Moon Martin in de schaduw van de sterren Handels „largo99 kan eindelijk weer zijn dramatisch vervolg krijgen PLATEI KLASSIEK LEIDSE COURANT ZATERDAG 5 JANUARI 1980 PAGINA 8 Eigenlijk heet-ie John Mar tin, maar omdat er zo vaak een maan in zijn liedjes op duikt, wordt hij Moon Mar tin genoemd. Een naam die in Amerika bij prominente musici en doorgewinterde muziekliefhebbers voor in de mond ligt. In Nederland staat hij slechts bekend als de man 'die zoveel num mers van anderen speelt'. Een begrijpelijk misver stand, want Robert Palmer en Mink de Ville doken met zijn composities de hit parade in, terwijl Moon in de schaduw van deze popi dolen achterbleef. al aan te wennen dat j kanten en producers gretig zijn elpees a fspeuren op zoek naar goed materiaal. Moon: „Daar ben ik best een beetje trots op. Het soort mu ziek dat ik breng is momen teel erg in trek in Amerika. Ik maak strakke rock 'nroll met een goed in het gehoor liggende melodie. Het klinkt ontspannen, maar je valt er niet bij in slaap. Mijn werk blijkt het ook op de radio goed te doen en ik word veel gedraaid". Over de uitvoeringen van zijn „Bad Case Of Lovin' You" door Robert Palmer en „Caddilac Walk" door Mink de Ville is hij best te spreken. „Ik vind ze prachtig. Die twee nummers staan op mijn eerste elpee „Shots From A Cold Nightmare", een plaat die door critici is bejubeld, maar waar ik achteraf zelf niet zo tevreden over ben. Veel stukken zijn net iets te langzaam, missen een bepaal de zekerheid en overtui gingskracht. Op mijn tweede elpee „Escape From Domina tion" zijn die oneffenheden weggewerkt en klinkt alles zoals het hoort De single Rolenehaalde in Amerika de Top-30 en zangeres Rachel Sweet gaat op haar nieuwe elpee mijn nummer „I've Got A Reason" doen. Er zit dus progressie in en daar gaat het mij om". Merseybeat De kleine Amerikaan mag nu aan de andere kant van de oceaan als een goede tekst dichter/componist bekend staan, hii is beslist niet ineens uit de lucht komen vallen. Moon Martin: „...truckjes op gitaren en drums zijn bijzaak..." Ruim vijftien jaar is hij al in de slag met allerlei rhythm blues- en country western- groepen. Moon komt uit Al- tus, een dorp in de staat Ok lahoma. Op jonge leeftijd leerde hij zichzelf gitaarspe len en al spoedig werd hij op genomen tussen de 'grote mannenin verschillende country-dancebands. Maar het horen van de eerste pla ten van The Beatles beteken de een volledige ommezwaai in zijn muzikale leven. Hij begon zijn eigen groep en speelde alle Beatle-nummers vlekkeloos na. Aan de daar opvolgende Merseybeat—pe riode heeft Moon vele herin neringen. „Ja, ik ben nog steeds dol op het geluid van die groepen, die dag en nacht in donkere keldertjes en garages bezig waren. Het was in die tijd frisse popmuziek, waar ik sterk door ben beïnvloed. Een goede melodie, daar draaide het om, verdere truckjes op gitaren en drums waren bijzaak. De muzikan ten zongen toen veel sterker dan nu. Neem John Lennon en Paul McCartney, maar ook Gerry The Pacema kers, Billy J. Kramer The Dakota's, Herman's Hermits. Vaak bestonden hun num mers uit niet meer dan drie accoorden, maar de melo dieën van die groepen heb ben veel mensen nog steeds in het hoofd". Sfeer Na de Beatle-imitaties begon Moon de groep South wind, waarmee hij in het begin van de jaren zeventig in Califor- nië drie platen maakte. In die tijd zwierf hij van studio naar studio om als sessiemu zikant wat bij te verdienen. Hij ontmoette de bekende producer Jack Nitsche en de twee werden goede vrienden, hoofzakelijk omdat ze allebei dol zijn op de vissport. Nit sche bezorgde hem de betere baantjes als begeleider van Linda Ronstadt en Del Shan non en stelde hem voor aan producer Craig Leon. „Dat was precies de man die ik zocht. Hij had The Ramo- nes razendknap op de plaat gezet. Bij die groep gaat het ook niet om muzikale hoog standjes, maar meer om de juiste sfeer. Hij bleek mijn werk dan ook prima aan te voelen Moon kwam met deze produ cer tot twee voornoemde langspelers. De kortgeleden uitgebrachte single „Drea mer" van zijn laatste elpee werd door de Nederlandse discjockeys praktisch gene geerd. Toch kan kwaliteit niet lang onopgemerkt blij ven. Binnen een paar jaar willen we allemaal naar de Moon. MICHAEL PETERSON Engeland Van 26 tot 29 december hebben in het Londense Hammersmith Odeon een aantal rock- concerten plaatsgevonden van Queen, Wings, Elton John, George Harrison, The Who en Elvis Costel- lo. De BBC heeft hiervan radio-opnamen gemaakt, die zo succesvol zijn geble ken dat ze geschikï zijn voor een plaat. Binnenkort zal EMI een 75 minuten durende live-elpee van deze evenementen op de markt brengen. Paal McCartney Ex- Beatle Paul McCartney wil een film maken rond de stripfiguur Rupert, die in ons land Bruintje Beer heet. Hij heeft een script geschreven en met zijn groep Wings al een elpee opgenomen met muziek voor de rolprent. Maar of het werkelijk tot filmop namen komt, is nog ondui delijk. „Eerst moet er nog een film komen over de groep zelf", zo zegt Paul in het blad „Rolling Stone". „Ik geloof dat filmen nu mijn grootste ambitie is. Ik zou graag een soort Dis- ney-film willen maken, maar het ligt niet in de be doeling hem klakkeloos na te doen". Village People De kortgeleden zo succesvolle zanggroep The Village Pe ople (o.a. „Y.M.C.A." en „In The Navy") heeft zich nu ook op het medium film gestort. De groep speelt een belangrijke rol in de film „Can't Stop The Music", die gaat over de geest van de nieuwe tijd, met zijn moderne ritme. „We willen proberen met deze film het geluid van de jaren tachtig te van-t gen", vertelt producent Allan Carr in een inter view. „The Village People maakt de muziek van dit moment". The Village People spelen in de film „Can't Stop The Music". Concert- agenda 5 januari The Nits, Paard van Troje in Den Haag. 27 januari Ellen Foley, Carré in Amsterdam. 28 januari Marvin Gaye, Doelen in Rotter dam. 29 januari Marvin Gaye, Jaap Edenhal in Amsterdam. 2 februari Little Bo Bitch, Exit in Rotterdam. 16 februari Gang of Four, Paard van Troje in Den Haag. 23 februari McGuinn, Clark Hillman, Jaap Edenhal in Amsterdam. I Hi H HI H isl The Nits. The Nits In 1978 ver scheen de elpee „Keihard en Swingend", met live-opna mes uit Paradiso van een groot aantal 'Nederlandse groepen, voortgekomen uit de in dat jaar woedende punkgolf. Eén van de weini ge groepen van deze plaat die niet weer in de anonimi teit zijn verdwenen, is de Amsterdamse formatie „The Nits". Deze vier frisse, sym pathiek ogende jongelui maakten op het kleine Scramble Label hun debuut elpee en zijn inmiddels als talentvolle groep erkend en geadopteerd door CBS, waar zij een tweede elpee hebben gemaakt, „Tent"getiteld. De nieuwe plaat laat duidelijk meer uitgebalanceerde mu ziek horen dan op de eerste plaat. Met name de bemoeie nis van producers Aad Link en R. J. Stips heeft tot een veel professioneler produkt geleid. De plaat is gevuld met vijftien goed in het ge hoor liggende nummers - het merendeel geschreven door Henk Hofstede - vaak voorzien van zeer vermake lijke teksten. De muziek vertoont gelijkenis met de klanken die groepen als The Knack en The Records voortbrengen: vrolijke, on gecompliceerde muziek. Een van die nummers „Tutti Ra- gazzi" - zo langzamerhand II UK de herkenningstune van The Nits - stond zowel op de ver- zamelelpee „Keihard en Swingend" als op de debuut plaat en is in de versie op „Tent", geproduceerd door R. J. Stips. een potentiële hitsingle. Dat is overigens het enige waar het de groep nog aan ontbreekt Frozen Fred", „Johnny said Silver", „Out in Suburbia" (met een uitstekende sfeertekening van de moderne flatwijk) en vooral „Take a Piece" kun nen uitgebracht als single de definitieve en terechte door braak voor „The Nits" bete kenen. Een groep die ook kwa amusementswaarde niet onderdoet voor Hans Van den Burgh en Co. (CBS 845051) H. V. The Clash Er is geen punkgroep van het eerste uur, die zich zo positief heeft ontwikkeld als de Engelse Clash. Op hun tweede elpee Give 'Em Enough Rope" hinkte de groep te veel op twee gedachten. Moest ze doorgaan met de harde punklijn of voor een melo dieuzer repertoire kiezen? De elpee kreeg van allebei wat. maar The Clash zat dui delijk in moeilijkheden en neigde naar verval. Tijdens enkele succesvolle tournees door Amerika wist de groep echter haar horizon te ver breden en zelfs meer dan dat. Duidelijk geïnspireerd door de Amerikaanse mu ziek leverde The Clash kort geleden een dubbelaar af, die aanvankelijk „New Tes tament" zou gaan heten, maar uiteindelijk de titel „London Calling" meekreeg. Achttien nummers, waarin de groep te horen is als nooit te voren. Alle Clash-ken- merken zijn weer aanwezig, maar dit keer verwerkt met een enorme vindingrijkheid, vitaliteit en muzikaal ver nuft, dat zelfs de grootste fan er van uit de schoenen zal slaan. De groep is altijd politiserend in de slag ge weest en staat bekend om hun politieke opstelling, ook al is die vaak in nevelen ge huld. De afwisselende num mers, waarin rock, rhythm blues, jazz, salsa en reggae vloeiend samengaan, kennen sociaal en politiek geënga geerde teksten. Zo is er het prachtige „Spanish Bombs" over de kater van de Spaan se burgeroorlog en „Lost In The Supermarket" over de eenzame strijd van het indi vidu tegen de sociale verkil ling. Met „London Calling" brengt The Clash rock n' roll terug als communicatie middel van deze tijd. De groep heeft heel wat te ver tellen. Laat de roep niet ver geefs zijn. (CBS 88478) M.P. a Sinds de uitvoerende toon kunst zich van de scheppen de los maakte en een eigen leven ging leiden, zijn de misverstanden over de ma nier waarop een compositie behoort te klinken, legio. Een sprekend voorbeeld biervan is bet geweldig po pulaire, zogeheten „largo" van Handel dat, ernstig en gedragen, in allerlei zettin gen en met uiteenlopende teksten werd verbreid en vele plechtigheden ging be geleiden, tot begrafenissen en crematies toe. Toch is de op zichzelf prachtige melo die geen geestelijk lied, zoals vaak wordt gedacht, maar een onzelfstandige aria uit nota bene een komi sche opera. De componist noteerde die aria bovendien als een „larghetto", wat sneller en levendiger dus dan een „largo". De oor- spronkelijke tekst zegt niets anders dan dat de schaduw Handel naar een geschilderd portret van T. Hudson vaa eeo plataan-boom zo weldadig kan zijn als be schutting tegen de hete zon. Ik kan niet verklaren hoe dit vocale openingsnummer van de opera Xerxes" (Serse), die in 1738 in Londen na de pre mière slechts vier opvoeringen beleefde en daarna vrij spoe dig, vrijwel geheel in het ver geetboek raakte, zo geliefd kon blijven. Bij het begin van de 20ste eeuw had namelijk, voor zover dat is na te gaan, geen enkel theater meer een opera van Handel op het re pertoire. De herontdekking begon pas in 1920 toen de kunsthistoricus, dr. Oscar Ha gen, in het Duitse Göttingen Hëndel-Festspiele ging organi seren en daar in 1924 ook „Xerxes" tot nieuw leven wekte. Sindsdien is het mu ziekdrama ook elders wel ten tonele gebracht, maar een vas te plaats op het speelplan ver overde het nergens. Dit is niet te wijten aan de krachtige barokmuziek die een sterke uitstraling heeft, maar aan het statische karak ter van de handeling die in een keurslijf zit van stijve for mules en door gebrek aan psy chologische diepgang niemand meer interesseert. Neen, li brettist Nicolo Mi na to was Aischylos niet. Die wist de held uit de vijfde eeuw vóór Christus wèl te vereeuwigen. In het muziekdrama evenwel heeft Xerxes zelfs als veldheer niets te betekenen. Hij maakt op een onbenullige manier ru zie met zijn broer Arsamenes. omdat hij die wil opschepen met zijn bruid, de Egyptische prinses Amastris. Xerxes eist Romilda, de geliefde van Arsa menes, voor zichzelf op, maar na veel geharrewar krijgen de paren, die aanvankelijk bij el kaar hoorden, elkaar toch, ter wijl de vage Atalanta, die ook een oogje had op Arsamenes, gewoon uit de boot blijkt te zijn gevallen. Bij mijn weten heeft „Xerxes" in ons land nooit een scènische opvoering gehaald en zo er al concertuit voeringen van zijn gegeven, waren die uiterst schaars. Be halve met behulp van de par tituur hebben dus slechts wei nigen kunnen vaststellen tot welk dramatisch spel het fa meuze „largo" de aanloop be doelt te zijn. Nu echter heeft CBS dit voorjaar in een Parijse kerk de opera voor het eerst compleet opgenomen en deze heel geslaagde registratie van producer Georges Kadar on der nummer 79325 in een cas sette met drie platen en een goed verzorgd tekst- en toe- lichtingsboek uitgebracht. Thans kan elkeen eindelijk vaststellen waar de tophit thuishoort, en bovendien hoe suggestief en markant Hëndels glorieuze muziek na tweeën- eenhal ve eeuw nog is, het waardeloze libretto ten spijt. Typisch Franse musici als diri gent Jean-Claude Malgoire en de met authentieke barokin- strumenten uitgeruste „Gran de Ecurie et la Chambre du Roy" hebben zich met overtui ging ingezet voor deze Itali aanse opera, die werd gemaakt voor „the gentlemen at the Haymarket" in Engelands hoofdstad. In tegenstelling tot Handels oratoria heeft het koor in zijn opera's doorgaans slechts een bescheiden rol, maar die rol wordt hier per fect gezongen door het koor van Jean Bridier. Met dat al ligt het zwaartepunt natuurlijk in de solistenbezetting die pro blemen oplevert, omdat Han del naar de mode van zijn tijd Italiaanse castraten inzette, mannen die door castratie feen stemmutatie kregen en et timbre van jongenssopra nen en jongensalten behielden, al werden hun stemmen voller en stabieler. Wat Xerxesbe treft, behoren de partijen van de koning en zijn broer tot deze categorie. Men loste het probleem hier zo op, dat men de Xerxes liet zingen door de donkere alt Carolyn Watkin- son en de Arsamenes door de helle countertenor Paul Ess- wood, naar mijn smaak een heel gelukkige keuze, omdat beiden naar stijl en stem type geknipt zijn voor deze rollen en hun prachtige stemmen in de juiste mate contrasteren. Ook de partijen van de drie vrouwelijke huwelijkskandi daten zijn goed bezet: Barbara Hendricks springt er als Ro milda uit, maar ook Ortrun Wenkel en Anne-Marie Rodde voldoen zeer wel. Ulrik Cold en Ulrich Studer passen in het geheel als respectievelijk Xer xes' generaal en Arsamenes' slaperige bediende. Natuurlijk valt er ook in dit geval weer te twisten over de meer of mindere mate van au thenticiteit. Ik wil mij daar niet tot in details om bekom meren. Ik heb genoten van de drie platen en ben dankbaar dat de muziek van „Xerxes" uit de stoffige naslagwerken is opgestaan. JOHN KASANDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 8