ïn den Vrolijcke Arke' ïraagt buurtwerk boog in vaandel Bejaardensocieteit Zuid- West is tien jaar in de weer met kaarters, sjoelstersen verder de hort op Woonwagenbewoners zullen phet nu zonder hun grijze duif moeten stellen Botwinnik even te gast bij LSG Hooglandse kerk bewijst akoestische ongeschiktheid ?TAD LEIDSE COURANT WOENSDAG 23 JANUARI 1980 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. aVlA V - CHEF LA VALEIJE VL OOG MET HET VUT A/EG VAN HET AMBTELIJKE NEST -Dfe grijze duif is henen. Zo we het wel zien. Hij niet meer te zien op de d%rste verdieping van het leidse stadhuis, vanaf de n<ireestraat. Van daaruit be- hjeken moet de grijze duif ^n bekende figuur geweest istpn. We hebben het nu over ïppn VUT - vertrekker bin- jeoen het Leidse ambtenaren- 6 brps: mr. G. N. Lavaleije, ojief van de afdeling MAV, pter te begrijpen als Maat- thappelijke Aangelegenhe en en Volksgezondheid. Imbtenaar Lavaleije werd jaar en maakt nu gebruik an de regeling die tot een 'ervroegd Uittreden in jaat stelt. Mr. Lavaleije zou bg negen maanden voor de --peg hebben; „te gaan", feet dat in een halfslachtig fengepast jargon. Zo heeft ■^avaleije ook ruim dertien iar in Leiden ten stadhuize gestaan voor" zowat de let- (rs MAV. In die tijd is hij rijzer geworden dan aan- üiLnkelijk was voorzien, u/u zijn er op het Leidse ge- leentehuis wel meer grijze Liven ordelijk in actie, kar Lavaleije lijkt onder le ambtenaren het meest op ïn duif. omdat ie zo vredig is, al' die tijd. •*?De bijnaam kreeg ik overi- van mijn vrienden van woonwagenkamp aan *e Haarlemmertrekvaart. waren nogal wat 'joeilijkheden mee. Nou, en |en zei op een keer ie- and, dat ik een grijze duif Ja, we zijn bij elkaar op bezoek geweest, fer en weer. Maar we ma in het allemaal nog goed. Niettemin mag ik niet zeg gen, dat de VUT - regeling me regelrecht onwelkom zou zijn. Eigenlijk is het een beetje vooraf uitblazen. Als grijze duif komt me dat niet helemaal ongelegen". De heer Lavaleije, rijzig, die gisteren vrijwel onopge merkt het gemeentelijk ka der verliet („ik heb intern uitvoerig van iedereen af scheid genomen; ja, ook van B en W"), is van jongsaf aan getogen in Arnhem. Daar was hij ook werkzaam bij de provinciale griffie vanaf '46; zowat twintig jaar lang. Daarna kwam hij naar het westen en streek neer op de Leidse secretarie. Daar diende de grijze duif niet al leen de woonwagenbewo-. ne'rs (en wie was er nou ei genlijk het eigenwijst maar ook het bejaarden- werk had de volle aandacht van deze consciëntieuze man op MAV. „Daar heb ik veel voor gedaan. Ook voor de verpleegtehuizen, de be jaardenhuisvesting. Onze bemoeienis strekt zich ook uit tot de geestelijk gehan dicapten, de zwakzinnigen zorg op de „geesten" van de gemeente. Enfin, op allerlei terrein heb ik me bezigge houden. In het civiele leven had ik me nog steeds met allerlei zaken bezig. Zo ben ik voorzitter van het kraamcentrum Rijn en Vliet, het regionale cen trum; en secretaris van het verpleegtehuis Zuijdtwijck in Leiden Zuid - West". Gisteren was de grijze duif in elk geval voor het laatst werkzaam op de eerste ver dieping van het stadhuis. Wie hem voor het laatst wilde zien daar, had toen de kans gehad. Nu kan dat niet meer. Lekker puh. GETROUW TOT IN DEN SOOS Weer of geen weer, de laat bloeiers van Zuid - West blijven naar hun stek boven in het ontmoetingscentrum van de Antoniusparochie komen. Nu al weer tien jaar lang. Tijd vliegt, tijd vliegt, maar de bejaardensocieteit van Leiden Zuid - West heeft het eerste decennium van haar bestaan doorstaan als een gezelligheidseiland dat via een stenen trap be reikbaar is. Volgende week maandag 28 januari gaan de dames en heren geachte soosbezoekers met z'n allen dat tienjarig bestaan vieren. De voorbereidingen zijn in volle gang. Gistermiddag zag ik daar in glimp van, in het ontmoetingscentrum. Terwijl ruim zestig mannen en vrouwen zich uitleefden in hun bezigheden, was het bestuur onverstoorbaar aan de gang met allerlei admi nistratieve rompslomp en uitnodigingskaarten. Groot slem in de buurt Het deer de hun niets; de gemeen schap gaat vóór de enke ling, moet je maar denken. Of je wilt of niet, je komt nooit om die spil heen. Dat is en blijft (voorlopig) me vrouw Bep Pont - Bemel- man, secretaresse, de zowat allesdoenster. „Nu moet je eens ophouden om het altijd maar over mij te hebben", herinnert Bep Pont zich van vorige gelegenheden; „wij als bestuursleden doen alles samen, we vormen een team dat iedere kracht daarin nodig heeft". Niette min blijft Bep Pont - Be- melman (kracht van het eerste uur en derhalve ook twee lustrums volmakend, maar dat wordt niet expli ciet gevierd, schijnt zo) on geveer de bijenkoningin te midden van haar volkje. Ze laat d'r handjes gedurig wapperen en met één blik uit haar ogen houdt ze een halve soos in het vaarwater. Op maandag - en woens dagmiddagen is het van kwart over twee tot vijf uur raak (Bep Pont - Bemel- man: schrijf liever maar van half drie, want anders staan ze veel te vroeg voor de deur, die om kwart over twee opengaat). „We zijn nu tien jaar een grote club van 150 personen; een open vrije soos en nergens aan gebon den. Maar wel met het voordeel, dat we zo'n lekke re grote zaal hebben". De bejaardensoos Zuid - West was het eerste gezelschap van dien aard dat in die stadswijk een €5 - plus - ge zelligheidsleven op touw zette. Nadien hebben de dienstencentra voor equiva lenten gezorgd, maar die van Onze Soos Zuid - West blijven zich min of meer de baanbrekers voelen. En de belangstelling handhaaft zich levendig. Gisteren was het regenachtig, veel wind en guur, maar er waren al tijd nog die ruim zestig mannen en vrouwen. Bep Pont: „Dat noemen wij een lege zaal, met slecht weer. Vorige week woensdag wa ren het er bijna tachtig en toen moesten we er stoelen bijslepen". Maar de mensen van Onze Soos Zuid - West zijn ook erg trots op de verzorging: zes koffiedames, drie per middag. Bep Pont: „Hoe vind je dat Dat is niet mis hè Die dames zijn onver vangbaar. Maar ja, die soos bezoekers moeten ook wel op de wenken worden be diend, want ze zitten te kaarten en dan is het al gauw: waar blijft de koffie De meeste kaarters zijn klaverjassers, daarnaast heb je nog wat pandoerders en bridgers. Rikken en zwik ken doen de leden van Onze Soos nog niet. En dan sjoelen hè. Daarin heb je een paar vrouwelijke mata- doren. Overigens blijven de vrouwen eerder weg dan de mannen, als het weer wat minder is; die mannen bag geren er wel doorheen. Uitgaan is wel het hoogte punt in het zuidwesterse soosleven; de dag uit en de week uit, uitgaanstreffers van het jaar. Vorige maand is de club met vakantie ge weest naar het Spaanse ho tel van de Bond zonder Naam. Twee weken zonnig vertier. Daarna ging het weer terug naar het gezelli ge honk aan de Boshuizer- laan. De soosers van het be gin, er zijn er nog van over. Bijvoorbeeld Frans Goddijn, met de dames Hogeveen en Schouten - Klein de oprich ter van de soos. Frans God dijn timmert niet zo veel meer aan de weg als weleer, maar velen zullen hem nog wel kennen als de horecafi- guur die louter blijdschap in z'n vaandel had geschreven. De herdenking van het tweede lustrum van z'n soos zal niet zonder meer aan hem voorbijgaan. Verder gaat het, onder voorzitterschap van Louis Paddenburg, met een all round secretaresse als Bep Pont (wat zal die soos er vreemd uitzien als zij er niet meer „zorgzaam" loopt te zijn), met tweede secreta resse Carla van Dijk - Vrouwenvelder. penning meester A. P. Vreeburg en bestuurslid Willem Helven- steijn. Dankbaarheid geldt alom en aantrekkings kracht. Want de soos trekt zelfs enthousiastelingen die „niet van deze parochie zijn". Men is uitgegroeid van een katholieke club die vandaag katholieken en niet - katholieken telt. Vol gende week maandag wor den in de grote zaal van Ro- senburch aan de Vijf Mei laan de jubileumbloemetjes buitengezet. Dan wordt on der meer door het feestco mité een wandkleed aange boden dat gemaakt werd door ongeveer twintig vrou welijke leden, onder de ge ïnspireerde en deskundige leiding van mevrouw Lydia Luyten, gespecialiseerd kunstenares. Er is ook een dankdienst op een breed stramien, verzorgd door pastor Van Eeuwijk, die de soos zowat op z'n vingers kent als doorgewinterde zuidwester in de parochie In restaurant Groenendijk, Hazerswoude, is een feesta vond met diner dansant, op gevrolijkt door een Pools gezelschap. Met de bus er naar toe. Onze Soos Zuid - West in goeden doen. Ko mende donderdag is er eerst nog een „routine - werkbe zoek" aan het Leidse stad huis. Ook met de bus. Op naar het mooie stadhuis van Leiden, waar de bodes zul len zorgen voor een pittig en vers kopje koffie en waar cultureel wethouder Piet - Hein Schoute niet te beroerd zal zijn om een woordje te spreken tijdens de rondleiding. Zodat ook de bejaarden van Zuid - West mogelijk kunnen zin gen: zijn daden benne groot. Maar wat ie ook mag hebben gewonnen, ze ker niet de zilvervloot, zo heb ik mij laten verzekeren. Maar daar heeft Onze Soos Zuid - West geen enkele boodschap aan. Die mensen staan op het punt van de remmen los te gooien. Voor uit; cheerio en alles wat wenselijk is, tot in lengte van nadagen. ftjDEN Clubhuis „In den Vrolijkcke - e", Peterskerkchoorsteeg 15, wil zich dit we seizoen in tegenstelling tot andere ""n meer gaan bezighouden njet wijkge- u e activiteiten. Behalve de Pieters- en jlemiewijk waar het clubhuis centraal tJgt, heeft men nu ook zijn aandacht ge- op het ontplooien van activiteiten voor eugd uit de Tuinstad/Staalwijk. Deze we opzet heeft onder meer te maken het feit, dat er in de Pieters- en Acade- vijk betrekkelijk weinig kinderen wo- De meeste activiteiten zullen in het ei- h clubgebouw worden gehouden. Wat de di dsoos voor tieners betreft zoekt men «naar een geschikte zaal in de Tuinstad- jalwijk. Met het bewonerscomité van wijk onderhoudt het clubhuis nauwe "Jhcten. ^programma van „In den Vrolijcke Arke" i zich voornamelijk op jongeren tussen 10 \np jaar. Karst Zomermaand (clubhuiswer- vertelt, dat het in het begin niet bepaald /n'iel om voldoende animo bij de kinderen a«e Tuinstad/Staalwijk voor het clubhuis te v< een. Karst Zomermaand: „Het probleem ons was aanvankelijk, hoe krijg je de kin- i binnen? Via de tienerkrant bereikte je Uerlei scholen, maar de respons op de acti- 7 en die wij erin vermeldden was niet erg ei Toen hebben we besloten om zélf de wijk 7« gaan en de kinderen daar voor het club- te interesseren. Dat is ons uiteindelijk ge- mede dank zij de medewerking van het omité. Het gaat de kinderen er vooral om, dat ze weten wie je bent. Als ik nou de Tuin- stadwijk door fiets, dan herkennen ze mij." Hoewel het clubhuis het op de jeugd gerichte buurtwerk thans meer in zijn vaandel heeft staan, mogen de volwassenactiviteiten volgens Karst zeker niet uitgevlakt worden. Wat de ou deren betreft heeft het buurthuis het plan op gevat om wat meer aan de belangenbehartiging van de wijkbewoners te gaan doen. Zo werd er gedacht aan het verschaffen van informatie over bestemmingsplannen en allerlei andere zaken die bij de bewoners leven. Het clubhuis werkt op dit moment met vier fulltime-krach ten, drie parttimers, een stagiaire en een aantal vrijwillige medewerkers. Programma „In den Vrolijcke Arke" is het nieuwe club huisseizoen gisteren begonnen met een na- schoolsoos en de zeefdrukclup voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar. Op maandag is er een naschoolsoos voor kinderen van 10 tot en met 12 jaar. De programmatijden zijn van vier uur tot half zes. De kinderen kunnen dan onder an dere tafeltennissen, discodansen of biljarten. Donderdags is er een redactieclup voor de leef tijd 10 tot en met 12 jaar, waarbij de jeugd zich bezighoudt met bijvoorbeeld het maken van een tienerkrant, tekenen, interviews houden en het verzinnen van verhalen en gekke moppen. Vrijdagmiddag is er sportklup voor tieners van 12 tot en met 15 jaar te houden in een zaaltje in de Pieterskerkgracht. Het gaat voornamelijk om het spelen van basketbal en voleybal. In lichtingen over het volledige programma en de wijze van inschrijven worden gegeven op tele foonnummer 071-123271. -'tÊÊKóMÊÊfi, Botwinnik geflankeerd door LSG-voorzitter Wirebes (links) en vertaler Baars. LEIDEN Het Leidsch Schaakgenootschap heeft gisteren bezoek gehad van haar erelid Botwinnik. Deze Russische oud-wereldkam pioen vertoeft de gehele week in Nederland als voorzitter van het Nederland-Rusland vriendschapcommité en wilde de mogelijk heid zijn vrienden van LSG opnieuw te ont moeten niet verloren laten gaan. Na een in leiding van oud-voorzitter Mackay hield Botwinnik een korte toespraak, waarna de Leidse schakers de mogelijkheid kregen hem vragen te stellen. Botwinnik, sinds 1958 erelid van LSG. is al weer enige jaren gestopt met schaken. In 1970 verscheen hij voor het laatst achter het bord. Dat was in de jubileumvierkamp van ook al weer LSG. Hij had toen als tegenstanders Spasski, Larsen en Donner. Sindsdien heeft de Rus LSG altijd een warm hart toegedragen, hetgeen gisteren op de clubavond van de Leid se vereniging duidelijk bleek. Het bliksembezoek, „een aangename verras sing", verliep dan ook zoals te verwachten was in een bijzonder ontspannen sfeer. Problemen met Afghanistan kwamen slechts zijdelings ter sprake en over de boycot van Kortsnoj door de Russische schaakbond werd helemaal niet ge rept. Botwinnik kwam niet verder dan de op merking „goede relaties tussen de mensen zijn belangrijk, de goede relaties tussen schakers moeten in stand blijven". Doel van Botwinniks' bezoek was het komende 85-jarige jubileum van LSG. Het speet hem hierbij niet aanwezig te kunnen zijn. Hij was trots erelid van LSG te zijn en liet zich zelfs ontvallen „mijn twee beste vrienden in Nederland zijn Euwe en LSG". De leden van LSG grepen na de toespraak van Botwinnik de kans aan om vragen te stellen. Naast enige schaaktechnische vragen, over par tijen tegen Tal en Fischer, roerde men ook het computerschaak aan. Botwinnik is al jaren be zig met het ontwikkelen van een sterk schaak programma. Hij zei dat hij inmiddels een zeer sterk programma had, maar dat de computer waarover hij beschikt niet deugt. Als het aan hem zou liggen dan zou de computer binnen kort minstens van grootmeestersterkte zijn. CONAMOREINPONEERT LEIDEN In de prachtige stijlvolle, maar te grote en zeer tochtige Hooglandse Kerk gaf de Chr. Oratoriumvereniging „Con Amore" versterkt met de Kon. Gem. Zangvereniging Aalsmeers Koor en begeleid door het Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland alles onder leiding van Piet Kiel jr. met „Elias" van Felix Mendelssohn-Bartholdy haar grote uit voering die muziekminnend Leiden nog van *79 te goed had. Er zijn vele pogingen ondernomen om een plaats in de kerk te vinden vanwaaraf de meeste toehoorders de beste ontvangst hebben, maar de gekozen opstelling in de noordelijke vleugel bleek niet de gelukkigste. Men kreeg de indruk dat de klanken goeddeels in de zijbeuk bleven hangen, alsof er sprake was van een filter. Volgens toehoorders die achteraan zaten mocht er zelfs gesproken worden van een klankenbrij. Nu we concerten uit drie verschillende hoeken van deze kerk beluisterd hebben en de ervaringen van CA in aanmerking nemen, is het duidelijk dat wel erg veel aan geluid ingeleverd moet worden in ruil voor een passende entourage. Het voordeel van de gekozen opstelling was dat de musiceren- den nauwelijks last bleken te ondervinden van de slechte akoe stiek, gehoord de geoliede gang van zaken bij de uitvoering. Grote bewondering verdienen Piet Kiel en zijn koren. De zui verheid vooral en de overtuiging waarmee de vokalisten naar voren traden kunnen we* ons niet beter wensen. Dat neemt niet weg dat ik enkele gedeelten, m.n. nr. 34 waarin de elementen met veel geraas voorbij komen, graag wat dynamischer had ge hoord. Misschien had Kiel hier een hoger tempo moeten slaan. In de koraalachtige gedeelten was de koorzang mooi breed en gevoelvol. Een ander punt van kritiek betreft de articulatie. On der de gegeven omstandigheden zal een koor moeten overarticu- leren wil het verstaanbaar blijven maar dat was niet het geval. Hoewel het GWO voor een werk als de „Elias" wat klein bezet is, begeleidde het uitstekend en ging er bovendien een stimule rende en stuwende kracht van uit De solisten Elisabeth Odel] (wellicht door een verkoudheid wat hees), de alt Carolyn Wat- kinson en de bas Charles van Tassel (op het laatste moment in gevallen voor de ziek geworden Henk Smit) zongen hun teksten die er meestal toch niet om liegen met een ingetogen warmte. De tenor David Johnston zong weliswaar het meest in de geest van de componist, maar week in volume en vibratie- graad toch wat te veel af van zijn collegae. Een homogene in breng hoorden we van de vier assistent-solisten (in het dubbelk- wartet en in een trio) Alide Verheij, Paula Boulton, J. GrSfing en R. Verhagen. Hoewel tientallen mensen (de goede plaatsen) hebben kunnen genieten van een hoogstaande „Elias" zal voor groot-musicerend Leiden de weg terug naar de Stadsgehoorzaal toch welhaast on ontkoombaar blijken. ARIEDE RV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5