Synode moet duidelijke afspraken opleveren Dr.Kerkhofs: gesprek van Nederland met Rome is belangrijk voor toekomst van de gehele kerk kerk wereld We zijn te weinig bij synode betrokken Korte metten I 1INNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 5 JANUARI 1980 PAGINA 5 )ver één week op baandag 14 januari >egint in Rome de bij- (ondere synode van de Nederlandse bisschop- >en. Onder voorzitter- ichap van paus Johan- tes Paulus II zullen zij laar verwachting twee veken praten over „de litoefening van de pas- orale arbeid van de £erk in Nederland in de tuidige omstandighe- len, opdat de Kerk meer ils „communio" naar roren komt", lamen met onze huidige lomeinse correspondent Met Tummers zal ook »nze vroegere correspon- lent in Rome Frans Wij- ïands, deze zeer bijzon- lere gebeurtenis voor inze krant volgen. Van- laag publiceren wij een .voorbeschouwing" over iet komende gebeuren n Rome. Paus Johannes Paulus II heeft Neder land uitverkoren om als toetssteen te dienen. De problemen die in katholiek Nederland om een oplossing vragen be staan immers ook elders in de wereld, al komen ze daar doorgaans minder snel en scherp aan 't licht en worden ze niet zo intens, bijna fanatiek, op het scherp van de snede uitgevochten. Er is trouwens niets nieuws onder de zon, want al ten tijde van de apostelen '*t bestonden er wrijvingen tussen de evan- gelische boodschap en de praktische toe- passing ervan op het leven van alledag. Er is, sinds bekend werd dat de Neder landse bisschoppen voor een bijzondere synode naar Home zouden gaan gezegd, dat het niet alléén om Nederland ging. J De geloofs- en gezagscrisis binnen de M Kerk is wereldomvattend. Door de pro- |H blemen in de Nederlandse kerkprovincie ps aan te pakken moet het Vatikaan beter in staat ziin soortgelijke moeilijkheden s| elders het hoofd te bieden, al houden de Sn bisschoppen zich bezig met de wereld- V wijde problemen voor zover ze op de Ne- Sderlandse situatie van toepassing zijn, toch zal Nederland model staan. De voorbereidingstijd is kort, en naar m\ vaderlands gebruik, zeer tumultueus ge- 1! weest. De basis priesters, religieuzen en leken voelde zich tekort gedaan bij de voorbereidingen. Er ontstond discus- sie over de mate waarin diverse bis schoppen geen of wel behoefte hadden die basis te consulteren; er ontstond een twistgesprek over de twee religieuzen die aan de synode zullen mogen deelne- Imen: de een is te progressief, de ander te #g ^volgzaam genoemd; de vrouwelijke reli- Igieuzen voelden zich helemaal gepas seerd en de bisschoppen zelf moesten in grote haast en onafhankelijk van elkaar, Ihun bijdrage leveren. lOm orde te brengen in die organisatori- i Lche chaos werd op 4, 5 en 6 december van het pas voorbije jaar in Utrecht een I soort mini-synode gehouden waaraan 1 o.a. deelnamen mgr. Tomko, van het se- •t cretariaat voor de algemene bisschop- bénsynode in Rome, prof. Lescrauwaet J. Willebrands ve controle op het naleven daarvan mo gen worden verwacht. Priesteropleidingen Het ligt dus in de lijn dat concrete af spraken zullen worden gemaakt over de opleiding van priesters; er zullen inder daad meer opleidingen in de trant van Rolduc moeten komen. Priesters zullen wel nadrukkelijker op hun ambtsver plichtingen worden gewezen, met name op de celibaatsverplichting. Datzelfde geldt ook voor de religieuzen; ook zij zul len zich de consequenties van hun keuze duidelijker moeten realiseren. Er zal een .eind moeten komen aan het aftasten van de affiniteits-gevoelens ten opzichte van de andere sexe. Het Vaticaan zal de oecumenische gren zen willen afbakenen, katechese-voor- schriften willen maken. En de rol van de leek komt ter sprake. Men hoeft daar over geen enkele illusie te hebben: het priestertekort ten spijt zal de rol van de leek worden teruggedrongen. In tegen stelling tot bijvoorbeeld de Zuidameri- kaanse kerk waar de leken de kerk van begin af aan veel nadrukkelijker gedra gen hebben, zal de leek in de Westeuro- pese Kerk hoogifit een super-acoliet kunnen zijn die nadrukkelijk van de priesterlijke 'taken moet afblijven. De inbreng van de leek is niet essen- tieeel, maar additioneel; het Vaticaan verafschuwt de zogenaamde „raden- -Kerk", omdat de christelijke gemeen schap uniek is en niet te vergelijken met welk bestuursmodel dan ook. Tekenend is daarbij wellicht, dat de „gewone leek" niet in het voorbereidende stuk wordt genoemd. Deze zaken komen in de synode aan de orde en over deze kwesties wil het Vati caan duidelijkheid. van fundamentele, maar van pastoraal- -praktische aard, worden niet geaccep teerd. Groepen en stromingen gelovigen gebruiken elke controverse als wapen in hun heilloze strijd om het gelijk van de ene bisschop, en het ongelijk van de an dere te bewijzen. De bisschoppen dragen door hun optreden onbewust of onge wild bij tot die scheiding der geesten, ondertussen ook de afstand tussen hen onderling vergrotend. Het negatieve overheerste, ook al bleef het kerkbezoek in Nederland groter dan in andere landen; het aantal priesteruit tredingen niet groter dan elders, de be trokkenheid van de gelovigen weer véél groter. Vanuit de zwart-witte tegenstelling zou ook de synode in die onbarmhartige en onverzoenlijke kleurstelling kunnen be ginnen, terwijl het juist een synode van „duizend tinten grijs" moet worden. Om dat overal wel een positieve kant aan zit, omdat juist in deze synode alle nuances uitgebuit moeten worden om tot een sca la van oplossingen te komen. Niet om antwoord te geven aan heetge bakerde groeperingen. Natuurlijk zal de bisschop van Roermond gewezen wor den op zijn schadelijk tekortschieten in de collegiale verhoudingen, zoals ande ren over weer andere zaken op de vin gers zullen worden getikt. Voor elke insider staat het synode-ver- loop vast: een maximale duidelijkheid binnenskamers en een minimum aan ge zichtsverlies naar buiten voor de betrok kenen. De karakteristieke, galante aan pak van de Vaticaanse diplomatie om uit een tweedracht te geraken. Het zwart-wit wordt weggepoetst; de tin ten grijs komen er voor in de plaats, maar wel heldere tinten, zodat de synode geen kleurloos verloop en geen kleurloos resultaat zal hebben. Geen compromissen Niemand wil compromissen, iedereen wil duidelijkheid. Nauwelijks iemand is er die „chirurgische ingrepen" verwacht, Dr. A. J. Simonis Dr. J. M. Giisen Collegialiteit die door de Nederlandse bisschoppen als secretaris aan de synode is toegevoegd, ^en mgr. Danneels, toen nog bisschop van Antwerpen en inmiddels aartsbisschop ■rtran Mechelen-Brussel, door het Vaticaan ^aangewezen als een van de twee onder van deze synode. r.Deze driedaagse, die door zijn besloten- weinig aandacht in de publiciteit ^.heeft gekregen, is richtinggevend ge- voor de komende synode. Toen is uit het oorspronkelijke, ruim j.veertig pagina's tellende werkstuk, de ,.vier vellen korte samenvatting gemaakt r.die nadien ook gepubliceerd is. Het iQ,.moederstuk" is formeel uit de dossiers verdwenen, maar kan in Rome natuur tóch weer onverwacht op tafel ko- kjnen. Voorgebakken ts in Utrecht de synode alleen maar 'rondig voorbereid of ook voorgebak- een? Dat laatste wordt ontkend. De bis- ichoppen zien de synode zo open als naar mogelijk is. Maar het Vaticaan ïoudt niet van verrassingen en sluit die iever bij voorbaat uit. Spontaniteit is per definitie een gevaar voor een koel en be- ïeerst bestuursmodel als het Vaticaanse. jEen vergelijking van de reeks proble men in Nederland met de bekendge- naakte gespreksthemata roept de vraag >p, of er in de komende synode oplossin gen gevonden kunnen worden. r Men moet zich daarom geen overdreven I voorstellingen maken, ook niet van een te serene sfeer binnen de synode. Kar dinaal Willebrands ziet graag een ge-. Asp rek, dat „fris van de lever" wordt ge voerd. Het zal vooral een zakelijk ge- lijke afspraken gemaakt (moeten) wor- ien. Het turbulente verleden gaan oprakelen sn ontrafelen heeft weinig zin. Het gaat 16r niet zo zeer om te ontleden waaróm er 1 minder priesterroepingen zijn, dan wel 1 de methode te vinden om dat aantal iveer op te voeren en de priester-kandi- daten in de goede zin op te leiden. I Daarom mag men verwachten dat er I richtlijnen op tafel komen en dat er in- lentie-afspraken gemaakt zullen worden. Duidelijke voornemens en beloften, met van Vaticaanse zijde een soort ultimatie- Er is nog een punt waarover gesproken zal moeten worden, omdat juist daarmee en daardoor de moeilijkheden in katho liek Nederland zijn begonnen, namelijk de collegialiteit tussen de bisschoppen. Zelfs in een lokale eenheid is een bis schop pas echt herder en beschermer van de eenheid als hij handelt als lid van het bisschoppen-college. In zijn wijding zit dat lidmaatschap van het „corps epis copal" opgesloten. De bisschoppenconferentie is een uiting van collegiale geest, al is het geen beslis singsbevoegd college dat in de rechten, de plichten en de autonomie van elke bisschop afzonderlijk kan treden. Die geest van collegialiteit is in Nederland verdwenen of hooguit een afschaduwing daarvan geworden. Net zo min als de Kerk als „communio" democratisch is, net zo min is de bis schoppen-conferentie dat. Een afwijken de houding hoeft per definitie nog niet „on-collgiaal" .te zijn. Maar van de een sgezindheid in vroeger jaren is geen sprake meer. Maatschappelijke veranderingen, e^n op eenhoping van sociale problemen, de toenemende mondigheid van de gelovi gen en de (starre) eigen-geaardheid van de bisschoppen hebben tot een „cultuur- -breuk" geleid. Tussen Kromstaf 1953 en bijzondere synode 1980 heeft zich op kerkelijk gebied een revolutie voltrok ken. Tegenstellingen tussen bisschoppen, niet Dr. J. B. W. Möller H. C. A. Ernst zoals mgr. Danneels het onlangs tegen over ons formuleerde. Danneels gelooft meer in de wonderlijke werking van de synode-sfeer, waarin onverwachte en ongedachte mogelijkheden kunnen ko men om het fundamenteler met elkaar eens te worden. Om de „communio" te bereiken of minstens te bevorderen waar het allemaal om begonnen is. Letterlijk zei hij daarover: „De bisschop pen moeten weer hun onderlinge ge meenschappelijkheid in het geloof terug vinden. De collegialiteit moet tot stand komen aan de bronnen van de traditie, van het evangelie en het concilie. De collegialiteit moet berusten op de waar heid en die is niet dubbel of driedubbel. Als dat platform er komt is het niet erg dat elke bisschop zichzelf is. Dan hoeft er niet op alle punten eensgezindheid te bestaan over praktische werkmethoden om je toch in één Kerk verbonden te weten". Een enigszins kryptische uitspraak, want hoe verschillend in hun pastorale aan pak ook,, de zeven Nederlandse bisschop pen zitten natuurlijk al op dat „platform van de waarheid". Er bestaan geen ver schillen van inzicht over de geloofswaar heden; wel over de pastoraal en dat is het kernthema van de synode. Meer bisschoppen In het recente verleden is bij herhaling benadrukt dat de bisschop dichter naar de gelovigen moet. Al wil niemand ook al niet vanwege de financiële en or ganisatorische consequenties naar een bisdommen-mozaïek zoals Italié dat kent, waar elk groot dorp zijn eigen bis schop heeft. Het Vaticaan is niettemin dichter dan ooit bij de beslissing om in Nederland meer bisschoppen en/of hulpbisschoppen te benoemen. De opsplitsing van een aantal diocesen lijkt meer dan ooit nabij. De nieuwe bisschoppen hoeven dan niet per se van „de lijn-Gijsen" te zijn; eerder integendeel. Paradoxaal genoeg kan een groter gezel-", schap bisschoppen de verloren collegiali teit eerder doen terugkeren dan het hui dige zevental. Waarschijnlijk dat ook dat stukje duidelijkheid uit deze bijzondere synode komt PRIESTER-RELIGIEUZEN: De Stichting Nederlandse Priester-Reli gieuzen (SNPR) en de stichtingen van vrouwelijke religieuzen, van slotzusters en van broeders vinden, dat ze onvoldoen de zijn betrokken bij de opzet van de bij zondere synode van de Nederlandse bis schoppen in Rome, vanaf 14 januari. De religieuzen waren deze week in een extra algemene vergadering bijeen in Heeswijk. Ook bij de voorbereidingen en de samenstel ling van de agenda zijn ze niet rechtstreeks ingeschakeld, vinden ze. Ook directe inbreng bij de benoeming van de twee synodeleden religieuzen ervaren ze als onvoldoende. Bei den kunnen dan ook niet naar Rome met een inhoudelijk mandaat van de gezamenlijke re ligieuzen. De religieuzen vinden, dat het waarom van de synode duidelijk uitgangspunt van de agenda moet zijn: geen eenheid in de bis schoppenconferentie, onvoldoende vertrou wen in eikaars rechtgelovigheid en op vitale punten een verschillend pastoraal beleid. De bijzondere synode mag volgens de reli gieuzen geen gesprek zijn over eenzijdige, hiërarchisch in te vullen gemeenschapsbele ving, zoals de synode-agenda volgens hen suggereert. Verwoord moet worden, vinden ze, wat onder het kerkvolk leeft, wat de vra gen en noden van de mensen zijn en hoe mondigheid en creativiteit bevorderd kunnen worden. De Nederlandse situatie laat volgens de SNPR niet toe dat tijdens de synode beslissin gen worden genomen op punten waarbij overleg en dialoog als kenmerken van ge meenschapsbeleving onmisbaar zijn. Zij heb ben hun mening per brief aan de bisschoppen kenbaar gemaakt. De bijzondere synode der Neder landse bisschoppen in Rome is niet alleen voor Nederland van ongelofelijk groot belang, maar ook voor heel de wereldkerk. De vraag is niet zozeer of de Neder landse bisschoppen de confronta tie met Rome aandurven, maar of Rome de confrontatie aan durft met de eisen, die deze tijd aan de kerk overal in de wereld stelt. „Maar wil ik heel eerlijk zijn, dan moet ik zeggen, dat ik heel weinig verwacht". Dit is beknopt samengevat de mening van prof. dr. J. Kerkhofs s.j., direkteur van het internationale instituut voor so ciaal-kerkelijk onderzoek „Pro Mundi Vita" te Brussel, over de bijzondere sy node, die 14 januari in Rome begint en die tot bedoeling heeft een oplossing te vinden voor de pastorale problemen in Nederland. In een vraaggesprek met het ANP maakt prof. Kerkhofs uitdrukkelijk on derscheid tussen wat hij van de synode hoopt en wat hij ervan verwacht. „Ik hoop, dat deze synode de zaken niet erger maakt. Ik hoop, dat voor het bis dom Roermond een nieuwe beleidsfor- mule gevonden wordt. Ik hoop dat deze synode althans een begin maakt met de aanvaarding van groei en pluriformiteit als iets goeds, maar als realist verwacht ik beklemtoning van de uniformiteit en verharding naar buiten om krachtiger te kunnen ontreden, al zal dit de polarisatie nog verscherpen". Prof. Kerkhofs wijst erop, dat de Neder landse bisschoppen de eersten zijn, die met Rome als groep moeten overleggen hoe klaar te komen met het probleem, dat hij omschrijft als de „ongelijktijdige gelijktijdigheid". Met dit begrip zegt de Belgische hoogleraar een ontwikkeling te bedoelen, die niet alleen in de kerk van Nederland, maar in heel de wereld en in alle kerken waarneembaar is. Veel mensen zijn in hun ontwikkeling verder dan het instituut kerk, maar niet allemaal. Vele gelovigen hebben de ont wikkeling in cultuur en denken kunnen meemaken, anderen verkeren nog in de periode van vóór het tweede Vaticaanse concilie. Zo ontstaan - zo zegt prof. Kerkhofs - onder de mensen verschil lende lagen, die onderling erg verschil len, maar die toch moeten samengaan. Er zijn gelovigen, die alle zekerheden van de kerk verwachten en alle onze kerheden aan God ophangen. Zij willen van de kerk precieze voorschriften, want dan hoeven zij niet te zoeken hoe in de noodzakelijke onzekerheid te le ven. Zij zitten met angstreflexen te kij ken, omdat zij bang zijn de sprong naar morgen te maken. Aan de andere kant daarentegen zijn er mensen, die bang zijn om verplicht te worden in gisteren te moeten leven en op die manier de on bekende toekomst te missen. En beide groeperingen binnen de kerk lopen gevaar, dat zij zichzelf te belang rijk gaan vinden. Zich verharden en niet meer open staan voor de geest van God. Deze ontwikkeling, zegt prof. Kerkhofs, is overal in de wereld waarneembaar. De ontwikkelingen in het centraal be stuur van de kerk ziet prof. Kerkhofs niet als gunstig voor oplossing van de moeilijkheden. Onder Paulus VI was er volgens hem in Rome de tendens om meer bezorgdheid te tonen voor het ver lies van de mensen van de toekomst. Nu overheerst de bezorgdheid de mensen te verliezen, die in het verleden leven. Deze ontwikkeling acht prof. Kerkhofs voor Rome met haar eeuwenoude tadi- ties wel begrijpelijk, maar niet voor de plaatselijke kerken. Die omkeer schrijft prof. Kerkhofs toe aan het feit, dat een Poolse bisschop tot paus is gekozen, maar vooral aan het kli maat binnen het conclaaf, dat deze paus gekozen heeft. Volgens zijn informatie waren ook de andere kandidaten voor het pausschap niet degenen, die tot de open richting behoorden. Het is voor paus Johannes Paulus II duidelijk, zo meent prof. Kerkhofs, dat de meerder heid van het kardinalencollege, dat hem gekozen heeft, een behoudsgezinde koers voorstaat. Dit betekent, dat tegenover een tamelijk gepolariseerde massa van gelovigen een nogal eenvormig denken in het centraal bestuur van de kerk overheerst. Dit leidt volgens prof. Kerkhofs tot twee wezen lijke vragen: in hoeverre is er binnen de eenheid van de kerk verscheidenheid mogelijk? en: hoe moet gezag worden uitgeoefend en tot hoever is inspraak mogelijk? en op deze twee terreinen heeft de kerk de laatste eeuwen volgens prof. Kerkhofs heel weinig ervaring op gedaan. De kerk heeft niet geleerd met verscheidenheid te leven of met in spraak. Zij heeft dus ook enorme moei lijkheden om met conflicten te leven. Volgens prof. Kerkhofs staat de kerk op het ogenblik voor een grotere uitdaging dan in de allereerste jaren van haar be staan, toen Paulus in conflict kwam met Petrus over de toelating van gedoopte heidenen. Petrus wilde zich destijds be perken tot gedoopte joden. De beslissing voor heden is er niet ge makkelijker op geworden, omdat er een bewust geworden meerderheid van le ken en priesters is gegroeid tegelijk met een grote verscheidenheid van culturen, die binnen de kerk het recht opeisen zichzelf te kunnen blijven. Daarom is de confrontatie van Nederland met Rome zo belangrijk voor heel de kerk, want - zo zegt prof. Kerkhofs - wat zich in Ne derland afspeelt, geldt voor de hele we reld. Het gaat daarbij om de toekomst. De vraag is volgens prof. Kerkhofs of men de moed zal hebben om - met voor zichtigheid natuurlijk - het onbekende binnen te treden, het onbekende van de pluriformiteit, van de inspraak, van de oecumene. Prof. Kerkhofs vindt, dat de Nederlandse bisschoppen er moeilijk voorstaan. Zij hebben namelijk de onmo gelijke taak om in dubbele zin brugge- bouwers te zijn ten aanzien van de ver deeldheid in de eigen achterban en tus sen het verdeelde eigen land en Rome. „Elk woord dat zij zeggen, wordt op een goudschaaltje gewogen: „Ik geloof dan ook, dat de Nederlandse bisschoppen, wanneer zij diep in hun eigen hart kij ken, niet weten hoe zij uit de problemen moeten komen". In verband met de snel gegroeide kloof tussen bisschoppen en achterban in Ne derland, constateert Kerkhofs, dat dit evenmin een tot Nederland beperkt ver schijnsel is. Het is een teer punt, zegt hij, terwijl hij eraan herinnert, dat hij al ja ren lang heeft gepleit voor kleinere bis dommen. Maar dan wel zo, dat meer in spraak mogelijk wordt, dat er meer con tact bestaat tussen bisschop, priesters en volk. Echter geen kleinere bisdommen oprichten om een bepaalde kerkpolitiek door te drukken, aldus Kerkhofs. Een lichtpunt voor de synode der Neder landse bisschoppen ziet prof. Kerkhofs in het feit, dat de huidige aartsbisschop van Mechelen-Brussel, mgr. Danneels, tot vice-voorzitter is benoemd. „Ik heb mgr. Danneels acht jaar meegemaakt in het bureau van het Diocesaan Pastoraal Beraad. Hij is daar altijd met grote wijs heid opgetreden en met groot gevoel voor pluraliteit. Als hij ook in die lijn werkt als vice-voorzitter van de bijzon dere bisschoppensynode, dan kan men van hem zeggen, dat er een woordvoer der is, die bekwaam is en die weet waar over het gaat". Aan het adres van de Nederlandse ka tholieke merkt prof. Kerkhofs nog op, dat zij wat meer kerkgeschiedenis zou den moeten studeren. Dan zouden zij aan alles niet zo zwaar tillen en zouden zij beseffen, dat door de eeuwen heen elk goed begin het aanvan kelijk in de kerk heel moeilijk heeft. Het Vaticaan heeft het voornemen binnen afzien bare tijd een permanente vertegenwoordiging in Warschau te vestigen. Dit meldt het blad „Ontmoe ting", tijdschrift voor ka tholieken in kerk en sa menleving. Het blad, dat wordt uitgegeven door een kleine groep katholieken in leidende functies bin nen de Ost-CDU, beroept zich op „welingelichte kringen" in de Poolse hoofdstad. De Baskische bisschoppen hebben in een gezamenlijk herderlijk schrijven de ter roristen opgeroepen de wa pens neer te leggen. Gelijk tijdig vragen zij de regering om de bevolking op de hoog te te stellen van de ware economische en politieke si tuatie en maatregelen te ne men voor een vreedzaam sa-, menieven in de maatschap pij. Zij benadrukken de noodzaak om de rechten van de mens te eerbiedigen. In gelijke zin heeft de kerkelij ke commissie „Gerechtig heid en Vrede" zich in een verklaring geuit. Meer dan 530 kerken in de hele wereld die genoemd zijn naar St-Bonifatius, is gevraagd dit jaar een ke ten van gebed te vormen ter herdenking van de 1300ste geboortedag van de heilige, die in 754 in Dok- kum werd vermoord. Het verzoek is afkomstig van bisschop Philip Paster- field van Crediton in En geland, de geboorteplaats van St.-Bonifatius. Hij heeft naamkerken in Bel gië, Nederland, West- Duitsland en elders aange schreven. St.-Bonifatius is de beschermheilige van West-Duitsland, dat niet minder dan 187 kerken telt, die hem als patroon hebben. Volgens de voorlichtings dienst van de Poolse bis schoppenconferentie is het aantal priesterroepingen in Polen in het zojuist afgelo pen jaar opnieuw gestegen. De zevenentwintig diocesa ne seminaries en de vijfen dertig seminaries van orden en congregaties telden vorig jaar 5845 priesterstudenten. In 1977 waren dat er 5058 en in 1978 5325. In de loop van het vorige jaar werden 589 priesters gewijd, tegen 438 in 1977 en 569 in 1978. In totaal telt Polen 20.198 priesters in zevenentwintig bisdommen. „Sunday Telegraph" gaan in de ontwikkelingslan den steeds meer mensen tot het christendom over. Alleen al in Zuid-Oost Azië werden in het afgelo pen jaar 35 miljoen men sen gedoopt. De christelij ke kerken zullen in de ko mende tien jaar naar ver wachting meer nieuwe le den kunnen registreren dan zij gedurende hun ge hele bestaan aan leden hebben gehad. In het jaar tweeduizend zal zestig pro cent van het aantal chris tenen niet meer blank zijn. In Afrika zal dan 48 pro cent van de bevolking christen zijn. In het weekeinde van 29 fe bruari tot 2 maart organise ren de Salesianen van Don Bosco van Vlaanderen en Nederland een „informatie- weekend" in Oud-Heverlee bij Leuven in België. Het is bedoeld voor jongemannen van ongeveer achttien tot dertig jaar, die iets meer zouden willen weten en er varen van leven en werken van de Salesianen. Het weekeinde staat onder lei ding van de Vlaamse novi- cenmeester Denis van Muy- lem en wordt verder bijge woond door verscheidene andere Salesianen uit Vlaan deren en Nederland. Het contactadres voor Nederland is pater Nico Meijer, Julia- laantje 24 te Rijswijk, tel. 070 - 993575. Dr. J. Schoneveld, nu theo logisch adviseur in Jeruza lem voor de hervormde kerk is per 1 augustus 1980 benoemd tot secretaris-gene raal van de Internationale Raad van Christenen en Jo den (ICCJ), een bundeling van organisaties in zestien landen. De raad werd in 1974 opgericht om onderling begrip en samenwerking tussen christenen en joden te bevorderen. Dr. Schoneveld is de eerste „full-time" se cretaris-generaal van het ICCJ, waarvan het hoofd kantoor is gevestigd in het Westduitse Heppenheim en wel in het huis, waar Martin Buber van 1916 tot 1938 woonde. Buber heeft zijn hele leven gewerkt voor een betere verhouding tussen jo den en christenen. Het ICCJ heeft voor dit jaar onder meer een plan voor een stu die over joden en christenen en de huidige islam, herzie ning van leerboeken met het oog op de wijze waarop jo den en jodendom worden voorgesteld, internationale cursussen en internationale uitwisseling van informatie over huidige vormen van anti-semitisme en andere verschijnselen van groeps- discriminatie en vooroorde len.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5