Oud-collega
Willem Prins
en z'n Rie
in gouden
echt
verbonden
PROVINCIALE WATERSTAAT
ZUID-HOLLAND IN RAPPORT:
W aterkwaliteit Rijnland
duidelijk verbeterd
Leidse koopman betaalde
produktie amfetamine
GIN—
—FAD
/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1980 PAGINA 5
WILLEM VAN HORSTELDAAL
IS NOG DAGELIJKS IN
GEDACHTEN BIJ 'ZIJN'KRANT
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
J Bruid en bruidegom, gebogen over een conterfeitsel van Willems eigen hand.
'"'Willem en ik kwamen
1957 aangewaaid bij
krant. Het was lente
en dat gaf ter redactie
een nieuw geluid.
Zelf kwam ik de eerste
tijd daarna nauwelijks
onder de vleugels en de
brilleglazen van de
hoofdredacteur
vandaan. De
'eerstverantwoordelijke
/onder de broodschrijvers
hield me nadrukkelijk
in de gaten. Ja, een
grapje, een niet ter zake
doend verhaal over „hoe
een vreemdeling Leiden
ziet", dat mocht wel. Het
.barstte meteen van de
j* fouten en als de
;n hoofdredacteur bij het
inzage nemen van
ïddergelijke frutsels niet
rUal te veel andere zaken
*®öm handen had, was
^zoiets koren op zijn
molen. Dan kon hij met
innig genoegen je de
vapan uitvegen, die baas
ons. Met Willem
dat anders. Willem
al ingevoerd en het
•frutselen had hij achter
rug. Hij trok de
astreek in en bond velen
teaan zich. Ik stond net op
nitie rand van het nest om
JJ^iit te vliegen toen
vJVillem al in wijde
vlogen op grote hoogten
rials een goedmoedige en
poëtische adelaar met
[Sen journalistiek oog
""peurde naar zijn prooi
bm er op neer te
itrijken. Het liefst zou
fiet dat nou nog doen,
maar inmiddels is
Willem al elf jaar uit de
lacht genomen en zit hij
thuis, op honk bij vrouw
Rie, met wie hij deze
tnaand vijftig jaar in de
echt hecht verbonden is.
Ik schrijf nu over een oud
collega. Willem Prins, in
gouden trouw. Nog net zo
mager als 25 jaar geleden.
taRustend, maar nog steeds
tomeloos bezig met het
eihoogtepunt van zijn nu 76-
biarig leven: de krant. Naast
knem Rie van der Wiel, van
6en nebroek,'die het met
oAVillem van Hillegom heeft
iténoeten doen. Goud heet het
mnu, denk je dan, en diamant
vtnoet het worden. Drie
rkinderen hebben Wim en
i (Rie grootgebracht, een zoon
eën twee dochters (van wie er
zo voorop loopt, met
trekken, dat ze
van Roermond is
geworden). Het prinselijke
tdsroost stuurde op zijn beurt
kinderen de wereld in en
zeggen opa en oma tegen
en Rie. Bruid Rie
gfbijna 79) had grote moeite
„een stukkie en een foto
zin de krant", maar Willem
alveerde meteen op en
zoiets als „geen
flauwekul vrouw, je gaat er
ffciiet dood van". Ja ja,
Willem had makkelijk
praten; die heeft in zijn
loopbaan zelf al zovelen te
grazen genomen.
Ha, die geweldige tijd. Het
nog nauwelijks bezadigd
stromende bloed, dat kroop
waar het niet gaan kon.
Willems ogen glanzen nog
na. Hij vertelt over hoe het
allemaal kwam. Aan
jaartallen heeft hij maling
en hij gooit twee
wereldoorlogen
probleemloos door elkaar.
Wel staat vast, dat hij als
jongeman op de „Vintges-
school" aan de Gedempte
Oude Gracht in Haarlem
zijn Mulo afmaakte. Hij
bekwaamde zich in
boekhouden en in Engels,
werd ambtenaar bij de Raad
van Arbeid en werd na '14-
'18 ten gevolge van
bezuinigingen als zodanig
ontslagen. Geen nood.
Willem trok administratief
de bollenwereld in, met
Hillegom als uitgangspunt.
Kende blijkbaar rust noch
duur en verdween in de
twintiger jaren naar
Duitsland om daar op
„Wanderschaft" te gaan.
Avontuurlijk naar werk
zoeken. Daar kwam het op
neer. Een ver-vooroorlogse
gastarbeider in een land dat
zich verslikte in de
wederopbouw van een
samenleving na de eerste
wereldbrand. Planters en
bloemisten langs. Werk ho
maar.
„Ik belandde tenslotte bij de
grote Joseph
Gezellenvereniging van
Keulen, de stad van
Kolping, zal ik maar zeggen.
Dat werd borden wassen en
de keukentroep opruimen
bij de huismeester. Het
duurde een paar maanden.
Daarna was het weer
wandern, wat eigenlijk des
Müllers Lust zou moeten
zijn, nietwaar Aan
Schubert dacht ik
nauwelijks of nooit in die
dagen, O nee; maar ik kwam
weer terug bij Willem
Roozen in Overveen, terug
naar de bollen. Rond '35
begon ik in De Zilk een
eigen boekhoudbureautje dat
niet zo best liep. Je keek wel
uit op velden en duinen en
overdag zag je de uilen
zitten dromen op een tak,
maar van die impressies kon
ik geen rekeningen betalen.
Op school had ik destijds
goede resultaten geboekt
met het maken van
opstellen, die nu en dan zelfs
werden opgehangen. En na
de oorlog (dat moet dan de
tweede zijn geweest) ben ik
gaan schrijven".
In die oorlog ging Willem
Prins zijn eigen weg. Een
moeilijke, waaraan hij in een
gesprek nauwelijks een
minuut besteedt. „Ik was
onderofficier-toegevoegd
van de Ned. Binnenlandse
Strijdkrachten, de NBS. In
het verzet was ik „niet
strijdend", droeg geen
wapens. Ik hielp bij
ontsnappingen uit
gevangenissen en zo meer;
en laten we het daarbij nou
maar laten". Meer vertelt
Willem er niet over. De
eerste journalistieke
vruchten plukte oud-collega
Prins uit het Hillegomse
„krantje". Hij sleet z'n
groene kopij ook aan de
Nieuwe Haarlemsche
Courant, waar drs. Van Run
min of meer „m'n sponsor
was". „Ik stuurde ook een
paar dingen op naar de
Leidse Courant, actuele
liedjes, en ik ging in Leiden
free lance schrijven. Toen
sloot de Nieuwe
Haarlemsche me maar
buiten, want dat lag allemaal
te gevoelig, zo binnen dat
overlappende
verschijningsgebied
Terwijl het gouden paar in
de flat aan het Leidse
Jacques Urlusplantsoen, in
het „werkhok" van Willem,
tot poseren gedwongen
wordt, vertelt dochter Ans,
dat haar vader nog steeds
erg bezig is met „die krant
van 'm". „Daar gaat niks
boven. Het waren de jaren
van zijn leven, bij die L. C.
Een paar jaar geleden liep
hij nog allerlei exposities af".
Sinds '57 werden de
contacten met die krant in
Leiden vaster. Willem
leverde zijn vaste rubriek
„Weeckelijkse Cronycke",
onder het pseudoniem
Willem van Horstendaal.
„Horstendaal is een heel
oude naam van een
buitenplaats bij Hillegom,
midden in de toen nog
bestaande bossen", vertelt
Willem. „Ik schreef veel
religieus en ook over
dagelijkse of wekelijkse
actualiteiten. Later kwam
daar kunst, toneel en een
tijdlang pok muziek bij. En
raadsvergaderingen, hè;
raden van Leiden,
Sassenheim en in de hele
omgeving. De Bollenstreek
was eigenlijk de hoofdzaak
in m'n molen". Dochter Ans
vertelt dan weer (terwijl
vader Willem zich even zit
af te vragen, of Keulen nou
in de eerste of in de tweede
wereldoorlog geheel
verwoest werd), dat de
journalist Prins kon
luisteren; „heel goed
luisteren zelfs. Hij schreef zo
weinig op, dat men zich in
gemoede afvroeg, wat
daarvan terecht moest
komen". Maar Willem miste
geen woord, geen nuance in
een situatie.
Naast de journalistiek
ontplooide Willem Prins de
hobby schilderen en
tekenen. Hij legde in de loop
der jaren, dat hij exposities
bezocht en galerijtjes, die hij
van binnen en van buiten
kende, een verzameling aan
die er wezen mag. Je kijkt
maar naar de muren van
zijn flat; daar hangen etsen,
gravures en aquarellen van
het zuiverste water, met
klinkende namen erop.
Maar zijn grootste
liefhebberij is toch nog wel
de genealogie, de puzzels
met de sibbe („bah, dat is
een omstreden woord"), tot
diep. in de middeleeuwen,
waar het de Prinsenkant
betreft.
We hebben in elk geval op
de L. C. een Prins gehad,
een Prince van den bloede,
een penneridder die vooral
ook op dichterlijk gebied de
regels tot een schilderachtig
geheel op papier
bijeenbracht. Ik kan het niet
nalaten een „echte" Willem
van Horstendaal nog
eenmaal ten tonele te
voeren. Willem noemde het
„Wintermorgen in
Keukenhof".
„De bomen staan onttakeld
en ontluisterd,
de brede kronen in eet)
grijze lucht
en damp omwolkt hen. Geen
gerucht
breekt door de stilte. Geen
zacht gefluisterd
woord, dat op de wind
gedragen, zucht
door de ijle nevel die hen
heeft omkluisterd
met kille band. Een stille
vogel luistert
naar ver geluid; slaat
wiekend op de vlucht.
Een koude adem waart door
bos en boom,
verstart de nevel tot een
blanke wade.
Wij staan en staren naar een
ijle droom
van glanzend zilver met
juweel bepereld.
In stil verbazen slaan we
huiv'rend gade
die koude schoonheid van
een nieuwe wereld".
Na zijn pensionering in '69
was hij dolgelukkig, dat hij
als „losse scharrel" mocht
blijven invallen op het
kunstfront; „want met kunst
had ik het liefst te maken.
Ik krijg nog steeds
uitnodigingen van mensen
die blijkbaar nog niet weten
dat ik allang bij de krant
weg ben".
Prins Willem, zoals wij hem
noemden, speelt nog steeds
erg graag met woorden. Dat
geheugen is vers twee. Al
een jaar of tien is hij bezig
met een boek, dat hij destijds
nog als feuilleton zag. De
Drie Aartsengelen zou het
moeten heten. Ik zag
gisteren het manuscript; echt
het werk van een
„schilderend" schrijver, ,,'t
Gaat niet over de hemel,
hoor, en er zijn ondeugende
figuurtjes bij. Maar ik weet
er gewoon geen end aan te
breien; die derde aartsengel
kan ik nergens goed op z'n
stek krijgen. Het kan nog
een tijdje duren, maar die
engélen moeten en zullen er
uitkomen".
Het eigenlijke feest van de
twee aaneengesmede
echtelieden Prins-Van der
Wiel is op 26 februari, maar
ze vieren het met kinderen
en kleinkinderen en andere
goedgemutste genodigden op
23 februari in het
parochiehuis van de
Leonarduskerk aan de
Haagweg, vanaf een uur of
half acht 's avonds. Tot dan
zal men, desgewenst, Willem
Prins in dagelijkse doen
kunnen vinden: stofzuigen
en afwassen, „als de borden
niet te vet zijn. Ramen
lappen vertik ik, dan sta ik
te veel in de buitenwacht..."
LEIDEN De kwaliteit
van het oppervlaktewater in
Rijnland is de laatste jaren
duidelijk vooruitgegaan, die
conclusie trekt Provinciale
Waterstaat van Zuid-Hol
land in een onlangs uitge
brachte nota naar aanlei
ding van een onderzoek naar
de kwaliteit van het opper
vlaktewater in Zuid-Hol
land dat werd gedaan ,in
1978. Ondanks de verbete
ring in het totale gebied dat
wordt bestreken door het
Hoogheemraadschap van
Rijnland zijn er nog een
paar plaatsen in Rijnland
waar de situatie nog steeds
onbevredigend is. Het gaat
om de Stompwijkse Vaart
bij Zoeterwoude en de Haar
lemmer Trekvaart, waar een
onvoldoende tot slechte wa
terkwaliteit is geconsta
teerd.
De waterkwaliteit van de Ka-
gerplassen wordt ,erg goed' ge
noemd. Opmerkelijk is de ver
betering vlakbij de waterzui
veringsinstallatie van Kaag-
dorp. De waterkwaliteit is nu
weer terug op het niveau van
1976.
Het Braassemermeer en de
Wijde Aa hebben een zeer lage
verontreinigingsgraad en een
goed zuurstofgehalte. Zij krij
gen van de samenstellers dan
ook het predikaat .biologisch
gezond'. Ten opzichte van het
vorige jaar, waarin ook een
uitstekende waterkwaliteit
werd gemeten valt zelfs een
lichte verbetering waar te ne
men.
De Oude Rijn bij Bodegraven
geeft minder goede cijfers te
zien, ofschoon de kwaliteit nog
steeds redelijk mag worden
genoemd. Tussen Bodegraven
en Katwijk ondergaat de wa
terkwaliteit van de Oude Rijn
weinig veranderingen. Alleen
bij Valkenburg is de kwaliteit
iets beter dan elders.
De Gouwe bij Boskoop valt
wat tegen; hier wordt een lich
te achteruitgang gesignaleerd.
In het rapport wordt de sug
gestie gedaan de ongezuiverde
lozingen bij Boskoop via een
waterzuiveringsinstallatie te
laten lopen. Het Aarkanaal en
de Drecht geven een redelijk
beeld te zien, terwijl de uit
monding van de Leidsche
Vaart ten opzichte van vorige
jaren een veel gunstiger waar
dering heeft.
De sifuatie in de resterende
boezemwateren van Rijnland
is bevredigend te noemen.
Redelijk
De waterkwaliteit van de
Ringvaart is over het alge
meen redelijk tot goed. Door
onvoldoende capaciteit van de
zuiveringsinstallatie Leiden-
Noord heeft de Haarlemmer
Trekvaart een hoge verontrei
nigingsgraad. De waterkwali
teit is daardoor zeer slecht ge
worden. De uitbreiding van de
zuiveringsinstallatie Leiden-
Noord in 1982 zal deze situatie
vermoedelijk aanzienlijk ver
beteren. Hoewel de invloed
van de zuiveringsinstallatie in
Noordwijkerhout minder groot
is dan die van Leiden-Noord is
de waterkwaliteit van de
Haarlemmer Trekvaart hier
toch nog onvoldoende.
De zuiveringsinstallatie van
Noordwijk loost het effluent
op de Maandagse Wetering,
hetgeen een te hoge verontrei
nigingsgraad tot gevolg heeft.
De Pastoorswetering bij Oegst-
geest is aanzienlijk verbeterd
doordat de overbelaste zuive
ringsinstallatie te Oegstgeest
buiten werking is gesteld. De
verontreinigingsgraad ligt op
een redelijk niveau, de zuur
stoftoestand is minder goed.
De Provinciale Waterstaat
doet in het rapport de sugges
tie om het water uit te bagge
ren teneinde de restauratie te
versnellen. Ten noorden van
Wassenaar is de waterkwali
teit van de Wassenaarse Wate
ring goed. In Wassenaar is de
kwaliteit van dit water echter
slecht, en dat komt vooral
door de matige zuurstoftoes
tand.
De waterkwaliteit van de
Stompwijkse Vaart bij Zoeter
woude blijft onvoldoende. Na
bij Stompwijk is de waterkwa
liteit nu vrij redelijk te noe
men. De zuiveringsinstallaties
van Hazerswoude-dorp en Al
phen aan den Rijn-noord heb
ben de Oostvaart niet nadelig
beïnvloed. De waterkwaliteit
is duidelijk verbeterd. Ook de
zuiveringsinstallatie van Bode
graven tast de waterkwaliteit
niet aan. De zuiveringsinstal
latie van Voorschoten daaren
tegen heeft een hogere veront
reinigingsgraad van de Dobbe-
watering tot gevolg gehad.
Polderwater
Hoewel de kwaliteit van de
polderwateren in vergelijking
met voorgaande jaren vooruit
is gegaan scoren ze over het
algemeen toch niet veel hoger
dan redelijk of vrij redelijk.
De waterkwaliteit van de Lan-
geraarse Plassen is vooruit ge
gaan. Bij de Nieuwkoopse
Plassen varieert de kwaliteit
nogal. Er, is in vergelijking
met het voorgaande jaar wei
nig veranderd aan de waterk
waliteit van de Nieuwkoopse
Plassen en de Meije. Duidelij
ke topper bij de polderwateren
is de zandwinplas in de polder
Broek velden en Vettebroek.
Deze plas krijgt zelfs de waar
dering .uitstekend'. De polder-
waterkwaliteit in Rijnland laat
voorlopig nog wel wat te wen
sen over, vóór al het opper
vlaktewater redelijk tot goed
mag worden genoemd. Het
moet echter worden gezegd,
dat er een duidelijk stijgende
lijn zit in het aantal wateren
dat als .biologisch gezond' mag
worden aangemerkt, aldus een
conclusie van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland.
r
Het water van de Kagerplassen heeft weer zijn oude kwaliteitsniveau terug van 1976.
LEIDEN/DEN HAAG Volgens een 35-ja-
rige koopman uit Leiden was hij lelijk te
pakken genomen door een relatie aan wie
hij zeventienduizend gulden had toever
trouwd om een goede zaak te doen door het
kopen van tegels, maar in werkelijkheid
was het geld bestemd voor het vervaardigen
van het verdovende middel amfetamine en
daar zou hij niets van hebben geweten.
Maar de officier van jusitie bij de Haagse
rechtbank eiste gisteren tegen de koopman
die zich moest verantwoorden ter zake
medeplichtigheid aan genoemde vervaardi
ging een jaar en zes maanden gevangenis
straf met aftrek van voorarrest.
De officier za~g voldoende bewijs dat verdachte
op de hoogte was van de gang van zaken. De
amfetamine werd -uiteraard clandestien-ver-
vaardigd in het Friese Menaldum. Op 5 mei
deed de politie er een inval een arresteerde een
andere betrokkene die inmiddels tot eveneens
anderhalf jaar is veroordeeld. De officier zag
geen reden om voor de Leidenaar een lagere
straf te vragen.
Het was een lucratief bedrijf want bij een ver
vaardiging van acht kilo amfetamine per week
werd ongeveer achtduizend gulden per kilo be
taald. De officier constateerde dat het spul tot
het zwaarste pepmiddel moet worden gerekend
dat gebruikers agressief en verslaafd maakt.
Voor het behandelen van de strafzaak ontston
den eerst nog enkele moeilijkheden, omdat de
verdediger, mr. Ten Have plotseling verzocht
nog zes getuigen decharge te horen zodat de
rechtbank aanhouding van de zaak overwoog,
waarna de verdediger van het horen van die
getuigen afzag omdat hij dat dan mogelijk in
hoger beroep gaat doen.
Verdachte zag zich meer als slachtoffer dan
medeplichtige, zo verklaarde hij. Hij zou niet,
hebben geweten wat amfetamine was. Vonnis
op 19 februari.