Hans Versnel is de broer van de
Hulk en droomt van de Top-40
[Robert SB 7-
^idse
'ourant
Verenigingen stellen
zichzelf aan de kaak
VAN DISC-JOCKEY TOT „MANNETJE" EN KOMIEK
Robert is 16 geworden en
mag nu eindelijk brommen
fteressante voorstellingen Imperium
kunstschaatsen talentenjacht
„NOG TE
YEEL
MENEERDE
STUDENT"
Piano
recital
Evelyne
Dubourg
^TAP/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 19 MAART 1980 PAGINA 5
*Jou nee, een snoesje van
met ten hoesje is het niet.
i der Eigenlijk hoeft dat gespierde
L wj [ebrul ook niet voor Hans.
;eerd jji wist een paar weken
jeleden nog helemaal niet
wat er ging gebeuren, toen
ven tJie kerel op de beeldbuis
zij v rroen van kracht werd. Dat
tg vilest z'n zoon van negen
„Hetiem vertellen. Die wist het
ie gafiatuurlijk precies. En dan
ies, tting dat stomme hemd
Iet isppeens scheuren, maar z'n
llen broek hield ie gewoon aan,
rempNu weet Hans beter. Hij
n is ijnoet er trouwens aan zien te
»n vyerdienen. Hans Versnel
beweert sinds kort, dat ie de
broer van de Hulk is. Want
.I.D.Om dat Amerikaanse
rdt obasstuk gaat het, zoals de
van|plettende lezer reeds
en h>evroed zal hebben. Versnel
e vréoopt in stilte, dat de broer
laandok een beetje kasstuk zal
worden; immers, helemaal
foor niets wil hij zich niet
lanstellen, al zit de vrolijke
lonsens in zijn bloed. Hans
fersnel, alias Bullie Baloe,
jaankantse Noordwijker
-lan een jaar of 35, volslank
In imposant van figuur,
leeft weer eens een singletje
pmaakt, een
[ramofoonplaatje dus. Op de
1-kant heet het: „Ik ben de
iroer van de Hulk" en als je
iet plaatje omdraait hoor je
[ersnel zingen: „Ik hou toch
d van flipperen". Daar had
|ij eerst een andere tekst
oor, maar fatsoenshalve
leeft hij het maar op
lipperen gehouden,
werljormidabel.
ig. Bfersnel, gevorderd en
ir gafortgeknipt disc-jockey die
hebïch in de showbusiness
3 enerder bekwaamd en
ing titplooid heeft, is sinds kort
efte e broer van de Hulk. Daar
nstelkl hij het niet bij laten,
wel vant „ik ga steeds meer
werkaar het typetje toe, naar
ot betfans Versnel de komiek".
i". loed. Uitstekend. Maar
fcrst nu die Hulk van een
roer. De ontketende Hulk
»eft op teevee. Daar is Hans
chter gekomen. Hij kent de
rapjes: het is groen en... Nu
rijgt toet u weten, dat het
baiteenI'jk gekomen is door
at etentje met de knapen
metkn de Leidse groep
van fctapult, waar Versnel al
lden.fren zaken mee doet. „Nou,
htte je zaten dus een keertje te
isver^nchen, die jongens van Cat
moeiljusic (zoals ze nu heten, en
et d^ Veronica's Top-40 maken
daarj furore als Monotones) en
in opj dus. Leuke gasten, hoor.
ledejan ik best mee overweg,
r 180febben ook twee jaar
e corileden Choo Choo Train
r mojor me gemaakt. Daar
jdden ze het tijdens de
De Leidse Hulk: Hans Versnel
maaltijd, godbetere 't, over
de lelijke vent die ik nou
eenmaal ben. Dat zou
uitgebuit moeten worden,
daar moesten we iets van
maken. Zou die Hulk niks
voor je zijn, Hans
suggereerden de jongens.
Nou en gelijk zijn we aan de
slag gegaan. De knapen
maakten de tekst en de
muziek en ik ging aan het
zingen. Binnen de week was
het opgenomen, de platen
geperst en de hele handel,
Hans Versnel, des Hulks
broer, noemt het „een
vriendelijk, vrolijk liedje;
niet angstaanjagend". Het
werd opgenomen in de eigen
studio van Cat Music in
frivool Hazerswoude.
Willem van Kooten, ook wel
Joost de Draayër genaamd,
beminde.de broer van de
Hulk meteen als zijn
hoogsteigen oogappel en
kocht de zaak op. „Willem
brengt, als uitgever, het
plaatje nu uit bij CNR (wat
dat betekent mag Joost
weten). Willem en wij
allemaal zijn enthousiast. Ik
zie het wel zitten. Kijk, de
Hulk is groen en de broer is
blauw. Mag jij raden
waarvan. Niet van de kou.
Tussen twee haakjes: ik heb
op de band staan
„Klepperdeklep, ik ben zo
blij dat ik een kunstgebitje
heb". Lanceer ik volgend
jaar, tegen het carnaval,
waar ik eigenlijk geen brood
in zie want er zijn er maar
een paar die het doen en dan
moet je niet met 237 liedjes
aankomen. Maar ik probeer
het toch, met dat
kunstgebitje".
„Voor theater- en
kindershows: Hans Versnel
kinder-lach-show. Daar zit
dit plaatje van de broer dus
in. Geestdrift alom. Erg
goede reacties in het land.
Tros' Hugo van Gelderen
heeft het bandje al gedraaid.
Men moet weten wie de
broer is: niet sterk, maar wel
slim. Of ik een kanshebber
voor de Top-40 ben Nou
joh, nog even niet aan
denken. Hooguit dromen.
Eerst maar even d'r in laten
komen, dat singletje. Het is
maar goed dat CNR wat
dat ook moge betekenen, ik
weet het niet veel
aandacht aan de
Nederlandse artiesten
besteedt". Nieuwe troef dus
weer voor presentator-
komiek Hans Versnel: „als
komiek eigenlijk". „Ik ben
nou bezig met een eigen
show, die heb ik al op poten
staan. En ik ben ook aardig
druk doende met het
schrijven (ja zekenschrijven;
dat heb je goed gehoord) van
een televisieding. Ziet er
positief uit. Binnenkort zijn
er proefopnamen. Ander
project: kinder-elpee. Voor
een gedeelte al opgenomen
op een Zoetermeerse school.
Met zo'n plaat kunnen de
kinderen zelf knutselen en
er een programmaatje mee
maken. En Bullie Baloe blijft
ook in de piksjur zitten".
En dan heeft Versnel nog
een idee voor een elpee van
een meter doorsnee: „maar
daar is nog geen draaitafel
voor". Zo kan Versnel nog
wel een half uurtje
doorgaan. „De opbrengst
van de Hulks broer komt
geheel ten goéde van de
Hulkstichting. Hoe vind je
die Als het niet lukt, zal
de Hema de voorraad wel
weer opkopen en de plaatjes
als onderzettertjes aan de
man brengen. „Wordt het
een succes en geloof dat
maar van yes dan geef ik
een feestje voor twee
personen. Nee, dan
organiseer ik Nederlandse
kampioenschappen Hemd
Scheuren, en daar mogen
dan ook dames aan
meedoen. Helemaal in de
Hulk-sfeer". Versnel springt
(nou ja, springt; klimt, zeg
maar) op een tafel. Omdat
z'n borstkast niet wil
zwellen, scheurt hij vóór; z'n
groene reserve-shirt geeft hij
er een paar flarden bij. Doet
alsof hij een meer dan Leids
telefoonboek in tweeën kan
scheuren, trekt een rauwe
bek, gromt onwijs, en de
broer van de Hulk staat op
de prent in zwart-wit.
Alleen Hans Versnel staat er
gekleurd op.
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
JE
Het was kennelijk feest
gistermiddag op Iepenrode
48 in de Leidse Merenwijk.
De bewoners wilden daar
ook best voor uit komen.
Meestal wordt een jarige niet
getracteerd op een spandoek
met de verheugende
mededeling van de
verjaardag, maar aan de
Iepenrode werd een
precedent geschapen. De
vlag werd niet uitgestoken
(wat ook niet mag, volgens
de protocollaire
voorschriften rond het
nationale dundoek), maar er
was toch wat aardigs
verzonnen voor zoonlief. Uit
zijn slaapkamerraampje had
men een enorm beddelaken
gehangen althans, het
laken kwam enorm over
hoewel een beddelaken
helemaal niet zo enorm is
over het algemeen. Het doek
was vastgespijkerd en hing
tot boven de voordeur. Met
koeien van letters was er,
waarschijnlijk met zwarte
inktstift, op geschreven:
Robert is 16 jaar geworden,
hij mag nu eindelijk
brommen. Eindelijk was vet
onderstreept.
Iedereen mocht het weten,
alleen werd niet uit de
doeken gedaan, of men blij
was dat Robert nu ongestraft
op een brommer mag
rondscheuren misschien
had hij gisterochtend wel
zo'n ding van z'n ouders
gekregen of dat werd
aangegeven dat het
jongmens eindelijk oud
genoeg was om een grote
mond tegen de ouwelui op te
zetten. In elk geval zal het
er aan de Iepenrode niet
rustiger op worden nu
Robert het één en ander
mag doen.
De lepenrode 48, waar de
verjaardag van Robert met
uiterlijk vertoon wordt ge
vierd.
HOEIvh
<9
zodat
er qi
bijd:
rd toe
lijkse I
noogd)EN Toneelgroep Im-
im geeft sinds enige tijd
1 voorstellingen op de
ag- en zaterdagavond.
J* betreft twee eenakters:
Welbekende „De droom
Amerika" van Edward
di en „Stemmen" van Wal-
Homo. In „De droom"
rt Albee tegen de schijn
*n bC schijnheiligheid die het
dwegl in Amerika geheel door-
1 is Ven. De droom van Ame-
and. Is een lege droom, en Al-
paakt dit concreet door
rsoonl-
Het p
een jongeman op te voeren die
alle vermogen tot echt leven
heeft verloren.
Mans en paps geven de schijn
heiligheid gestalte, en oma,
Amerikaanse van de oude
stempel, probeert die te door
breken. Mams als gevoelloze,
op uiterlijkheden gespitste
vrouw werd goed neergezet
door Ineke de Vos, die door
haar hoge spreeksnelheid ech
ter niet altijd te verstaan was.
Haar intonatie en uitdruk
kingswijze waren daarentegen
ADVERTENTIE
'ïfbflN MENKEN IJSHAL
Dndellaan 41 Leiden
inderdag
Ler (maart 1980
anvang 19.00 uur
t Leid
Ider auspiciën van de
let medewerking van
JOAN HAANAPPEL
en
SJOUKJE DIJKSTRA
Jrtenverkoop voor deze unieke ijsshow van de jeugd
de kassa van Ton Menken Ijshal ad. 5,- p.p.
LEIDSE COURANT biedt zijn lezers kaarten aan voor
.gereduceerde prijs van 2,50 af te halen bij de
fdse Courant-receptie, Apothekersdijk 34 tussen 9 en
uur.
De bi
nganj
nde
de
■k van|
e aai
Is om
ordt
De k<
vijftij
g V(
tot en
goed getroffen. Willem Boer
had moeite om bij het spelen
van een ineengezakte paps,
niet zelf ineen te zakken. Ook
hij was, door een te laag stem
volume, bij vlagen onverstaan
baar.
In de verschillende uitvoerin
gen die ik heb gezien van „De
droom" blijkt de rol van oma,
om onduidelijke redenen, al
tijd de minst geslaagde. Ans
Alting sprak grote gedeelten
van haar tekst alsof het een
monoloog betrof. Als effect
was dit niet geslaagd. Wan
neer zij in echte dialoog met
iemand terecht kwam (me
vrouw Barker en de Droom)
werd haar spel een stuk beter.
De Droom zelf was op zijn best
in stil spel; wanneer hij tekst
moest zeggen kwam die er niet
sterk uit.
Het werd mij niet duidelijk
welke interpretatie Imperium
aan het stuk had gegeven. Ge
zien oma's nadrukkelijke spee
ches over de ouderdom, leek
die het thema van het stuk te
zijn. Dit zou een verrassende
visie zijn van Imperium, maar
ik betwijfel of men het zo be
doeld heeft.
Walter Momo's „Stemmen"
heeft een grappige structuur.
Het stuk speelt zich af in het
bijna-duister rondom een bak
met zeven vlooien. De eige
naar wil die vlooien trainen,
maar wordt daarbij telkens af
geleid. Door het duister zijn de
mensen hoofdzakelijk aanwe
zig door hun stemmen. Elke
keer dat iemand bij de bak
komt, verdwijnen er echter
één of meer vlooien; zodra alle
vlooien verdwenen zijn, is het
stuk ten einde. Het stuk is ver
makelijk en er wordt verdien
stelijk geacteerd.
„De droom van Amerika" en
„Stemmen" vormen tezamen
een uitgebalanceerd program
ma. Het zwaartepunt van de
avond is „De droom", tevens
het langste stuk, dat als eerste
gespeeld wordt. Het luchtiger
„Stemmen" vormt een goede
afsluiting
JACQUELINE MAHIEU
LEIDEN De student neemt een geï
soleerde positie in de maatschappij in.
Hij wordt in een wereldje geduwd als
of de bevolking niet bestaat. De bevol
king ondervindt weinig plezier van de
studentenverenigingen. In sommige
verenigingen vindt dwangmatige
groepsvorming plaats met de onverbid
delijke nadruk op gezelligheid. De stu
dent heeft over het algemeen nog te
veel het aureool boven zijn hoofd han
gen van 'meneer de student' Althans
dat beweren veel Leidse studenten over
zichzelf of over hun collega's. Onder
werpen van onder meer deze strekking
kwamen gisteravondN aan bod tijdens
een discussiebijeenkomst ten huize van
studentenvereniging Quintus aan de
Lange Mare.
Alle Leidse studentenvereningen namen
gisteravond aan de discussie deel, te we
ten gastheer Quintus, Minerva, SSR, Cate
na, LISC èn Augustinus. De laatste vere
niging trad overigens op in haar huidige
status van open jongerenvereniging. De
andere clubs opereren tot nog toe in beslo
tenheid. De discussie handelde juist met
name over dit soort zaken: het „open" dan
wel „besloten" karakter van de Leidse
studentenverenigingen. Daarbij kwam na
tuurlijk het onafscheidelijke imago van de
student aan de orde, zijn positie ten op
zichte van de bevolking, de rol van de
student in het algemeen. Dit jaar lijkt wat
de Leidse student betreft een nogal „revo
lutionair" tijdperk in te luiden. De studen
ten doen sinds kort aan zelfonderzoek. Ze
leggen zichzelf op de snijtafel bloot, ne
men zichzelf en anderen onder de loep,
bekritiseren elkaar. Het beste voorbeeld
daarvan werd anderhalve week geleden
gegeven door de Leidse Studentenbond
(LSB), die in zijn brochure „Nog meer
snikken en grimlachjes..." de anatomie
van de Leidsche student ten voeten uit
beschreef. De KRO-radio heeft vanavond
op Hilversum 3 in het programma „Rhau-
faser" een gesprek met de LSB over het
pas verschenen boekwerk.
Dat gastheer Quintus in de LSB-brochure
op Minerva na het meest in ongunstige
zin genoemd wordt, moet wat de organisa
tie van de forum-avond betreft als puur
toeval worden opgevat. Een Quintus:be-
stuurder merkte hierover op, dat een der
gelijke ontmoeting al eerder dan het ver
schijnen van de brochure (de tweede druk
is in voorbereiding) door de vereniging
was gepland.
„Wilde haren"
Voorzitter van het forum was de heer
Koornstra van het College van Bestuur
van de universiteit. De grootste en oudste
studentenvereniging Minerva beet de spits
af. Achter de microfoon Arien van Heul,
die het nut van haar sociëteit als volgt
omschreef: „Het nut van een vereniging
als de onze is de vereenzaming van de stu
dent tegen te gaan, de onderlinge omgang
te bevorderen, de intellectuele ontplooiing
mogeliik te maken. Per individu kan dat
natuurlijk enorm verschillen. Sommigen
zijn daar eerder rijp voor, anderen weer
niet. Die moeten eerst hun wilde haren
kwijtraken. Mijn persoonlijke idee is, dat
je een levensbeschouwing ontwikkelt. Dat
je je eigen grenzen leert kennen. Dat je je
bewust wordt van jezelf en de maatschap
pij." Over de beslotenheid van Minerva
zei de studente dat het om praktische re
denen onmogelijk is de deur voor ieder
een geopend te houden. „Je zou anders
binnen de kortste keren je gebouw uitbar
sten."
zoals te verwachten was een andere me
ning op na. „Augustinus wil een brug vor
men tussen de burgerij en de studenten.
De ongelijkheid wordt alleen bevestigd
door het kleine milieutje waarin de stu
dent verkeert. Daarom zijn we een open
vereniging geworden. Je moet de poorten
niet hermetisch voor anderen gesloten
houden. Wil je dat bereiken dan moet je
wel vechten tegen een bierkaai van voor
oordelen."
Jan Willem van den Beukei van SSR zag
de toekomst van de studentenvereniging
niet zonder vreugde eindigen in een soort
vis- of kaartclub. Zonder poeha en franje,
waar een kop koffie niet persé 30 cent
hoeft te kosten. Een vereniging zonder C-
vergunning, dat wil zeggen' een club ,met
een normale sluitingstijd. In het voorsta
dium (dus nu) moeten de studenten zich
vertrouwd maken met vormingswerk. Ze
moeten zich op de maatschappij gaan rich
ten. „Later krijgen deze studenten het na
melijk voor het zeggen en dan moeten ze
verder weten te kijken dan hun neus lang
is." Hierop volgend hield Ava Devid van
de Leidse International Student Club
(LISC) een warm pleidooi voor de buiten
landse studenten, die hier komen stude
ren. Ava vond de LISC alleen al vanwege
zijn naam een bewijs voor het „open" ka
rakter van de vereniging. „Iedereen is er
welkom."
Gezelligheidsleven
Met de spreekbeurt van Catena-lid, Fol-
kert Jensma, moet een aantal Quintus-le-
den ongetwijfeld hebben gedacht het
Paard van Troje in huis te hebben ge
haald. Jensma zag een discussie op het
grondgebied van Quintus al bij voorbaat
niet zo zitten. Quintus, de jongste loot on
der de studentenvereningen, maar in zijn
korte bestaan uitgegroeid tot op twee na
de grootste vereniging in Leiden (600 le
den), hult zich volgens Folkert Jensma
met het negatieve aura (omhulsel) van
Minerva. „Het heeft zich in de kortste tijd
hetzelfde klassieke gezelligheidsleven als
van Minerva eigengemaakt. Het is een
vereniging die is ontstaan vanuit het ver
langen naar een studentenleven van vroe
ger. Maar ik zie gezelligheid meer als
middel dan als doel. Ik geef meer de voor
keur aan een persoonlijke ontplooiing dan
aan dwangmatige groepsvorming."
Tot besluit een enkele reactie van Albert
Koeman van Quintus: „Folkert maakt ge
bruik van vele kilo's clichés. Wat heb je
aan vormingswerk als de studenten die op
je vereniging komen zelf in de problemen
zitten. Onze vereniging is te jong om een
kant-en klare geëngageerdheid over de
.tafel te gooien. De tegenstellingen tussen
de student en de Leidse bevolking zijn
trouwens niet zo groot. De bevolking
heeft toch ook de kans om te studeren."
PETER VIERING
LEIDEN Evelyne Dubourg
gaf het pianorecital dat gister
avond in de Kapelzaal te be
luisteren was. Ze speelde wer
ken van Schubert, Skrjabin en
Debussy.
De Fantaisie für Klavier en de
sonate in a van Schubert lieten
eigenlijk voornamelijk de te
kortkomingen van deze toch
zeer goede pianiste horen. De
opbouw 'in deze werken was
springerig nerveus, haar ken
nelijke voorliefde voor fortis
simo en staccato verklankte ze
nogal bits. Toch kon ook in
deze werken een zekere gran
deur haar niet ontzegd wor
den. Waar Evelyne Dubourg
in uitblonk dat waren de lyri
sche momenten die ze ijl, hel
der en lieflijk vertolkte. De na
de pauze gespeelde sonate,
opus 70 nr. 10, van Skrjabin
was een openbaring door de
geheimzinnige strelende omlij
ning van de thema's: gestuktu-
reerde spanning in optima for
ma.
De Suite Pour le piano van
Debussy bleek eveneens uit
stekend geschikt voor haar
type spel; hierin waren de pre
lude en de sarabande juweel
tjes van verzorgde, strakke
eenvoud. De toccata, het laat
ste deel, begon ze wat romme
lig, maar hoe verder ze kwam,
hoe beter het werd, zodat de
pittige climaxwerking góed ge
profileerd werd. Als toegift
speelde ze de Nocturne voor
de linkerhand, eveneens van
Skrjabin en een door het pu
bliek zeer gewaardeerde keu
ze. getuige de enthousiaste
reacties.
Verena Koperdraat