oonmaatregel neemt politieke onrust niet weg Bezinning nodig op toekomst huwelijk SOCIOLOGE DR. IR. MARTHA BEUKENS-VRIES: VAGENINGEN Andere samenlevingsvor- ncn dan het huwelijk zullen de komende tien aar steeds vaker voorkomen in onze maat- chappij. Toch zullen die alternatieven de hui- lige positie van huwelijk en gezin niet bedrei- en. Deze verwachting baseert de sociologe dr. lartha Beukens - Vries (31) op een onderzoek vaarop zij deze week aan de Landbouw Hoge- chool in Wageningen promoveerde tot doctor n de sociale wetenschappen. Een stelling die dj in verband hiermee verdedigde is dat er een irede maatschappelijke discussie moet komen iver de in de maatschappij gewenste samenle vingsvormen. Dan alleen, aldus de in Stavoren poonachtige sociologe, kunnen overheid en ;erk een bewust en gefundeerd beleid voeren ip dit gebied. )e ontwikkelingen die zich op het terrein van de elaties hebben voorgedaan sinds de jaren '60, lebben mevrouw Beukens geïnspireerd tot het oen van dit onderzoek. „Sinds die tijd is er een lOöp veranderd. Je kreeg bijvoorbeeld de wer- ;ende gehuwde vrouw; er werd bewust afgezien 'an het kinderen krijgen. En niet alleen in het lenken, maar ook in het feitelijk gedrag veran- lerde er iets. Dat kun je wel zien aan het aantal Echtscheidingen, aan het aantal werkende vrou wen. Toen heb ik bij mezelf de vraag gesteld: iKun je vanuit de wetenschap ook zeggen, waar het nu naar toegaat?", aldus mevr. Beukens, tij is al die ontwikkelingen gaan inventariseren )m zodoende na te gaan wat we nog te verwach- |en hebben. „Ik heb' niet beoogd de toekomst te doorspellen. Dat kan niet", zo benadrukt zij. Mevr. Beukens benaderde voor haar onderzoek jen groot aantal deskundigen op het gebied van Ie relaties. Tot die deskundigen rekent zij weten- ichappers, beleidsbepalende ambtenaren, hulpver- eners en journalisten, vakbondsmensen en politi- •i. Naast de verwachte ontwikkelingen mochten le ondervraagde deskundigen ook de in hun ogen feeest gewenste ontwikkeling aangeven. „Daar- nee hebben we willen voorkomen dat de onder- tagden hun wens en hun verwachting door el- lar halen", aldus de sociologe. Iet alternatieve, niet gezinsbedreigende samenle- i'ngsvormen doelt zij op relaties, waarbij de op- -oedkundige taak geen rol (meer) speelt. Men loet dan denken aan verhoudingen tussen jonge- n, tussen homofielen en ook tussen bejaarden, imenlevingsvormen die er al zijn, maar waar- •e nog weinig rekening wordt gehouden. „Voor overheid wordt de vraag: hoe moet ik erop in- flen, steeds dringender", aldus mevr. Beukens, in daarom is die brede maatschappelijke aiscus- j zo noodzakelijk. Er is immers geen enkele re- n waarom de overheid zich betuttelend zou op dien. Het is de verantwoordelijkheid van de »ns zelf welke relaties hij of zij aangaat". Ook iristelijke opvattingen mag men in haar ogen iet aan de samenleving opdringen. Juishoudkunde Iverigens lijkt zij zelf niet zo bang voor de toe- jomstige situatie te zijn. De verwachte ontwikke- Ing kan ook positieve uitwerkingen hebben: „Die lan bijvoorbeeld hierin liggen dat het huwelijk leer een positieve keuze wordt. Dat mensen be lust kiezen voor een langdurige relatie, kleurbe- *nnen". Er kan dan volgens haar een einde ko len aan een periode, waarin men zich op 21-jari- e leeftijd al gedwongen voen. e trouwen. Veel te leel mensen vinden in haai ogen het huwelijk lm te doodnormale zaak. „H°i huwelijk is nog al- jjd een paadje dat voor ons wordt uitgelegd. Ik leb veel bewondering voor mensen die andere pa len durven te bewandelen". Niet alleen de relatie naar buiten, ook de interne verhouding tussen twee personen is onderzocht. In haar proefschrift komt mevr. Beukens tot de cunclusie, dat het sexueel contact steeds meer bui ten het „normale" patroon man-vrouw zal komen te liggen. Overigens zal die man-vrouw-verhou ding ook gewijzigd worden. Men zal flexibeler te genover elkaar komen te staan. In dit verband pleit mevr. Beukens in een van haar stellingen bij net proefschrift voor de invoering van het vak huishoudkunde op de middelbare scholen. „Het is emancipatorisch goed dat jongens leren de dage lijkse verzorging te doen", aldus mevr. Beukens. „Ze moeten inzien, dat het een wezenlijke functie is, die vaardigheden vereist. Dat het niet iets is dat je op zaterdag doen kunt. De situatie is momenteel nog zo, dat een meisje wel mag leren hout bewer ken, maar een jongen niet leert koken". Maar het ...sluier van de bruid en luier van de spruit zullen ook de komende tien jaar bij elkaar blijven horen... moet in haar ogen niet gaan om alleen het koken te leren. „Nee, het gaat om het gelijk waarderen. Het werk wordt veelal ondergewaardeerd. Daar door wordt de vrouw ook ondergewaardeerd". Een andere verwachting van de de ondervraagde deskundigen is dat de omvang van het gezin de komende tien jaar zal afnemen. In het meest ver wachte gezinstype willen man en vrouw niet alles van elkaar verlangen zoals in het romantische hu welijk nog het geval is. Een minderheid denkt dat door de kilheid van de samenleving, de relatiege noten juist wel veel heil verwachten van een ro mantisch huwelijk. Tederder van aard is ook het wensbeeld dat de deskundigen voor 1990 voor ogen staat op dit ge bied. Verwacht men, dat de relatie tussen man en vrouw minder exclusief, ja zelfs zwakker wordt, de wens-situatie ligt aanmerkelijk anders: 55 pro cent van de ondervraagden wil juist een verster king van die exclusieve relatie. Mevr. Beukens heeft uit de gegevens gedestilleerd, dat deskundi gen met een streng godsdienstige opvoeding, het meest pleiten voor de versterking van die relatie. Een tweede voorbeeld is te geven over de ver wachte gezinsgroei: 6 procent van de deskundigen rekent nog op grotere gezinnen, 18 procent van hen heeft dit als wens te kennen gegeven. Niet iedereen zal blij zijn met die ontwikkelingen rond het huwelijk en de samenlevingsvormen, die door de deskundigen voorspeld zijn. Het zal bij de mensen ook de nodige spanningen teweeg bren gen zo verwacht de sociologe. „Het merendeel van de mensen is opgevoed met het monogame huwe lijk. Het gaat hierbij vaak om verinnerlijkte nor men. Het zit heel diep in de mens. Als het gedrag in strijd is met die normen, onstaan er probele- men", aldus mevr. Beukens. Zij is er zo van overtuigd dat die problemen zich inderdaad voordoen dat zij in haar proefschrift er voor pleit eerste-lijns-hulpverleners (maatschap pelijk werkers, huisartsen, predikanten etc) ook op te leiden om directe hulp te bieden. „Ze hoeven niet allemaal gezins- en relatietherapeuten te wor den, maar zo moeten wel voldoende op de hoogte zijn om niet direct te hoeven doorverwijzen. Ze komen vaak als eersten met die problemen in aanraking en moeten er goed op in kunnen spe len", aldus mevr. Beukens. Maar ook in dit geval zal een goede bezinning op dit moment een groot deel van de problemen op lange termijn voorkomen, zo meent zij. Een begin is er wat dit betreft al gemaakt. Zij wijst o.a. op de christelijke vrouwenbonden, die zich al regelmatig met de door haar gesignaleerde verwachtingen bezig houden. (Van onze sociaal-economische redactie) Sindelijk is ze dan toch verschenen, de loon- laatregel, die niemand eigenlijk heeft gewild i waarnaar toch, oh ironie, bijna iedereen ikhalzend heeft uitgekeken. Niet gewild >or minister Wil Albeda van Sociale Zaken, e met een onvoorstelbaar optimisme en ge- ild bleef hopen op een centraal akkoord van erkgevers en vakbeweging, niet gewild door tstgenoemden omdat zij bleven betogen, dat in de cao-onderhandelingen wel degelijk in at waren de matigende boontjes te doppen h dus in een loonmaatregel een blijk van Mantrouwen zagen. Toch een ongeduldig af- 'achten van de feitelijke maatregel, omdat len nu toch eindelijk wel eens wilde weten aaraan men toe was nu een loonmaatregel avermijdelijk bleek te zijn geworden. Aan de nzekerheid is nu een einde gekomen. Ook aan e onrust? ilbeda heeft flink toegeslagen. Hij was in een si- latie terecht gekomen, waarin hem niets anders verbleef dan gebruik te maken van de bevoegd eden tot ingrijpen, die het parlement hem had erstrekt. Met name de FNV mag dit uitleggen als en blijk van wantrouwen, ze had het er dan ook 'el naar gemaakt. Heel nadrukkelijk heeft deze akcentrale sedert het najaar van 1979 gesteld, dat i 1980 de koopkracht tot aan het modale inko ken gehandhaafd diende te blijven en zij vertaal- e dat: een eis van volledige prijscompensatie plus vee procent. Iet CNV kwam bij eenzelfde uitgangspunt uit op ïmpensatie plus één procent, maar toen het eco- omisch tij nog sterker keerde leek de christelijke akcentrale wel bereid die één procent te laten allen, de FNV hield haar eis echter staande. En 's je als minister dan ziet, dat die eis ook heel star 'ordt ingebracht in cao-onderhandelingen, die al zijn begonnen, mag je er dan op vertrouwen dat het matigen wel los zal lopen? BIJNA-AKKOORD Natuurlijk, men kan er altijd over twisten in wel ke omvang er gematigd moet worden. En die omvang wordt dan nog weer bepaald door het mo ment waarop kogels door de kerk moeten worden gejaagd. Men zal zich herinneren, dat er tegen het einde van het vorige jaar een bijna-akkoord tus sen werkgevers en vakbeweging tot stand kwam, dat dicht in de buurt van de FNV-eis lag. Albeda, de zachtmoedigste minister van Sociale Zaken die Nederland ooit heeft gekend, zag het knarsetandend aan omdat het hem eigenlijk alle maal te ver ging, maar hij wilde nog liever over de economisch verantwoorde schreef gaan dan heilloze onrust en strijd riskeren. De FNV hield echter het been stijf. En dat bleef zij ook doen toen nadere berekenin gen uitwezen, dat Nederland er steeds slechter voor kwam te staan. „De hele economische ont wikkeling gaat blijkbaar aan de FNV voorbij, zij verspeelt het vertrouwen," riep Albeda zeer gede sillusioneerd uit. Misschien sprak hij daarbij te ge neraliserend, want ook in de FNV zijn wel gema tigden, duiven dus tegenover de havikken, die het onderste uit de kan willen en met name dit kabi net graag een pootje willen lichten. Als men thans over de FNV spreekt dan heeft men het over een innerlijk sterk verdeelde organisatie, die een ver krampte indruk maakt in haar optreden. Nu droeg het kabinet zelf wel brandstof aan voor het vuur van het verzet tegen een looningreep, want het bleef steeds erg vaag over wat het eigenlijk wilde en met name welke effecten - in het bijzon der op de werkgelegenheid - ingrijpende maatre gelen zouden hebben of - erger nog - welke effec ten het niét ingrijpen zouden hebben. En het is voor de vakbeweging niet niks als zij de automati sche volledige prijscompensatie, zwaar bevochten en in 1977 nog slechts via felle stakingsacties te redden, zal moeten prijsgeven. KOPPELINGEN Waarom gaat het kabinet nu zo fel tegen de lonen aan? De oorzaak is het koppelingsmechanisme. Hogere lonen in het bedrijfsleven betekenen ho gere lonen voor het overheidspersoneel en de trendvolgers, betekenen ook hogere sociale uitke ringen. En als de staatskas reeds zo berooid is, dat er op de uitgaven zonder meer miljarden moeten worden bezuinigd dan kunnen die hogere salaris sen en uitkeringen er niet nog eens bij: dan zou er nóg meer bezuinigd moeten worden op andere uit gaven, dan dreigt alles in het honderd te lopen. Bovendien kan het bedrijfsleven geen sterke loon stijgingen meer verdragen; de lonen zijn al zo hoog in vergelijking met andere landen, dat onze produkten de concurrentie niet meer aankunnen, bedrijfsinkrimpingen en -sluitingen zijn er het ge volg van. De vakbeweging 'ziet dit ook wel in, maar wil dan ook wel zien, dat loonmatiging leidt tot behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. Dit temeer omdat er hier en daar nog wel degelijk winsten worden gemaakt. Ook hier geldt weer: Het beleid moet geloofwaardig worden gemaakt en daaraan schort het nog wel eens. Daardoor kon het verhaal in leven worden gehouden: Van Agt doet alles om de werkgevers te bevoordelen. Nu is er dan de loonmaatregel. En opnieuw was de presentatié weinig gelukkig, opnieuw leek er sprake *e zijn van een knieval voor de werkgevers door het kabinet. De ondernemingen hadden de regering dringend gevraagd om in hemelsnaam snel met de aangekondigde loonmaatregel af te komen. De FNV organiseerde immers overal wer konderbrekingen en stakingen om kabinet en par lement alsnog te bewegen een loonmaatregel ach terwege te laten. En toen de werkgevers deswege naar de rechter liepen, zei deze, vrij vertaald, dat die stakingen best mogen, ook al zijn ze niet tegen de ondernemingen maar tegen de staat gericht, zo lang een maatregel nog niet van kracht is. Mét de werkgevers redeneerde nu het kabinet: snel een maatregel, onmiddellijk ingaande, dan keert de rust wel terug, dan is er geen grond meer voor ac ties, dan kan geen verdere schade meer worden aangericht door produktieonderbrekingen. Het parlement had echter juist bedongen, dat een loonmaatregel pas van kracht zou mogen worden tien dagen nadat ze zou worden gepubliceerd, op dat er eventueel nog correcties op zouden kunnen worden aangebracht. Toen de politici donderdag avond bemerkten, dat zij niettemin buitenspel zouden worden gesteld - formeel was dat mogelijk wegens bijzondere omstandigheden - was de boot aan. Het kabinet koos eieren voor zijn geld en be sloot alsnog tot een loonmaatregel op termijn. GEBALDE VUIST Aldus zal de onrust, die Alberda meteen had wil len beëindigen nog wel enige tijd voortduren, wel licht nog verhevigen. De FNV heeft de vuist al gebald, ook al zal het parlement blijkens de eerste reacties Albeda's loonprogram waarschijnlijk nog wel bijsturen. De ingreep van de bewindsman is bepaald niet gering: een heel duidelijke nullijn voor nagenoeg iedereen, een zeer kleine onder handelingsmarge voor incidentele loonsverhogin gen en voor zwaar en onaangenaam werk. En Al beda maar onverstoorbaar hopen, dat hij aan het einde van het jaar toch wel weer zal kunnen over leggen met de sociale partners over een akkoord voor het tweede matigingsjaar. Misschien keert over enkele dagen, als het parlement het slot woord heeft gesproken, de rust aan de oppervlak te weer terug, maar ze zal ongetwijfeld omslaan als deze loonmaatregel geprolongeerd gaat wor den. En dan te bedenken, dat D'66-er Jan Ter louw dezer dagen de voorspelling uitsprak, dat we moeten rekenen op een jarenlange loondaling. Het zal dus nog lang onrustig kunnen blijven aan het loonfront. Het is nog maar de vraag of Albeda thans de loon ontwikkeling écht in de hand kan houden. Na tuurlijk, op papier zal alles wel volgens de regels worden afgewikkeld. Het is echter opmerkelijk, dat van werkgeverszijde al is opgemerkt, dat met de kleine marges, die nog resten, geen personeels beleid kan worden gevoerd. Bij al die Werkloos heid is er immers nog in vele ondernemingen een personeelstekort en de praktijk leert, dat je soms alleen mensen kunt krijgen door meer te betalen. Zwart te betalen dus. Dat geeft sociale spannin gen, dat betekent dat ooit die zwarte lonen gewit moeten worden, terwijl anderen ook wel eens naar dat hogere niveau opgetrokken willen wor den, inhaaleffecten dus. HETE KOLEN Hoezeer het treffen van een loonmaatregel dus begrijpelijk, ja zelfs onvermijdelijk is, blij behoe ven we er bepaald niet mee te zijn. Alle hete ko len worden nu op Albeda's hoofd opgestapeld, maar iedere andere minister van Sociale Zaken in welk kabinet ook zou iets dergelijks hebben moe ten doen. Nou heeft Albeda dan ook al gezegd, laat in een volgend kabinet een ander het dan maar doen, ik kom niet terug. Hij heeft wel een bar slechte periode uitgekozen om zijn tijdens zijn hoogleraarsschap uitgedachte overlegmodellen in de praktijk te brengenJO SMITS HUNNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 15 MAART 1980 PAGINA 9 I ONZE JONGENS 1 let gefronste wenk brauwen keken Eerste Kamervoorzitter Thur- \lings en een aantal an dere eerbiedwaardige Jena toren jongstleden \dinsdag naar hun blon- jongensachtige col lega op het spreekges toelte. Jan Nagel, voor zitter van de onderne mingsraad van de VARA en lid van de PvdA-fractie in ons Hollandse Hogerhuis voerde het woord tij dens de behandeling van de Defensiebegro ting in de Eerste Ka ter. Na een aantal in leidende woorden over de ongebreidelde toe- tame van het aantal ■olonels in het leger en 'e vrijheid van me- \ingsuiting op de ka- ternes kwam Jan spreken over onze jon gens in Libanon en wel in het bijzonder over wat hij noemde „Batal jonsziekte nummer 1" die de Unifilsoldaten in het Midden-Oosten teistert. Bataljonsziekte num mer 1, waf is dat dan wel? Verveling? Mis poes. Slaapgebrek? Al weer fout. Maar Jan, het is toch nietJa wel, dat is 't. Het gaat om geslachtsziekte. „De feiten kunnen niet ontkend worden. Een onderzoek heeft uitge wezen dat ruim 10 pro cent van de 865 Neder landse soldaten daar aan lijdt. En dat on dank* de voorlichting vooraf", zo stelde de spreker nuchter vast ONZE JONGENS 2 Met strakke gezichten en af en toe quasi-acht- eloos bladerend in een aantal paperassen hoorden Defensiemi nister Scholten en zijn beide staatssecretaris sen Van Eekelen en Van Lent van achter de regeringstafel de feiten aan. „Tsja", zag je ze denken. „Als die jongens een paar dagen verlof heben, kunnen we ze toch moeilijk achterna lopen om te kijken wat ze uitspo ken. Wat zou je daar nou tegen moeten doen?". Geen nood, want daar kwam Jan al met de oplossing. Wij geven die hier let terlijk weer. „Daarom pleiten wij ervoor, de Nederlandse militairen in Libanon desgewenst, naast de goede voorlichting, kondooms te verstrek ken opdat zij bij moge lijk contact me( dames die het sexueel verkeer ambachtelijk uitoefe nen een grotere kans hebben zonder blijven de lichamelijke conse quenties aan hun ver lof terug te denken. Wij pleiten voor deze defensieve opstelling, omdat wij moeten aan nemen dat mogelijkhe den tot aanschaf, zoals die in het thuisland be staan, in Libanon ont breken". De fraaie for mulering van senator Nagel, die overigens niets zei over de even tuele wenselijkheid van een legergroene of Unifilblauwe kleur van de door hem gevraagde artikelen, bracht op een aantal gezichten een brede glimlach te weeg. Voorzitter Thur- lings vond het echter allemaal maar niks, dat was duidelijk. Minister Scholten wierp een tersluikse blik op zijn beide staatssecretarissen en ook de laatstgenoem den wisselden enkele blijken van verstand houding. Wij begrepen onmiddellijk wat er in het drietal omging. Aanstaande dinsdag moet de suggestie van Jan Nagel beantwoord worden en nu is de vraag: wie neemt dat voor z'n rekening? Van Lent, als chef perso neelszaken of Van Ee kelen als chef mate rieel? Of Scholten zelf, als ver an t woordelijke man voor het nakomen van onze verplichtin gen jegens de Verenig de Naties? Vecht dat maar even rustig uit, mannen. Dinsdag ho ren we het wel. AJAX- FEIJENOORD Kamerleden hebben een eiger jargon wij schreven daar al meer malen over) maar het Kamcrpersoneel ook. Zo hebben wij afgelo pen week kunnen con stateren, dat de zwart gerokte bodes die altijd trouw hun hand- en spandiensten vervullen in de Vergaderzaal een aardige bijnaam hante ren voor parlementaire hoogtepunten zoals al gemene beschouwin gen of een kernwapen debat. In het bode-jar gon heet zo'n debat „Ajax-Feyenoord". Wij haalden deze interes sante informatie uit het maandblad van het naast het Tweede Ka mergebouw gelegen In ternationaal Perscen trum „Nieuwspoort", waarin een interview stond met Kamerbe waarder Dick Faase. De Kamerbewaarder is de chef van alle zaalbo des en tevens de per soonlijke bode van Ka mervoorzitter Dolman. Ook moet hij tijdens de debatten een oogje houden op het doen en laten van persfotogra fen en cameraploegen en op de journalisten die af en toe vanuit de hoeken van de zaal (achter de zogeheten „groene gordijnen de verrichtingen der par lementariërs komen gadeslaan. In het interview in „Nieu wspoortnieuws maakt Faase uitvoerig melding van de drukke werkzaamheden die een „Ajax-Feyenoord"- dag voor hem mee brengt. „Tijdens zulke dagen, als de tribunes afgeladen zijn en de Kamer hartstikke vol zit, moeten we wel eens streng tegen te op dringerige persverte genwoordigers optre den", zo meldt hij. Maar tot onze gerust stelling voegt hij er aan toe dat de meeste jour nalisten en fotografen niet echt lastig zijn. „Er zijn er maar heel wei nig die je het bloed on der de nagels vandaan willen halen. En ach, het went ook. In het begin stond ik met het zweet in mijn handen. Ik had slapeloze nach ten als er weer een „Ajax-Feyenoord" voor de deur stond, maar nu is het gewoon routine gewordenaldus de Kam erbe waarder. Slapeloze nachten. Ja, ja, dat kennen wij nog steeds, maar dan na af loop van een „Ajax- Feyenoord". Want als Kamerleden en Ka- merpersoheel naar bed gaan, moeten wij onze artikelen nog schrij ven. Na zo'n spannen de wedstrijd komt het slapen voor ons dan meestal pas de volgen de morgen. Om u te dienen. AJAX- FEIJENOORD2 Over Ajax en Feye- noord gesproken. In het Kamerrestaurant staat elke dag een an dere coupe ijs op het menu. Het VVD-Ka- merlid Wim Keja, zo hoorden wij van een kellner, wil echter elke dag hetzelfde ijsje als dessert. Gewoon wat witte vanillebolletjes met daaroverheen een enorme plens aard beiensaus. „Een coupe- Feyenoord" noemt het bedienend personeel dat onder elkaar. „Maar Keja mag zelf niet weten dat wij dat zo noemen", vertrouw de de chef-ober ons toe, want hij is een Ajax-fan. „Nou ja, we zouden dat ijsje natuur lijk voor hetzelfde geld een coupe-Ajax kun nen noemen, want Ajax heeft ook rood witte kleuren, maar het punt is dat wij Fey- enoord-fans zijn. Van daar". Er valt trouwens nog wel meer te melden over de eet- en drink gewoonten van Ka merleden. Zo drinkt boer Koekoek al sinds jaar en dag chocomel bij z'n eten (ook al is het spaghetti of nassi) en nuttigt de tweede man in de PvdA-frac tie, Ed van Thijn, in de Tweede Kamer tijdens de warme maaltijden uitsluitend kip. Maar genoeg hierover. Mis schien komen we hier later nog eens uitge breider op terug. DICK VAN RIETSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9