oonmaatregel neemt politieke onrust niet weg
Bezinning
nodig op
toekomst
huwelijk
SOCIOLOGE
DR. IR. MARTHA
BEUKENS-VRIES:
VAGENINGEN Andere samenlevingsvor-
ncn dan het huwelijk zullen de komende tien
aar steeds vaker voorkomen in onze maat-
chappij. Toch zullen die alternatieven de hui-
lige positie van huwelijk en gezin niet bedrei-
en. Deze verwachting baseert de sociologe dr.
lartha Beukens - Vries (31) op een onderzoek
vaarop zij deze week aan de Landbouw Hoge-
chool in Wageningen promoveerde tot doctor
n de sociale wetenschappen. Een stelling die
dj in verband hiermee verdedigde is dat er een
irede maatschappelijke discussie moet komen
iver de in de maatschappij gewenste samenle
vingsvormen. Dan alleen, aldus de in Stavoren
poonachtige sociologe, kunnen overheid en
;erk een bewust en gefundeerd beleid voeren
ip dit gebied.
)e ontwikkelingen die zich op het terrein van de
elaties hebben voorgedaan sinds de jaren '60,
lebben mevrouw Beukens geïnspireerd tot het
oen van dit onderzoek. „Sinds die tijd is er een
lOöp veranderd. Je kreeg bijvoorbeeld de wer-
;ende gehuwde vrouw; er werd bewust afgezien
'an het kinderen krijgen. En niet alleen in het
lenken, maar ook in het feitelijk gedrag veran-
lerde er iets. Dat kun je wel zien aan het aantal
Echtscheidingen, aan het aantal werkende vrou
wen. Toen heb ik bij mezelf de vraag gesteld:
iKun je vanuit de wetenschap ook zeggen, waar
het nu naar toegaat?", aldus mevr. Beukens,
tij is al die ontwikkelingen gaan inventariseren
)m zodoende na te gaan wat we nog te verwach-
|en hebben. „Ik heb' niet beoogd de toekomst te
doorspellen. Dat kan niet", zo benadrukt zij.
Mevr. Beukens benaderde voor haar onderzoek
jen groot aantal deskundigen op het gebied van
Ie relaties. Tot die deskundigen rekent zij weten-
ichappers, beleidsbepalende ambtenaren, hulpver-
eners en journalisten, vakbondsmensen en politi-
•i. Naast de verwachte ontwikkelingen mochten
le ondervraagde deskundigen ook de in hun ogen
feeest gewenste ontwikkeling aangeven. „Daar-
nee hebben we willen voorkomen dat de onder-
tagden hun wens en hun verwachting door el-
lar halen", aldus de sociologe.
Iet alternatieve, niet gezinsbedreigende samenle-
i'ngsvormen doelt zij op relaties, waarbij de op-
-oedkundige taak geen rol (meer) speelt. Men
loet dan denken aan verhoudingen tussen jonge-
n, tussen homofielen en ook tussen bejaarden,
imenlevingsvormen die er al zijn, maar waar-
•e nog weinig rekening wordt gehouden. „Voor
overheid wordt de vraag: hoe moet ik erop in-
flen, steeds dringender", aldus mevr. Beukens,
in daarom is die brede maatschappelijke aiscus-
j zo noodzakelijk. Er is immers geen enkele re-
n waarom de overheid zich betuttelend zou op
dien. Het is de verantwoordelijkheid van de
»ns zelf welke relaties hij of zij aangaat". Ook
iristelijke opvattingen mag men in haar ogen
iet aan de samenleving opdringen.
Juishoudkunde
Iverigens lijkt zij zelf niet zo bang voor de toe-
jomstige situatie te zijn. De verwachte ontwikke-
Ing kan ook positieve uitwerkingen hebben: „Die
lan bijvoorbeeld hierin liggen dat het huwelijk
leer een positieve keuze wordt. Dat mensen be
lust kiezen voor een langdurige relatie, kleurbe-
*nnen". Er kan dan volgens haar een einde ko
len aan een periode, waarin men zich op 21-jari-
e leeftijd al gedwongen voen. e trouwen. Veel te
leel mensen vinden in haai ogen het huwelijk
lm te doodnormale zaak. „H°i huwelijk is nog al-
jjd een paadje dat voor ons wordt uitgelegd. Ik
leb veel bewondering voor mensen die andere pa
len durven te bewandelen".
Niet alleen de relatie naar buiten, ook de interne
verhouding tussen twee personen is onderzocht.
In haar proefschrift komt mevr. Beukens tot de
cunclusie, dat het sexueel contact steeds meer bui
ten het „normale" patroon man-vrouw zal komen
te liggen. Overigens zal die man-vrouw-verhou
ding ook gewijzigd worden. Men zal flexibeler te
genover elkaar komen te staan. In dit verband
pleit mevr. Beukens in een van haar stellingen bij
net proefschrift voor de invoering van het vak
huishoudkunde op de middelbare scholen. „Het is
emancipatorisch goed dat jongens leren de dage
lijkse verzorging te doen", aldus mevr. Beukens.
„Ze moeten inzien, dat het een wezenlijke functie
is, die vaardigheden vereist. Dat het niet iets is dat
je op zaterdag doen kunt. De situatie is momenteel
nog zo, dat een meisje wel mag leren hout bewer
ken, maar een jongen niet leert koken". Maar het
...sluier van de bruid en luier van de spruit zullen ook de komende tien jaar bij elkaar blijven horen...
moet in haar ogen niet gaan om alleen het koken
te leren. „Nee, het gaat om het gelijk waarderen.
Het werk wordt veelal ondergewaardeerd. Daar
door wordt de vrouw ook ondergewaardeerd".
Een andere verwachting van de de ondervraagde
deskundigen is dat de omvang van het gezin de
komende tien jaar zal afnemen. In het meest ver
wachte gezinstype willen man en vrouw niet alles
van elkaar verlangen zoals in het romantische hu
welijk nog het geval is. Een minderheid denkt dat
door de kilheid van de samenleving, de relatiege
noten juist wel veel heil verwachten van een ro
mantisch huwelijk.
Tederder van aard is ook het wensbeeld dat de
deskundigen voor 1990 voor ogen staat op dit ge
bied. Verwacht men, dat de relatie tussen man en
vrouw minder exclusief, ja zelfs zwakker wordt,
de wens-situatie ligt aanmerkelijk anders: 55 pro
cent van de ondervraagden wil juist een verster
king van die exclusieve relatie. Mevr. Beukens
heeft uit de gegevens gedestilleerd, dat deskundi
gen met een streng godsdienstige opvoeding, het
meest pleiten voor de versterking van die relatie.
Een tweede voorbeeld is te geven over de ver
wachte gezinsgroei: 6 procent van de deskundigen
rekent nog op grotere gezinnen, 18 procent van
hen heeft dit als wens te kennen gegeven.
Niet iedereen zal blij zijn met die ontwikkelingen
rond het huwelijk en de samenlevingsvormen, die
door de deskundigen voorspeld zijn. Het zal bij de
mensen ook de nodige spanningen teweeg bren
gen zo verwacht de sociologe. „Het merendeel van
de mensen is opgevoed met het monogame huwe
lijk. Het gaat hierbij vaak om verinnerlijkte nor
men. Het zit heel diep in de mens. Als het gedrag
in strijd is met die normen, onstaan er probele-
men", aldus mevr. Beukens.
Zij is er zo van overtuigd dat die problemen zich
inderdaad voordoen dat zij in haar proefschrift er
voor pleit eerste-lijns-hulpverleners (maatschap
pelijk werkers, huisartsen, predikanten etc) ook
op te leiden om directe hulp te bieden. „Ze hoeven
niet allemaal gezins- en relatietherapeuten te wor
den, maar zo moeten wel voldoende op de hoogte
zijn om niet direct te hoeven doorverwijzen. Ze
komen vaak als eersten met die problemen in
aanraking en moeten er goed op in kunnen spe
len", aldus mevr. Beukens.
Maar ook in dit geval zal een goede bezinning op
dit moment een groot deel van de problemen op
lange termijn voorkomen, zo meent zij. Een begin
is er wat dit betreft al gemaakt. Zij wijst o.a. op de
christelijke vrouwenbonden, die zich al regelmatig
met de door haar gesignaleerde verwachtingen
bezig houden.
(Van onze sociaal-economische redactie)
Sindelijk is ze dan toch verschenen, de loon-
laatregel, die niemand eigenlijk heeft gewild
i waarnaar toch, oh ironie, bijna iedereen
ikhalzend heeft uitgekeken. Niet gewild
>or minister Wil Albeda van Sociale Zaken,
e met een onvoorstelbaar optimisme en ge-
ild bleef hopen op een centraal akkoord van
erkgevers en vakbeweging, niet gewild door
tstgenoemden omdat zij bleven betogen, dat
in de cao-onderhandelingen wel degelijk in
at waren de matigende boontjes te doppen
h dus in een loonmaatregel een blijk van
Mantrouwen zagen. Toch een ongeduldig af-
'achten van de feitelijke maatregel, omdat
len nu toch eindelijk wel eens wilde weten
aaraan men toe was nu een loonmaatregel
avermijdelijk bleek te zijn geworden. Aan de
nzekerheid is nu een einde gekomen. Ook aan
e onrust?
ilbeda heeft flink toegeslagen. Hij was in een si-
latie terecht gekomen, waarin hem niets anders
verbleef dan gebruik te maken van de bevoegd
eden tot ingrijpen, die het parlement hem had
erstrekt. Met name de FNV mag dit uitleggen als
en blijk van wantrouwen, ze had het er dan ook
'el naar gemaakt. Heel nadrukkelijk heeft deze
akcentrale sedert het najaar van 1979 gesteld, dat
i 1980 de koopkracht tot aan het modale inko
ken gehandhaafd diende te blijven en zij vertaal-
e dat: een eis van volledige prijscompensatie plus
vee procent.
Iet CNV kwam bij eenzelfde uitgangspunt uit op
ïmpensatie plus één procent, maar toen het eco-
omisch tij nog sterker keerde leek de christelijke
akcentrale wel bereid die één procent te laten
allen, de FNV hield haar eis echter staande. En
's je als minister dan ziet, dat die eis ook heel star
'ordt ingebracht in cao-onderhandelingen, die al
zijn begonnen, mag je er dan op vertrouwen dat
het matigen wel los zal lopen?
BIJNA-AKKOORD
Natuurlijk, men kan er altijd over twisten in wel
ke omvang er gematigd moet worden. En die
omvang wordt dan nog weer bepaald door het mo
ment waarop kogels door de kerk moeten worden
gejaagd. Men zal zich herinneren, dat er tegen het
einde van het vorige jaar een bijna-akkoord tus
sen werkgevers en vakbeweging tot stand kwam,
dat dicht in de buurt van de FNV-eis lag.
Albeda, de zachtmoedigste minister van Sociale
Zaken die Nederland ooit heeft gekend, zag het
knarsetandend aan omdat het hem eigenlijk alle
maal te ver ging, maar hij wilde nog liever over
de economisch verantwoorde schreef gaan dan
heilloze onrust en strijd riskeren. De FNV hield
echter het been stijf.
En dat bleef zij ook doen toen nadere berekenin
gen uitwezen, dat Nederland er steeds slechter
voor kwam te staan. „De hele economische ont
wikkeling gaat blijkbaar aan de FNV voorbij, zij
verspeelt het vertrouwen," riep Albeda zeer gede
sillusioneerd uit. Misschien sprak hij daarbij te ge
neraliserend, want ook in de FNV zijn wel gema
tigden, duiven dus tegenover de havikken, die het
onderste uit de kan willen en met name dit kabi
net graag een pootje willen lichten. Als men thans
over de FNV spreekt dan heeft men het over een
innerlijk sterk verdeelde organisatie, die een ver
krampte indruk maakt in haar optreden. Nu
droeg het kabinet zelf wel brandstof aan voor het
vuur van het verzet tegen een looningreep, want
het bleef steeds erg vaag over wat het eigenlijk
wilde en met name welke effecten - in het bijzon
der op de werkgelegenheid - ingrijpende maatre
gelen zouden hebben of - erger nog - welke effec
ten het niét ingrijpen zouden hebben. En het is
voor de vakbeweging niet niks als zij de automati
sche volledige prijscompensatie, zwaar bevochten
en in 1977 nog slechts via felle stakingsacties te
redden, zal moeten prijsgeven.
KOPPELINGEN
Waarom gaat het kabinet nu zo fel tegen de lonen
aan? De oorzaak is het koppelingsmechanisme.
Hogere lonen in het bedrijfsleven betekenen ho
gere lonen voor het overheidspersoneel en de
trendvolgers, betekenen ook hogere sociale uitke
ringen. En als de staatskas reeds zo berooid is, dat
er op de uitgaven zonder meer miljarden moeten
worden bezuinigd dan kunnen die hogere salaris
sen en uitkeringen er niet nog eens bij: dan zou er
nóg meer bezuinigd moeten worden op andere uit
gaven, dan dreigt alles in het honderd te lopen.
Bovendien kan het bedrijfsleven geen sterke loon
stijgingen meer verdragen; de lonen zijn al zo
hoog in vergelijking met andere landen, dat onze
produkten de concurrentie niet meer aankunnen,
bedrijfsinkrimpingen en -sluitingen zijn er het ge
volg van. De vakbeweging 'ziet dit ook wel in,
maar wil dan ook wel zien, dat loonmatiging leidt
tot behoud en uitbreiding van werkgelegenheid.
Dit temeer omdat er hier en daar nog wel degelijk
winsten worden gemaakt. Ook hier geldt weer:
Het beleid moet geloofwaardig worden gemaakt
en daaraan schort het nog wel eens. Daardoor kon
het verhaal in leven worden gehouden: Van Agt
doet alles om de werkgevers te bevoordelen.
Nu is er dan de loonmaatregel. En opnieuw was
de presentatié weinig gelukkig, opnieuw leek er
sprake *e zijn van een knieval voor de werkgevers
door het kabinet. De ondernemingen hadden de
regering dringend gevraagd om in hemelsnaam
snel met de aangekondigde loonmaatregel af te
komen. De FNV organiseerde immers overal wer
konderbrekingen en stakingen om kabinet en par
lement alsnog te bewegen een loonmaatregel ach
terwege te laten. En toen de werkgevers deswege
naar de rechter liepen, zei deze, vrij vertaald, dat
die stakingen best mogen, ook al zijn ze niet tegen
de ondernemingen maar tegen de staat gericht, zo
lang een maatregel nog niet van kracht is. Mét de
werkgevers redeneerde nu het kabinet: snel een
maatregel, onmiddellijk ingaande, dan keert de
rust wel terug, dan is er geen grond meer voor ac
ties, dan kan geen verdere schade meer worden
aangericht door produktieonderbrekingen. Het
parlement had echter juist bedongen, dat een
loonmaatregel pas van kracht zou mogen worden
tien dagen nadat ze zou worden gepubliceerd, op
dat er eventueel nog correcties op zouden kunnen
worden aangebracht. Toen de politici donderdag
avond bemerkten, dat zij niettemin buitenspel
zouden worden gesteld - formeel was dat mogelijk
wegens bijzondere omstandigheden - was de boot
aan. Het kabinet koos eieren voor zijn geld en be
sloot alsnog tot een loonmaatregel op termijn.
GEBALDE VUIST
Aldus zal de onrust, die Alberda meteen had wil
len beëindigen nog wel enige tijd voortduren, wel
licht nog verhevigen. De FNV heeft de vuist al
gebald, ook al zal het parlement blijkens de eerste
reacties Albeda's loonprogram waarschijnlijk nog
wel bijsturen. De ingreep van de bewindsman is
bepaald niet gering: een heel duidelijke nullijn
voor nagenoeg iedereen, een zeer kleine onder
handelingsmarge voor incidentele loonsverhogin
gen en voor zwaar en onaangenaam werk. En Al
beda maar onverstoorbaar hopen, dat hij aan het
einde van het jaar toch wel weer zal kunnen over
leggen met de sociale partners over een akkoord
voor het tweede matigingsjaar. Misschien keert
over enkele dagen, als het parlement het slot
woord heeft gesproken, de rust aan de oppervlak
te weer terug, maar ze zal ongetwijfeld omslaan
als deze loonmaatregel geprolongeerd gaat wor
den. En dan te bedenken, dat D'66-er Jan Ter
louw dezer dagen de voorspelling uitsprak, dat we
moeten rekenen op een jarenlange loondaling. Het
zal dus nog lang onrustig kunnen blijven aan het
loonfront.
Het is nog maar de vraag of Albeda thans de loon
ontwikkeling écht in de hand kan houden. Na
tuurlijk, op papier zal alles wel volgens de regels
worden afgewikkeld. Het is echter opmerkelijk,
dat van werkgeverszijde al is opgemerkt, dat met
de kleine marges, die nog resten, geen personeels
beleid kan worden gevoerd. Bij al die Werkloos
heid is er immers nog in vele ondernemingen een
personeelstekort en de praktijk leert, dat je soms
alleen mensen kunt krijgen door meer te betalen.
Zwart te betalen dus. Dat geeft sociale spannin
gen, dat betekent dat ooit die zwarte lonen gewit
moeten worden, terwijl anderen ook wel eens
naar dat hogere niveau opgetrokken willen wor
den, inhaaleffecten dus.
HETE KOLEN
Hoezeer het treffen van een loonmaatregel dus
begrijpelijk, ja zelfs onvermijdelijk is, blij behoe
ven we er bepaald niet mee te zijn. Alle hete ko
len worden nu op Albeda's hoofd opgestapeld,
maar iedere andere minister van Sociale Zaken in
welk kabinet ook zou iets dergelijks hebben moe
ten doen. Nou heeft Albeda dan ook al gezegd,
laat in een volgend kabinet een ander het dan
maar doen, ik kom niet terug. Hij heeft wel een
bar slechte periode uitgekozen om zijn tijdens zijn
hoogleraarsschap uitgedachte overlegmodellen in
de praktijk te brengenJO SMITS
HUNNENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 15 MAART 1980 PAGINA 9
I ONZE
JONGENS 1
let gefronste wenk
brauwen keken Eerste
Kamervoorzitter Thur-
\lings en een aantal an
dere eerbiedwaardige
Jena toren jongstleden
\dinsdag naar hun blon-
jongensachtige col
lega op het spreekges
toelte. Jan Nagel, voor
zitter van de onderne
mingsraad van de
VARA en lid van de
PvdA-fractie in ons
Hollandse Hogerhuis
voerde het woord tij
dens de behandeling
van de Defensiebegro
ting in de Eerste Ka
ter. Na een aantal in
leidende woorden over
de ongebreidelde toe-
tame van het aantal
■olonels in het leger en
'e vrijheid van me-
\ingsuiting op de ka-
ternes kwam Jan
spreken over onze jon
gens in Libanon en wel
in het bijzonder over
wat hij noemde „Batal
jonsziekte nummer 1"
die de Unifilsoldaten in
het Midden-Oosten
teistert.
Bataljonsziekte num
mer 1, waf is dat dan
wel? Verveling? Mis
poes. Slaapgebrek? Al
weer fout. Maar Jan,
het is toch nietJa
wel, dat is 't. Het gaat
om geslachtsziekte.
„De feiten kunnen niet
ontkend worden. Een
onderzoek heeft uitge
wezen dat ruim 10 pro
cent van de 865 Neder
landse soldaten daar
aan lijdt. En dat on
dank* de voorlichting
vooraf", zo stelde de
spreker nuchter vast
ONZE
JONGENS 2
Met strakke gezichten
en af en toe quasi-acht-
eloos bladerend in een
aantal paperassen
hoorden Defensiemi
nister Scholten en zijn
beide staatssecretaris
sen Van Eekelen en
Van Lent van achter
de regeringstafel de
feiten aan. „Tsja", zag
je ze denken. „Als die
jongens een paar dagen
verlof heben, kunnen
we ze toch moeilijk
achterna lopen om te
kijken wat ze uitspo
ken. Wat zou je daar
nou tegen moeten
doen?". Geen nood,
want daar kwam Jan
al met de oplossing.
Wij geven die hier let
terlijk weer.
„Daarom pleiten wij
ervoor, de Nederlandse
militairen in Libanon
desgewenst, naast de
goede voorlichting,
kondooms te verstrek
ken opdat zij bij moge
lijk contact me( dames
die het sexueel verkeer
ambachtelijk uitoefe
nen een grotere kans
hebben zonder blijven
de lichamelijke conse
quenties aan hun ver
lof terug te denken.
Wij pleiten voor deze
defensieve opstelling,
omdat wij moeten aan
nemen dat mogelijkhe
den tot aanschaf, zoals
die in het thuisland be
staan, in Libanon ont
breken". De fraaie for
mulering van senator
Nagel, die overigens
niets zei over de even
tuele wenselijkheid
van een legergroene of
Unifilblauwe kleur van
de door hem gevraagde
artikelen, bracht op
een aantal gezichten
een brede glimlach te
weeg. Voorzitter Thur-
lings vond het echter
allemaal maar niks, dat
was duidelijk.
Minister Scholten
wierp een tersluikse
blik op zijn beide
staatssecretarissen en
ook de laatstgenoem
den wisselden enkele
blijken van verstand
houding. Wij begrepen
onmiddellijk wat er in
het drietal omging.
Aanstaande dinsdag
moet de suggestie van
Jan Nagel beantwoord
worden en nu is de
vraag: wie neemt dat
voor z'n rekening? Van
Lent, als chef perso
neelszaken of Van Ee
kelen als chef mate
rieel? Of Scholten zelf,
als ver an t woordelijke
man voor het nakomen
van onze verplichtin
gen jegens de Verenig
de Naties? Vecht dat
maar even rustig uit,
mannen. Dinsdag ho
ren we het wel.
AJAX-
FEIJENOORD
Kamerleden hebben
een eiger jargon wij
schreven daar al meer
malen over) maar het
Kamcrpersoneel ook.
Zo hebben wij afgelo
pen week kunnen con
stateren, dat de zwart
gerokte bodes die altijd
trouw hun hand- en
spandiensten vervullen
in de Vergaderzaal een
aardige bijnaam hante
ren voor parlementaire
hoogtepunten zoals al
gemene beschouwin
gen of een kernwapen
debat. In het bode-jar
gon heet zo'n debat
„Ajax-Feyenoord". Wij
haalden deze interes
sante informatie uit het
maandblad van het
naast het Tweede Ka
mergebouw gelegen In
ternationaal Perscen
trum „Nieuwspoort",
waarin een interview
stond met Kamerbe
waarder Dick Faase.
De Kamerbewaarder is
de chef van alle zaalbo
des en tevens de per
soonlijke bode van Ka
mervoorzitter Dolman.
Ook moet hij tijdens de
debatten een oogje
houden op het doen en
laten van persfotogra
fen en cameraploegen
en op de journalisten
die af en toe vanuit de
hoeken van de zaal
(achter de zogeheten
„groene gordijnen de
verrichtingen der par
lementariërs komen
gadeslaan.
In het interview in
„Nieu wspoortnieuws
maakt Faase uitvoerig
melding van de drukke
werkzaamheden die
een „Ajax-Feyenoord"-
dag voor hem mee
brengt. „Tijdens zulke
dagen, als de tribunes
afgeladen zijn en de
Kamer hartstikke vol
zit, moeten we wel
eens streng tegen te op
dringerige persverte
genwoordigers optre
den", zo meldt hij.
Maar tot onze gerust
stelling voegt hij er aan
toe dat de meeste jour
nalisten en fotografen
niet echt lastig zijn. „Er
zijn er maar heel wei
nig die je het bloed on
der de nagels vandaan
willen halen. En ach,
het went ook. In het
begin stond ik met het
zweet in mijn handen.
Ik had slapeloze nach
ten als er weer een
„Ajax-Feyenoord" voor
de deur stond, maar nu
is het gewoon routine
gewordenaldus de
Kam erbe waarder.
Slapeloze nachten. Ja,
ja, dat kennen wij nog
steeds, maar dan na af
loop van een „Ajax-
Feyenoord". Want als
Kamerleden en Ka-
merpersoheel naar bed
gaan, moeten wij onze
artikelen nog schrij
ven. Na zo'n spannen
de wedstrijd komt het
slapen voor ons dan
meestal pas de volgen
de morgen. Om u te
dienen.
AJAX-
FEIJENOORD2
Over Ajax en Feye-
noord gesproken. In
het Kamerrestaurant
staat elke dag een an
dere coupe ijs op het
menu. Het VVD-Ka-
merlid Wim Keja, zo
hoorden wij van een
kellner, wil echter elke
dag hetzelfde ijsje als
dessert. Gewoon wat
witte vanillebolletjes
met daaroverheen een
enorme plens aard
beiensaus. „Een coupe-
Feyenoord" noemt het
bedienend personeel
dat onder elkaar.
„Maar Keja mag zelf
niet weten dat wij dat
zo noemen", vertrouw
de de chef-ober ons
toe, want hij is een
Ajax-fan. „Nou ja, we
zouden dat ijsje natuur
lijk voor hetzelfde geld
een coupe-Ajax kun
nen noemen, want
Ajax heeft ook rood
witte kleuren, maar
het punt is dat wij Fey-
enoord-fans zijn. Van
daar".
Er valt trouwens nog
wel meer te melden
over de eet- en drink
gewoonten van Ka
merleden. Zo drinkt
boer Koekoek al sinds
jaar en dag chocomel
bij z'n eten (ook al is
het spaghetti of nassi)
en nuttigt de tweede
man in de PvdA-frac
tie, Ed van Thijn, in de
Tweede Kamer tijdens
de warme maaltijden
uitsluitend kip. Maar
genoeg hierover. Mis
schien komen we hier
later nog eens uitge
breider op terug.
DICK VAN
RIETSCHOTEN