Synode moet
duidelijke
afspraken
opleveren
Dr.Kerkhofs: gesprek van
Nederland met Rome is
belangrijk voor toekomst
van de gehele kerk
kerk
wereld
We zijn te weinig
bij synode betrokken
Korte metten
I
1INNENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 5 JANUARI 1980 PAGINA 5
)ver één week op
baandag 14 januari
>egint in Rome de bij-
(ondere synode van de
Nederlandse bisschop-
>en. Onder voorzitter-
ichap van paus Johan-
tes Paulus II zullen zij
laar verwachting twee
veken praten over „de
litoefening van de pas-
orale arbeid van de
£erk in Nederland in de
tuidige omstandighe-
len, opdat de Kerk meer
ils „communio" naar
roren komt",
lamen met onze huidige
lomeinse correspondent
Met Tummers zal ook
»nze vroegere correspon-
lent in Rome Frans Wij-
ïands, deze zeer bijzon-
lere gebeurtenis voor
inze krant volgen. Van-
laag publiceren wij een
.voorbeschouwing" over
iet komende gebeuren
n Rome.
Paus Johannes Paulus II heeft Neder
land uitverkoren om als toetssteen te
dienen. De problemen die in katholiek
Nederland om een oplossing vragen be
staan immers ook elders in de wereld, al
komen ze daar doorgaans minder snel en
scherp aan 't licht en worden ze niet zo
intens, bijna fanatiek, op het scherp van
de snede uitgevochten.
Er is trouwens niets nieuws onder de
zon, want al ten tijde van de apostelen
'*t bestonden er wrijvingen tussen de evan-
gelische boodschap en de praktische toe-
passing ervan op het leven van alledag.
Er is, sinds bekend werd dat de Neder
landse bisschoppen voor een bijzondere
synode naar Home zouden gaan gezegd,
dat het niet alléén om Nederland ging.
J De geloofs- en gezagscrisis binnen de
M Kerk is wereldomvattend. Door de pro-
|H blemen in de Nederlandse kerkprovincie
ps aan te pakken moet het Vatikaan beter
in staat ziin soortgelijke moeilijkheden
s| elders het hoofd te bieden, al houden de
Sn bisschoppen zich bezig met de wereld-
V wijde problemen voor zover ze op de Ne-
Sderlandse situatie van toepassing zijn,
toch zal Nederland model staan.
De voorbereidingstijd is kort, en naar
m\ vaderlands gebruik, zeer tumultueus ge-
1! weest. De basis priesters, religieuzen
en leken voelde zich tekort gedaan bij
de voorbereidingen. Er ontstond discus-
sie over de mate waarin diverse bis
schoppen geen of wel behoefte hadden
die basis te consulteren; er ontstond een
twistgesprek over de twee religieuzen
die aan de synode zullen mogen deelne-
Imen: de een is te progressief, de ander te
#g ^volgzaam genoemd; de vrouwelijke reli-
Igieuzen voelden zich helemaal gepas
seerd en de bisschoppen zelf moesten in
grote haast en onafhankelijk van elkaar,
Ihun bijdrage leveren.
lOm orde te brengen in die organisatori-
i Lche chaos werd op 4, 5 en 6 december
van het pas voorbije jaar in Utrecht een
I soort mini-synode gehouden waaraan
1 o.a. deelnamen mgr. Tomko, van het se-
•t cretariaat voor de algemene bisschop-
bénsynode in Rome, prof. Lescrauwaet
J. Willebrands
ve controle op het naleven daarvan mo
gen worden verwacht.
Priesteropleidingen
Het ligt dus in de lijn dat concrete af
spraken zullen worden gemaakt over de
opleiding van priesters; er zullen inder
daad meer opleidingen in de trant van
Rolduc moeten komen. Priesters zullen
wel nadrukkelijker op hun ambtsver
plichtingen worden gewezen, met name
op de celibaatsverplichting. Datzelfde
geldt ook voor de religieuzen; ook zij zul
len zich de consequenties van hun keuze
duidelijker moeten realiseren. Er zal een
.eind moeten komen aan het aftasten van
de affiniteits-gevoelens ten opzichte van
de andere sexe.
Het Vaticaan zal de oecumenische gren
zen willen afbakenen, katechese-voor-
schriften willen maken. En de rol van
de leek komt ter sprake. Men hoeft daar
over geen enkele illusie te hebben: het
priestertekort ten spijt zal de rol van de
leek worden teruggedrongen. In tegen
stelling tot bijvoorbeeld de Zuidameri-
kaanse kerk waar de leken de kerk van
begin af aan veel nadrukkelijker gedra
gen hebben, zal de leek in de Westeuro-
pese Kerk hoogifit een super-acoliet
kunnen zijn die nadrukkelijk van de
priesterlijke 'taken moet afblijven.
De inbreng van de leek is niet essen-
tieeel, maar additioneel; het Vaticaan
verafschuwt de zogenaamde „raden-
-Kerk", omdat de christelijke gemeen
schap uniek is en niet te vergelijken met
welk bestuursmodel dan ook. Tekenend
is daarbij wellicht, dat de „gewone leek"
niet in het voorbereidende stuk wordt
genoemd.
Deze zaken komen in de synode aan de
orde en over deze kwesties wil het Vati
caan duidelijkheid.
van fundamentele, maar van pastoraal-
-praktische aard, worden niet geaccep
teerd. Groepen en stromingen gelovigen
gebruiken elke controverse als wapen in
hun heilloze strijd om het gelijk van de
ene bisschop, en het ongelijk van de an
dere te bewijzen. De bisschoppen dragen
door hun optreden onbewust of onge
wild bij tot die scheiding der geesten,
ondertussen ook de afstand tussen hen
onderling vergrotend.
Het negatieve overheerste, ook al bleef
het kerkbezoek in Nederland groter dan
in andere landen; het aantal priesteruit
tredingen niet groter dan elders, de be
trokkenheid van de gelovigen weer véél
groter.
Vanuit de zwart-witte tegenstelling zou
ook de synode in die onbarmhartige en
onverzoenlijke kleurstelling kunnen be
ginnen, terwijl het juist een synode van
„duizend tinten grijs" moet worden. Om
dat overal wel een positieve kant aan zit,
omdat juist in deze synode alle nuances
uitgebuit moeten worden om tot een sca
la van oplossingen te komen.
Niet om antwoord te geven aan heetge
bakerde groeperingen. Natuurlijk zal de
bisschop van Roermond gewezen wor
den op zijn schadelijk tekortschieten in
de collegiale verhoudingen, zoals ande
ren over weer andere zaken op de vin
gers zullen worden getikt.
Voor elke insider staat het synode-ver-
loop vast: een maximale duidelijkheid
binnenskamers en een minimum aan ge
zichtsverlies naar buiten voor de betrok
kenen. De karakteristieke, galante aan
pak van de Vaticaanse diplomatie om uit
een tweedracht te geraken.
Het zwart-wit wordt weggepoetst; de tin
ten grijs komen er voor in de plaats,
maar wel heldere tinten, zodat de synode
geen kleurloos verloop en geen kleurloos
resultaat zal hebben.
Geen compromissen
Niemand wil compromissen, iedereen
wil duidelijkheid. Nauwelijks iemand is
er die „chirurgische ingrepen" verwacht,
Dr. A. J. Simonis Dr. J. M. Giisen Collegialiteit
die door de Nederlandse bisschoppen als
secretaris aan de synode is toegevoegd,
^en mgr. Danneels, toen nog bisschop van
Antwerpen en inmiddels aartsbisschop
■rtran Mechelen-Brussel, door het Vaticaan
^aangewezen als een van de twee onder
van deze synode.
r.Deze driedaagse, die door zijn besloten-
weinig aandacht in de publiciteit
^.heeft gekregen, is richtinggevend ge-
voor de komende synode. Toen
is uit het oorspronkelijke, ruim
j.veertig pagina's tellende werkstuk, de
,.vier vellen korte samenvatting gemaakt
r.die nadien ook gepubliceerd is. Het
iQ,.moederstuk" is formeel uit de dossiers
verdwenen, maar kan in Rome natuur
tóch weer onverwacht op tafel ko-
kjnen.
Voorgebakken
ts in Utrecht de synode alleen maar
'rondig voorbereid of ook voorgebak-
een? Dat laatste wordt ontkend. De bis-
ichoppen zien de synode zo open als
naar mogelijk is. Maar het Vaticaan
ïoudt niet van verrassingen en sluit die
iever bij voorbaat uit. Spontaniteit is per
definitie een gevaar voor een koel en be-
ïeerst bestuursmodel als het Vaticaanse.
jEen vergelijking van de reeks proble
men in Nederland met de bekendge-
naakte gespreksthemata roept de vraag
>p, of er in de komende synode oplossin
gen gevonden kunnen worden.
r Men moet zich daarom geen overdreven
I voorstellingen maken, ook niet van een
te serene sfeer binnen de synode. Kar
dinaal Willebrands ziet graag een ge-.
Asp rek, dat „fris van de lever" wordt ge
voerd. Het zal vooral een zakelijk ge-
lijke afspraken gemaakt (moeten) wor-
ien.
Het turbulente verleden gaan oprakelen
sn ontrafelen heeft weinig zin. Het gaat
16r niet zo zeer om te ontleden waaróm er
1 minder priesterroepingen zijn, dan wel
1 de methode te vinden om dat aantal
iveer op te voeren en de priester-kandi-
daten in de goede zin op te leiden.
I Daarom mag men verwachten dat er
I richtlijnen op tafel komen en dat er in-
lentie-afspraken gemaakt zullen worden.
Duidelijke voornemens en beloften, met
van Vaticaanse zijde een soort ultimatie-
Er is nog een punt waarover gesproken
zal moeten worden, omdat juist daarmee
en daardoor de moeilijkheden in katho
liek Nederland zijn begonnen, namelijk
de collegialiteit tussen de bisschoppen.
Zelfs in een lokale eenheid is een bis
schop pas echt herder en beschermer
van de eenheid als hij handelt als lid van
het bisschoppen-college. In zijn wijding
zit dat lidmaatschap van het „corps epis
copal" opgesloten.
De bisschoppenconferentie is een uiting
van collegiale geest, al is het geen beslis
singsbevoegd college dat in de rechten,
de plichten en de autonomie van elke
bisschop afzonderlijk kan treden. Die
geest van collegialiteit is in Nederland
verdwenen of hooguit een afschaduwing
daarvan geworden.
Net zo min als de Kerk als „communio"
democratisch is, net zo min is de bis
schoppen-conferentie dat. Een afwijken
de houding hoeft per definitie nog niet
„on-collgiaal" .te zijn. Maar van de een
sgezindheid in vroeger jaren is geen
sprake meer.
Maatschappelijke veranderingen, e^n op
eenhoping van sociale problemen, de
toenemende mondigheid van de gelovi
gen en de (starre) eigen-geaardheid van
de bisschoppen hebben tot een „cultuur-
-breuk" geleid. Tussen Kromstaf 1953 en
bijzondere synode 1980 heeft zich op
kerkelijk gebied een revolutie voltrok
ken.
Tegenstellingen tussen bisschoppen, niet
Dr. J. B. W. Möller H. C. A. Ernst
zoals mgr. Danneels het onlangs tegen
over ons formuleerde. Danneels gelooft
meer in de wonderlijke werking van de
synode-sfeer, waarin onverwachte en
ongedachte mogelijkheden kunnen ko
men om het fundamenteler met elkaar
eens te worden. Om de „communio" te
bereiken of minstens te bevorderen
waar het allemaal om begonnen is.
Letterlijk zei hij daarover: „De bisschop
pen moeten weer hun onderlinge ge
meenschappelijkheid in het geloof terug
vinden. De collegialiteit moet tot stand
komen aan de bronnen van de traditie,
van het evangelie en het concilie. De
collegialiteit moet berusten op de waar
heid en die is niet dubbel of driedubbel.
Als dat platform er komt is het niet erg
dat elke bisschop zichzelf is. Dan hoeft
er niet op alle punten eensgezindheid te
bestaan over praktische werkmethoden
om je toch in één Kerk verbonden te
weten".
Een enigszins kryptische uitspraak, want
hoe verschillend in hun pastorale aan
pak ook,, de zeven Nederlandse bisschop
pen zitten natuurlijk al op dat „platform
van de waarheid". Er bestaan geen ver
schillen van inzicht over de geloofswaar
heden; wel over de pastoraal en dat is
het kernthema van de synode.
Meer bisschoppen
In het recente verleden is bij herhaling
benadrukt dat de bisschop dichter naar
de gelovigen moet. Al wil niemand
ook al niet vanwege de financiële en or
ganisatorische consequenties naar een
bisdommen-mozaïek zoals Italié dat
kent, waar elk groot dorp zijn eigen bis
schop heeft.
Het Vaticaan is niettemin dichter dan
ooit bij de beslissing om in Nederland
meer bisschoppen en/of hulpbisschoppen
te benoemen. De opsplitsing van een
aantal diocesen lijkt meer dan ooit nabij.
De nieuwe bisschoppen hoeven dan niet
per se van „de lijn-Gijsen" te zijn; eerder
integendeel.
Paradoxaal genoeg kan een groter gezel-",
schap bisschoppen de verloren collegiali
teit eerder doen terugkeren dan het hui
dige zevental. Waarschijnlijk dat ook dat
stukje duidelijkheid uit deze bijzondere
synode komt
PRIESTER-RELIGIEUZEN:
De Stichting Nederlandse Priester-Reli
gieuzen (SNPR) en de stichtingen van
vrouwelijke religieuzen, van slotzusters
en van broeders vinden, dat ze onvoldoen
de zijn betrokken bij de opzet van de bij
zondere synode van de Nederlandse bis
schoppen in Rome, vanaf 14 januari. De
religieuzen waren deze week in een extra
algemene vergadering bijeen in Heeswijk.
Ook bij de voorbereidingen en de samenstel
ling van de agenda zijn ze niet rechtstreeks
ingeschakeld, vinden ze. Ook directe inbreng
bij de benoeming van de twee synodeleden
religieuzen ervaren ze als onvoldoende. Bei
den kunnen dan ook niet naar Rome met een
inhoudelijk mandaat van de gezamenlijke re
ligieuzen.
De religieuzen vinden, dat het waarom van
de synode duidelijk uitgangspunt van de
agenda moet zijn: geen eenheid in de bis
schoppenconferentie, onvoldoende vertrou
wen in eikaars rechtgelovigheid en op vitale
punten een verschillend pastoraal beleid.
De bijzondere synode mag volgens de reli
gieuzen geen gesprek zijn over eenzijdige,
hiërarchisch in te vullen gemeenschapsbele
ving, zoals de synode-agenda volgens hen
suggereert. Verwoord moet worden, vinden
ze, wat onder het kerkvolk leeft, wat de vra
gen en noden van de mensen zijn en hoe
mondigheid en creativiteit bevorderd kunnen
worden.
De Nederlandse situatie laat volgens de
SNPR niet toe dat tijdens de synode beslissin
gen worden genomen op punten waarbij
overleg en dialoog als kenmerken van ge
meenschapsbeleving onmisbaar zijn. Zij heb
ben hun mening per brief aan de bisschoppen
kenbaar gemaakt.
De bijzondere synode der Neder
landse bisschoppen in Rome is
niet alleen voor Nederland van
ongelofelijk groot belang, maar
ook voor heel de wereldkerk. De
vraag is niet zozeer of de Neder
landse bisschoppen de confronta
tie met Rome aandurven, maar
of Rome de confrontatie aan
durft met de eisen, die deze tijd
aan de kerk overal in de wereld
stelt. „Maar wil ik heel eerlijk
zijn, dan moet ik zeggen, dat ik
heel weinig verwacht".
Dit is beknopt samengevat de mening
van prof. dr. J. Kerkhofs s.j., direkteur
van het internationale instituut voor so
ciaal-kerkelijk onderzoek „Pro Mundi
Vita" te Brussel, over de bijzondere sy
node, die 14 januari in Rome begint en
die tot bedoeling heeft een oplossing te
vinden voor de pastorale problemen in
Nederland.
In een vraaggesprek met het ANP
maakt prof. Kerkhofs uitdrukkelijk on
derscheid tussen wat hij van de synode
hoopt en wat hij ervan verwacht. „Ik
hoop, dat deze synode de zaken niet
erger maakt. Ik hoop, dat voor het bis
dom Roermond een nieuwe beleidsfor-
mule gevonden wordt. Ik hoop dat deze
synode althans een begin maakt met de
aanvaarding van groei en pluriformiteit
als iets goeds, maar als realist verwacht
ik beklemtoning van de uniformiteit en
verharding naar buiten om krachtiger te
kunnen ontreden, al zal dit de polarisatie
nog verscherpen".
Prof. Kerkhofs wijst erop, dat de Neder
landse bisschoppen de eersten zijn, die
met Rome als groep moeten overleggen
hoe klaar te komen met het probleem,
dat hij omschrijft als de „ongelijktijdige
gelijktijdigheid". Met dit begrip zegt de
Belgische hoogleraar een ontwikkeling
te bedoelen, die niet alleen in de kerk
van Nederland, maar in heel de wereld
en in alle kerken waarneembaar is.
Veel mensen zijn in hun ontwikkeling
verder dan het instituut kerk, maar niet
allemaal. Vele gelovigen hebben de ont
wikkeling in cultuur en denken kunnen
meemaken, anderen verkeren nog in de
periode van vóór het tweede Vaticaanse
concilie. Zo ontstaan - zo zegt prof.
Kerkhofs - onder de mensen verschil
lende lagen, die onderling erg verschil
len, maar die toch moeten samengaan.
Er zijn gelovigen, die alle zekerheden
van de kerk verwachten en alle onze
kerheden aan God ophangen. Zij willen
van de kerk precieze voorschriften,
want dan hoeven zij niet te zoeken hoe
in de noodzakelijke onzekerheid te le
ven. Zij zitten met angstreflexen te kij
ken, omdat zij bang zijn de sprong naar
morgen te maken. Aan de andere kant
daarentegen zijn er mensen, die bang
zijn om verplicht te worden in gisteren
te moeten leven en op die manier de on
bekende toekomst te missen.
En beide groeperingen binnen de kerk
lopen gevaar, dat zij zichzelf te belang
rijk gaan vinden. Zich verharden en niet
meer open staan voor de geest van God.
Deze ontwikkeling, zegt prof. Kerkhofs,
is overal in de wereld waarneembaar.
De ontwikkelingen in het centraal be
stuur van de kerk ziet prof. Kerkhofs
niet als gunstig voor oplossing van de
moeilijkheden. Onder Paulus VI was er
volgens hem in Rome de tendens om
meer bezorgdheid te tonen voor het ver
lies van de mensen van de toekomst. Nu
overheerst de bezorgdheid de mensen te
verliezen, die in het verleden leven.
Deze ontwikkeling acht prof. Kerkhofs
voor Rome met haar eeuwenoude tadi-
ties wel begrijpelijk, maar niet voor de
plaatselijke kerken.
Die omkeer schrijft prof. Kerkhofs toe
aan het feit, dat een Poolse bisschop tot
paus is gekozen, maar vooral aan het kli
maat binnen het conclaaf, dat deze paus
gekozen heeft. Volgens zijn informatie
waren ook de andere kandidaten voor
het pausschap niet degenen, die tot de
open richting behoorden. Het is voor
paus Johannes Paulus II duidelijk, zo
meent prof. Kerkhofs, dat de meerder
heid van het kardinalencollege, dat hem
gekozen heeft, een behoudsgezinde koers
voorstaat.
Dit betekent, dat tegenover een tamelijk
gepolariseerde massa van gelovigen een
nogal eenvormig denken in het centraal
bestuur van de kerk overheerst. Dit leidt
volgens prof. Kerkhofs tot twee wezen
lijke vragen: in hoeverre is er binnen de
eenheid van de kerk verscheidenheid
mogelijk? en: hoe moet gezag worden
uitgeoefend en tot hoever is inspraak
mogelijk? en op deze twee terreinen
heeft de kerk de laatste eeuwen volgens
prof. Kerkhofs heel weinig ervaring op
gedaan. De kerk heeft niet geleerd met
verscheidenheid te leven of met in
spraak. Zij heeft dus ook enorme moei
lijkheden om met conflicten te leven.
Volgens prof. Kerkhofs staat de kerk op
het ogenblik voor een grotere uitdaging
dan in de allereerste jaren van haar be
staan, toen Paulus in conflict kwam met
Petrus over de toelating van gedoopte
heidenen. Petrus wilde zich destijds be
perken tot gedoopte joden.
De beslissing voor heden is er niet ge
makkelijker op geworden, omdat er een
bewust geworden meerderheid van le
ken en priesters is gegroeid tegelijk met
een grote verscheidenheid van culturen,
die binnen de kerk het recht opeisen
zichzelf te kunnen blijven. Daarom is de
confrontatie van Nederland met Rome
zo belangrijk voor heel de kerk, want -
zo zegt prof. Kerkhofs - wat zich in Ne
derland afspeelt, geldt voor de hele we
reld. Het gaat daarbij om de toekomst.
De vraag is volgens prof. Kerkhofs of
men de moed zal hebben om - met voor
zichtigheid natuurlijk - het onbekende
binnen te treden, het onbekende van de
pluriformiteit, van de inspraak, van de
oecumene. Prof. Kerkhofs vindt, dat de
Nederlandse bisschoppen er moeilijk
voorstaan. Zij hebben namelijk de onmo
gelijke taak om in dubbele zin brugge-
bouwers te zijn ten aanzien van de ver
deeldheid in de eigen achterban en tus
sen het verdeelde eigen land en Rome.
„Elk woord dat zij zeggen, wordt op een
goudschaaltje gewogen: „Ik geloof dan
ook, dat de Nederlandse bisschoppen,
wanneer zij diep in hun eigen hart kij
ken, niet weten hoe zij uit de problemen
moeten komen".
In verband met de snel gegroeide kloof
tussen bisschoppen en achterban in Ne
derland, constateert Kerkhofs, dat dit
evenmin een tot Nederland beperkt ver
schijnsel is. Het is een teer punt, zegt hij,
terwijl hij eraan herinnert, dat hij al ja
ren lang heeft gepleit voor kleinere bis
dommen. Maar dan wel zo, dat meer in
spraak mogelijk wordt, dat er meer con
tact bestaat tussen bisschop, priesters en
volk. Echter geen kleinere bisdommen
oprichten om een bepaalde kerkpolitiek
door te drukken, aldus Kerkhofs.
Een lichtpunt voor de synode der Neder
landse bisschoppen ziet prof. Kerkhofs
in het feit, dat de huidige aartsbisschop
van Mechelen-Brussel, mgr. Danneels,
tot vice-voorzitter is benoemd. „Ik heb
mgr. Danneels acht jaar meegemaakt in
het bureau van het Diocesaan Pastoraal
Beraad. Hij is daar altijd met grote wijs
heid opgetreden en met groot gevoel
voor pluraliteit. Als hij ook in die lijn
werkt als vice-voorzitter van de bijzon
dere bisschoppensynode, dan kan men
van hem zeggen, dat er een woordvoer
der is, die bekwaam is en die weet waar
over het gaat".
Aan het adres van de Nederlandse ka
tholieke merkt prof. Kerkhofs nog op,
dat zij wat meer kerkgeschiedenis zou
den moeten studeren.
Dan zouden zij aan alles niet zo zwaar
tillen en zouden zij beseffen, dat door de
eeuwen heen elk goed begin het aanvan
kelijk in de kerk heel moeilijk heeft.
Het Vaticaan heeft het
voornemen binnen afzien
bare tijd een permanente
vertegenwoordiging in
Warschau te vestigen. Dit
meldt het blad „Ontmoe
ting", tijdschrift voor ka
tholieken in kerk en sa
menleving. Het blad, dat
wordt uitgegeven door een
kleine groep katholieken
in leidende functies bin
nen de Ost-CDU, beroept
zich op „welingelichte
kringen" in de Poolse
hoofdstad.
De Baskische bisschoppen
hebben in een gezamenlijk
herderlijk schrijven de ter
roristen opgeroepen de wa
pens neer te leggen. Gelijk
tijdig vragen zij de regering
om de bevolking op de hoog
te te stellen van de ware
economische en politieke si
tuatie en maatregelen te ne
men voor een vreedzaam sa-,
menieven in de maatschap
pij. Zij benadrukken de
noodzaak om de rechten van
de mens te eerbiedigen. In
gelijke zin heeft de kerkelij
ke commissie „Gerechtig
heid en Vrede" zich in een
verklaring geuit.
Meer dan 530 kerken in de
hele wereld die genoemd
zijn naar St-Bonifatius, is
gevraagd dit jaar een ke
ten van gebed te vormen
ter herdenking van de
1300ste geboortedag van de
heilige, die in 754 in Dok-
kum werd vermoord. Het
verzoek is afkomstig van
bisschop Philip Paster-
field van Crediton in En
geland, de geboorteplaats
van St.-Bonifatius. Hij
heeft naamkerken in Bel
gië, Nederland, West-
Duitsland en elders aange
schreven. St.-Bonifatius is
de beschermheilige van
West-Duitsland, dat niet
minder dan 187 kerken
telt, die hem als patroon
hebben.
Volgens de voorlichtings
dienst van de Poolse bis
schoppenconferentie is het
aantal priesterroepingen in
Polen in het zojuist afgelo
pen jaar opnieuw gestegen.
De zevenentwintig diocesa
ne seminaries en de vijfen
dertig seminaries van orden
en congregaties telden vorig
jaar 5845 priesterstudenten.
In 1977 waren dat er 5058 en
in 1978 5325. In de loop van
het vorige jaar werden 589
priesters gewijd, tegen 438 in
1977 en 569 in 1978. In totaal
telt Polen 20.198 priesters in
zevenentwintig bisdommen.
„Sunday Telegraph" gaan
in de ontwikkelingslan
den steeds meer mensen
tot het christendom over.
Alleen al in Zuid-Oost
Azië werden in het afgelo
pen jaar 35 miljoen men
sen gedoopt. De christelij
ke kerken zullen in de ko
mende tien jaar naar ver
wachting meer nieuwe le
den kunnen registreren
dan zij gedurende hun ge
hele bestaan aan leden
hebben gehad. In het jaar
tweeduizend zal zestig pro
cent van het aantal chris
tenen niet meer blank zijn.
In Afrika zal dan 48 pro
cent van de bevolking
christen zijn.
In het weekeinde van 29 fe
bruari tot 2 maart organise
ren de Salesianen van Don
Bosco van Vlaanderen en
Nederland een „informatie-
weekend" in Oud-Heverlee
bij Leuven in België. Het is
bedoeld voor jongemannen
van ongeveer achttien tot
dertig jaar, die iets meer
zouden willen weten en er
varen van leven en werken
van de Salesianen. Het
weekeinde staat onder lei
ding van de Vlaamse novi-
cenmeester Denis van Muy-
lem en wordt verder bijge
woond door verscheidene
andere Salesianen uit Vlaan
deren en Nederland. Het
contactadres voor Nederland
is pater Nico Meijer, Julia-
laantje 24 te Rijswijk, tel. 070
- 993575.
Dr. J. Schoneveld, nu theo
logisch adviseur in Jeruza
lem voor de hervormde
kerk is per 1 augustus 1980
benoemd tot secretaris-gene
raal van de Internationale
Raad van Christenen en Jo
den (ICCJ), een bundeling
van organisaties in zestien
landen. De raad werd in
1974 opgericht om onderling
begrip en samenwerking
tussen christenen en joden te
bevorderen. Dr. Schoneveld
is de eerste „full-time" se
cretaris-generaal van het
ICCJ, waarvan het hoofd
kantoor is gevestigd in het
Westduitse Heppenheim en
wel in het huis, waar Martin
Buber van 1916 tot 1938
woonde. Buber heeft zijn
hele leven gewerkt voor een
betere verhouding tussen jo
den en christenen. Het ICCJ
heeft voor dit jaar onder
meer een plan voor een stu
die over joden en christenen
en de huidige islam, herzie
ning van leerboeken met het
oog op de wijze waarop jo
den en jodendom worden
voorgesteld, internationale
cursussen en internationale
uitwisseling van informatie
over huidige vormen van
anti-semitisme en andere
verschijnselen van groeps-
discriminatie en vooroorde
len.