conflicten
te voorkomen.
„Posseiro's"
De kleine Brazillaanseboeren verbouwen belangrij
ke produkten als bonen, rijs, maïs en manioc (cas
save). Maar met name de laatste jaren moet Brazi
lië zelfs bonen, rijst en maïs invoeren, omdat de
eigen produktie, onder meer door het grootgrond
bezit, snel is teruggelopen.
Van de 120 miljoen Brazilianen zijn bijna 10 mil
joen boeren en hun gezinnen het slachtoffer ge
worden van de toenemende belangstelling voor
land. Volgens de Braziliaanse wet wordt iedereen
die een stuk land langer dan een jaar en een dag
bewerkt automatisch eigenaar. Deze zogenaamde
„posseiro's" kunnen dan niet meer van hun land
worden verdreven. Maar aangetrokken door gun
stige belastingmaatregelen van de regering, die
erop gericht zijn om het Amazonegebied in korte
tijd te veranderen in een groot agrarisch gebied,
hebben Braziliaanse en multinationale onderne
mingen grote stukken land opgekocht. Ongeletter
de boeren werden door gewetenloze advocaten
overgehaald te vertrekken. Soms werden gehuur-
-de soldaten ingezet om de gezinnen tot vertrek te
dwingen, met alle gevolgen van dien.
Schuttingen
Tijdens hun onlangs gehouden jaarvergadering
hebben de bisschoppen uitvoerig verslag uitge
bracht van de gebeurtenissen in hun eigen bis
dommen. Duizenden „posseiro's" zijn van hun
land verdreven; hun huizen in brand gestoken en
oogsten verwoest om plaats te maken voor de
schuttingen en het Zebu-vee van de nieuwe eige
naren. Mannen, vrouwen en kinderen werden in
vrachtwagens geladen en bij de eerste de beste
weg naar de stad eruit gegooid. Aanvankelijk bo
den de boeren geen verzet, vastbesloten arie
waren om elders in Amazonas opnieuw te bfc
nen. Sommige boeren zijn meer dan tien keer'1
hun land verdreven. Maar naarmate de prrd-
draadversperringen van de grote boerderijen*
namen, begonnen de posseiro's feller verzP3
bieden. De 300 bisschoppen eisten nu, dat er.(e<
cale veranderingen worden doorgevoerd iijeJJ
grondbeleid. Zij veroordeelden „grondspecir Q
en reageerden sceptisch op onlangs afgekon{[®
•maatregelen van de regering, aangezien zir.'/j
herinnerden hoe eerdere projecten voor gf'
boeren uiteindelijk de grootgrondbezitter?™
goede kwamen. De bisschoppen wijzen er
op, dat In de Getat geen vertegenwoordiger
„de andere kant" zitting hebben, zoals gee*d
ken, vakbondsleden en de boeren zelf. De I03
liaanse minister van ruimtelijke ordening hde
landhervormingen afgedaan als „een onde'en
waar economen zich maar het hoofd over n/er
breken".
ch
De regering van Brazilië maakt zich zorgen ov'2f
toenemende sociale onrust en het boeren*0'
Maar tot nu toe blijkt uit niets, dat ze he.
daadwerkelijk Ynet de bisschoppen eens zijri|e
(JAN ROCHA/THE GUApI