Prins Cascar XVI en
Page Marja bereidden
zich voor op hun zware
taak in de
sneeuw van Fieberbrunn
Raadslid ergert zich
aan paalt jesjanboel
Veelbelovende start
LAK-poppenfestival
De Wijde
Vlucht
21 jaar
oorschotenaar
eboet voor
ernielingen in
et GMD-gebouw
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
(P/REGIO
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 15 FEBRUARI 1980 PAGINA 5
LEIDEN Raadslid L. Beijen (PPR) er-
gert zich aan schots en scheef staande paal
tjes in de Leidse binnenstad. Ook vindt hij
het maar niets, dat er vele varianten paal
tjes worden geplaatst. Dit blijkt tenminste
uit een serie vragen die het raadslid schrif
telijk afvuurt op het college van b en w. In
die vragen uit het progressieve raadslid zijn
bewondering voor de werknemers van de
dienst Gemeentewerken die hardnekkig de
veelvuldig stukgereden paaltjes vemieu-
Het raadslid constateert dat de gemeente op
veel plaatsen paaltjes plaatst om de overlast
door verkeerd geparkeerde auto's tegen te
gaan. Aanvankelijk werden vooral de metalen
'Leidenaartjes' gebruikt, later ook veel na-
maak-natuurstenen paaltjes. Incidenteel zijn
ook andere modellen geplaatst: ronde betonnen
paaltjes, houten palen en metalen kettingpalen.
De heer Beijen constateert, dat het stadsbeeld
vaak wordt ontsierd doordat paaltjes, met name
de stenen exemplaren, omver gereden of ge
duwd worden. Soms worden de paaltjes zelf
uitgegraven (Kaiserstraat, Middelweg). Het
raadslid vraagt of het college het niet met hem
eens is, dat de overlast van verkeerd gepar
keerde auto's niet vervangen mag worden door
ergernis over scheefstaande of omgevallen
paaltjes. Hij informeert naar het beleid ten aan
zien van vervanging en de keuze van de paalt
jessoort. Het raadslid meent tenslotte, dat de
metalen paaltjes (Leidenaartjes). zich minder
makkelijk omver laten duwen dan de stenen
obstakels.
LEIDEN Gisteravond is in
het LAK het Poppentheater
festival van start gegaan, dat
vier dagen zal duren. De na
druk ligt hierbij op poppen
theater voor volwassenen,
hoewel ook kinderen aan hun
trekken komen. Het poppen
theater richt zich de laatste ja
ren niet alleen meer op kinde
ren, maar ook op volwasse
nen, en om dit te benadruki
ken organiseert het LAK dit
mini-festival.
Het Stuffed Puppet Theater
vormde een mooie opening
van het festival; in een sfeer
volle voorstelling passeerden
enkele poppenspeeltechnieken
de revue. Er werden handpop
pen getoond, poppen die met
ijzeren staafjes werden bewo
gen en marionetten. De eerste
twee vormen bleven binnen
de poppenkast, bij het bespe
len van de marionet kwam de
poppenspeler echter buiten de
kast, zodat het publiek kon
zien hoe de marionet bewogen
werd. Dit bleek inderdaad zeer
boeiend te zijn.
Interessant was trouwens ook,
te zien hoe levenloze poppen
met hun vaste, geschilderde
uitdrukkingen op het gezicht
een verscheidenheid aan stem
mingen konden laten zien. De
poppen waren heel mooi, tot
in de details afgewerkt. Enke
le deden nogal denken aan de
Muppets, niet alleen wat het
uiterlijk betrof, maar ook in de
soort acts en de daarin gebe
zigde humor.
De voorstelling toonde geen
doorlopend verhaal, maar be
stond uit kleine anecdotische
scènes, die geheel los van el
kaar stonden. Hierdoor was
het ook mogelijk zoveel ver
schillende poppen te gebrui
ken. Toch zat er een zekere
lijn in de voorstelling. De the
ma's „dood" en „verlatenheid"
keerden herhaaldelijk terug.
De humor die gebruikt werd,
was vaak een humor, die soms
balanceerde op de grens van
het subtiele en het flauwe.
De Stuffed Puppet Theatre
was een veelbelovend begin
van het festival. Morgenavond
speelt Popstudio Hinderik „De
Vogelman"; zaterdagmiddag
kunnen kinderen in de weer
met allerlei materialen om
daar zelf poppen van te maken
en zaterdagavond komt de ma
rionettenspeler Lucas Goud
zwaard met zijn befaamde
„Drie Japanse Vertellingen".
Op zondagmiddag wordt het
festival afgesloten met de kin
dervoorstelling „Dolle Betje in
vogelvlucht" van Poppenthea
ter Joyce.
Jacqueline Mahieu
LEIDEN De Leidse Chris
telijke Reiscentrale „De Wij
de Vlucht" organiseert ook
dit jaar weer een groot aan
tal kampen voor jongeren
van 6 tot en met 17 jaar. De
Reiscentrale, die alweer 21
jaar bestaat, werkt nog al
tijd met vrijwilligers die
geen enkele vergoeding ont
vangen voor hun werk. De
stafleden die met een kamp
meegaan bekostigen zelfs
gedeeltelijk hun voeding.
„De Wiide Vlucht" is een
christelijke vereniging, maar
staat open voor alle gezindten.
Omdat de Reiscentrale werkt
op basis van idealisme en lief
hebberij en er geen winstoog
merk bestaat heeft men de
prijzen zo laag mogelijk kun
nen houden. De deelnemers
zijn hoofdzakelijk afkomstig
uit de Leidse regio, maar er
zijn deelnemers die uit andere
provincies komen en sommi
gen komen zelfs uit het bui
tenland.
De kampen worden gehouden
in de maanden iuni, juli en au
gustus. Er zijn kampen in Er-
melo, Oosterbeek, Maarsber-
fen (met een speciaal sport-
amp), Ede, Lieler (met diver
se excursies) en er wordt een
speciaal fietskamp georgani
seerd. De kampen worden
steeds gehouden in verschil
lende leeftijdscategorieën.
Voor inlichtingen kan men te
recht bij L. van der Linden,
Willem de Zwijgerlaan 385 in
Leiden, tel. 071-146187 en bij
Ch. Callenbach, Wilddreef 202
in Leiderdorp, tel. 071-896095.
Op elke donderdagavond
wordt er een speciaal spreek
uur gehouden op Hogewoerd
42 (tegenover bioscoop Came
ra) van 19 tot 21 uur waar men
van alles over de Reiscentrale
te weten kan komen.
i VALIDE WIL
HOGER BEROEP
HAAG/VOORSCHOTEN De heer M. Toret Martin
gistermorgen van de Haagse politierechter S. Kootte
traf van 200 gulden of vier dagen hechtenis gekregen,
vege de aangerichte vernielingen in het gebouw van de
eenschappelijk Medische Dienst (GMD) in Leiden. De
&n de officier van justitie mevrouw mr. Schelfhout was
ulden of vijf dagen hechtenis. De heer Toret overweegt
t de veroordeling van de politierechter in hoger beroep
an. Hij vindt, dat hij niet genoeg de gelegenheid heeft
egen om over de achtergronden van zijn gedrag te spre-
en verder meent hij niet correct behandeld te zijn.
ns de zitting trad mevrouw D.H. Fokker-Van Eys als tolk
)e tot Nederlander genaturaliseerde Spanjaard verstaat de
rlandse taal goed maar kan er zich niet vaardig genoeg in
ukken. De nogal ongenuanceerde opmerking van de rech-
0 dat van iemand die nu al zo lang in Nederland is, verwacht
vorden dat hij nu wel Nederlands verstaat" was dan ook to
ll iverbodig.
g jaar demonstreerde de heer Toret Martin vöor het gebouw
de Gemeenschappelijk Medische Dienst tegen een uitspraak
Een keuringsarts van de dienst. De GMD had de heer Toret,
inaf zijn kindertijd invalide en na een arbeidsongeval niet
r in staat te werken, toch arbeidsgeschikt verklaard. Tijdens
demonstratie voor het gebouw ontstond een woordenwisse-
tussen werknemers van de dienst en de heer Toret. De
nemers in het gebouw vernielden zijn spandoek en de door
gebeurtenissen zeer gespannen heer Toret koelde zijn woede
in deel van de inventaris. De aangerichte schade zou onge-
1500 gulden bedragen.
1 ellende begon voor de heer Toret na een arbeidsongeval in
1 oorschotense Zilverfabriek waar hij al negen jaar als spuiter
e iepast werk verrichtte. Bij een arbeidsongeval brak hii één
i zijn door polio aangetaste benen. De breuk genas erg lang-
1 Na negen maanden thuis te zijn geweest, toog hij weer
r het werk, maar de pijn in het been werd steeds heviger en
werken op de fabriek werd hem onmogelijk. Hij bleef weer
s' Na bijna een jaar kreeg hij bericht van de bedrijfsvereni-
dat hij weer aan het werk moest. Hij was door de GMD
arbeidsgeschikt verklaard. De heer Toret voelde zich ech-
De invalide Spanjaard tijdens zijn eenmans-demonstra
tie voor het Leidse Arbeidsbureau.
ter nog steeds ziek en niet in staat te werken. Zijn huisarts en
andere artsen op het ziekenhuis zouden gezegd hebben dat de
breuk nooit goed zou zijn genezen en dat het een verkeerde zaak
zou zijn hem naar het werk te sturen. De keuringsarts besliste
echter anders en de heer Toret moest weer aan de arbeid. Naar
aanleiding van deze beslissing demonstreerde de heer Toret
voor het gebouw van de GMD. Tevens is hij tegen de arbeidsge-
schiktheidsverklaring van de GMD in beroep gegaan.
Castellum en over de wijdse
spiegelende Zegerplas,
waarop nog geen boot te
bekennen is in deze tijd van
het jaar, maar waar de
waterhoentjes het nog voor
het zeggen hebben. Dat is
pas een plas in zijn rijk. 's
Prinsen echtgenote serveert
koffie met een gebakje „van
hemzelf". Toen Wim laatst
bij de banketbakker om
gebakjes kwam (want Wim
laat het niet bij
boterhammen en een sappig
bieflapje), vroeg de bakker:
„Wil je niet liever gebakjes
van jezelf hebben Wim
keek z'n ogen uit, want het
schuim was voorzién van
een smakelijk schildje
waarop XVI stond. En zo
eet Cascar een stukje van
zichzelf op.
Volgende week dinsdag zit
het er weer op, maar voor
die tijd valt er nog heel wat
te verhapstukken voor de
prins en zijn 19-jarige Page
Marja Schouten, een telg uit
een prinsenfamilie, want
haar vader was eveneens
een Cascar de zoveelste.
Hoogblonde Page Marja zit
er onschuldig bij, maar in
het carnavalgewoel steekt
zij behoorlijk en
goedgemutst de handjes uit
de mouwen. „Ze begeleidt
haar prins geheel en al,
nietwaar, overhandigt
onderscheidingen en
oorkondes en geeft zoentjes
bij de vleet", vertelt Cascar
XVI tevreden en Marja
slaat de ogen even neer; ook
in het gewone pak ziet ze er
charmant uit, daar niet van.
Wim en Sylvia Dijkman
zijn Cascarvieten van het
eerste uur, sinds zowat de
oprichting van de Alphense
carnavalsverenigihg in
1964. Twee jaartjes hebben
ze ermee gekapt; was het
voor hun een Cascarloos
tijdperk. „Het was een
beetje tot rust komen,
trouwens ook de vakantie
zat ertussen, maar toch
kwamen ze bij me om me te
vragen voor het
prinsschap", aldus Wim.
De Cascarvieten van
Alphen aan den Rijn, ofwel
WIM DIJKMAN ZAL WEL WETEN
WAARAAN HIJ BEGONNEN IS
iscar XVI
zijn
|ge Marja
ïh voor
meldend
de
euw
Fie-
brunn.
Hl e hoeft maar één keer
te zeggen en ze komen
nooit meer vragen. Het is
n eenmalige zaak. Graag
niet. En als je het
jj v£nmaal geweest bent, word
het van z'n leven niet
eer". Prins Cascar XVI
ist zich het voorhoofd af.
Jim Dijkman heeft begin
an het jaar toegehapt, toen
e commissie hem in het
rootste geheim en buiten
lphens grondgebied,
wam vragen of hij het
mbt wilde bekleden, en nu
hij prins. Een kolos van
;n prins zelfs; zijn
vartfluwelen gala-hes met
ant en half afgerukte
nopen pkst hem
auwelijks. Hij trekt het
ing aan alsof het een
hirurgenschort is. De
chterkant kan je niet zien
n daar wordt het ding dan
ok vastgemaakt. Daar kan
us aardig wat ruimte zitten
Sn dat is bij vorst Wim wel
odig
lijn vrouw Sylvia, die op de
:htergrond actief is en
inder meer achter haar
'im staat, of het moet met
lige kritische reserve zijn
,als je als vrouw niet
eenchter het optreden van je
gaifrins staat, kan die jongen
Vel inpakken. Het is razend
Iruk op het ogenblik en
lin|iVim heeft amper de tijd dat
een boterham naar
binnen krijgt"), controleert
esjjje panty's van de
Tielgevulde Cascar en
ntdekt opnieuw, voor de
Dveelste keer, het begin
tan een ladder. Voor dit
lec oort ongemakken heeft ze
lee en kleurloze nagellak
eh»angeschaft en daarmee
pi rendelt ze de ladder af.
!n Wim Dijkman een in
iet Alphense en de hele
b< tijnstreek zeer geziene
'uis lersfotograaf, door vrijwel
iki edereen gekend omdat hij
mtyveral vooraan staat
ijft maar lachen. Wie
leeft Dijkman junior ooit
:hagrijnig gezien Boven in
eoi ijn Ridderveldse terrasflat
cijkt hij uit over zijn
te larnavalesk seizoenrijk van
ïkf
het Rijk van Castellum
(dankzij de Romeinen),
hebben het in de leutige
maatschappij „van boven de
grote rivieren" een flink
eind geschopt. In de loop
der jaren zijn zo ongeveer
achthonderd „gelovigen",
echtparen en loslopenden,
als leden toegestroomd.
Tijdens de hoogtepunten
van de carnavalstijd
bedraagt het aantal
meehossers een veelvoud.
„Zijn jullie nou zo goed
wil ik weten. Cascar XVI:
Nou ja, we hebben wel een
behoorlijke naam op te
houden. Toch maar netjes
in die André van Duinshow
geweest, met nog een
andere vereniging. Ze
wisten bij de teevee die
Cascarvieten wel te vinden.
Daar komt bij, dat we in
Avifauna een geweldige
feestburcht hebben, anders
zouden we de dingen nooit
zo groots kunnen
aanpakken als we nu al
jaren doen. Neem nou
bijvoorbeeld de Leidse
Hutspotten, een prima
vereniging, maar met te
weinig armslag in hun
residentie; die kunnen nu
eenmaal niet zo veel
mensen hebben en dat is
toch wel jammer. Ook in
het zuiden kennen ze ons.
Verenigingen die we uit die
streken hier op bezoek
krijgen, kijken hun ogen uit
op de manier hoe wij in
Alphen carnaval kunnen
vieren".
Tot uit Rotterdam worden
de carnavallers met bussen
tegelijk in het Rijk van
Castellum aangevoerd. Het
was ook een Cascarviet,
André Plu de ijveraar, die
dit jaar tot Europrins is
gekozen; een hoogheid dus
in Europees verband, die
André de Eerste. Het jaar
daarvoor was het een
Duitser, Karl I uit Aken als
overkoepelende ere-prins.
Ja, dat Rijk van Castellum
mag er wezen, met al zijn
gardes, de Senaat van een
man of vijfentwintig
waaruit de Raad van Elf
wordt gerecruteerd.
Dijkman: „Vroeger was er
zo'n animo voor "die Raad
van Elf, dat we er met de
hele senaat inzaten. Kon
natuurlijk niet, maar we
Een van de
eerste op
tredens van
Cascar XVI
en Page
Marja was
het spits
roeden lo
pen tussen
een stuk of
tien oud
prinsen
Cascar van
Castellum,
vermomd
als sinterk
lazen en
zich de
Ouwe Zak
ken noe
mend.
wilden nu eenmaal zo
graag".
Prins Cascar XVI, die het
hele komende weekeinde zo
goed als niet uit de kleren
komt en niet lekker even
z'n jasje mag uittrekken, al
heeft ie het nog zo benauwd
en warm, ziet met
vertrouwen de daverende
toekomst (die maar een
paar dagen telt) tegemoet.
Zijn loopbaan is kortstondig
en ook Page Maija is wat
dat betreft maar een mooie
eendagsvlieg, maar Wim
Dijkman vindt dat hij een
fijne en dankbare taak
heeft te vervullen. Het
enige waar hij een beetje
tegenop ziet, is het feit dat
een prins nauwlettend in de
gaten wordt gehouden. En
stevige pint vatten is er niet
bij en dat is een hard gelag
als iedereen volop bezig is
met het bestrijden van de
dorst. „Nee, nee, nee, deze
jongen hier krijgt geen
enkele kans. Daar zorgen
de senaat en de Raad van
Elf wel voor; die zullen elk
glas, al is het nog zo'n
petieterig glaasje uit m'n
buurt houden. En aan
slapen kom ik helemaal niet
toe, met al dat doorzakken
en afzakken. Van de week
was het ook al een keer vier
uur in de ochtend en een
poosje later stond ik alweer
naast m'n bed, want m'n
gewone werk voor de
dagelijkse haphap moet ook
doorgaan".
Het humeur van Cascar
XVI heeft onder niets te
lijden; hij wordt trouwens
geruggesteund door een
legertje van helpers en
helpsters zonder wie een
carnavalsprins nergens zou
zijn. En dan is er nog het
prima in elkaar zittende
draaiboek, dat tot in de
kleinste bijzonderheden en
tot in de kleinste uurtjes is
vastgelegd. Zaterdagmorgen
de kinderoptocht, met
kinder-prins en -page in de
„toren" en de grote prins en
page ernaast; in het kielzog
de bezembus voor de
vermoeiden, en een paar
uur later zijn de flesjes al
weer ontdopt voor een
grandioze kindermiddag en
voor Mijnheer X. de Bok
met „Nederland (die) heeft
de bal". En 's avonds het
Boerenbal en afzakken bij
Dick Bakker in
Bodegraven, waar de soep
warm staat en de borrelbus
geduldig buiten staat te
wachten. Zondag in de
feestburcht de bende
opruimen en
„Frühschoppen" met
muziek. Maandag het
gecostumeerd bal met de
polonaises. Dinsdag stort de
roes in op de Kraaienavond.
Om middernacht is de tijd
van het askruisje
aangebroken, maar daar
hebben de Cascarvieten
slechts zijdelings van
gehoord. Dat zal wel
gezellig napraten worden.
Dagenlang transpiratie voor
Cascar XVI en maar blijven
lachen. Over een klein jaar
geeft hij zijn portie aan de
nieuwe prins die geen
Fikkie zal heten. „Wat ik
heel erg heb
geapprecieerd", vertelt de
prins nog, „was ons bezoek
aan ziekenhuis Rijnoord en
aan de langdurig zieken
thuis. De hele avond lang.
Je kon er gewoon niet
vandaan komen, want ze
wilden maar dat je bleef. Je
ziet veel leed, maar je ziet
ook gelukkkige mensen en
daar zijn we op uit. Dit deel
van je werk is eigenlijk wel
het allermooiste. Moeilijk,
maar fijn. Wat fruit en
vrolijkheid brengen. Zie je,
het zijn niet alleen dagen
vol leut en gekkigheid,
maar de sociale lasten en
lüsten zijn er eveneens".
Prins Cascar XVI en zijn
Page Maija, geschaduwd
door een attent gevolg,
hebben zich onlangs in de
sneeuw voorbereid op hun
zware dagen. Al skieënd.
Op de lange latten in Tirol.
Even bijkomen van wat nog
niet geweest was. Dat
gebeurde bij een oud-prins,"
Cascar III, die gewoon als
Frans Houweling in
Oostenrijk het winterse
toerisme gaande houdt in
zijn bedrijf. In Fieberbrunn,
wij zouden zeggen
Koortsbron of zoiets, deed
Page Marja maar meteen
even mee aan de Miss
verkiezing en ze werd
meteen Miss Fieberbrunn.
En dat was even mooi
meegenomen, naar het Rijk
van Castellum.
J