Vakrichtingen belangrijke motivatiebron voor leerlingen, die komen uit produktiegebieden Verschil maken tussen veilen voor de klok en bemiddelings bureaus KOMKOMMERHANDEL LOOPT OP ROLLETJES VOORJAARSBLOEMENSTROOM ZWELT AAN BOLLENVAK GERUST: AREALEN GEKROMPEN -JD EN TUINBOUW KCjI leid.se courant maandag 18 februari 1980 pagina 9 pc I N HAAG Wie zijn kinderen na de basis- ooi lager agrarisch onderwijs wil laten vol- i kan verschillende kanten op. Allereerst i deze vorm van onderwijs ingedeeld wor- in vier schooltypen, te weten; de Lagere 1 schoolplan zit als *t in elkaar. De eer- twee jaren zijn )0^gjaren, die bij alle men van voortgezet lerwijs te vinden zijn. t zijn twee jaren erin er algemeen vor- perfcd onderwijs gegeven *4dt. Het vakkenpak- f voor het eerste jaar ie, pat Godsdienst, derlands, Engels, Moderne Wis- Rekenen, Aard- P^kunde, Geschiede- n. I Biologie, Natuur- óflde, Handvaardig- p (algemene technie- d, I), Tekenen, Muziek Gymnastiek. In het Jede leerjaar wordt ;atgi pakket aangevuld maf de vakken; Schei- zcjide, theorie Groente- afp Bloementeelt, Bo- %kunde en Bemes- Jze0"*sleer, Handelsken- g Maatschappijleer en ar Ihniek. Hieruit blijkt en er een groot aantal aan bod komen. -j1! school zijn er kleine grkchillen in het vak- in apakket mogelijk. ingang van het derde Bar wordt er naast het tenlneen vormend onderwijs t kjrkt aan een theoretische iee|raktische voorbereiding laniet beroep. Er wordt dan oijveek 2 uur theorie en 2 (epraktijk per vakrichting De leerlingen heb- zo'de mogelijkheid om uit vakrichtingen te vefcn, n.l. Groenteteelt, Bloemsier- di Tuinbouwscholen, de Lagere Landbouwscho len, de Lagere Bosbouwscholen (cultuurtech niek/landschapsbeheer) en de scholen met de richting Technologie, waaronder de levensmid delenindustrie valt. BIJ LAGER AGRARISCH ONDERWIJS l(|t en Aanleg en Onder- .J. Er is een combinatie mdtwee vakrichtingen mo- dp, bijvoorbeeld, Groente- iet en Bloementeelt. Dat sent dan dat er per week r theorie en 4 uur prak- aan deze vakrichtingen ouded wordt. Daarnaast wèn de leerlingen het vak niek dat ook weer uit E^-ie en praktijk bestaat. iktijklessen deze lessen worden de fingen met het gekozen lep geconfronteerd. De iring wijst uit dat de leer- en na de 2 brugjaren met lousiasme naar deze les- .ja hebben uitgekeken. Ze jAen nu naast de theoreti- epf lessen ook werkelijk kritisch aan de slag. De uit- re|ing van de praktijklessen als volgt; de leerlingen ,SA in groepjes van onge- h2 onder leiding van praktijkleraar naar een jijf. Bij de aanvang van Aaktijkles wordt er infor- 0VJe verstrekt over het be- de teelt en de uitvoe- van de werkzaamheden, He leerlingen onder toe van de praktiikleraar moeten verrichten. Öp het bedrijf leert men bijv. sla snijden, anjers poten enz. De grote glastuinbouwgebieden hebben als voordeel dat er ook een grote variatie in werkzaamheden mogelijk is. De tijdens de praktijkles ver strekte gegevens worden door de leerlingen in een verslag verwerkt. Het vak techniek wordt in het derde leerjaar zowel theoretisch als praktisch gegeven. Het prak tische gedeelte bestaat uit on derhoud en afstellen van mo toren en het lassen. Niveau's Al naar gelang de aanleg, be langstelling en toekomstmo gelijkheden van de leerling is er een keuze mogelijk uit de volgende niveau's. Het A-ni- veau, dit is het minst zware niveau dat voor een enkel vak gegeven wordt. Het B- niveau, dit is een zwaarder niveau (ook wel het normale niveau genoemd). Tot slot is er het C-niveau, dit is er spe ciaal voor leerlingen die door willen stromen naar het Mid delbaar beroepsonderwijs. Het examenpakket In het vierde leerjaar wordt er een examenpakket samen gesteld. De leerlingen kiezen 6 vakken plus een zevende extra vak, waar men niet op kan zakken. Er is een keuze mogelijkheid uit de algemeen vormende vakken en de va krichtingen. In het pakket is het vak Nederlands ver plicht. Bij de samenstelling van het examenpakket en het niveau van de vakken waarin examen gedaan wordt is bepalend, de aanleg, interesse en de behoefte om een goede aansluiting op eventueel vervolgonderwijs te hebben.. Doorstroommoge lijkheden Met het C-diploma is een leerling toelaatbaar aan alle Middelbare Land- of Tuin bouwscholen om de A-rich ting te volgen (hiermee is doorstromen naar Hoger Agrarisch Onderwijs moge lijk). Daarnaast is een leer ling met een C-diploma toe laatbaar aan elke andere vorm van middelbaar be roepsonderwijs, zoals bijv. Middelbaar Laboratorium Onderwijs, Middelbaar Eco nomisch en Administratief Onderwijs (M.E.A.O.). Met het B-diploma is een leerling toelaatbaar aan alle Middel bare Land- en Tuinbouw scholen om de B-richting te volgen, de resultaten voor de vakken dienen wel ruim vol doende te zijn. De B-richting is meer praktische opleiding waarmee geen doorstroming mogelijk is naar het Hoger Agrarisch Onderwijs. Daar naast kunnen de leerlingen met een B-diploma doorstro men naar het leerlingstelsel, met daarop aansluitend het cursusonderwijs. Leerlingen die door hun aanleg het B-di ploma niet kunnen halen, kunnen met een A-diploma het onderwijs vervolgen in een leerlingenstelsel met een assistentenopleiding. Individueel Land en Tuinbouwonder- wijs Deze vorm van onderwijs is in het Westland nog niet op grote schaal doorgevoerd. Om voor de leerlingen in de Land- en Tuinbouwsektor, die door leer- of situatiemoei lijkheden het B-niveau op de Lagere Tuinbouwschool (door bijv. het klassikale sy steem) niet kunnen halen, is er onderwijs in kleinere groepen noodzakelijk. Hierbij krijgen de leerlingen een grotere individuele begelei ding, waardoor ze niet in de grote massa verloren gaan. In samenwerking met de Prot. Chr. Lagere Tuinbouwschool en de R.-K. Lagere Tuin bouwschool in Naaldwijk zal er aan de R.-K. Lagere Tuin bouwschool in Wateringen een richting voor het Indivi dueel Tuinbouwonderwijs worden verbonden. De aan vraag hiertoe is gehonoreerd en geplaatst op het scholen plan 19801982. Hierdoor is een leemte in het agrarisch onderwijs in het Westland opgevangen. Vakrichtingen en/of Veralgemening Vanaf 1970 is er een toene mende belangstelling voor het agrarisch onderwijs. Hier zijn enkele oorzaken voor aan te wijzen, n.l. het milieu bewustzijn groeide, daarnaast waren er tuinbouwscholen waar er in de direkte omge ving grote wooneenheden ontstonden, met als gevolg een grotere toeloop van leer lingen die niet uit de agrari sche sektor afkomstig waren. Zo ontstonden de Stadstuin- bouwscholen, die door de nieuw ontstane situatie met het oorspronkelijke vakken pakket niet meer uit de voe ten konden. Er werd als ge volg hiervan gezocht naar nieuwe vakinhouden zoals Plantenteelt1 en Verwerking en bijv. het vak Dierenhou- derij. Zo zijn er thans twee typen tuinbouwscholen ont staan; de Produktie-Tuim- bouwscholen, die op de streek gericht zijn en waar beroep en beroepsmentaliteit duidelijk herkenbaar zijn, daarnaast zijn er de scholen met een veralgemening (stadstuinbouwschool), waar de specifieke vakrichtingen verdwenen zijn. Ontwikkelingen Van overheidswege worden de produktie-tuinbouwscho- len ook in de gelegenheid ge steld om over te gaan op de invoering van de veralgeme ning, hetgeen betekent dat de specifieke vakrichtingen dan verdwijnen. De produktie- tuinbouwscholen houden echter vast aan hun vakrich tingen. Toch is het goed mo gelijk dat binnen enkele ia- ren niet alleen de afzonderlij ke schoolbesturen en direk- ties, maar het totale Tuin bouwbedrijfsleven en de Tuinbouworganisaties als eenheid moeten optreden om onderwijs te garanderen, dat aan een persoonlijke en maatschappelijke behoefte beantwoordt. De vakrichtin gen vormen een belangrijke motivatiebron voor de leer lingen die uit een produktie- gebied komen (er zijn in het algemeen toch al opmerkelijk veel motivatieproblemen in het onderwijs), deze vorm van beroepsonderwijs wordt gekozen omdat het een vorm van onderwijs is die in nauw kontakt staat met het be drijfsleven. Th. van der Valk :hi| 3bfl Haag „Bij de toe- -atjstige ontwikkeling van vJsnijbloemenomzet en 1 t;de potplantenomzet zal njchil moeten worden ge ijkt met betrekking tot thjeüing voor de klok en bemiddelingsbureaus, de alleen verschilt de Lji in omzet in beide sec- n, maar bovendien lig- de problemen duidelijk iel anders. Het functio- m van de bemiddeling- s reaus als alternatieve vUmethode van potplan- jeeft een duidelijk ver- 1 met de snijbloemenaf- e zien. Evenwel zal ook de potplantenafzet de gingklok steeds pri- moeten worden ge- i een conclusie in een be- Juwing over de afzetmoge- Je den van bloemen en f en aan de bloemenvei- n op middellange ter* ingesteld vanwege de niging van Bloemenvei- n in Nederland. Gesteld t dat in tegenstelling tot ncfijsvorming bij de veiling- deze op de bemiddeling- Sfaus enigermate ondoor- •m ig is. ïxlicurrentie tr gevaar van concurrentie n het toenemend aantal delingsbureaus wordt geacht, omdat dit ten gaat van de prijsvor- voor de producent. De LJng wordt geuit dat er gestreefd moet worden een concentratie van de activiteiten van imiddelingsbureaus, in de a >mst bereikt kan worden, tri vel een dergelijke con- tie op veel weerstanden oc stuiten is men toch van Jtjng dat gelet op de huidi- isn de te verwachten ont- ■r' elingen, deze mogelijk- >P in de toekomst niet uit- el ten moet worden. rAigens is ook in afgelopen een duidelijke toename in de betekenis van b imiddelingsbureaus, waar bmmige dagen aanzienlijk te potplanten werden ver- al leid dan voor de veiling- VBN OVER AFZETMOGELIJKHEDEN Het oppotten van zaaigeraniums bij planten - kwekerij Ammerlaan in Bleiswijk. Ook aan de CCWS kon dat worden vastgesteld. Aan pot en perkplanten werden over 1979 een omzet bereikt van 67.027.066,68 hetgeen bijna twintig miljoen gulden méér is dan in 1978. Hiervan werd voor een be drag van f 37.523.330,95 ver kocht via het bemiddelingsbu reau hetgeen 11.767.279,60 meer is dan in 1978 of ruim 45 procent. Via de veilingklok werd omgezet 29.503.735,73 aan pot- en perkplanten het geen 7.606.268,28 meer is dan in 1978 of ruim 34 pro cent. Hieruit blijkt dus wel de betekenis van het bemidde lingsbureau bij de afzet. In dat opzicht gaat de Honse- lersdijkse veiling wel met de tijd mee. In de beschouwing van het VBN wordt verder vastgesteld dat een groot ver schil bestaat tussen de omzet van snijbloemen en potplan ten, door de behoefte aan ruimte. Deze manifesteert zich niet alleen bij de ver werking aan de veiling, maar evenzeer bii de aan- en afvoer van produkten. Dat brengt voor alle betrokkenen hogere kosten met zich mee door ho gere transportkosten voor producenten en handelaren en ook hoger exploitatiekos ten voor de veiling. Per dui zend gulden omzet is immers een grotere ruimte nodig dan voor snijbloemen. Alternatief Een ander verschil betreft het functioneren van de hiervoor genoemde bemiddelingsbure aus als alternatieve verkoop- methode.Bij de snijbloemen spelen deze niet of nauwelijks een rol. Volgens het rapport zal qok voor de potplantenaf zet de veiling primair moeten worden gesteld. Wel kunnen door de verkoop via het be middelingsbureau extra afzet- kansen worden aangegrepen. Een goede klokfunctie maakt dat de klokprijs als leiddraad kan dienen voor de prijzen op de bemiddelingsbureaus. Bij de prijsvorming via de klok gaat het om een confrontatie van het totale aanbod op een bepaald moment met een tota le vraag. Hierdoor worden prijsverschillen tussen de di verse veilingen eerder zicht baar en zullen deze daardoor ook eerder verdwijnen. Bij de bemiddelingsbureaus daaren tegen gaat het om een klein aantal aanbieders en een klein aantal vragers. Daar door is ook de prijsvorming aan die bureaus enigermate ondoorzichtig en dat maakt de concurrentie tussen de ver schillende bureaus volgens het rapport tot een gevaar, omdat dit ten koste kan gaan van de prijsvorming. Het gevaar is des te groter omdat vermoed wordt dat het aantal bemiddelingsbureaus, namelijk die te Aalsmeer, Honselersijk en Berkel en omstreken, niet beperkt zal bliiven. De vraag wordt dan ook gesteld, of een concentra tie van de commerciële activi teiten van bemiddelingsbure aus aan de veilingen niet be perkt kan worden in combi natie met meerdere inventari satie- en afleveringspunten op diverse veilingen. De verschuiving van de pootdatum komt in de aanvoer duidelijk tot uiting. De aan voer van komkommers was tot op heden kleiner als vorig jaar. De komende weken zal de aanvoer wekelijks in betekenis toe nemen. De export naar West-Duitsland is echter nog van beperkte omvang. Grie kenland is op het ogenblik de belangrijk ste komkommerleverancier voor West- Duitsland. In de periode van dinsdag 5 fe bruari tot en met maandag 11 februari ex porteerde dit land 1042 ton. De hoeveelhe den die Griekenland exporteert zijn tot op heden kleine? dan vorig jaar. De Commis sie van de Europese Gemeenschappen heeft met ingang van 8 februari de refe rentie-prijs voor komkommers vastgesteld voor de maand februari. In de periode van 11 t/m 20 februari zal deze 263,85 per 100 kg. bedragen voor alle grootte-sor teringen in klasse I, die verpakt zijn. In de periode van 21 t/m 29 februari is de re ferentie-prijs vastgesteld op 217,27. Deze prijzen gelden voor in kassen geteelde komkommers. Voor de Hollandse kom kommers werden er de afgelopen prima prijzen betaald. Voor de sortering 26/31 bedroeg de prijs 1,04 per stuk (vorig jaar 63 cent), voor de sortering 31/36 werd er f 1,32 per stuk betaald (vorig jaar 86 cent) en voor de sortering 36/41 was dit 1,59 per stuk (vorig jaar 1,03). Al met al is ei dus sprake van een behoorlijk prijsver schil. Voor de komende week wordt er op een groter aanbod gerekend, de prijs zal als gevolg hiervan een lichte daling on dergaan. Op de sla-markt is de situatie aanzienlijk minder rooskleurig. Er werd in de afgelo pen week tegen doordraaiprijzen gesne den. De gemiddelde prijs was al laag, maar hij daalde nog verder en kwam op 20 cent per krop te liggen. Deze verslech tering valt vooral toe te schrijven aan het verder toegenomen binnenlandse aanbod. Frankrijk bleef echter stevig doorconcur- reren, want in de periode van dinsdag 5 febr. t/m maandag 11 februari was dit land weer goed voor 863 ton sla (vorig jaar 408 ton). De aanvoer op de binnenlandse markt lijkt wat te stabiliseren, of dit tot hogere prijzen zal bijdragen is echter nog maar de vraag. Hoewel de aanvoer van spruiten nog steeds behoorlijk genoemd mag worden, lijkt het moment gekomen dat het aanbod af zal gaan nemen. Door het zeer zachte winterweer loopt de kwaliteit van de spruiten gevaar. Ze worden bij hoge tem peraturen namelijk losser. De gemiddelde prijs lag op 1,34 per kilo. Voor de beste sorteringen zullen er goede prijzen betaald worden, priizen die boven de 2 gulden per kilo liggen lijken niet uitgesloten. De wit- Dank zij de zachte winter voor hem minder werk. lofprijs zit nog steeds in de tang. Het aan bod blijft voor het mooi te omvangrijk. De gemiddelde prijs lag op 1,28 per kilo. Veel verbetering lijkt er voor de komende week nog niet in te zitten. Het aanbod van waspeen is groeiende, als gevolg hiervan neemt de prijsdruk toe. De gemiddelde prijs bedroeg 64 cent per kilo. De prijs lijkt nog iets verder te dalen. Raapstelen werden weer wat beter betaald als twee weken terug. Per bosje bracht dit gewas gemiddeld 30 cent op. Er is voor dit gewas een beperkte markt, daardoor raakt de markt snel overvoerd. Een zeer grillig prijsverloop is hiervan vaak het gevolg. Voor andijvie veranderde de prijs niet veel. De gemiddelde prijs lag op f 2,47 per kilo. Aanvoer en prijspeil lijken weinig te veranderen. De belangstelling voor radijs was goed, want eind vorige week lag de gemiddelde prijs op 1,31 per bos. Door het toch wel uitzonderlijk zachte winter weer zal de groei van dit gewas sneller verlopen. Het aanbod zal wat sneller groeien, daarnaast mag er ook op een groeiende vraag gerekend worden. De markt voor radijs lijkt daarom weinig te veranderen. Er was afgelopen week een aanzwellende bloemenstroom aan de Honselersdijkse veiling. Er waren bepaalde uitschieters maar van vrijwel alle produkten was er een groter aanbod, niet alleen vergeleken bij de winterse week van het vorig jaar, maar ook tegenover voorgaande week. Om maar enkele te noemen, de ruim ne gen miljoen fresia's overtroffen met rond de drie miljoen de aanvoer van vorig jaar. De milde weersomstandigheden waren uiteraard van veel invloed. Ruimer was ook de aanvoer van gerbera's die dicht bij het miljoen kwam. Zowel grote- als kleine rozen waren van veel betekenis. Ook de importbloemen namen een ruimere plaats in. Ondanks dat alles kunnen in het alge meen de prijzen bevredigend worden ge noemd, maar met het snijgroen wil het nog steeds niet best gaan, om het niet ster ker negatief uit te drukken. Men ver wacht dan ook dat er een omschakeling zal plaatsvinden naar andere bloemsoor ten. Vooral in de eerste dagen van afgelopen week nam het bloemenaanbod aan de CCWS sterk toe. Valentijndag heeft overal wel een duide lijk stempel gezet en de handel bleek be reid om veel af te nemen en toch behoor lijk te betalen. Er mag dus worden gecon stateerd dat de maand februari het tot dusver niet slecht doet. De potplanten bleven goed aan de markt, komen met totaal 816.620 tegenover nog geen 600.000 in dezelfde week van het vo rig jaar. Er is momenteel ook een vrij grote aan voer van orchideeën maar de prijzen vie len vooral de laatste dagen van afgelopen week niet mee. Sinds 1 januari van dit jaar is bij het ver handelen het bemiddelingsbureau inge schakeld waarbij ongeveer 25 procent middels het bureau en het overige deel gewoon over de veiling gaat. De nieuwe speciale verpakkingsmethode schijnt be vredigende resultaten op te leveren. On danks de gestegen aanvoer van gerbera's lagen de prijzen toch wel hoger dan vorig jaar. Met de bolbloemen ging het nog rus tig aan hoewel in Aalsmeer het aanbod goed op gang is gekomen. De chrysanten bleven wat de jaarrond betreft op hetzelf de peil van vorig jaar doch nam voor de geplozen soort sterk af. Bij een aanvoer van 28.868.608 bos of stuks bedroeg de omzet aan de CCWS af gelopen week 14.905.633,37 tegenover een aanvoer van 24.193.496 bos of stuks in dezelfde week van het vorig jaar en om- zetbedrag van 11.296.693,39. Wat gemid delde prijzen met tussen haakjes die van dezelfde week vorig jaar zijn: Amerikaan se anjers 45(37), trosanjers 40(28), anthuri- ums 1,85(1,26), snijgroen 19(20), jaarrond troschrysanten 87(68), idem geplozen 96(73), normaal 2,90(2,06), geplozen nor maal 96(73), fresia 30(34), gerbera 30(34), gladiolen 19(22), leliekelken 88(1,08), lelie- takken 1,03(89), irissen 28(29), cymbidium groot 60(65), idem klein 34(26), grote rozen 88(91), idem klein 54(54), sonia 77(79), red garnette 43(43), tulpen 24(18). Dan wat de importbloemen betreft, trosanjers 50(39) waarbij kan worden geconstateerd dat de kwaliteit van deze bloemen uit Israël zich iets begint te verbeteren. Grootbloemige rozen 93(1,02), idem klein 1,02(73). De im port statice liep van 86 tot 2,20. Er kan deze week bij de vooijaarstempe- ratuur een toename worden verwacht van bloemsoorten waarbij vooral ook de bol bloemen aan hun trekken zullen komen. Er moet wel worden geconstateerd dat de .toestand van de chrysanten achteruit gaande is, hetgeen overigens een normaal verschijnsel van het jaar is. Maar in totaal waren er toch altijd nog bijna vier miljoen waarvan de jaarrond trossoort er 3 1/2 miljoen leverde. Voor het bollenvak zijn de tijden van spe culaties, voorspellingen en geruchten weer voorbij. Wat de beplante oppervlak ten betreft weet men waar men aan toe is. De beplante oppervlakte tulpen was al eerder bekend en nu zijn de gegevens over de arealen van hyacinten, narcissen, irissen, crocussen en enkele bijgoedartike len bekend geworden. Dat wil zeggen: in grote lijnen want de exacte gegevens vol gen pas eind van deze week. Maar die grote lijnen zeggen al heel wat! Zo zijn de beplante oppervlakten van hyacinten, narcissen, irissen en crocussen ingekrom pen. Bij hyacinten is sprake van een lichte teruggang, bij de narcissen was de krimp eveneens niet erg de moeite waard, maar bij crocussen en irissen gaat het om per centages van 51/2 en 41/2 en dat is de moeite nog wel waard. Dat het areaal van de hyacinten een te ruggang zou vertonen, lag in de lijn van de verwachtingen. De prijzen van de bol len waren in de zomer van 1979 hoog tot zeer hoog ook voor de kleinere maten. Dat heeft vele kwekers er toe verleid om ook de kleinere maten die men anders voor plantgoed gebruikte, maar een baas te geven. Want wat je hèbt, dat kan je tel len. Toch had men over het algemeen een grotere krimp verwacht dan van 1,18% voor de meerjarigen en van 2.44% voor de geholde en gesneden bollen. Was er in 1979 bij de narcissen nog een kleine uitbreiding (1 1/2%) geregistreerd, dit jaar liep het areaal terug met 0,65%. Dat is de moeite van het noemen nauwe-- lijks waard. Vermoedelijk is de krimp ook wel een gevolg van de trage handel in de „kleurtes" zoals vrijwel alle niet-trompet- ten worden genoemd. Ook vandaag is de handel in deze narcissen graag, terwijl gele trompetten zoals Golden Harvest en de gele grootkronige Carlton er uitlopen met een aantal botanische narcisjes, die in hoofdzaak voor tuinbeplanting worden gebruikt. Met de irissen ging het in 1979 slecht tot zeer slecht. Vorig jaar had men ten op zichte van 1978 gezorgd voor een uitbrei ding van bijna 6% en dat deed menige kweker het hart met beide handen vast houden. Niet ten onrechte naar later bleek. Want in het seizoen 1979 kon men de bollen kopen voor de bekende appel en het even vermaarde ei. Dat was mede een gevolg van de grote concurrentie die men ondervond door massale importen van Statice uit Israël. Voorheen was de iris vrijwel het enige blauw getinte artikel in de wintermaanden, maar de Statice gooi de roet in het eten. Brachten toen de iris bloemen en de Statice weinig op, de laat ste maanden is daarin een sterke verbete ring gekomen. De bloemen van de irissen zijn beslist duur. Oorzaak: de Statice-im- port is veel kleiner. Het gerucht wil dat men in Israël 40% minder van dit artikel heeft geplant, omdat er vorig jaar ook geen droog brood mee te verdienen viel. Met Statice is uitbreiding echter zo weer gebeurd. Men zaait, verspeent de plantjes en een paar maanden later heb ie bloe men. Het is dus een zaak van zaad zaaien en je kunt bunders en nog eens bunders planten. De Israëlische kwekers hebben ervaren dat ook de Statice niet tot in de hemel groeien. Een beperkt aanbod wordt graag opgenomen tegen goede prijzen, maar aan massa kan geen enkele partij iets verdienen. Crocussen zijn een artikel dat de laatste jaren gewoon goud geld heeft opgebracht Zelfs de allerkleinste maten werden graag gekocht tegen hoge prijzen en de handel heeft stad en land afgelopen om de laatste knollen te kunnen kopen. Daarom is het een tikkeltje verwonderlijk dat het areaal (net bijna 6% is gekrompen. Zou er niet voldoende plantgoed te koop zijn geweest? In ieder geval is de handel in dit artikel tot nu toe erg gaag geweest. Ook in de zgn. voorverkopen zijn weer uitstekende noteringen gemaakt. Nu moet men het weer niet te bont gaan maken, want dan prijst men zichzelf weer uit de markt. Als een artikel zo duur wordt dat de handel er geen cent meer aan verdienen kan, „ver geet" de export om ze aan te bieden. En als de exporteurs er niet meer mee willen werken, loopt de vraag natuurlijk snel weer terug. En dan beginnen de feeste lijkheden weer van voren af aan. Het enige artikel dat flink in oppervlakte toenam waren de Sieruien, de Alliums. Er is een groei geregistreerd van maar liefst 14%. Nu zal dat wel in hoofdzaak betrek king hebben op de grootbloemige snijsoor-> ten, die de laatste jaren zeer „en vogue" zijn. Veel kwaad zal deze uitbreiding ver moedelijk niet kunnen. Als snijbloem zijn deze Steruien zeer gewild en daar zal het lange vaasleven niet vreemd aan zijn. Bo vendien kunnen ze heel goed tegen lang durig bewaren in de koelcel en.dat is ook een groot voordeel. Verder zien we dat de oppervlakte van de Blauwe Druifjes (Muscari) ook is gekrom pen en wel met 6 1/2%, van de Chionodo- xa (Sneeuwroem) is eveneens ruim 6% minder opgeplant en van een vrij onbe langrijk bijgoedartikeltje als Puschkinia is bijna 10% meer opgeplant. Als dat maar weer niet te veel van het goede is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9