„Zullen we maar eens in die optochtbij de tap gaan lopen?" {trnife Portefeuille van burgemeester vaak 'uitgekleed' Heerlijk,helder Heineken. CeidóeSomunt BENOEMINGEN HERBENOEMING IN HUIDIGE DEMOCRATIE EEN CURIOSITEIT lag 'e\G LEIDEN „Als >8ter krijg je de »n>et meer. Als je op ftie twee bitterballen plaats van één, zeg- ttel, dat kan niet, dat onze centen". Vijf geleden gunde de chnische zaken b.d. «^Ilem Baron Van De- Zuidhollandae ïrkersdorp Boskoop Henbindende factor" gezagsdrager" als i8ter. Drie jaar gele- lij de brui aan dat g jet bitterballenvoor- >or hem een school- van gewijzigde ver- _j. Ook over iets an- hij de smoor in: „Ik te maken met de ^gramma's van een ^meerderheid in de '>ad" en „Ik ben ,«roon benoemd. Een ster is een zelfstan- irselement naast de _jet college. Een be- een gemeente is jfliatische zaak, par apeten is ridicuul". ims kleurrijke ver- tond aan de voora- lijn vertrek naar zijn serjnde Twentse buiten 33'nck borg voor ker- P[3tspraken in de me- r ^vatting van het bur- iidehap bracht hem, in Plat de gezagscrisis ^dorpsgrenzen had za en, op gespannen soijn gezondheid. Bos- R Mij het al lang verge ld teruggaf en dat 3del van buitenland- ereizen in de vaart o.ain had willen opstu- lert zich de inmid- den baron vandaag i, met name door 3ige belangstelling schoon in ™en. n mag als spreek- 1 voor een niet te ■Hen aantal burge- 'le bij het ontwaken ider zonnige och- slotsom moesten JI de grondwet van ,v" houvast meer gaf lagelijks functione le democratisering- iaren zeventig in 5/0'mate zijn vertaling introductie van het Ispraak, dat vervol- I 'r%ktisch gebruik re- lijn werd gezet eggenschap, bleek iitie van de burge- st onaangetast te "ë.len. a3(| de stad naar de door provinciale prdeners de kans d. nd ;°f> liepen tot groeigemeenten te worden uitgeroepen, had meer dan een verandering van het landschap tot gevolg. Het be tekende ook dat het in de stad al eerder beproefde conflict model, het in de gemeentera den van vele dorpen geldende harmoniemodel ging vervan gen. Wat goed voor het dorp was, bleek opeens op verschillende manieren te kunnen worden uitgelegd en aan politieke dis cussie onderhevig. De vrijheid van handelen, die met name het burgemeester schap in een plattelandsge meente tot een aantrekkelijk ambt had gemaakt, werd door kritische raadsleden steeds meer aan banden gelegd. Tot dat er voor de Van Dedems „geen aardigheid meer aan was". Dat de functie van bur gemeester en de procedure die aan zijn benoeming vooraf gaat, nog immer zijn gevrij waard van de voortgang die de afgelopen 132 jaar in het de mocratisch denken is geboekt, maakt het ambt tot een curio siteit. Enige golfslag... Zo kan het voorkomen dat in de toch al niet rimpelloze vijver van de Haagse gemeenteraad enige golfslag is ontstaan, nu de PvdA-fractie te kennen heeft gegeven het functioneren van burgemeester Schols ter discussie te willen stellen. Naar hedendaagse maten gemeten is het met het oog op de her benoeming van Schols geen onlogische gedachte, om eens te bekijken in hoeverre zijn burgemeesterspraktijk aansluit op de visie die de gemeente raad daar ongetwijfeld op heeft. Die fractie nu vindt voor de praktische uitwerking van het besluit tot evaluatie geen enkel houvast in de wet. Herbenoe ming is een zaak van de minis ter van binnenlandse zaken, die hooguit in de overlegsfeer met de betrokken commissaris van de koningin aan de orde komt, maar waarin de gemeen teraad formeel en ook prak tisch zelden een rol speelt. Een besluit om toch een bijrol in die aangelegenheid te willen spelen, moet dan ook in ge paste bescheidenheid worden uitgewerkt. Met de keuze voor een geheime briefwisseling tussen PvdA» en overige frac ties lijkt de kans op de bedoel de nuchtere evaluatie alweer verkeken. Was dat niet het ge val geweest, dan was de kans op enige invloed op de herbe noeming ook al uiterst gering. Unanimiteit over het functione ren is in een gepolariseerde gemeenteraad als de Haagse een onmogelijkheid. Men geeft de bewindsman op Binnen landse Zaken opnieuw de kans zijn beleid te blijven baseren op het sinds jaar en dag gel dende uitgangspunt, dat „een burgemeester nooit voor alle betrokken partijen acceptabel kan zijn". Is er van enige noe menswaardige invloed op de herbenoeming van een burge meester voor de betrokken ge meenteraad al geen sprake, die invloed is er al evenmin wanneer het een nieuw aan te stellen burgervader betreft. Binnenveertien dagen Op een steenworp afstand van Den Haag, in Leiden, kwam nog geen veertien dagen gele den het bericht dat de liberaal Vis zijn zetel gaat verruilen voor een stoel aan de top van het ministerie van binnenland se zaken. Vis nam deze week afscheid, hetgeen de schijn werper plaatst op een ander curieus element van het burge meesterschap. Wil een burge meester weg, dan kan dat ken nelijk binnen veertien dagen, wat zijn koffiejuffrouw deed schamperen: „De koningin zou het hem niet zo snel nadoen". In Leiden zijn raadsfracties in middels druk doende met het opstellen van hun visie op het profiel van een nieuwe burge meester. Ook zo'n karwei waarvan de waarde nihil is, want de commissaris van de koningin in Zuid-Holland, Maarten Vrolijk, komt welis waar binnenkort naar de sleu telstad om van de gemeente raad de opvattingen over de toekomstige burgemeester te horen, rekening hoeft hij er niet mee te houden. Sterker nog, Vrolijk doet op zijn beurt niet meer dan een aanbeveling aan de minister van binnen landse zaken, maar het zal de eerste keer niet zijn dat de mi nister zijn aanbeveling links laat liggen en zijn eigen in de beslotenheid van zijn kamer gerijpte koers vaart. Mr. J. Peeters, voorzitter van de PvdA-fractie, de grootste in de Leidse gemeenteraad en met vier zetels in het socialis- tisch-liberale college vertegen woordigd: „Het opstellen van een profielschets kan inder daad naar buiten toe de indruk wekken, dat een gemeente raad enige invloed op zo'n be noeming heeft. Die invloed is nihil of tenminste marginaal. Wij doen het toch omdat de ervaring leert, dat je als je zo'n profiel een beetje realis tisch schetst en niet komt met zo'n verhaal over een schaap met vijf poten bepaalde mensen in elk geval kunt we ren. Dat is al heel wat". Het plotselinge terugtreden van dr. Vis heeft in Leiden overigens een opmerkelijke ontwikkeling in het denken van de plaatselijke WD-fractie aan de dag gelegd. Bleef bij de for matie van het nu regerende college van B.en W. het WD- standpunt over het al door het vorige progressieve college ge nomen besluit, dat de burge meester slechts zijn wettelijke taken (politie en brandweer) diende de krijgen, nog enigs zins in nevelen gehuld, nu komt fractievoorzitter F. Kuiers er rond voor uit, dat ook de nieuwe burgemeester geen ex tra taak toebedeeld moet krij gen. Dat lijkt een stapje op weg naar het veertien jaar geleden door D'66 gelanceerde idee om tot een gekozen burge meester te komen. Een opvat ting, die sinds de kamerverkie zingen van '77 ook in het par tijprogramma van de PvdA is terug te vinden, maar waar voor een kamermeerderheid nog steeds ontbreekt. Zo'n meerderheid blijkt ook niet te vinden als tussenoplos singen in de discussie worden gebracht, zoals het instellen van een vertrouwelijk beraad tussen de commissaris van de koningin en de gemeenteraad, waarin de commissaris zou kunnen uitvinden hoe bepaal de kandidaten in de betrokken gemeenten overkomen. Een meerderheid is er eveneens niet voor de mogelijkheid dat de commissaris en de gemeen teraad beiden een voordracht van drie personen doen, waar na de Kroon (lees: de minister) beslist. Sollicitaties Rest de bestaande, zeer geda teerde procedure. In de Staatscourant verschijnt een mededeling dat gesolliciteerd kan worden naar de post van burgemeester in de betrokken plaats, sollicitaties worden be handeld door de commissaris van de koningin, die aan de hand van de brieven en ge sprekken met de belangstel lenden binnen vier maanden een voordracht van tenminste twee personen opstelt aan de minister. Sinds 1972 is de in structie van de commissaris zo gewijzigd, dat deze zich voor het vaststellen van zijn voor dracht op de hoogte moet stel len van „de gevoelens van de gemeenteraad". Dat gebeurt meestal tijdens een al dan niet openbare raadsvergadering. Een verslag van die bijeen komst moet samen met de voordracht aan de minister worden verstuurd. Daarnaast staat het, gemeenteraadsleden en andere betrokkenen natuur lijk vrij om ongevraagd advie zen naar de provincie te stu ren. Duidelijk moet evenwel zijn dat het hier gaat om in spraak en niet om een recht om mee te beslissen. De gemeenteraad is niet bij machte een burgemeester te weigeren. Het enige wat de raad wel kan doen is de taak van de burgemeester te beper ken tot de wettelijke bevoegd heden. Elke gemeenteraad, die van opvatting is dat alleen de mocratisch gekozen leden be- stuursverantwoordelijkheid kunnen dragen, heeft de porte feuille van zijn burgemeester inmiddels dan ook op die wijze „uitgekleed". Wie zich afvraagt hoe een mi nister van binnenlandse zaken nu echt zijn keuze voor een burgemeester bepaalt, waagt zich in een vrijwel ondoorgron delijk donker woud waar een vocabulair geldt, waarin woor den als status, macht, prestige en lobby een prominente plaats innemen. Wat is er nu zo vreselijk belangrijk aan zo'n post, wanneer de taken door de meeste gemeenteraden toch al tot een minimum zijn beperkt? Verhelderend De koffiejuffrouw van de Leid se burgemeester Vis is in dat opzicht verhelderend. De func tie van burgemeester spreekt van alle openbare functies In de gemeente nog het meest tot de verbeelding van de bur ger. Precies zoals de meerder heid van de Nederlanders er nog niets voor voelt om de banden met het Huis van Oranje te verbreken. Aan dat beeld kleven nadelen. Zo leren enquêtes dat een gro te groep mensen in de vaste overtuiging verkeert, dat de burgemeester in de stad „de baas" is. Juist vanwege het imago van de doorsnee-burge meester (de vader der vaders, die met zijn immer glimlachen de en stralende echtgenote bejaarde bruidsparen in de bloemetjes zet, linten knippend door het leven gaat en bij geen uitvoering van het amateurge zelschap ontbreekt) zijn alle politieke partijen er tuk op om zo'n post door een partijge noot te laten bekleden. Zeker als het om een grote gemeente gaat. Hoewel het lidmaatschap van een politieke partij voorwaarde is om voor het ambt in aan merking te komen, gaat van de dagelijkse burgemeestersprak tijk een sterk depolitiserende werking uit. Een enkele uitzon dering daargelaten, zoals die zich in de personen van de so cialist Van der Louw (Rotter dam) en de liberaal Vonhoff (Utrecht) laat kennen. Dat partijen zich voor vrijwel niets schamen als het gaat om het in de wacht slepen van zo'n post in een belangrijke stad, is in het verleden her haaldelijk aangetoond. De strijd om de macht bij het leegvallen van vitale plaatsen als die in Rotterdam, Amster dam en Utrecht, ligt nog vers in het geheugen. Bij de benoe ming van een opvolger voor de tijdens zijn ambt overleden Haagse burgemeester Marij- nen deden zich zelfs dermate genante taferelen voor, dat ook binnen het CDA dat deze post claimde en herwon van diverse kanten werd duidelijk gemaakt, dat in die strijd de grens van het toelaat bare ruim was overschreden. Tijdens de begrafenis van Ma- rijnen brak het gekrakeel al los, hetgeen bij CDA-politlci als Aantjes en Rijnders kwaad bloed zette. Aantjes stak niet onder stoelen of banken dat hij zich mateloos ergerde aan de „ontijdige en piëteitioze specu latie over de opvolging, nog voordat Marijnen ter aarde was besteld". Senator Rijnders sprak van „een onsmakelijke gang van zaken". In een artikel in „De Neder landse Gemeente" brak drs. J. de Wit, commissaris van de koningin in Noord-Holland, en kele jaren geleden een lans voor het instellen van vertrou wenscommissies uit de ge meenteraad, die met de voor het ambt beschikbare kandi daten vóór de voordracht aan de minister, van gedachten konden wisselen. Een dergelij ke commissie heeft in een aan tal plaatsen in Nederland bij wijze van experiment gefuncti oneerd op het moment dat de benoeming aan de orde was. Een experiment evenwel, dat zal duidelijk zijn, waarvoor al leen ruimte bestaat als de be trokken commissaris van de koningin daarvoor voelt. Dat de tijd zo langzamerhand overrijp is voor een herziening van de procedures rond de be noeming en herbenoeming van burgemeesters, mag na het voorgaande geen twijfel meer lijden. Ook is duidelijk dat tus sen de huidige praktijk en die van een gekozen burgemees ter een groot aantal tussenvor men ligt die meer recht doen aan de geldende praktijk van een democratisch tot stand gekomen gemeentebestuur. Verstarde standpunten Binnen de kring van het Ge nootschap van Burgemeesters zelf bestaat over een andere aanpak echter even veel ver schil van mening als in het par lement. In dat licht lijkt bezin ning op de opvatting van het CDA-Tweede Kamerlid, dr. Sy- tze Faber, ruimte voor een doorbraak in de verstarde standpunten te kunnen bieden. Faber, die in '74 promoveerde op een proefschrift, getiteld Burgemeester en Democratie, voelt veel voor het ook in de kring van het Genootschap van Burgemeesters geopperde, maar later weer verworpen, model waarbij zowel de com missaris als de gemeenteraad een voordracht doen. „Omdat beide partijen er belang bij zul len hebben dat de twee aanbe velingen zoveel mogelijk op el kaar zijn afgestemd, lijkt het waarschijnlijk dat er eveneens een vertrouwelijk beraad zal plaats hebben tussen de com missaris en de gemeenteraad", aldus het kamerlid. Zo'n be noemingsprocedure doet vol gens Faber ook meer recht aan het beginsel van de ge meentelijke autonomie. Voor een initiatief in de Kamer wordt het zo zoetjes aan hoog tijd, temeer omdat minister Wiegel van binnenlandse za ken bij zijn aantreden in het opzicht van herziening van procedures veel beloofde, maar naar inmiddels duidelijk is geworden, weinig heeft ge geven. Als zo'n regeling dan ook nog tot gevolg kan hebben dat de scheef gegroeide ver houdingen op het vlak van de verdeling van de posten, wor den recht getrokken (CDA en PvdA blijven overbedeeld ten opzichte van VVD en D'66), dan is een aantal belangrijke bezwaren tegen de huidige burgemeesterspraktijk uit de weg geruimd. TON VAN BRUSSEL Carnaval Boven: Ook burge meester Schols van Den Haag ontkomt niet aan de gebruike lijke plichtplegingen, zoals de jaarlijkse ontvangst van de Goedheiligman, het in de bloemetjes zetten van bejaarde bruid sparen en het door knippen van ettelijke linten. Links: Van de dage lijkse burgemeester spraktijk gaat een sterk depolitiserende werking uit. Een uit zondering is wel de socialist Van der Louw, de burgervader van Rotterdam. Onder: Burgemeester Vis van Leiden nam deze week afscheid. „De koningin zou het hem niet zo snel na doen...".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 17