IJL
■■■Hf
Roger Corman gooit er
weer wat auto's tegenaan
Ju en Emmerik
in LAK-theater
)uitsland en Derde Rijk
lan de hand van dwerg
^eter Falken
Alan Arkin in
doldwaze
„De divan" zet
de klok terug
Mutea grijpt te
hoog met Ogme
Deze week in de bioscopen
-:n verder
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 25 JANUARI 1980 PAGINA 9
■ecies twintig jaar gele-
n werd „Die Blechtrom-
el" van de Duitse auteur
inther Grass een literai-
sensatie van de eerste
de. Vanaf vandaag
aait in Nederland de
mversie van regisseur
>lker Schlöndorff, die
rig jaar op het filmfesti
val van Cannes de grote
rijs kreeg. En merkwaar-
genoeg: Nog altijd is
e „Blikken trommel"
n fascinerend gegeven,
et inzicht en groot talent
beelden vertaald. Een
noramisch-psychologi-
he kijk op het Duitsland
en in de Tweede We-
ldoorlog aan de hand
n een dwerg.
dwerg is de verteller
n het verhaal, het jongetje
ikar dat op z'n derde jaar
protest tegen zijn omge-
ig besluit om niet verder
groeien en zich van die
ïgeving nog verder afzon-
LIDO II: Die Blechtrom-
mel (16) met David Be-
nnent en Daniel Olbry-
chaki. Regie: Volker
Schlöndorff.
dert door alleen gebakken
aan een klein rood-wit ge
lakt trommeltje roffelend
door het leven te gaan. Een
volkomen a-realistische be
nadering die Grass destijds
en Schlöndorff nu in staat
stelt de geschiedenis om een
persoonlijke manier te objec
tiveren: Oskar blikt via zijn
commentaarstem op de ge
luidsband terug, tot zelfs
voor zijn geboorte, als een
merkwaardige heldere com
mentator op wat zich alle
maal rond hem afspeelt. En
dat is heel wat. We zijn in de
oude Hanzestad Dantzig,
toen nog deel van het Duitse
rijk in een gemengd Pools-
Duitse samenleving. We zien
het fascisme ontstaan, vanuit
het perspectief van een
kleinburgerlijke samenle
ving, Oskars vader bruin-
hemd worden, de verwijde
ring tussen Polen en Duit
sers, de anti-Joodse hetzes
inclusief de dood van speel
goedhandelaar Charles Az-
navour „die al het speelgoed
van de wereld meneemt" en
de katastrofe van de oorlog
en het einde daarvan.
Schlöndorff combineert op
een fascinerende manier
fantastische en bizarre ele
menten met puur realisti
sche. Het kleinburgerlijke
milieu rond Oskar is van
een trieste en exacte banali
teit, Oskars belevenissen als
glazen stuk zingende „ar
tiest" in het dwergentheater
dat de troepen mag amuse
ren zijn grotesk en fantas
tisch, evenals de manier
waarop hij de levens van
zijn „vaders" beïnvloed, de
Duitse Mazerath en de Pool
Bronski naar hun einde
leidt. Juist die combinatie
van stijlen maakt Die Blech-
trommel een complexe film
die niet onder één noemer te
brengen is, maar op een bij
na hallucinerende manier
een haarscherpe visie op een
ellendig tijdperk neerzet,
een milieu waarin het fascis
me bijna logisch voedingsbo
dem moest vinden en tegelij
kertijd uiterst menselijk
blijft. Een tijdperk van gees
telijke dwergen waarin de
kleine Oskar Mazerath tot
een bizarre filmreus uit
groeit. In het voorprogram
ma draait „Harpya", een bi
zarre korte animatiefilm van
Belgische makelij, waarin de
Nederlandse mime-speler
Will Spoor het aan de stok
heeft met een klassiek-my-
thologische, verslindende
harpij. Een mooie combina
tie.
BERT JANSMA
bkTMERA - Schiet niet op de tandarts (a.l.) met
„eter Falk en Alan Arkin. Regie: Arthur HÜ-
'^er eerst de vader van de aanstaande van uw
lichter kennen, voordat u toestemming tot
«kar huwelijk geeft. Dit is de les die de brave
idarts Alan Arkin leert in Arthur Hillers
ie in-laws".
:t begint allemaal nogal gezapig, al is reeds
or de begintitels duidelijk dat schoonpapa-
■spé Peter Falk er heel wat duisterder prak-
jken op na houdt dan de tandarts.
is nauw betrokken bij een roof van clichés van Ameri-
ïnse bankbiljetten en voor Arkin het weet is ook hij bij
te roof betrokken, wordt er op hem geschoten door
igsters en moet hij vluchten voor de politie. De onver-
oorbare Falk - of hij nu inspecteur Colombo speelt dan
fel een zich voor CIA-agent uitgevende avonturier -
feept de doodsbenauwde Arkin mee naar een corrupt
Sddenamerikaanse republiekje en dan is het hek van de
gooit dan alle registers open met een dwaze gene-
Egal, die een monetaire wereldcrisis wil veroorzaken en
er een vuurpeloton van dikbuikige koorknapen be-
likt.
- it is een soort humor waarvan men moet houden maar
jr stoïcijnse Falk en Arkin als zijn onwillige medeplichti-
d, die telkens kastanjes uit het vuur moet halen, vormen
:®n schitterend team, dat aan het avontuur ook nog een
rdig zakcentje weet over te houden,
chiet niet op de tandarts", zoals de Nederlandse titel
dt, is'beslist geen top-komedie, daarvoor zijn de situaties
oiiaruit het tweetal zich steeds weer weet te redden te ge-
o eht. Maar wie van een flinke dosis actie houdt rond twee
'er uiteenlopende dwaze mannetjes, zal zich na een wat
-aeizame aanloop beslist niet vervelen.
TRIANON Race naar
de schroothoop (a.l.)
met Nancy Morgan en
Marion Ross. Regie Ron
Howard.
„Er bestaan geen dure of
goedkope films, alleen maar
goede en slechte". Deze uit
spraak van producent Roger
Corman, leverancier van ac
tiefilms aan de lopende
band, speelde ons door het
hoofd bij het zien van zijn
„Grand theft auto", waarin
nauwelijks verhaal te be
speuren is, acteren bijzaak
mag zijn, maar in een paar
draaidagen zoveel blikscha
de wordt aangericht, dat de
produktiekosten van dit sim
pele werkje toch wel in de
papieren zullen zijn gelopen.
Door gedurfd stuntwerk,
ook van de cameramannen,
en een flitsende montage is
„Grand theft auto" in zijn
genre voortreffelijk vak
werk. Het verhaal is in de
ene zin „Romeo en Julia in
het snelverkeer" samen te
vatten. De rijke Paula Po
wers wenst niet met de door
haar vader uitverkoren
vrijer te trouwen en gaat er
heel in het begin van de film
al met pa's Rolls Royce en
haar vriendje Sam vandoor.
Naar Las Vegas om te trou
wen. Achtervolgd door fa
milie en premiejagers, die
telkens hun auto total loss
rijden en dan meteen een
andere pikken om de wilde
jacht te vervolgen. Het lijkt
een door Rolls Royce ge
sponsorde film, totdat ook
deze slee een roemloos einde
vindt. Maar Paula krijgt
haar Sam.
MILO
g
-UXOR Escape from
itraz (16) Clint East-
ontsnapt uit de gevan-
iis Alcatraz, een Ameri-
ïse versie van het Fran-
Duivelseiland. Een
ïiende film, die ver uit
hoven de vmiddelmaat
[dit genre, (tweede week)
I Apocalypse
Now (16) Gruwelijke film
over de oorlog in Vietnam.
Wreder dan 'The Deer Hun-
ter', maar voor velen min
stens even indrukwekkend.
Marlon Brando is de zwakste
steen in het hele gebeuren,
waarin regisseur Francis
Coppola zijn afschuw van de
oorlog toont, (vierde week)
LIDO III Quadrophenia
(12) Meer een brok nostalgie
voor dertigjarigen dan een
rockmusical met de pop
groep The Who als centrale
spil. Aardig om te zien.
(vierde week)
STUDIO Manhattan
(a.l.) Schitterende film met
de subtiele humor van
hoofdrolspeler/regisseur
Woody Allen over het ver
knipte artiestenleventje van
New York. (zevende week).
Jungle book (a.l.) Het voor
treffelijke laatste werkstuk
.van Walt Disney, uitstekend
nagesynchroniseerd, (vijfde
week)(alleen matinees op
woensdag, zaterdag en zon
dag)
EUROCINEMA I (Alphen
aan den Rijn) Apocalyp
se now (16) zie Lido I.
EUROCINEMA II (Alphen
aan den Rijn) City on
fire (12). Rampenfilm voor
de liefhebber.
EUROCINEMA III (Alphen
aan den Rijn) Het eiland
.van de nieuwe monsters
(12).
EÜROCINEMA IV (Alphen
aan den Rijn) De vier
vuisten van de duivel (a.l.)
Terence Hill en Bud Spencer
in een van de eerste Trinity-
films. Duidelijk beter dan de
versies die de laatste tijd op
het bioscooppupliek worden
losgelaten, (reprise)
GREENWA Y-THEATER
(Voorschoten) Piranha's
(16) Een zoveelste variant op
het inmiddels overbekende
Jaws-recept. Deze keer zijn
het scholen vleesetende vis
ies die op een recreërend pu
bliek worden losgelaten.
wicht gebrachte mens.
LEIDEN Het LAK-thea
ter aan het Levendaal 150
exposeert deze en volgende Pmmprilf
maand etsen van Bert Ju 1,11 ,CI ,rv
en Peter van Emmerik in
de foyer van het theater
op de derde verdieping.
Bert Ju signaleert in zijn et
sen de onvolkomendheden
van het leven. Hij brengt het
vallen en opstaan van de
mens in beeld, arm of rijk.
„Je weg is toekomst en voor
het oog verborgen", meldt
Bert Ju op één van zijn et
sen. Teksten vormen een be
langrijk onderdeel van het
werk van Ju. De toeschou
wer zal ze niet makkelijk
kunnen lezen want meestal
zijn ze in spiegelschrift afge
drukt. Het is niet strikt
noodzakelijk om deze „bood
schappen" te ontcijferen om
dat de etsen als geheel door
een ruw soort schoonheid de
kunstliefhebber al genoeg
kunnen zeggen. Bert Ju gaat
uit van het menselijke even
wicht, maar registreert in
zijn etsen juist de doorslaan
de balans, de uit zijn even-
Het werk van Peter
Emmerik lijkt in tegenstel
ling tot dat van Bert Ju in
een constante chaos te ver
keren. Toch valt er een ze
kere wetmatigheid in zijn uit
vele kleine stukjes bestaande
etsen te constateren, een or
dening in de chaos. Op de
etsen van Van Emmerik is
alles is beweging vanuit alle
richtingen, waardoor toch
weer een soort regelmaat
onstaat. De etsen doen vaak
denken aan voetbalstadions
of snelwegen in bovenaan
zicht.
Bert Ju en Peter van Emme
rik zijn beiden auto-didact.
Ze zijn vrienden en gebrui
ken hetzelfde atelier, maar
houden er ieder voor zich
een zeer persoonlijke stijl op
na. Hun respectievelijke kijk
op de kunst van het etsen is
van maandag tot en met
vrijdag van elf tot vijf uur te
bezichtigen, eveneens tijdens
voorstellingen.
LEIDEN Om het Nederland
se toneel te stimuleren heeft Jules Croiset het nieuwste stuk
van Manuel van Loggem ,,De Divan" op het repertoire geno
men. Samen met Cox Habbema speelt Croiset enkele scènes
uit de praktijk van een psychiater die een vrouw behandelt
omdat ze van niemand kan houden. Het stuk is echter tien
jaar te laat geschreven. In een tijd waarin de psychotherapie
en de toegepaste behandelwijzen steeds vaker ter discussie
worden gesteld, zou het niet mogen gebeuren dat Iemand
een stuk schrijft dat alle vooroordelen bevestigt. Morgen
avond zal het stuk in de Leidse schouwburg te zien zijn. Het
stuk biedt geen nieuwe zienswijzen, maar neemt als uit
gangspunt één van de banaalste clichés uit de psychothera
pie, n.l. de patiënte die verliefd wordt op haar psychiater.
De opbouw van het stuk biedt wel enige verrassingen. Ada
vertelt aan Roelof haar dromen en herinneringen. Deze wor
den ook uitgespeeld op het toneel, waarbij Croiset de plaats
inneemt van Ada's man of vader, al naar het uitkomt. In het
begin is het voor de toeschouwer makkelijk om uit te maken
wat de werkelijkheid is, en wat de fantasie. Er is echter een
punt waar de twee door elkaar gaan lopen en niet makkelijk
moer van elkaar te onderschelden zijn. Als toeschouwer krijg
je wel iets in de gaten, maar hoe de vork werkelijk in de steel
zit, blijft lange tijd verborgen. Zelfs na afloop van het stuk
kan men doorgaan daarover te gissen.
Van Loggem had het stuk speciaal op Cox Habbema ge
schreven, die voor het spelen van het stuk een elders lopend
contract tijdelijk verbrak. Cox Habbema komt echter niet ge
heel uit de verf; haar rol van koelbloedige, niet verliefd te
krijgen vrouw maakt dat ze onaangedaan en stijf over het to
neel beweegt. Jules Croiset heeft meer mogelijkheden met
zijn rol, en weet die ook te gebruiken. Omdat het gehele stuk
zich rondom de divan afspeelt, is er niet veel variatie in to
neelbeeld. Alleen de belichting, die erg functioneel is, zorgt
voor enige afwisseling. De humor van Van Loggem moet men
weten te waarderen, anders zal men ze nogal flauw vinden
(„Moet ik op die divan liggen?" „Dat ligt aan u"). Men zal
zich bij „De Divan" niet vervelen, daarvoor zijn Habbema en
Cox te sterke spelers, maar veel meer moet men er niet van
verwachten.
JACQUELINE MAHIEU
LEIDEN Met een groots opgezet muziekprojekt komt
Mutea vanavond naar het LAK. „Ogme" is gebaseerd op
de mythe van Orpheus, de man die met zijn muziek de do
den tot leven kon brengen. Orpheus' vrouw Eurydice
wordt door een slang gebeten en belandt in de onderwe
reld. Als Orpheus haar gaat ophalen, wordt hem de voor
waarde gesteld dat hij niet naar Eurydice mag omkijken
voor zij het zonlicht heeft bereikt. Orpheus kijkt toch om
en verliest voorgoed zijn vrouw.
Omdat dit verhaal al zo vaak gebruikt is voor muziektheater
(o.a. door Baal), heeft Mutea geprobeerd accenten te ver
schuiven en elementen aan het verhaal toe te voegen. Zo
blijkt uit de titel dat niet Orpheus de hoofdfiguur is, maar
Ogme, de god van de dood. Ook wordt een aantal bijfiguren
ten tonelen gevoerd, te weten Primus, Secundus en Tertius.
Primus is de rechterhand van Ogme, Secundus doet voor
spellende uitspraken en levert commentaar op de gebeurte
nissen, Tertius is de musicus van de onderwereld. Tussen
Orpheus en Tertius zal zich een muzikaal samenspel ontwik
kelen dat ontaardt in een muzikaal gevecht. Orpheus blijkt
niet opgewassen tegen de amuzikale geluiden die Tertius
voortbrengt en laat zich daardoor afleiden van zijn voorne
men niet naar Eurydice om te kijken.
Mutea heeft het op zich simpele verhaal overladen met mo
tieven die echter geen van alle volledig uitgewerkt worden.
Het verhaal verspringt van Ogme naar Orpheus, naar Primus,
Secundus en Tertius en naar Eurydice, zonder dat de diverse
lijnen zich werkelijk met elkaar verstrengelen. In het acteren
lijkt Mutea Baal te willen imiteren zonder daar in te slagen.
De wens om zeer krachtig en fysiek te spelen is waarschijn
lijk verantwoordelijk voor het omvangrijke, verrijdbare decor,
dat lang niet zo functioneel Is als het wil doen geloven. De
muziek en zang zijn niet eenvoudig en worden kundig uitge
voerd. Helaas zijn zij niet zo verweven met het spel als men
bij muziektheater mag verwachten. In het duel tussen Or
pheus en Tertius wordt b.v. de tegenstelling tussen de twee
muzikaal niet goed genoeg uitgedrukt.
„Ogme" is té groots opgezet. Door de overdaad slaagt Mu
tea er niet in de verwachtingen die zij heeft opgeroepen,
waar te maken.
JACQUELINE MAHIEU