„Surinaamse
sergeanten wilden
een snoepje kopen,
maar kregen
de hele winkel"
andere dingen dan werken.
De laatste jaren is er wel sprake van een ge
staag groeiende aandacht voor het ouder wor
den en voor de relatieve vergrijzing van de Ne
derlandse bevolking. „Maar deze aandacht",
waarschuwde de Nijmeegse gerontoloog drs.
C. Knipscheer op de Haagse studiedag, „is
meer gesteund door een morele verontwaardi
ging over de maatschappelijke positie van de
bejaarden in de samenleving dan door een
systematische analyse van de veranderende
plaats, die deze ouderen bekleden in het maat
schappelijk bestel, en van de maatschappelijke
processen die daartoe hebben bijgedragen".
Met het groter wordende aantal ouderen in de
samenleving en de veranderingen in de gezin
somstandigheden zijn de bejaarden meer na
drukkelijk als groepering naar voren gekomen.
Wijzigingen in contacten met familie, het weg
vallen van vrienden en de mobiliteit van jonge
ren hebben tot vereenzaming geleid. Door ach
teruitgang in gezondheid en validiteit wordt de
kans op uitsluiting nog groter en de mogelijk
heid tot deelname aan maatschappelijke activi
teiten nog geringer.
Ook positieve processen
Vergrijzing. Steeds meer mensen bij wie zich
ouderdomsprocessen voordoen als daar rijn:
maatschappelijk minder waard worden, vaker
ziek zijn, vermindering van lichamelijke weer
stand en spierkracht, minder omschoolbaar
zijn, tegenzin om met pensioen te gaan. Maar
ook positieve processen: geestelijke rijping,
een grotere zin voor betrekkelijkheid, een rijke
re emotionaliteit, meer gevoel voor objectiviteit
en een verhoogde verdraagzaamheid. Deze op
somming geeft al aan dat de gerontologie (vol
gens ZWO een in ontwikkeling achtergebleven
wetenschap, die onvoldoende kansen heeft ge
kregen) vele en veelsoortige invalshoeken om
vat. Bundeling van het onderzoek daarna zal
dienen bij te dragen tot beter begrip van de in
gewikkelde vraagstukken van het ouder wor
den In een maatschappij, die enerzijds met het
verschijnsel niet goed raad weet, maar er an
derzijds steeds meer mee te maken zal krijgen.
PIET SNOEREN
Isolement van bejaarden groter aeworden...
In u.et iwWöü genoeg eer rt van
alle bejaarden 80 jaar of ouder zijn...
IAAG Bijna anderhalf miljoen 65-
»rs telt Nederland op het ogenblik. Over
mgjaar zal dit aantal het dubbele zijn. Een
I vijf Nederlanders heet dan bejaard,
rolk vergrijst en hot gaat snel. Tussen
het fameuzo jaar 2000 komen er naar
250.000 aow'ers bij en tussen 2000
15 zelfs 440.000. Daarbij valt op, dat het
hoogbejaarden, zeg: de 80-plussers,
iel sneller zal toenemen dan het aantal
[den als geheel. De demograaf prof. dr.
de Kaa voorziet dat in 2050 nagenoeg
'art van allo bejaarden 80 jaar of ouder
vergrijzing, zo vrezen de deskundigen, zal
gau -|ie voor problemen stellen die slechts ten
'van een grote inzet kunnen worden op-
/oom| Omstreeks .1985 zullen een kleine
bejaarden moeten worden verzorgd of
ld in ziekenhuizen, psychiatrische zie
len, crisiscentra, e.d. Tegen het jaar
lunnen dat er wel 225.000 zijn geworden,
benodigde uitbreiding van de bestaan-
genbrzieningen tot stand te brengen, is een
Hng van maar liefst vijf miljard gulden
bedrag geldt alleen de zogenaamde in-
ile voorzieningen. Daar komen de extra-
voorzieningen nog eens bovenop: wijk-
aTg^ing, maatschappelijk werk, huishoudelij-
784, |p, maaltijdverzorging, bejaardenverenl-
enz. Honderdzestigduizend mensen zul-
';s in deze sector werkzaam zijn, 65.000
nu. Er zullen 70.000 tot 85.000 be-
iwoningen moeten worden bijgebouwd.
e schreden...
louter enkele materiële kanten van
zijn aangestipt. Er zit veel meer vast
Hoii.jst probleem, dat met rasse schreden op
lenleving afkomt. De Franse schrijfster
de Beauvoir heeft eens gezegd: „Als Je
arde van een cultuur wilt vaststellen,
1 nagaan hoe er met oude mensen wordt
prongen". Op welke wijze doen wij dat
'b ouderdom, in veel beschavingen juist
isfase der wijzen waarvoor'men achting
heeft, is bij ons gedevalueerd tot „bejaarden-
vraagstuk". De bouw van verzorgingshuizen en
van kleine gezinswoningen heeft een patroon
geschapen waarin kinderen zich niet meer di
rect verantwoordelijk voelen voor het lot van
hun ouders. Er is een zekere koelheid ontstaan
In de visie, die jongeren op oudere mensen
hebben. De kloof tussen generaties is breder
geworden, het isolement van bejaarden groter.
Dit heeft weer in de hand gewerkt, dat de ou
dere mens steeds meer wordt gezien als een
grote, grauwe massa, als een min of meer sa
menhangende, kleurloze groep.
Men is over bejaardenzorg gaan spreken alsof
het zoiets was als zuigelingenzorg. Een beden
kelijke ontwikkeling, vinden de deskundigen.
Het is gebleken dat de verschillen tussen men
sen met het klimmen der jaren juist eerder toe-
dan afnemen. De oude mens is, in tegenstelling
tot de baby, een ingewikkelde persoonlijkheid
met eigen problemen, verwachtingen en wen
sen. Daarom is het onjuist hem of haar met
honderdduizenden leeftijdgenoten als „bejaar
de" op één hoop te vegen en als zodanig te
behandelen.
Studiedag
Tegen deze achtergrond moet de studiedag ge
zien worden, die dezer dagen in Den Haag is-
gehouden en die niet alleen ónderzoekers uit
de medische, de medisch-biologische en so
ciaal-wetenschappelijke sfeer bijeenbracht,
maar ook deskundigen In gezondheidsrecht,
medische techniek en geestelijke verzorging.
Het samenzijn was belegd door de Nederland
se Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk
Onderzoek. Deze ZWO namelijk heeft in over
leg met de Raad van Advies voor het weten
schapsbeleid besloten tot een proef op het ge
bied van de gerontologie, zoals de ouderdoms-
kunde geleerd heet. De studiedag in Den Haag
was de eerste aanzet tot het experiment, dat
een meer daadwerkelijk stimuleren probeert te
bereiken en minstens vijf jaar gaat duren.
De ouder wordende mens is door ZWO als
voorwerp van studie gekozen omdat hij een
lange reeks vragen oproept die tot dusver in
onze maatschappf) nog niet wezenlijk en sa
menhangend zijn beantwoord. Onze kennis in
deze vertoont een gapend gat. Waar ligt pre
cies het verschil tussen jong en oud? Hoe vol
trekt zich het levenseinde? Waaraan sterven
oude mensen? Hoe vaak en hoe lang zijn ze
ziek? Hoe staat het met hun validiteit? Wat is
hun plaats in de veranderende samenleving?
We weten het allemaal niet, en bovendien geeft
dit soort praktische nieuwsgierigheid aanleiding
tot meer fundamentele vragen, zoals: Waarom
kan de oudere mens de biologische prestaties
van jongeren niet evenaren? Is veroudering
door de natuur geprogrammeerd? Gaat het om
veroudering van individuele lichaamscellen of
om verlies van „levenskrachtige" cellen? Hoe
verloopt de veroudering van het apparaat in
ons lichaam, dat afweerstoffen opbouwt tegen
allerlei ziekten? Wat is de functie van de herse
nen bij veroudering? Waarom veranderen de
positie en status van de oudere mens alleen al
door het ouder worden? Op deze en veel ande
re vragen moet het in gang gezette onderzoek
van ZWO een samenhangend antwoord zien te
geven.
Oudedagsvoorzieningen...
Alles bij elkaar Is de helft van onze bevolking
nu al direct of indirect betrokken bij het vergrij
zingsprobleem. En dat kan in de voorspelbare
toekomst alleen maar meer worden. Het vraag
stuk is echter lang gemaskeerd door een scala
van oudedagsvoorzieningen, met de aow van
vadertje Drees voorop. Het geld om de huur te
betalen of om eten te kopen was immers ver
schaft? En er waren toch riante bejaardente
huizen verrezen? Ondertussen bogen weinigen
zich over de veel belangrijker vraag: Hoe kun
nen oudere mensen, die „nutteloos, zijn" voor
onze prestatiegerichte maatschappij, na hun
pensionering of na hun uitschakeling in het ar
beidsproces nog een aantal zinvolle en gelukki
ge jaren hebben? De vraag naar zingeving van
een in economisch opzicht niet meer produktief
leven bleef buiten beschouwing. Daarmee heb
ben we de mogelijkheden van de ouderen on
benut gelaten en voor hun neus zelfs veel deu
ren in het slot gegooid op een moment, dat ze
eindelijk tijd hadden zich bezig te houden met
PARAMARIBO Na drie maanden droogte plenst
's ochtends de regen op een smachtende Paramari
bo. Een buldozer ruimt de resten op van het kapot
geschoten en uitgebrande hoofdbureau van politie
aan de Waterkant. Zes door de militairen ontwapen
de politiemannen houden, zittend op een kluitje aar
de, druk pratend de zaak in de gaten. Wanneer een
van hen, een inspecteur, wordt gevraagd wat er op
de puinhopen van de revolutie moet verschijnen,
grijnst hij vanonder zijn drijfnatte pet. „We weten het
nog niet. Afwachten maar", is het diplomatieke ant
woord, terwijl hij heel goed weet dat de geadminis
treerde Surinaamse misdaad is verkoold en de poli
tie helemaal opnieuw moet beginnen.
Toch leven er onder de politie geen wraakgevoelens jegens de
militairen. „Wij erkennen het nieuwe gezag. Zo zijn wij. Ik heb fa
milie en vrienden onder de militairen en ik ben met wat er ge
beurd is, meneer. Het was een stinkend kankergezwel, die bu
reaucratie, die vriendjespolitiek. Daar wordt nu het mes ingezet".
Aldus de inmiddels geheel doorweekte inspecteur die, terwijl hij
voor de zoveelste keer een voorbijganger joviaal begroet, afgeeft
op zijn landgenoten in Nederland. „Ze komen op vakantie om te
zeggen dat hier niets deugt, terwijl ze zelf lekker lui van de WW
leven. Nee, zij zijn geen Surinamers meer. Zij hebben het land
verraden". En in de stromende regen barst de inspecteur los in
een vlammend betoog over de zonden van hen in Nederland, die
volkomen zijn losgeslagen van de Surinaamse familiewaarden.
Die het wagen hun ouders tegen te spreken en hen in een be
jaardentehuis stoppen.
„Pronk"-stukken
Wie door Paramaribo slentert merkt, dat in deze gekke stad bij
na alle alle automerken van de wereld rondtoeteren. Naar ver
houding veel gloednieuwe Amerikaanse slagschepen, hier
„Pronk"-stukken genoemd. Daarnaast veel rammelende afdan
kertjes. En iedereen rijdt links, een erfenis van de Engelsen, hoe
wel in vrijwel alle auto's het stuur aan de Nederlandse zijde
(links) is gemonteerd. Navraag leert, dat één op de zes Surina
mers in een auto rijdt. Voor een land waar het leven duurder is
dan in Holland en de meeste gezinnen minder dan achthonderd
gulden per maand hebben te verteren is dat erg veel.
Ondanks de staatsgreep en de greep van de militairen op het le
ven van alledag, blijft het tropengroene Paramaribo, waar je op
de stoep lopend de kokosnoten en bananen kunt plukken, een
heerlijke stad. De bougainville kleurt de zonovergoten straten
met zijn vervallen houten huizen. De stad is ook een ware smelt
kroes van rassen, waaruit de pure natuur steeds weer de mooi
ste vrouwen tovert. „We have poor people, but no poverty", zei
gisteren een Surinamer en hij heeft gelijk. Hoe arm ook, iedereen
krijgt te eten. Daar heb je immers je familie voor.
Het gaat er in Suriname, staatsgreep of niet, allemaal lekker
kalm aan toe: „No spang" (maak je niet dik). „Natuurlijk de mili
taire raad zit ons achter de broek maar dat zal toch niet eeuwig
duren", aldus een ambtenaar. „De jongens hebben nog gewoon
ten uit hun Hollandse tijd". Toch kunnen zijn uitspraken niet ver
helen, dat sommige ambtenaren zich ongerust beginnen te ma
ken over het aanhouden van de nieuwe wind. Vooral zij die al ja
ren niet meer op het werk verschenen en hun maandsalaris van
tussen de 500 en 1.600 gulden aanvulden met inkomsten uit al
lerhande bijbaantjes. Zoals die taxichauffeur-ambtenaar, die drie
auto's had waarmee hij dag en nacht rondreed. Zijn vrouw was
niet eens van zijn ambtenarenstatus op de hoogte. En het geld
dat hij via het ministerie „verdiende", besteedde hij aan zijn bui
tenvrouw, zoals buitenechtelijke vriendin hier wordt genoemd. Er
zijn meer van dit soort zaakjes. Een van de drie in Paramaribo
verschijnende dagbladen, De Vrije Stem, noemde deze week een
hele rits van dit soort wantoestanden. Zo werd onder meer de
man genoemd die het presteerde om bij drie ministeries tegelijk
op de loonlijst te staan en daarnaast nog verkoopleider te zijn bij
een particuliere onderneming. Hij hield er, naast zijn wettige
vrouw, drie buitenvrouwen op na. En wat te denken van van de
ambtenaar die zijn eigen auto als dienstauto aan de overheid
verhuurde, hiervoor elke dag tachtig gulden kreeg maar er rustig
zelf in bleef rijden.
Het is eigenlijk heel vreemd met de Surinaamse revolutie. Meest
al wordt een omwenteling gekenmerkt door het verdwijnen van
mensen, maar na deze coup verschijnen er Juist talloze mensen.
Zo blijkt bijna iedereen opeens ambtenaar te zijn. De niet in
overheidsdienst werkzame Surinamers verkneuteren zich over dit
soort praktijken, hoewel velen zullen moeten toegeven dat in de
eigen familie minstens één van die zwartwerkers rondloopt.
Intussen slaat de Surinaamse pers een vrijmoedige toon aan,
hoewel ze nog niet de grote mond van vóór de revolutie durft op
te zetten. Iemand die in ieder geval voorlopig zijn kritiek voor
zich zal houden is de heer Findlay, hoofdredacteur van het dag
blad De West (oplage 10.000). Vóór de 25ste feburari, de dag
van de staatsgreep, schold hij voluit op de militaire „oproer
kraaiers". Acht jaar cel voor de sergeanten Abrahams, Neede en
Sital vond hij nauwelijks genoeg. Op de dag van de revolutie
werd deze Findlay letterlijk uit zijn kantoor naast de Nederlandse
ambassade geschoten en trapten de militairen hem in de auto,
regelrecht naar naar het gevang. Twee dagen later werd hij weer
vrijgelaten en de volgende dag lag zijn krant weer op straat.
Alles wijst erop, dat de Surinaamse onderofficieren de zaak on
der controle hebben. Zelfverzekerd verschijnen ze in het open
baar; vriendelijk als je ze wat vraagt, ernstig als je Iets niet doet.
Het is net een operette. Zo wordt ieder morgen op alle scholen
braaf het volkslied gezongen en de vlag gehesen. Kritiek op de
militairen wordt slechts mondjesmaat vernomen. Sterker, de re
volutie wordt bewierookt en bij een uitgeverij in Paramaribo is
het eerste fotoboek met de militaire heldendaden van de ser
geanten verschenen. Het werkje vliegt de winkels uit, tot groot
plezier van de kopers, die schaterend hun vrienden aanwijzen op
een foto waar een stuk of wat politiemannen met de handen in
de lucht staan. Ook de eerste T-shirts borstrokken zeggen ze
hier met het portret van de „vrijheidsstrijders" zijn in het
stadsbeeld verschenen. Zelfs het feit dat er nu weer de hele dag
en niet alleen 's nachts druk op de waterleiding staat, wordt aan
de revolutionairen toegeschreven.
Verloren zonen
Om aan de weet te komen hoe de „hogere" Surinaamse kringen
over de militairen denken, moet men café Orlando aan het Kerk
plein bezoeken. Binnen een half uur kent men dan het gehele
toekomstige kabinet. De ene ministerskandidaat na de andere
trekt aan de cafébezoekers voorbij. De een weet de problemen
van Suriname nog genialer op te lossen dan de ander. Het is ge
woon een kwestie van elkaar overschreeuwen. In het café weet
men overigens ook een oplossing voor de problemen in Amster
dam: gewoon vijf Surinaamse sergeants naar de Nederlandse
hoofdstad sturen.
In het café worden verschillende mensen als verloren zonen inge
haald. Zoals André Lisse, de Surinaamse inspecteur van finan
ciën en jarenlang een gefrustreerde ambtenaar, die nergens ge
hoor kreeg voor de door hem geconstateerde fraudes en steek
penningen ter waarde van vele tonnen. Momenteel is hij echter
de grote man van de militaire raad en kan hij eindelijk zijn
schoonste dromen vervullen: hij mag de salarissen aan landsdie
naren, ook die van zijn chefs, blokkeren. Een tweede man die als-
verloren zoon wordt ingehaald is John Wijdenbosch, vroeger di
recteur van de stichting Productieve Werkeenheden, die manne
lijke en vrouwelijke werklozen weer aan de slag moest helpen.
Wijdenbosch moest vertrekken toen hij een aantal politici geen
smeergeld verstrekte. Hij wordt getipt als nieuwe minister van
opbouw maar beperkte zich de afgelopen dagen tot het houden
van uitvoerige referaten over de koers die Suriname in de ko
mende jaren moet varen. Zo staat hij op de vorming van een
goed programma, waarbij Nederland niet krenterig moet-zijn en
de ontwikkelingscentjes meteen op een Surinaamse bank moet
storten.
Over de militairen zei hij dat zij „de eerste jaren aan de macht
moeten blijven, opdat het programma uitgevoerd kan worden. Ik
hoop alleen dat ze dat beseffen. Het heeft ze eigenlijk allemaal
een beetje overvallen. Ze wilden een snoepje kopen, maar ze
hebben de hele winkel gekregen",
- HOMME l#OL