Vakrichtingen belangrijke
motivatiebron voor
leerlingen, die komen
uit produktiegebieden
Verschil
maken tussen
veilen voor
de klok en
bemiddelings
bureaus
KOMKOMMERHANDEL LOOPT OP ROLLETJES
VOORJAARSBLOEMENSTROOM ZWELT AAN
BOLLENVAK GERUST: AREALEN GEKROMPEN
-JD EN TUINBOUW
KCjI
leid.se courant
maandag 18 februari 1980 pagina 9
pc
I N HAAG Wie zijn kinderen na de basis-
ooi lager agrarisch onderwijs wil laten vol-
i kan verschillende kanten op. Allereerst
i deze vorm van onderwijs ingedeeld wor-
in vier schooltypen, te weten; de Lagere
1 schoolplan zit als
*t in elkaar. De eer-
twee jaren zijn
)0^gjaren, die bij alle
men van voortgezet
lerwijs te vinden zijn.
t zijn twee jaren
erin er algemeen vor-
perfcd onderwijs gegeven
*4dt. Het vakkenpak-
f voor het eerste jaar
ie, pat Godsdienst,
derlands, Engels,
Moderne Wis-
Rekenen, Aard-
P^kunde, Geschiede-
n. I Biologie, Natuur-
óflde, Handvaardig-
p (algemene technie-
d, I), Tekenen, Muziek
Gymnastiek. In het
Jede leerjaar wordt
;atgi pakket aangevuld
maf de vakken; Schei-
zcjide, theorie Groente-
afp Bloementeelt, Bo-
%kunde en Bemes-
Jze0"*sleer, Handelsken-
g Maatschappijleer en
ar Ihniek. Hieruit blijkt
en er een groot aantal
aan bod komen.
-j1! school zijn er kleine
grkchillen in het vak-
in apakket mogelijk.
ingang van het derde
Bar wordt er naast het
tenlneen vormend onderwijs
t kjrkt aan een theoretische
iee|raktische voorbereiding
laniet beroep. Er wordt dan
oijveek 2 uur theorie en 2
(epraktijk per vakrichting
De leerlingen heb-
zo'de mogelijkheid om uit
vakrichtingen te
vefcn, n.l. Groenteteelt,
Bloemsier-
di
Tuinbouwscholen, de Lagere Landbouwscho
len, de Lagere Bosbouwscholen (cultuurtech
niek/landschapsbeheer) en de scholen met de
richting Technologie, waaronder de levensmid
delenindustrie valt.
BIJ LAGER AGRARISCH ONDERWIJS
l(|t en Aanleg en Onder-
.J. Er is een combinatie
mdtwee vakrichtingen mo-
dp, bijvoorbeeld, Groente-
iet en Bloementeelt. Dat
sent dan dat er per week
r theorie en 4 uur prak-
aan deze vakrichtingen
ouded wordt. Daarnaast
wèn de leerlingen het vak
niek dat ook weer uit
E^-ie en praktijk bestaat.
iktijklessen
deze lessen worden de
fingen met het gekozen
lep geconfronteerd. De
iring wijst uit dat de leer-
en na de 2 brugjaren met
lousiasme naar deze les-
.ja hebben uitgekeken. Ze
jAen nu naast de theoreti-
epf lessen ook werkelijk
kritisch aan de slag. De uit-
re|ing van de praktijklessen
als volgt; de leerlingen
,SA in groepjes van onge-
h2 onder leiding van
praktijkleraar naar een
jijf. Bij de aanvang van
Aaktijkles wordt er infor-
0VJe verstrekt over het be-
de teelt en de uitvoe-
van de werkzaamheden,
He leerlingen onder toe
van de praktiikleraar
moeten verrichten. Öp het
bedrijf leert men bijv. sla
snijden, anjers poten enz. De
grote glastuinbouwgebieden
hebben als voordeel dat er
ook een grote variatie in
werkzaamheden mogelijk is.
De tijdens de praktijkles ver
strekte gegevens worden
door de leerlingen in een
verslag verwerkt. Het vak
techniek wordt in het derde
leerjaar zowel theoretisch als
praktisch gegeven. Het prak
tische gedeelte bestaat uit on
derhoud en afstellen van mo
toren en het lassen.
Niveau's
Al naar gelang de aanleg, be
langstelling en toekomstmo
gelijkheden van de leerling is
er een keuze mogelijk uit de
volgende niveau's. Het A-ni-
veau, dit is het minst zware
niveau dat voor een enkel
vak gegeven wordt. Het B-
niveau, dit is een zwaarder
niveau (ook wel het normale
niveau genoemd). Tot slot is
er het C-niveau, dit is er spe
ciaal voor leerlingen die door
willen stromen naar het Mid
delbaar beroepsonderwijs.
Het examenpakket
In het vierde leerjaar wordt
er een examenpakket samen
gesteld. De leerlingen kiezen
6 vakken plus een zevende
extra vak, waar men niet op
kan zakken. Er is een keuze
mogelijkheid uit de algemeen
vormende vakken en de va
krichtingen. In het pakket is
het vak Nederlands ver
plicht. Bij de samenstelling
van het examenpakket en
het niveau van de vakken
waarin examen gedaan
wordt is bepalend, de aanleg,
interesse en de behoefte om
een goede aansluiting op
eventueel vervolgonderwijs
te hebben..
Doorstroommoge
lijkheden
Met het C-diploma is een
leerling toelaatbaar aan alle
Middelbare Land- of Tuin
bouwscholen om de A-rich
ting te volgen (hiermee is
doorstromen naar Hoger
Agrarisch Onderwijs moge
lijk). Daarnaast is een leer
ling met een C-diploma toe
laatbaar aan elke andere
vorm van middelbaar be
roepsonderwijs, zoals bijv.
Middelbaar Laboratorium
Onderwijs, Middelbaar Eco
nomisch en Administratief
Onderwijs (M.E.A.O.). Met
het B-diploma is een leerling
toelaatbaar aan alle Middel
bare Land- en Tuinbouw
scholen om de B-richting te
volgen, de resultaten voor de
vakken dienen wel ruim vol
doende te zijn. De B-richting
is meer praktische opleiding
waarmee geen doorstroming
mogelijk is naar het Hoger
Agrarisch Onderwijs. Daar
naast kunnen de leerlingen
met een B-diploma doorstro
men naar het leerlingstelsel,
met daarop aansluitend het
cursusonderwijs. Leerlingen
die door hun aanleg het B-di
ploma niet kunnen halen,
kunnen met een A-diploma
het onderwijs vervolgen in
een leerlingenstelsel met een
assistentenopleiding.
Individueel Land
en Tuinbouwonder-
wijs
Deze vorm van onderwijs is
in het Westland nog niet op
grote schaal doorgevoerd.
Om voor de leerlingen in de
Land- en Tuinbouwsektor,
die door leer- of situatiemoei
lijkheden het B-niveau op de
Lagere Tuinbouwschool
(door bijv. het klassikale sy
steem) niet kunnen halen, is
er onderwijs in kleinere
groepen noodzakelijk. Hierbij
krijgen de leerlingen een
grotere individuele begelei
ding, waardoor ze niet in de
grote massa verloren gaan. In
samenwerking met de Prot.
Chr. Lagere Tuinbouwschool
en de R.-K. Lagere Tuin
bouwschool in Naaldwijk zal
er aan de R.-K. Lagere Tuin
bouwschool in Wateringen
een richting voor het Indivi
dueel Tuinbouwonderwijs
worden verbonden. De aan
vraag hiertoe is gehonoreerd
en geplaatst op het scholen
plan 19801982. Hierdoor is
een leemte in het agrarisch
onderwijs in het Westland
opgevangen.
Vakrichtingen en/of
Veralgemening
Vanaf 1970 is er een toene
mende belangstelling voor
het agrarisch onderwijs. Hier
zijn enkele oorzaken voor
aan te wijzen, n.l. het milieu
bewustzijn groeide, daarnaast
waren er tuinbouwscholen
waar er in de direkte omge
ving grote wooneenheden
ontstonden, met als gevolg
een grotere toeloop van leer
lingen die niet uit de agrari
sche sektor afkomstig waren.
Zo ontstonden de Stadstuin-
bouwscholen, die door de
nieuw ontstane situatie met
het oorspronkelijke vakken
pakket niet meer uit de voe
ten konden. Er werd als ge
volg hiervan gezocht naar
nieuwe vakinhouden zoals
Plantenteelt1 en Verwerking
en bijv. het vak Dierenhou-
derij. Zo zijn er thans twee
typen tuinbouwscholen ont
staan; de Produktie-Tuim-
bouwscholen, die op de
streek gericht zijn en waar
beroep en beroepsmentaliteit
duidelijk herkenbaar zijn,
daarnaast zijn er de scholen
met een veralgemening
(stadstuinbouwschool), waar
de specifieke vakrichtingen
verdwenen zijn.
Ontwikkelingen
Van overheidswege worden
de produktie-tuinbouwscho-
len ook in de gelegenheid ge
steld om over te gaan op de
invoering van de veralgeme
ning, hetgeen betekent dat de
specifieke vakrichtingen dan
verdwijnen. De produktie-
tuinbouwscholen houden
echter vast aan hun vakrich
tingen. Toch is het goed mo
gelijk dat binnen enkele ia-
ren niet alleen de afzonderlij
ke schoolbesturen en direk-
ties, maar het totale Tuin
bouwbedrijfsleven en de
Tuinbouworganisaties als
eenheid moeten optreden om
onderwijs te garanderen, dat
aan een persoonlijke en
maatschappelijke behoefte
beantwoordt. De vakrichtin
gen vormen een belangrijke
motivatiebron voor de leer
lingen die uit een produktie-
gebied komen (er zijn in het
algemeen toch al opmerkelijk
veel motivatieproblemen in
het onderwijs), deze vorm
van beroepsonderwijs wordt
gekozen omdat het een vorm
van onderwijs is die in nauw
kontakt staat met het be
drijfsleven.
Th. van der Valk
:hi|
3bfl Haag „Bij de toe-
-atjstige ontwikkeling van
vJsnijbloemenomzet en
1 t;de potplantenomzet zal
njchil moeten worden ge
ijkt met betrekking tot
thjeüing voor de klok en
bemiddelingsbureaus,
de alleen verschilt de
Lji in omzet in beide sec-
n, maar bovendien lig-
de problemen duidelijk
iel anders. Het functio-
m van de bemiddeling-
s reaus als alternatieve
vUmethode van potplan-
jeeft een duidelijk ver-
1 met de snijbloemenaf-
e zien. Evenwel zal ook
de potplantenafzet de
gingklok steeds pri-
moeten worden ge-
i een conclusie in een be-
Juwing over de afzetmoge-
Je den van bloemen en
f en aan de bloemenvei-
n op middellange ter*
ingesteld vanwege de
niging van Bloemenvei-
n in Nederland. Gesteld
t dat in tegenstelling tot
ncfijsvorming bij de veiling-
deze op de bemiddeling-
Sfaus enigermate ondoor-
•m ig is.
ïxlicurrentie
tr
gevaar van concurrentie
n het toenemend aantal
delingsbureaus wordt
geacht, omdat dit ten
gaat van de prijsvor-
voor de producent. De
LJng wordt geuit dat er
gestreefd moet worden
een concentratie van de
activiteiten van
imiddelingsbureaus, in de
a >mst bereikt kan worden,
tri vel een dergelijke con-
tie op veel weerstanden
oc stuiten is men toch van
Jtjng dat gelet op de huidi-
isn de te verwachten ont-
■r' elingen, deze mogelijk-
>P in de toekomst niet uit-
el ten moet worden.
rAigens is ook in afgelopen
een duidelijke toename
in de betekenis van
b imiddelingsbureaus, waar
bmmige dagen aanzienlijk
te potplanten werden ver-
al leid dan voor de veiling-
VBN OVER AFZETMOGELIJKHEDEN
Het oppotten van zaaigeraniums bij planten -
kwekerij Ammerlaan in Bleiswijk.
Ook aan de CCWS kon dat
worden vastgesteld. Aan pot
en perkplanten werden over
1979 een omzet bereikt van
67.027.066,68 hetgeen bijna
twintig miljoen gulden méér
is dan in 1978.
Hiervan werd voor een be
drag van f 37.523.330,95 ver
kocht via het bemiddelingsbu
reau hetgeen 11.767.279,60
meer is dan in 1978 of ruim 45
procent. Via de veilingklok
werd omgezet 29.503.735,73
aan pot- en perkplanten het
geen 7.606.268,28 meer is
dan in 1978 of ruim 34 pro
cent. Hieruit blijkt dus wel de
betekenis van het bemidde
lingsbureau bij de afzet.
In dat opzicht gaat de Honse-
lersdijkse veiling wel met de
tijd mee. In de beschouwing
van het VBN wordt verder
vastgesteld dat een groot ver
schil bestaat tussen de omzet
van snijbloemen en potplan
ten, door de behoefte aan
ruimte. Deze manifesteert
zich niet alleen bij de ver
werking aan de veiling, maar
evenzeer bii de aan- en afvoer
van produkten. Dat brengt
voor alle betrokkenen hogere
kosten met zich mee door ho
gere transportkosten voor
producenten en handelaren
en ook hoger exploitatiekos
ten voor de veiling. Per dui
zend gulden omzet is immers
een grotere ruimte nodig dan
voor snijbloemen.
Alternatief
Een ander verschil betreft het
functioneren van de hiervoor
genoemde bemiddelingsbure
aus als alternatieve verkoop-
methode.Bij de snijbloemen
spelen deze niet of nauwelijks
een rol. Volgens het rapport
zal qok voor de potplantenaf
zet de veiling primair moeten
worden gesteld. Wel kunnen
door de verkoop via het be
middelingsbureau extra afzet-
kansen worden aangegrepen.
Een goede klokfunctie maakt
dat de klokprijs als leiddraad
kan dienen voor de prijzen op
de bemiddelingsbureaus. Bij
de prijsvorming via de klok
gaat het om een confrontatie
van het totale aanbod op een
bepaald moment met een tota
le vraag. Hierdoor worden
prijsverschillen tussen de di
verse veilingen eerder zicht
baar en zullen deze daardoor
ook eerder verdwijnen. Bij de
bemiddelingsbureaus daaren
tegen gaat het om een klein
aantal aanbieders en een
klein aantal vragers. Daar
door is ook de prijsvorming
aan die bureaus enigermate
ondoorzichtig en dat maakt de
concurrentie tussen de ver
schillende bureaus volgens
het rapport tot een gevaar,
omdat dit ten koste kan gaan
van de prijsvorming.
Het gevaar is des te groter
omdat vermoed wordt dat het
aantal bemiddelingsbureaus,
namelijk die te Aalsmeer,
Honselersijk en Berkel en
omstreken, niet beperkt zal
bliiven. De vraag wordt dan
ook gesteld, of een concentra
tie van de commerciële activi
teiten van bemiddelingsbure
aus aan de veilingen niet be
perkt kan worden in combi
natie met meerdere inventari
satie- en afleveringspunten op
diverse veilingen.
De verschuiving van de pootdatum komt
in de aanvoer duidelijk tot uiting. De aan
voer van komkommers was tot op heden
kleiner als vorig jaar. De komende weken
zal de aanvoer wekelijks in betekenis toe
nemen. De export naar West-Duitsland is
echter nog van beperkte omvang. Grie
kenland is op het ogenblik de belangrijk
ste komkommerleverancier voor West-
Duitsland. In de periode van dinsdag 5 fe
bruari tot en met maandag 11 februari ex
porteerde dit land 1042 ton. De hoeveelhe
den die Griekenland exporteert zijn tot op
heden kleine? dan vorig jaar. De Commis
sie van de Europese Gemeenschappen
heeft met ingang van 8 februari de refe
rentie-prijs voor komkommers vastgesteld
voor de maand februari. In de periode
van 11 t/m 20 februari zal deze 263,85
per 100 kg. bedragen voor alle grootte-sor
teringen in klasse I, die verpakt zijn. In
de periode van 21 t/m 29 februari is de re
ferentie-prijs vastgesteld op 217,27. Deze
prijzen gelden voor in kassen geteelde
komkommers. Voor de Hollandse kom
kommers werden er de afgelopen prima
prijzen betaald. Voor de sortering 26/31
bedroeg de prijs 1,04 per stuk (vorig jaar
63 cent), voor de sortering 31/36 werd er
f 1,32 per stuk betaald (vorig jaar 86 cent)
en voor de sortering 36/41 was dit 1,59
per stuk (vorig jaar 1,03). Al met al is ei
dus sprake van een behoorlijk prijsver
schil. Voor de komende week wordt er op
een groter aanbod gerekend, de prijs zal
als gevolg hiervan een lichte daling on
dergaan.
Op de sla-markt is de situatie aanzienlijk
minder rooskleurig. Er werd in de afgelo
pen week tegen doordraaiprijzen gesne
den. De gemiddelde prijs was al laag,
maar hij daalde nog verder en kwam op
20 cent per krop te liggen. Deze verslech
tering valt vooral toe te schrijven aan het
verder toegenomen binnenlandse aanbod.
Frankrijk bleef echter stevig doorconcur-
reren, want in de periode van dinsdag 5
febr. t/m maandag 11 februari was dit
land weer goed voor 863 ton sla (vorig jaar
408 ton). De aanvoer op de binnenlandse
markt lijkt wat te stabiliseren, of dit tot
hogere prijzen zal bijdragen is echter nog
maar de vraag.
Hoewel de aanvoer van spruiten nog
steeds behoorlijk genoemd mag worden,
lijkt het moment gekomen dat het aanbod
af zal gaan nemen. Door het zeer zachte
winterweer loopt de kwaliteit van de
spruiten gevaar. Ze worden bij hoge tem
peraturen namelijk losser. De gemiddelde
prijs lag op 1,34 per kilo. Voor de beste
sorteringen zullen er goede prijzen betaald
worden, priizen die boven de 2 gulden per
kilo liggen lijken niet uitgesloten. De wit-
Dank zij de zachte winter voor hem minder werk.
lofprijs zit nog steeds in de tang. Het aan
bod blijft voor het mooi te omvangrijk. De
gemiddelde prijs lag op 1,28 per kilo.
Veel verbetering lijkt er voor de komende
week nog niet in te zitten. Het aanbod van
waspeen is groeiende, als gevolg hiervan
neemt de prijsdruk toe. De gemiddelde
prijs bedroeg 64 cent per kilo. De prijs
lijkt nog iets verder te dalen. Raapstelen
werden weer wat beter betaald als twee
weken terug. Per bosje bracht dit gewas
gemiddeld 30 cent op. Er is voor dit gewas
een beperkte markt, daardoor raakt de
markt snel overvoerd. Een zeer grillig
prijsverloop is hiervan vaak het gevolg.
Voor andijvie veranderde de prijs niet
veel. De gemiddelde prijs lag op f 2,47 per
kilo. Aanvoer en prijspeil lijken weinig te
veranderen. De belangstelling voor radijs
was goed, want eind vorige week lag de
gemiddelde prijs op 1,31 per bos. Door
het toch wel uitzonderlijk zachte winter
weer zal de groei van dit gewas sneller
verlopen. Het aanbod zal wat sneller
groeien, daarnaast mag er ook op een
groeiende vraag gerekend worden. De
markt voor radijs lijkt daarom weinig te
veranderen.
Er was afgelopen week een aanzwellende
bloemenstroom aan de Honselersdijkse
veiling. Er waren bepaalde uitschieters
maar van vrijwel alle produkten was er
een groter aanbod, niet alleen vergeleken
bij de winterse week van het vorig jaar,
maar ook tegenover voorgaande week.
Om maar enkele te noemen, de ruim ne
gen miljoen fresia's overtroffen met rond
de drie miljoen de aanvoer van vorig jaar.
De milde weersomstandigheden waren
uiteraard van veel invloed. Ruimer was
ook de aanvoer van gerbera's die dicht bij
het miljoen kwam. Zowel grote- als kleine
rozen waren van veel betekenis. Ook de
importbloemen namen een ruimere plaats
in. Ondanks dat alles kunnen in het alge
meen de prijzen bevredigend worden ge
noemd, maar met het snijgroen wil het
nog steeds niet best gaan, om het niet ster
ker negatief uit te drukken. Men ver
wacht dan ook dat er een omschakeling
zal plaatsvinden naar andere bloemsoor
ten.
Vooral in de eerste dagen van afgelopen
week nam het bloemenaanbod aan de
CCWS sterk toe.
Valentijndag heeft overal wel een duide
lijk stempel gezet en de handel bleek be
reid om veel af te nemen en toch behoor
lijk te betalen. Er mag dus worden gecon
stateerd dat de maand februari het tot
dusver niet slecht doet.
De potplanten bleven goed aan de markt,
komen met totaal 816.620 tegenover nog
geen 600.000 in dezelfde week van het vo
rig jaar.
Er is momenteel ook een vrij grote aan
voer van orchideeën maar de prijzen vie
len vooral de laatste dagen van afgelopen
week niet mee.
Sinds 1 januari van dit jaar is bij het ver
handelen het bemiddelingsbureau inge
schakeld waarbij ongeveer 25 procent
middels het bureau en het overige deel
gewoon over de veiling gaat. De nieuwe
speciale verpakkingsmethode schijnt be
vredigende resultaten op te leveren. On
danks de gestegen aanvoer van gerbera's
lagen de prijzen toch wel hoger dan vorig
jaar. Met de bolbloemen ging het nog rus
tig aan hoewel in Aalsmeer het aanbod
goed op gang is gekomen. De chrysanten
bleven wat de jaarrond betreft op hetzelf
de peil van vorig jaar doch nam voor de
geplozen soort sterk af.
Bij een aanvoer van 28.868.608 bos of
stuks bedroeg de omzet aan de CCWS af
gelopen week 14.905.633,37 tegenover
een aanvoer van 24.193.496 bos of stuks in
dezelfde week van het vorig jaar en om-
zetbedrag van 11.296.693,39. Wat gemid
delde prijzen met tussen haakjes die van
dezelfde week vorig jaar zijn: Amerikaan
se anjers 45(37), trosanjers 40(28), anthuri-
ums 1,85(1,26), snijgroen 19(20), jaarrond
troschrysanten 87(68), idem geplozen
96(73), normaal 2,90(2,06), geplozen nor
maal 96(73), fresia 30(34), gerbera 30(34),
gladiolen 19(22), leliekelken 88(1,08), lelie-
takken 1,03(89), irissen 28(29), cymbidium
groot 60(65), idem klein 34(26), grote rozen
88(91), idem klein 54(54), sonia 77(79), red
garnette 43(43), tulpen 24(18). Dan wat de
importbloemen betreft, trosanjers 50(39)
waarbij kan worden geconstateerd dat de
kwaliteit van deze bloemen uit Israël zich
iets begint te verbeteren. Grootbloemige
rozen 93(1,02), idem klein 1,02(73). De im
port statice liep van 86 tot 2,20.
Er kan deze week bij de vooijaarstempe-
ratuur een toename worden verwacht van
bloemsoorten waarbij vooral ook de bol
bloemen aan hun trekken zullen komen.
Er moet wel worden geconstateerd dat de
.toestand van de chrysanten achteruit
gaande is, hetgeen overigens een normaal
verschijnsel van het jaar is. Maar in totaal
waren er toch altijd nog bijna vier miljoen
waarvan de jaarrond trossoort er 3 1/2
miljoen leverde.
Voor het bollenvak zijn de tijden van spe
culaties, voorspellingen en geruchten
weer voorbij. Wat de beplante oppervlak
ten betreft weet men waar men aan toe is.
De beplante oppervlakte tulpen was al
eerder bekend en nu zijn de gegevens
over de arealen van hyacinten, narcissen,
irissen, crocussen en enkele bijgoedartike
len bekend geworden. Dat wil zeggen: in
grote lijnen want de exacte gegevens vol
gen pas eind van deze week. Maar die
grote lijnen zeggen al heel wat! Zo zijn de
beplante oppervlakten van hyacinten,
narcissen, irissen en crocussen ingekrom
pen. Bij hyacinten is sprake van een lichte
teruggang, bij de narcissen was de krimp
eveneens niet erg de moeite waard, maar
bij crocussen en irissen gaat het om per
centages van 51/2 en 41/2 en dat is de
moeite nog wel waard.
Dat het areaal van de hyacinten een te
ruggang zou vertonen, lag in de lijn van
de verwachtingen. De prijzen van de bol
len waren in de zomer van 1979 hoog tot
zeer hoog ook voor de kleinere maten.
Dat heeft vele kwekers er toe verleid om
ook de kleinere maten die men anders
voor plantgoed gebruikte, maar een baas
te geven. Want wat je hèbt, dat kan je tel
len. Toch had men over het algemeen een
grotere krimp verwacht dan van 1,18%
voor de meerjarigen en van 2.44% voor de
geholde en gesneden bollen.
Was er in 1979 bij de narcissen nog een
kleine uitbreiding (1 1/2%) geregistreerd,
dit jaar liep het areaal terug met 0,65%.
Dat is de moeite van het noemen nauwe--
lijks waard. Vermoedelijk is de krimp ook
wel een gevolg van de trage handel in de
„kleurtes" zoals vrijwel alle niet-trompet-
ten worden genoemd. Ook vandaag is de
handel in deze narcissen graag, terwijl
gele trompetten zoals Golden Harvest en
de gele grootkronige Carlton er uitlopen
met een aantal botanische narcisjes, die in
hoofdzaak voor tuinbeplanting worden
gebruikt.
Met de irissen ging het in 1979 slecht tot
zeer slecht. Vorig jaar had men ten op
zichte van 1978 gezorgd voor een uitbrei
ding van bijna 6% en dat deed menige
kweker het hart met beide handen vast
houden. Niet ten onrechte naar later
bleek. Want in het seizoen 1979 kon men
de bollen kopen voor de bekende appel en
het even vermaarde ei. Dat was mede een
gevolg van de grote concurrentie die men
ondervond door massale importen van
Statice uit Israël. Voorheen was de iris
vrijwel het enige blauw getinte artikel in
de wintermaanden, maar de Statice gooi
de roet in het eten. Brachten toen de iris
bloemen en de Statice weinig op, de laat
ste maanden is daarin een sterke verbete
ring gekomen. De bloemen van de irissen
zijn beslist duur. Oorzaak: de Statice-im-
port is veel kleiner. Het gerucht wil dat
men in Israël 40% minder van dit artikel
heeft geplant, omdat er vorig jaar ook
geen droog brood mee te verdienen viel.
Met Statice is uitbreiding echter zo weer
gebeurd. Men zaait, verspeent de plantjes
en een paar maanden later heb ie bloe
men. Het is dus een zaak van zaad zaaien
en je kunt bunders en nog eens bunders
planten. De Israëlische kwekers hebben
ervaren dat ook de Statice niet tot in de
hemel groeien. Een beperkt aanbod wordt
graag opgenomen tegen goede prijzen,
maar aan massa kan geen enkele partij
iets verdienen.
Crocussen zijn een artikel dat de laatste
jaren gewoon goud geld heeft opgebracht
Zelfs de allerkleinste maten werden graag
gekocht tegen hoge prijzen en de handel
heeft stad en land afgelopen om de laatste
knollen te kunnen kopen. Daarom is het
een tikkeltje verwonderlijk dat het areaal
(net bijna 6% is gekrompen. Zou er niet
voldoende plantgoed te koop zijn geweest?
In ieder geval is de handel in dit artikel
tot nu toe erg gaag geweest. Ook in de
zgn. voorverkopen zijn weer uitstekende
noteringen gemaakt. Nu moet men het
weer niet te bont gaan maken, want dan
prijst men zichzelf weer uit de markt. Als
een artikel zo duur wordt dat de handel er
geen cent meer aan verdienen kan, „ver
geet" de export om ze aan te bieden. En
als de exporteurs er niet meer mee willen
werken, loopt de vraag natuurlijk snel
weer terug. En dan beginnen de feeste
lijkheden weer van voren af aan.
Het enige artikel dat flink in oppervlakte
toenam waren de Sieruien, de Alliums. Er
is een groei geregistreerd van maar liefst
14%. Nu zal dat wel in hoofdzaak betrek
king hebben op de grootbloemige snijsoor->
ten, die de laatste jaren zeer „en vogue"
zijn. Veel kwaad zal deze uitbreiding ver
moedelijk niet kunnen. Als snijbloem zijn
deze Steruien zeer gewild en daar zal het
lange vaasleven niet vreemd aan zijn. Bo
vendien kunnen ze heel goed tegen lang
durig bewaren in de koelcel en.dat is ook
een groot voordeel.
Verder zien we dat de oppervlakte van de
Blauwe Druifjes (Muscari) ook is gekrom
pen en wel met 6 1/2%, van de Chionodo-
xa (Sneeuwroem) is eveneens ruim 6%
minder opgeplant en van een vrij onbe
langrijk bijgoedartikeltje als Puschkinia is
bijna 10% meer opgeplant. Als dat maar
weer niet te veel van het goede is.