Julien Clerc zoekt Engelse tekstschrijvers Verbijsterende passiemuziek van prinselijke moordenaar MEISJESIDOOL MET SERIEUZE BEDOELINGEN DEN HAAG Julien Clerc, shirt ver open, beweegt zich dyna misch over het podi um. Op de voorste rijen strekken gewoon lijk ingetogen meisjes wanhopig hun armen uit naar de broekspij pen van de Franse zan ger. De snelkloppende hartjes incasseren een vers litteken, want het idool, getrouwd en va der van een dochter, blijft ook op het toneel onbereikbaar. Alleen muziek heeft zijn inte resse. Dat zijn uitstra ling andere ideeën op roept is commercieel gezien meegenomen. Hij zelf verlangt al leen aandacht voor zijn composities, praat zelden op het toneel en vindt fanclubs overbo dig. Overdag blijft hij in zijn hotel. De be zienswaardigheden van Nederland, Japan, Duitsland en zelfs Frankrijk zijn hem on bekend. Hij wil compo neren en concentreren. Voor het seizoen 1980 zit Julien Clerc boorde vol plannnen. Een Amerikaanse begelei dingsgroep en een En- gelstalige elpee zijn in aantocht. Opmerkelijk fit zit Julien Clerc tegen middernacht op de make-uptafel van zijn kleedkamer in het Neder lands Congresgebouw. De beroemde krullen zijn even weggedoucht en niets herin nert meer aan de vermoeide man die vóór zijn optreden languit in een stoel hing. Verdwenen is het broze beeld van een 'ster'. „Tijdens een optreden laad ik de accu helemaal op, daarna voel ik me geweldig", vertelt Clerc, terwijl hij per ongeluk zijn mooie tanden blootlacht, een - act die voor de bühne gere- .serveerd leek. Gaandeweg toont Julien Clerc zich op recht een gezellige prater, nut vermoedend dat aan de - andere kant van de deur vier trouwe fans flarden van zijn Engels en Frans probe ren op te vangen. „Het was een goede show Julien Clerc, een beetje luid, maar o.k. Jammer dat we alle liedjes al kenden, al heel lang kennen eigenlijk". Zo maar pardoes, hardop den ken in het bijzijn van de acrobaat op de notenladder. De componist (32) grijpt in met de opmerking „veran dering is op komst". De don kere „Westindische" zanger, die dank zij het slecht aar den in een gezin met blonde stiefbroertjes en -zusjes, een bloeiend voorraadtuintje aanlegde voor zijn latere tekstschrijvers, pakt met zijn nieuwe elpee „Clerc Julien'" de problemen wat algeme ner aan. Dood „Achteraf viel het me pas op dat het thema van de dood erg vaak in de teksten is verwerkt", legt Clerc uit. „Op de hoes zie je een be wolkte en een blauwe he mel. Op de scheidingslijn is mijn gezicht afgedrukt en ik kijk bewust naar de blauwe hemel". Ondanks ziin veel bezongen jeugdtrauma's ziet Clerc dus wel degelijk de zonnige kant van het leven. Hij vervolgt: „Het eerste nummer, „La bibliothèque Mazarine", handelt over het verval van het Frans. Onze mooie taal ligt op sterven. Ik denk dat ik dat nummer als opening van mijn nieuwe concert ga gebruiken". De elpee „Clerc Julien" is niet zonder reden in Canada op genomen en kondigt indirect een Amerikaans avontuur aan. De zanger vertelt en thousiast: „In Canada zijn de beste studio's ter wereld. Ze liggen in de bergen en in die rust wordt je aandacht voor de muziek geen enkele keer verstoord. Bovendien kun je er gemakkelijker over Ame rikaanse musici beschikken dan in Europa". De gevolgen van die geest drift blijven niet uit. De Franse groep waarmee het muzikale fenomeen al drie, vier jaar optreedt, wordt ontbonden. De toernee door Holland was in feite hun af scheid. Verandering is goed en de groep is ook blij weer eens iets anders te kunnen doen. De pianist en de bas sist blijven aan. Daarnaast wil ik Amerikaanse en En gelse begeleiders". Op zijn verlanglijstje staan de na men van Andy Newark (drums) en Jean Roussel (keyboard) hoog genoteerd. Clerc: „Aan het eind van dit jaar wil ik een Engelstalige plaat opnemen. De teksten van Maurice Vallet en Etienne Roda-Gil zijn niet te vertalen en ik ben serieus op zoek naar Engelse schrij vers". Geen gemakkelijke taak, daar Vallet en Roda- Gil in staat zijn zonder de hulp van Clerc diens gevoe lens te verwoorden. „Ik ben eens door een vrouw verla ten en dat is de enige keer dat ik om een tekst gevraégd heb. Dat is toen Souffrir par toi, nest pas souffrir" geworden. Lijden door jou is geen lijden". Riskant? Door zijn steeds harder wor dende rock-muziek ook nog van Engelse teksten te voor zien wijkt Julien Clerc steeds verder af van het tra ditionele Franse lied. Een riskante stap die hem onge twijfeld een ander, kleiner publiek zal opleveren. Het pleit voor de zanger/compo nist dat hij zijn eigen gang durft te gaan, zonder al te veel concessies aan zijn oude publiek te doen. Julien Clerc heeft zich in het verleden ook met musi cals, opera, kinderliedjes en films beziggehouden. Een nieuwe stap in de filmwe reld heeft hij zelf geweigerd. „Ik ben gevraagd om in een film van Claude Lelouche de zanger van de jaren tach tig uit te beelden. De muziek is van Michel Legrand, een goede componist, maar na tuurlijk niet de juiste keuze voor een moderne film", schampert Julien Clerc. Voorlopig heeft Clerc het druk genoeg met het zoeken naar nieuwe musici en met het voorbereiden van hel volgende concert, waardoor zijn fans hem ten minste een jaar in Nederland moeten missen. HERMAN JANSEht Don Carlo Gesualdo, Prin- - cipe di Venosa: achter die naam vol Italiaanse wel luidendheid zou een sprookje kunnen schuil- gaan. Geloof dat maar niet. Deze prins, om streeks 1560 als telg van een oud vorstengeslacht zo'n honderd kilometer ten oosten van Napels ge boren, is vier eeuwen later nog steeds een moeilijk ge val voor psycho-analytici. Enkele feiten uit zijn le ven, met documenten on omstotelijk vastgelegd, zijn bepaald schokkend. Ook het beeld van zijn in nerlijk zoals dat blijkt uit de vijfde en zesde bundel van zijn madrigalen en zijn complete zesstemmige toonzetting van de Res ponsoria (zevenentwintig wisselzangen met een Be nedict us en een Miserere voor de liturgie van de Stille Week) is veelal ver bijsterend. Zijn tot oorde len bevoegde tijdgenoten bewonderden hem maar verklaarden hem tevens voor gek. Wij weten nu wel zo ongeveer waarom. Thuiskomend van de jacht betrapte Gesualdo in 1590 zijn beeldschone jonge vrouw op overspel met een edelman. Hij moet het paar eigenhandig hebben gedood en misschien heeft hij gerui me tijd later ook zijn doch tertje vermoord omdat hij al lang betwijfelde of hij wer kelijk wel haar vader was. Vier jaar na deze dramati sche gebeurtenissen trouwde Gesualdo opnieuw. Dat ge beurde in Ferrara aan een van de schitterendste hoven van het toenmalige Europa dat muzikaal tevens een van de actiefste was. Zo'n twee jaar bracht hij in Ferrara door. Zijn voorliefde voor gedurfde samenklanken en geraffineerde chromatiek werd er aangewakkerd en zijn muziek begon er een uitzonderlijk, vreemd en grillig karakter te krijgen. Zijn tweede huwelijk werd nog ongelukkiger dan zijn eerste. Behalve asthma-pa- tiënt moet hij sadist en ma sochist zijn geweest. Hij ver nederde zijn vrouw en liet zich geregeld afranselen. Toch schijnt hij óók een diep gelovig man te zijn geweest maar wel een neuroticus die door een afschuwelijke wroeging letterlijk werd verteerd. De Amerikaanse musicoloog Glenn Watkins die na eén eerdere aanzet door anderen in de jaren zestig en zeventig met een wetenschappelijke heruitgave van Gesualdo's werk de definitieve stoot gaf tot nieuwe belangstelling, publiceerde in 1973 ook zijn onthullende biografie. Daar in staat te lezen dat de prins in zijn eigen bidkapel een al taarstuk liet aanbrengen waarop hijzelf knielend was afgebeeld en waarop ook zijn eerste vrouw en haar minnaar voorkomen, die ge louterd door de vlammen van hot vagenuur omhoog worden getild om ten hemel te kunnen stijgen. Dat geeft te denken over Gesualdo's eigen gemoedsgesteldheid. Mogelijk kan dit alles ver klaren waarom de tegen woordige luisteraar nog wordt aangegrepen door de schrijnende, grillige, disso- nerende exaltatie van het Tenebrae factae sunt of het O vos omnes in Gesualdo's Responsoria. Deze Responso ria mogen wat minder vreemd, wat minder chro matisch zijn dan de late ma drigalen, zij stellen de toe hoorder wel voor verrassin gen: vreemde akkoorden, onverwachte modulaties waaruit de bizarre stemvoe ring voortvloeit, groteske in tervalsprongen, schijnbaar onlogische opeenvolging van harmonieën en verdichtin gen van het stemmenweefs- el. Dit alles echter blijkt bij nader onderzoek een dwin gende tekstuitbeelding te zijn. De stukken voor Witte Donderdag, Goede Vrijdag De Escolania de Montserrat die de Responsoria van plaat vastlegde. en Paaszaterdag zijn onlangs compleet vastgelegd door de Escolania de Montserrat, het met jonge mannenstemmen onderbouwde knapenkoor van de abdij in de bergen boven het Spaanse Barcelo na. De drie platen van de Archiv-Produktion van DGG-Polydor zijn met een uitstekende documentatie ondergebracht in box 2710 026. Het zou onjuist zijn te bewe ren dat deze uitvoering on der leiding van Dom Ireneu Segarra (die het ensemble ook leidde bij het recente eerste bezoek aan ons land) volstrekt vlekkeloos is. De voor alle uitvoerenden maar zeker voor een jongenskoor buitengewoon hachelijke in tonatie' wordt nog lastiger naarmate het koor groter is. Bovendien wordt in deze stijl de koorklank gauw dif fuus, onhelder. Eerlijk ge zegd geef ik daarom de voorkeur aan de opnamen van het Delier Consort dat de onderscheiden stemmen hoogstens verdubbelt. Te recht vroeg Strawinski al in 1968 om kleine ensembles van gespecialiseerde madri gaalzangers, omdat anders de oude madrigaalkunst, ook van Gesualdo's tijdgenoten, nooit bevredigend tot nieuw leven kon worden gebracht. Toch is de complete opname van het Spaanse koor van groot belang want die geeft een treffende, zij het dan niet onberispelijke indruk Gedualdo compleet op de van een hyperverfijnde maar niet gemakkelijk toe gankelijke kunst die stilis tisch bij het maniërisme tus sen renaissance en barok moet worden ondergebracht. De Responsoria van Gesual do werden in 1611 voor het eerst uitgegeven. In dat jaar overleed de componist, niet veel ouder dan een jaar of vijftig. Wij weten niet of hij een natuurlijke dood stierf of dat hij door zijn schoon zuster werd vergiftigd. In elk geval kwam een einde aan een verscheurd leven waarin bittere vreugde, amoureuze foltering, dode lijk geluk en aangrijpende maar gekunstelde kunst cen traal stonden. JOHN KASANDER Julien Clerc...acrobaat op de notenladder...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 24