De lach van de gans wordt een noodkreet Ganzen nemen onze sappige weiden graag op het menu gy stop/N& g/ ganzenjachtw; Alternatief ganzenbord Sinds de jaren zestig is het aantal doortrekkende en overwinte rende ganzen in Nederland spectaculair toegenomen. Nergens in Europa komen op een zo'n klein grondgebied zoveel ganzen (on geveer 200.000) voor als bij ons. De kolganzen zijn het talrijkst. De oorzaak daarvan is waarschijnlijk de gunstige voedselsituatie. Vastgesteld is dat de watervogels 130.000 ha gras- en akkerland ..beheren". Dat is ongeveer vijf procent van het totale landbouw areaal. Drie kwart van deze cultuurgrond bestaat uit grasland; voor alle zes in West-Europa voorkomende soorten het hoofd- voedsel. Daarnaast hebben de dieren ook nog 30.000 ha zoge naamde woeste gronden in gebruik: kwelders, slikken In het Wadden- en Deltagebied, moeras- en plassengebieden en het niet ontgonnen deel van Flevoland. Door verandering in samenstelling en gebruik onder Invloed van bijvoorbeeld bemesting, zijn er sappige weiden ontstaan. De voedzame grassen nemen de ganzen graag op het menu, ook al omdat de graspercelen in de winter groen blijven. Ganzen vreten kort gras; lange stengels laten zij ongemoeid. De intensieve gras landcultuur van de laatste decennia maakt dus niet alleen een hogere veebezetting mogelijk, maar ook ganzen profiteren graag van onze graslandtechnieken. Grote delen van Nederland zijn potentiële voedselgebieden, doch gebleken is dat de watervogels zich in een aantal streken con centreren. De pleisterplaatsen bevinden zich hoofdzakelijk in het Waddengebied (rot- en brandganzen), in Friesland (kolganzen en kleine rietganzen), de IJsselmeerpolders (laatstgenoemde soor ten en vooral grauwe ganzen) en In het Deltagebied waar vijf soorten voorkomen. De ganzen concentreren zich op slechts drie procent van de to tale oppervlakte van ons land en slechts een fractie hiervan is gelijktijdig in gebruik, omdat in die gebieden de voorwaarden waaraan ganzenpleisterplaatsen moeten voldoen, aanwezig zijn. Door menselijke bedrijvigheid is het aanbod voor nieuwe rust- en voedselgebieden nihil en dat leidt tot steeds grotere opeenho ping van vogels op relatief kleine terreinen. Insiders noemen dit een teken aan de wand. Men vindt dat we hard op weg zijn de gans vleugellam te maken, waardoor geleidelijk aan het winterse polderlandschap ontdaan zal worden van scharen wilde ganzen. Het alternatieve ganzenbord van de Stich ting. Kritisch Faunabeheer bestaat uit een vouwplaat. De zes ganzen (de in Neder land voorkomende soorten) die als pion nen kunnen worden gebruikt, moeten uit geknipt, gevouwen en geplakt worden. Als fiches kunnen stukjes van bijvoorbeeld een ganzeveer genomen worden. Aan het „Wilde Ganzen-Bordspel" kunnen twbe tot zes personen meedoen. Men speelt met twee dobbelstenen en kiest een eigen gans (één van de zes). Als met fiches gespeeld wordt, krijgt iedere deelnemer 25 stuks; de inzet bedraagt 5 fiches en de betalingsplicht omvat ook dit aantal. De gans die als eerste de eindstreep haalt Is vanzelfsprekend de winnaar. Die eind streep Is nummer 63 (zoals ook het geval is bij het meer bekende ganzenbord) en betekent in alternatieve zin: de gans heeft de winter overleefd en is klaar voor de tocht naar het broedgebied. Aan het alter natieve spel zijn ook een aantal speciale regels verbonden. Spelenderwijs krijgt men Inzicht in het doel van het „ganzen- jaar". Zo wordt de deelnemer geattendeerd op het plan van Defensie een oefenterrein in de Lauwerszee aan te leggen. Sinds de drooglegging hebben duizenden brand ganzen daar een rust- en voedselplaats gevonden. Een ander voorbeeldmen komt op B-8 en maakt kennis met het voorstel van de stichting alle ganzen uit de sfeer van de jachtwet te halen en onder te brengen in de vogelwet. waardoor alle soorten beschermd worden. Zo zijn er nog talloze voorbeelden in het alternatieve spel dat voorlopig In een oplage van 50.000 exemplaren beschikbaar komt tegen een prijs van ongeveer tien gulden per stuk. De verspreiding vindt plaats via grootwin kelbedrijven e.d. en onder de leden van de SKF. Inlichtingen via telefoonnummer 02945 1319 of door te schrijven aan postbus 76 in 's-Gravenland. Ziekschieten „1980, Ganzenjaar". Dat klinkt toch tkel even iets anders als „1979, Jaar van het Kind". Het laatste is realiteit en het eerste wordt beslist werkelijkheid. Als het aan de Stichting Kritisch Faunabeheer ligt, gaan we allemaal weer „ganzenborden", het zeer oude gezelschapsspel waarvan de oorsprong onbekend is, maar waaraan menigeen zeer genoeglijke uurtjes beleefd heeft. De stichting wil echter niet meer dat de deelnemers in de put, de doolhof of de gevangenis komen, want het spel is door enkele leden in een nieuw jasje gestoken en draagt ook een wat andere naam: „Het Wilde Ganzen Bord". In het oude spel worden de gevaren op de levensweg van de mens uitge beeld en het spel „nieuwe stijl" beoogt een beter beheer van de ganzen, want deze trekvogels worden in ernstige mate be dreigd door de mensen die wonen en werken in hun overwin- teringsgebieden. Nederland is een echt ganzenland. Soms wel 200.000 vogels van diverse pluimage (soorten) overwinteren in door hen zelf uitgeko zen rust- en voedselgebieden. Voor de barre winterse omstan digheden in de broedgebieden in de omgeving van de poolcir kel; Nova Zembla bijvoorbeeld een feit zijn. komen de vogels in zuidelijke richting op zoek naar grazige weiden. Ze eten de buikjes rond, slaan vet op en keren in het voorjaar terug naar het hoge noorden om te broeden. ,,Ons land is geen gastvrij land voor deze trekvogels", zegt me vrouw Rita Stockmann-Van Leeuwen, bestuurslid en propagan diste van de eerder genoemde stichting. „Wij en dat zijn voor namelijk de jagers ontvangen de dieren met hagel en we zor gen ervoor dat het leefgebied steeds kleiner wordt. De overwln- teringsgebieden zijn dicht- en de broedplaatsen dunbevolkt". „Het behoeft geen betoog dat het „ganzenjaar" van de stichting vooral bedoeld is om een einde te maken aan de jacht op gan zen. Voor enkele soorten is een verbod van kracht. In de periode van 1 september tot 31 januari mogen grauwe-, kol- en rietgan zen bejaagd worden en van die mogelijkheid wordt gretig ge bruik gemaakt; van een half uur voor zonsopgang tot tien uur zijn de ganzen vogelvrij. Er mag op de dieren gejaagd worden omdat ze schade aanrichten en de jagers (in totaal hebben 40.000 per sonen een akte) vinden het een sportieve bezigheid". Ganzen zijn planteneters. Hoewel elke soort zijn eigen voorkeur heeft, bestaat het voedsel hoofdzakelijk uit grassen, zoutwater- planten, graanplantjes (zoals wintertarwe), valgraan en ander oogstafval, zoals achtergebleven aardappelen in landbouwgron den. Het is een feit dat de vogels een weide tot de wortel kaal vreten, maar het is volgens de SKF nimmer bewezen dat zo'n perceel minder gras opbrengt. Mevrouw Stockmann: „Onder zoek heeft uitgewezen dat de schade erg meevalt. Omdat de ganzen voornamelijk 's winters aanwezig zijn in een periode dat gras nauwelijks groeit is er eerder sprake van dat de ach tergelaten mest stimulerend werkt. De vogels vertrekken voor de Mevrouw R. Stockmann-Van Leeuwen, bestuurslid en propa gandiste van de Stichting Kritisch Faunabeheer. groei opnieuw begint en wanneer de koeien in het weiland ko men, heeft het gras weer de gewone lengte. Aangaande winter granen is komen vast te staan dat er sprake is van een hogere opbrengst als er ganzen op de akkers zijn geweest en het verwij deren van oogstafval voorkomt ziekten in het gewas". Zo te horen geen vuiltje aan de lucht, maar waarom worden er dan regelmatig schadelclaims ingediend bij het ministerie van landbouw en waarom wordt de Jacht op alle soorten niet verbo den? De al jarenlange strijd aangaande de ganzenjacht tussen voor- en tegenstanders is in feite een ingewikkelde materie. Hamvraag is in feite of de jacht doel of middel Is. De propagandiste: „Ja gers zeggen dat ze selectief te werk gaan. De populatie is derma te groot dat de jacht gerechtvaardigd is. Maar het Is niet bekend hoeveel vogels er geschoten worden en helemaal niet welk per centage er wordt aangeschoten, waardoor de dieren ten dode Brandganzen in de Nederlandse sneeuw. zijn opgeschreven. Wij hebben de indruk dat de ganzen als kraaien uit de lucht geschoten worden, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen beschermde en niet beschermde soorten. Dit laatste is overigens vreselijk moeilijk. Erkende observeerders hebben al moeite de rietgans en de kleine rietgans tijdens de vlucht te onderscheiden, laat staat dat jagers die voor het verkrijgen van een akte niet zo vreselijk veel moeite hoeven te doen dat kunnen. Waarschijnlijk wordt eerst de prooi naar beneden gehaald en pas dan wordt gekeken welke soort het be treft. Sinds oktober 1976 mag in Nederland de kleine rietgans niet meer bejaagd worden, maar het is best mogelijk dat er ver gissingen gemaakt worden". Onmisbaar De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV) komt tot de conclusie dat „de jacht in het algemeen en inzet van de jager in het bijzonder onmisbare elementen zijn bij de instandhouding van de fauna in onze natuur". Een conclusie uit 1975 die nog steeds opgeld doet, hoewel er in de periode daarna toch wel iets gebeurd is. Volgens de bioloog Harm van der Veen moet een vraagteken geplaatst worden bij de vaststelling of de huidige vorm van de jacht inderdaad in dienst staat van het natuurbe heer. Tegenstanders van de jacht zeggen: „Het is gemeen die beesten dood te schieten", en voorstanders merken op aan het adres van bijvoorbeeld de SKF: „Natuurbeschermers willen alles behou den". Een vast gegeven is, dat het aantal jagers van 21.000 In 1960 is toegenomen tot ongeveer 40.000 thans. Ook het aantal recreanten neemt toe, zodat een confrontatie tussen publiek en jagers best mogelijk is. Een andere factor die meetelt is de aan was van het ledenbestand van de Vereniging tot Behoud van Na tuurmonumenten: van circa 25.000 in 1960 tot ver over de 250.000 op dit ogenblik. Op z'n minst mag men uit dit laatste concluderen dat de zorg om het wild toeneemt. Niet tegen Het doel van de Stichting Kritisch Faunabeheer (opgericht in de cember 1975) is het bevorderen van een wetenschappelijk en moreel verantwoord faunabeheer. Dat houdt per definitie niet in dat men onder alle omstandigheden tegen de jacht is. Mevrouw Stockmann: „Als we vaststellen dat ganzen schade berokkenen' en dat is zo, want er worden gelden uitgekeerd; voor sommi ge boeren is het mooi meegenomen is het geen wet van Meden en Perzen dat bejaging een middel is om dit te voorko men. Integendeel, de schade aan landbouwgewassen door gan zen is te voorkomen. Men kan regulerend te werk gaan door bij voorbeeld rustgebieden aan te wijzen. Men zou ganzen een wei land „in bruikleen" kunnen geven en naderhand de schade vast stellen en uitkeren". Op Texel zijn jaarlijks duizenden rotganzen (beschermd) winter- vaste gasten van september tot mei. De watervogels kiezen doorgaans de beste percelen grasland uit waardoor er stevig ge- fourageerd wordt, alvorens de broedgebieden in Noord-Rusland weer op te zoeken. De resultaten waren over 1978 dat de popu latie met ongeveer 60 procent was toegenomen. Op het eiland zijn deze rotganzen natuurlijk een problèem voor de boeren gaan vormen, maar er is iets op gevonden: het spannen van nylondra den over de weilanden, waardoor de aan- en afvliegroutes be lemmerd worden. Het afweermiddel heeft succes en daarnaast heeft CRM een hoeve aangekocht als speciale voedselplaats voor de rotganzen. Het spreekt vanzelf dat de stichting ingenomen is met deze maatregelen. „Jagen op ganzen blijkt in de praktijk ook te bete kenen: wegjagen en dat heeft nare bijverschijnselen. Jagen leidt tot schuwheid en veroorzaakt onrust. Het heeft tot gevolg dat de dieren zich verzamelen op een klein gebied en daarnaast leidt het steeds weer moeten opvliegen tot overmatig energieverbruik en daardoor neemt de kans op de schade aan gewassen weer toe", aldus Rita Stockmann. „Jagers vinden de jacht zo span nend en sportief, omdat de ganzen door hun schuwheid moeilijk In het vizier te krijgen zijn. Wij stellen vast dat de dieren door de jacht schuw worden. Jagers vinden ook dat mensen dieren voor hun plezier dood mogen schieten; wij vinden dat zoiets nooit goed te praten valt". En zo staat men af en toe lijnrecht tegenover elkaar. Uiteraard is niet elk schot dat de jager lost raak. Het zogenaam de „ziekschieten" komt regelmatig voor. De aangeschoten vogel vliegt gewond verder en kan soms maandenlang op een pleister plaats vertoeven alvorens te sterven. Uiteraard schieten jagers de dieren niet opzettelijk aan. Men merkt het doorgaans niet eens. Er wordt geschoten met hagel en de korrels verwonden veel meer vogels dan die exemplaren die vleugellam worden en dus naar beneden storten. De hagelkorrels die de watervogels niet raken komen op de grond terecht. Ons milieu bevat o.a. dan ook tonnen lood. Bij het zogenaamde „grondelen" van watervo gels worden de korrels ook gemakkelijk voor voedsel aangezien en ingeslikt, waardoor ze dood kunnen gaan aan loodvergiftiging. Het ziekschieten veroorzaakt ook scheidingen. Tussen gent en gans (mannetje en vrouwtje) bestaat een hechte onderlinge band. Een ganzenpaar „huwt" soms op tweejarige leeftijd; ze blijven onvoorwaardelijk bij elkaar en omdat de beesten wel der tig jaar oud kunnen worden, betekent het verlies van de partner ook het einde van de voortplanting. Ook de band tussen ouders en jongen is zeer hecht. Rotganzen die in het Waddengebied en met name op Tex veel van hun gading kunnen vinden. Onwetend „Vele Jagers zijn onwetend van de ravage die zl) aanrichten. Men wordt op de aanwezigheid van ganzen soms attent gemaakt door de triomfroep, een geluid voortgebracht door de gent die ken baar maakt dat hij een overwinning op z'n naam heeft staan. Ganzen zijn zeer waakzaam; een eigenschap die van belang is voor de overleving. Een groep grazende vogels heeft zich verze kerd van een aantal wachtposten die met opgeheven kop de om geving observeren. Bij onraad vliegen ze één voor één achter el kaar op; zogenaamd de „ganzenmars". Hoe minder wachtposten bij de groep, des te groter is de rust", aldus Rita Stockmann. „De bescherming van de ganzen is natuurlijk niet uitsluitend een Nederlandse aangelegenheid. De acties van natuurbeschermers moeten internationaal worden uitgevoerd en primair tot doel hebben de voedsel- en slaapplaatsen te behouden. De „ganzen- landen" moeten daarbij samenwerken. In de Duitse deelstaat Nojdrhein-Westfalen zijn alle zwanen, ganzen en eenden wettelijk beschermd, maar in Nederland niet. Omdat de vogels in het grensgebied weggejaagd worden, gaan ze bij Duitse boeren een hapje eten met alle nare gevolgen van dien". Een verbod op de ganzenjacht betekent overigens niet dat al problemen van deze watervogels zijn opgelost. Door verander gen in het milieu: inpolderen, afsluiten van zee-armen (Deltaw ken), het steeds groter wordende net van hoogspanningskabt (talloze vogels vliegen zich te pletter) e.d. moeten de dieren zl< steeds weer aanpassen. Wanneer de mens verandering brengt zijn eigen milieu, doet men dat ook in het ganzenmilieu. „In verleden hebben onderzoekingen aangetoond dat de van deze watervogels „te roemen is", maar wij zijn bang grens gauw bereikt wordt. Ik ben ervan overtuigd dat we snel de handen ineen zullen slaan; als de neushoorn bijna aardbodem Is verdwenen, wordt de mens plotseling actief, om niet eerder geluisterd naar de noodkreten van schermers en anderen? Zo kan het met de ganzen ook „De mens", aldus het bestuurslid, „Is bij overwoekerinj ganzen best In staat maatregelen te nemen. Laten we hands genieten van het „blaffen" van de brandganzen, het geroep" van de rotganzen en de „lach" van de kolgans. een mistige winterochtend genoten van een vlucht ganzen?" JAN VAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 6