Bomen plant men niet zo maar over Knotsgekke Dusty converseert met babbelzieke bomen Grossier in stokken en amuletten met toverkracht CHESTER Om gelijk J voor de hand liggende Verstanden uit te pen, wenst Dusty Miller de hand op zijn foorlogse rikketik te \laren, dat hij een wersatie met welke lemens ook geenszins ie weg gaat. „Als u dus \oek bent naar een Verling", waarschuwt tij de voordeur van zijn waardeerde \nationstreet-huis In buitenwijk van \ester, „dan bent u bij aan het verkeerde js, vrees ik. Ik zeg het naar vast, want ik wil \iiet graag op mijn sten hebben, dat ik uw bare tijd verknoei. U 1 die oversteek vanuit irland immers niet niets gemaakt, mag ik emen. En uw jrieuren aan de Ik ant van de Noordzee lachten op zijn minst, ji terugkomt met een tig verhaal over de biste gek in )!and". aas, helaas, op dit ?n°®ffran ik u helaas niet %e zijn. Hoe graag ik zou willen. Ik begrijp re njfjiet, hoe u aan mijn prjj bent gekomen. Wie u in vredesnaam wijs op zi9aktdat er 'n Dusty r een lekker verhaal )e(S(\itten?". iag overigens best binnen komen en een thee gebruiken. Maar zult u weer met Waanden moeten itkken. Dat is irlijk zeer spijtig, maar het ook niet helpen, een simpele Brit zwaM/e niQfs schokkends 8692Wen heeft", zal u nauwelijks \sserenmaar voor de to jHgheid wil ik u nog m ertellen, dat ik als ^mirijver bij een fabriek b de buurt een "vl/k inkomen verdien. Vr ik thuis heb ik weinig l tot klagen. Mijn v is momenteel even I'schappen doen, maar otors^f u haar straks nog 'KKEibeten, dan zult u het ln Dene eens zijn, dat ze pt uit de loterij is". 1enige, waarmee ik u isuriej/7/en nog kan 2759iiden is met een stok \jn collectie. Ik heb er 3tste maanden aardig .erkocht, maar ja, wie Wg yit er toch nog één -n, die bij u past. Mag 1an even voorgaan", t Miller sloft door de meerfdonkere gang naar '-TM'-iorkamer. die is istort met houtwerk in Ji formaten. wat u hier ziet", 'iller glimlachend uit, en mijn zoon Eulan ,n de bossen van evondenNu is dat )hzelf niet zo'n klere prestatie, want )en vindt tijdens een fling in het bos wel '.en mooie tak, die \evalt. Het \ardige bij ons is dat we er geen voor doen om ze te i. Alles, wat hier op \ls ligt, is ons ikel ft m de schoot aan uw verbaasde TAma \at u me n'et gelooft. ;ving. \begrijpeiijk, want u te huifiet, dat een mens loidersfgelijk in staat is om ■6i42^n boom te Vniceren. Als ik rgens voor dag en camp\P°?r een b0S'?°P> 4 tot lmks en rechts hun wekelen- In hat beg avans nieL wat rne huur #am, maar wist gaandeweg heb Ik geleerd om te verstaan, wat ze zeggen". Het komt u waarschijnlijk bizar voor, maar neem maar rustig van mij aan, dat elke boom zijn eigen stem heeft, 's Morgens vroeg, als er nog dauw in het bos hangt, hoor ik ze babbelen als oude dames. Dan praten ze me de oren van het hoofd. Vooral de wat oudere beuken weten niet van ophouden. Dat zijn de grootste kletsmajoors". „En op zo'n moment sla ik mijn slag. De bomen weten, dat ik ze serieus neem. Dat ik ze accepteer als gesprekspartner. En uit dankbaarheid helpen ze me een handje bij het vinden van de mooiste takken". „Als ik geen hulp kreeg van de bomen, zou ik op een ochtend misschien drie, hooguit vier gave takken vinden. Maar nu kom ik regelmatig met handen vol prachtexemplaren thuis. En vaak genoeg overkomt het me, dat ik tegen een boom moet zeggen: sorry, ik kan niet meer dragen; ik kom morgen wel terug". „Het geheim is, dat de bomen me feilloos leiden naar de plaats, waar de mooiste takken zijn. Als ik op een fout spoor zit, waarschuwen ze me. Dan versperren ze met hun takken mijn pad. En overduidelijk hoor ik op zo'n moment fluisteren: die vierde van links, daar vind je, wat je zoekt". „In het begin vond ik al dat geklets ook griezelig, maar op den duur wen je er aan. Als ik nu een boom zie met een mooie tak, ga ik uiterst omzichtig te werk. Ik ga niet als een dolleman te keer, want daarmee jaag je de boomgeest alleen maar over zijn toeren. Wat doe ik dus? Ik praat met zo'n boom, probeer zijn vertrouwen te winnen en hem duidelijk te maken, dat ik het beste met hem voor heb. En als ie eenmaal overtuigd is van je goeie bedoelingen, als zo'n boom door heeft, dat je hem respecteert, is hij op zijn beurt ook best bereid om zijn mooiste tak aan je af te staan". Dooie tak „in de omgang met bomen, heb ik gemerkt, SCHAARSBERGEN „Het verplanten van een boom staat per se niet gelijk aan het verzetten van een lantaarnpaal. Een boom is tenslotte een le vend organisme. We zeg gen ook vaak tegen de opdrachtgever, doe het maar niet. We hebben dan even gekeken, maar durven het niet aan. De kans dat de boom het overleeft is te klein". In zijn kantoor in Schaars- bergen (Arnhem) vertelt H. Tabois, hoofd van de Bomendienst van de Hei demaatschappij over zijn bijna tienjarige ervaring als bomendokter. Hij heeft in zijn kliniek zo'n 30 specialisten in huis. Gisteren heeft de Bomen- dienst de 10.000ste boom verplant en dat gebeurde in Markelo. De boom kreeg de naam André Izaks Hij was vorig jaar een van de vierhonderd deelnemers aan de bo- menroute die in het expo sitiepark van de Heidemij in Schaarsbergen was uit gezet. Hij wist tien boom soorten te onderscheiden en werd winnaar van de wedstrijd. De 10.000ste boom is een vijftien jaar oude eik, af komstig van het landgoed De Gelder in Wijhe. In haar bijna tienjarig bestaan heeft de gespecialiseerde afdeling van de Heidemij kennis en ervaring in huis gehaald. Oude verplantin gen worden regelmatig be keken ,Je leert zo je ei gen werkzaamheden", concludeert Tabois. „Het uitvalpercentage over deze periode ligt in de buurt van gemiddeld 3 procent" Wanneer de boom wordt verkast met de speciale verplantmachine ligt vol gens Tabois het uitvalper centage in de buurt van 4 5 procent. Wordt de boom aangepakt volgens een kostbaarder verpak kingssysteem, dan slaat een procent van de ver plaatste bomen niet aan. De laatste tijd is het uitval percentage door toege nomen kennis en ervaring nog geringer geworden. Daarom geeft de Bomen- dienst met een gerust hart garantie op de verplanting. De garantieperiode omvat twee jaar. Gaat binnen die termijn de verplante boom dood, dan wordt die gratis door een nieuwe vervan gen. Die tijd is niet wille keurig gekozen. Tabois: „Je moet een verplante boom twee jaar lang na zorg geven. Uit ervaring weet je dat de bomen die de twee jaar overleven, blijven staan". De Bomendienst verplaatst grote bomen. Voor Tabois Is een boom groot „als ie niet meer zonder kluit is te verplaatsen". Toch stelt hij grenzen. „Je moet niet spectaculair willen zijn. Hoe ouder de boom hoe hoger de kosten, maar ook een grotere kans dat hij bij verolanting dood gaat. Technisch is het geen pro bleem de grootste bomen te verplaatsen, maar we houden op bij bomen met een stam met een diame ter van 30 centimeter die zo'n 30 tot 35 jaar oud kunnen zijn. De grootste boom die de Bomendienst in Nederland heeft ver plaatst stond in Leiden bij Molen De Valk Zo'n 6 7 jaar geleden moest de boom voor Spel zonder Grenzen worden ver plaatst, vertelt Tabois. „Die linde met een stam- diameter van 33 centime ter stond in de weg bij de tv-opnamen. Ogs werd ge vraagd, of wij die boom even opzij konden zetten. Nou dat kon. Wij hebben de boom even ergens an ders neergezet. Dat von den wij ook een spel zon der grenzen, want de linde had een kluit van 3,5 me ter in doorsnee die enkele tonnen woog". Het is echter niet goed koop grote bomen te ver plaatsen. Wie een boom met een stamdiameter van 18 centimeter over zo'n 5 kilometer wil laten verplaatsen moet rekenen op ongeveer 1200 1300 gulden, neemt Tabois als voorbeeld. „Onze goed koopste verplaatsingen waren bij ruilverkavelingen in Drenthe. Daar moesten honderden bomen twee meter worden verzet. Dat kostte f 62.50 per boom Onze duurste verplanting was het plaatsen van ze ven iepen op de Amster damse Dam. Dat kwam neer op 6000 gulden per boom. Ze moesten worden vervoerd van het landgoed De Gelder in Wijhe naar Amsterdam. Op de Dam moesten allerlei kabels en leidingen worden verlegd. Je werkte er, in de winter van 1975-1976 niet onder de gemakkelijkste omstan digheden. Prompt kregen we daarop de warme zo mer van 1976. Je moet op passen met die bomen. Je hebt toch een stuk van de wortels weggehaald, hoe voorzichtig je het ook doet. En in zo'n droge zo mer moesten die bomen toch water krijgen, 's Avonds moesten de bla deren worden natgehou- den. De hele zomer door heeft de Amsterdamse brandweer de bomen met water bespoten". In de bijna tien jaren van zijn bestaan heeft de Bo mendienst steeds meer werk' gekregen. De dienst kreeg de wind in de zeilen door de publieke opinie. „Je kunt tegenwoordig geen boom kappen of er staan mensen bij te pro testeren. De publieke opi nie pikt het niet meer dat alles wordt platgezaagd voor het verkeer". De ei sen van de bevolking ten aanzien van de groenvoor ziening nemen toe. In het begin van de jaren 70 kon de overheid zich niet meer veroorloven een boom om te hakken. „In de eerste periode hield de dienst zich bezig met bomen die ergens stonden en weg moesten", aldus Tabois. „Vroeger werden de bo men omgezaagd. Dan was je ze kwijt. Dat kan te genwoordig niet meer". Op de duur kwam er vraag naar oudere bomen. „We hebben een bomenbank ingesteld, een soort meldsysteem. We probe ren vraag en aanbod bij el kaar te brengen. Linden en platanen worden het meest gevraagd, maar die zijn niet in voldoende mate aanwezig. Platanen bleken in Duitsland te koop maar wel voor een hoge prijs. Een plataan van 12 meter hoog zou zo'n 12.000 gul den moeten kosten „Ert dan moeten we hem nog zelf halen uit de buurt van Hamburg". Daarom is de t Heidemij zes jaar geleden zelf begonnen met kweken van bomen. Ook koopt ze i bomen in van beheerders van bossen en landgoede- ren. Terugblikkend op de ont wikkeling van zijn dienst* zegt Tabois opgewekt: „We zijn begonnen met het weghalen van bomen, nu slepen we ze aan". De Bomendienst houdt zich' niet alleen bezig met het: verplanten van grote bo men maar ook met boom chirurgie en onderzoek van r groeiplaatsen. De bomen- dokter heeft allerlei tech nieken ontwikkeld om diagnoses te stellen. „Als-- je met een boortje een kerntje uit een boom haalt, kun je precies nagaan hoe de geschiedenis van da_ boom is", geeft Tabois als voorbeeld. „Je moet zoiets wel doen omdat de boom tenslotte niet kan praten". De Bomendienst maakt ook beheersplannen op langere termijn voor ge meenten. „Er komt voor de gemeentelijke plantsoe nendienst door bezuinigin gen relatief steeds minder geld beschikbaar, terwijl de eisen van de bevolking toenemen. Er moeten prio-v riteiten worden gesteld ih de trant van eerst pakken we die bomen aan en ver derop komt een ander ob ject aan de beurt. Mate riaal en cijfers bijdragen aan de hand waarvan de beleidsmakers voor de ko mende jaren een keuze kunnen doen". LO REIZEVOORD Magiër Dusty Miller: „Mijn stokken moeten vertroeteld worden ais honden". nou In gelooft of niet, zijn werkzaamheid blijft toch hetzelfde". Als Miller me even later vanaf zijn hardstenen bordes nazwaait is het graafschap Kent inmiddels vakkundig ingesponnen in een cocon van vaalgele mist. Voor Dusty Miller moet dit het ideale weertype zijn om van de hak op de tak een boom op te zetten met een babbelzieke beuk. Als ik nog even omkijk maakt Miller van zijn handen een toetertje en schreeuwt: „Sorry hoor, dat ik je niet heb kunnen helpen aan een lekker verhaal. Het zit er bij mij nou eenmaal niet in. Misschien heb je morgen meer geluk". Terwijl ik een „oké- gebaar" maak denk ik: meer geluk kan een mens zich in Engeland nauwelijks wensen. LEO THURING luistert alles even nauw als in een relatie tussen mensen. Als je een boom goed behandelt, is hij automatisch ook vriendelijk tegen jou. Negeer je hem daarentegen, dan negeert hij ook jou. En zonder steun van zo'n boom kun je het we! vergeten. Want hij bepaalt, of je een dooie tak krijgt of een levende. Zolang er geen overeenstemming is, begin je niks. Dan trekt de boomgeest zich terug op het moment, dat je zo'n tak afsnijdt. En met een dood stuk hout kun je niks doen. Daar heb je geen enkele steun aan". „Ik probeer daarom eerst zijn vertrouwen te winnen. Ik leg hem voorzichtig uit, waar ik zijn tak voor wil gebruiken. En pas dan haal ik mijn mes of mijn zaag tevoorschijn en doe ik mijn werk. Op zo'n moment geeft-ie een stuk van zichzelf, een stuk, waar het leven nog in zit. Dat doet natuurlijk wel even pijn, maar een boom is zelden kleinzerig. En trouwens, hij weet, dat het voor een goed doel is". Toverkracht Dusty Miller („zal ik nog even wat thee bij zetten?") heeft inmiddels ook ontdekt, waar hij de beste takken vindt voor zijn knotsen met werkzame toverkracht. „De natuur", legt hij voortvarend uit, „maakt gebruik van krachtlijnen, die als een web over de aarde zijn gespannen. Op plaatsen waar die lijnen elkaar kruisen, zijn alle goede eigenschappen van de natuur samengebald. In Kent heb ik een aantal van zulke krachtvelden gelokaliseerd en daar haal ik nu mijn mooiste stokken vandaan". „Als ik straks een exemplaar aan u meegeef, moet u niet denken, dat u meteen het heertje bent. Nee, als de zaken zo eenvoudig lagen, zou iedereen met zijn hoofd in de wolken lopen. Ook voor uw stok gelden nu eenmaal spelregels. U zult dan ook straks het initiatief moeten nemen. U moet hem ervan overtuigen, dat ie geheimzinnige, bovenaardse kracht heeft. Wat dat aangaat is-ie net een hond. U zult bemerken: als u de stok In vol orgnaat, met de tekenen van zijn waardigheid bolhoed en amuletten poseert Dusty Miller. vertroetelt, zal-ie vanzelf gaan kwispelen. Dan heeft u er een trouwe kameraad bij gekregen". Runetekenen In zijn voorkamer is één tafel gereserveerd voor de amuletten, die Miller als een schatgraver uit de rulle Engelse bodem naar boven haalt. Het zijn schelpen van oesters, die indertijd door de Romeinen in de brakke kreken van Brittannia gekweekt werden. Miller wast ze eerst omzichtig in de gootsteen, beschildert ze daarna met enkele courante runetekenen en biedt ze daarna voor de civiele prijs van één pond aan. Uit voorraad leverbaar zijn momenteel de TMA01, die voorspoed geeft bij het reizen, de TMA04, die beschermt tegen ziekten, de TMA05, die uitkomst biedt in financiële problemen en de TM A13, die zorgt voor geluk in de liefde. „Je mag er gerust om lachen", zegt Miller grootmoedig, „want daar trekt zo'n amulet zich toch geen fluit van aan. Of je er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19