Vijf liter schapemelk voldoende voor een kilo kaas z)r. Noomen )ntsluiert jeheim van (/leshanger EUSICHEM Er zijn maar twee boeren Nederland, die besloten hebben een idrijf op te zetten, waar in groten geta- •chapen worden gemolken. Een boer het Waddeneiland Texel en een boer, artin van Zanten, in Beusichem. Van inten ziet zich als een pionier, die met ischeiden (financiële) middelen, een euwe vorm van „boeren" aan het ont- kkelen is. Men moet het zich voorstel- n: schapen die net als melkkoeien in in melkstal machinaal gemolken wor- in. j Is teleurgesteld, boer Van Zanten, in it feit dat de overheid zo weinig van zijn )rk afweet, met als gevolg dat enige 3un van die kant nog niet erg op gang •mt. Echter, belangstelling heeft zijn be- ijf wel. it bedrijf van Martin en Carolien van inten ligt in het ruilverkavelingsgebied nd het prachtige natuurgebied van de Ichting Gelders Landschap, de „Regulie re". Dat is ook de naam van het scha- m bed rijf. Een strak geasfalteerde weg, 3 je het gevoel geeft in een stad te rij- •n. leidt naar de moderne boerderij. Er iheen lopen zo'n 480 schapen, van het xelse ras. Genoemde weg legden velen, i weq naar een uniek bedrijf, af. Ook de ilderse commissaris van de Koningin, W. Geertsema heeft al een werkbo ek gebracht aan het bedrijf, ie belangstelling is wel aardig", zegt Van nten, „je kweekt interesse voor je pro- kt, de schapekaas. Aan de andere kant het zo dat ik als ik geen tijd heb in de ilkperiode vooral geen bezoek wil bben". Die belangstelling is bepaald en sinecure. Van Zanten heeft zelfs een ;oreportage over zijn bedrijf laten ma li, die hij, wanneer er bezoek komt, op- pgt. In Zanten: „Ik heb tot vier jaar terug bij n houthandel gewerkt. Toen ben ik een prljf begonnen waar schapen werden fokt voor de slacht. Toen de gezamenlij- I schapenregeling in de Europese ge- jenschap ging werken daalden de vlees ijzen. Engeland bijvoorbeeld ging ook les aan Frankrijk leveren. Ik besloot wat ders te gaan doen", i zekere dag las hij in „De Bgerderij" n verhaal over de bereiding van schape es en het melken van schapen In het al- meen. Dat verhaal „Spaans mammoet- prijf melkt 9000 ooien", bracht hem op I idee een schapemelkbedrljf te gaan petten. Van Zanten: „In dat verhaal las dat de schapemelk in Spanje werd ge bruikt in ziekenhuizen om de gezondheid van zieke bejaarden en ook kinderen te verbeteren. Ik dacht dat zoiets ook wel in Nederland zou aanslaan. De laatste jaren zijn veel mensen bezig mét hun voe dingsgewoonten." Carolien van Zanten: „Schapemelk bevat ynolzuur, een onverzadigd vetzuur. Vroe ger wisten ze al dat baby's van schape melk bleven leven en dat ze van koeiemelk doodgingen. Maagpatiënten verdragen al tijd schapemelk en -kaas. Een schaap krijgt nooit kanker. En de gehaltes van dat zuur in de schapemelk zijn dubbel zo hoog vergeleken met dat in koeiemelk. Er Is echter nog weinig onderzoek gedaan naar de voedingswaarde van de schapemelk hier In Nederland. We hebben alles uit bui tenlandse bladen moeten halen. Momen teel zijn we bezig met het Nederlandse In stituut voor Zuivel Onderzoek om de voe WAGENINGEN Het begrip „Noordhol landse Meshanger" zal een mild heim wee doen opwellen in het gemoed van menig blauwbloedig persoon of gewezen boemelstudent, want slechts die kaste kon zich destijds de prijzige delicatesse veroorloven. Misschien denkt zelfs ko ningin Juliana nostalgisch aan het be schuitje met kaas uit haar jeugd terug; het Hof immers placht tot de vaste afne mers van de Meshanger te behoren. Half oktober was l)et altijd zo ver. Dan reikte lakei of butler bij de ochtendpost de fol der aan met de kruiperige tekst: „Mijn heer, Mevrouw, hiermede neem ik de vrijheid U mijn Meshanger kaasjes aan te bieden". Zeg maan de kievitseieren van de herfst. Vergane glorie..., en niet als gevolg van een invretend democratiseringsproces. Nee, de Meshanger verdween van de Noordhollandse bodem om onnaspeurba re, maar zonder twijfel platvloerse rede nen. Misschien kostte de bereiding ervan gewoon te veel tijd en moeite. Misschien loonde het niet meer. De oorzaak heeft zich In de mist van de tijd opgelost. Vast staat slechts dat de adel, de aristocratie en de eeuwige student met zijn rijke papa het omstreeks 1940 zonder hun Meshan ger moesten gaan stellen. En geen hoop op betere tijden. De kaas werd vervaar digd volgens een oud, geheim, mondeling overgeleverd familierecept en die familie heeft het, na er de brui aan gegeven te hebben, meegenomen in zijn graf. Excellent nieuws echter, afkomstig van de Landbouwhogeschool te Wageningen. Daar is het de zuiveltechnoloog dr. A. Noomen gelukt het geheim van de verlo ren gegane, exquise kaassoort te ontrafe len. Met de vasthoudendheid en vinding rijkheid van een ras-detective heeft hij in een doolhof van zuursel, stremsel en wrongel, van gisten en schimmels het spoor terug gevolgd. Even dreigde hij in een val van oppervlakteflora verstrikt te raken. Bijtijds echter ontdekte hij: in te genstelling tot andere zachte kaassoorten met een oppervlakteflora die van buiten naar binnen rijpen zoals de Camembert en de Brie, moet de Meshanger rijpen van binnen naar buiten en speelt de opper vlakteflora van gisten en schimmels tijdens de rijplngsperlode geen rol van betekenis. „Dat vereiste enig onorthodox denkwerk", geeft hij voldaan toe. Maar nu is de Mes hanger er dan weer..., de kaas, „zo sme dig dat hij bij het snijden aan het mes blijft hangen". Niet dat koningin Juliana de lek kernij meteen kan voorzetten aan de eerstvolgende ambassadeur die zijn ge loofsbrieven komt overhandigen. Het blijft voorlopig bij een laboratorium-kaas. De receptuur echter is niet langer een familie geheim. ledereen die het proefschrift van dr. Noomen, gewijd aan fundamenteel on derzoek over kaasrijping, opvraagt, kan bij wijze van spreken de eens zo exclusieve Noordhollandse Meshanger eigenhandig bereiden. Meshanger geen Mesklever Laat ons vooral niet de historische fout wegen gemiddeld drie kilo. een Turk, die de kaas in Duitsland ver koopt. Maar ik blijft het vreemd vinden dat een koeienboer van het begin tot het ein de gesubsidieerd wordt en dat wij niets krijgen. De subsidie, dat is geen zaak waar Ik mijn kop aan stoot, de onbekendheid van de overheid met het bedrijf wel." Het bedrijf zelf Is zichtbaar geen bijzonder boerenbedrijf. Het bijzondere zit binnenin, de draaimolen waar de schapen op wór den gemolken en de kaasbereidingsma chine. De schapen lopen in de weide rond de boerderij op een oppervlakte grasland van ongeveer twintig hectare. Dit eerste jaar van het bestaan heeft men de scha pen alleen In de bronsttijd kunnen melken. Van Zanten vindt dat onrendabel. Het is nu zo dat hij een arbeidspiek heeft in die tijd en vervolgens een half jaar betrekke lijk weinig te doen heeft. Hij heeft nu plan nen om bronstinductie te gebruiken, zodat i. Noomen toont hier de smedigheid van de Meshanger. Bij het snijden moet de kaas aan het mes blijven hangen. Een kijkje in de opslagplaats. De kaasjes dingswaarde van schapemelk te onderzoe ken." Ten aanzien van de onbekendheid van de overheid met zijn bedrijf geeft de heer Van Zanten een zinsnede weer uit de structuur nota voor de schapenhouderij, een discus sienota die in juni werd uitgegeven en ver vaardigd door de Directie Veehouderij en Zuivel, een afdeling van het ministerie van landbouw en visserij. Deze luidt als volgt: ...Deze tak van schapenhouderij (melken red.) kan dus voor een beperkt aantal schapenhouders, vanwege de vrij geringe vraag, een redelijke tot goede bron van in komsten vormen." „Momenteel", zegt Van Zanten, „heeft de schapekaas nog geen beste aftrek. Je moet er zelf voor zorgen dat je produkt toch aan de man komt. De kaas vindt zijn weg via reformwinkels en kaasspeciaalza ken. Ik heb contacten met een Libanees, die de kaas naar Libanon verzendt en met begaan dat we de Meshanger verwarren met de Mesklever zoals die indertijd op de kaasmarkt van Oostwoud verhandeld werd (misschien zijn er nog streekbewoners die zich de naam „Oostwouder platjes" herin neren). Dan praten we namelijk over Edammer kazen die nogal jammerlijk wa ren uitgezakt tot een plat model. Dr. Noo men misprijzend: „Het kwam omdat de wrongel zich In de herfst moeilijk droog liet afwerken. Dergelijke Edammers zakten vanwege het hoge vochtgehalte als een pudding In elkaar. Ook kregen ze een kle verige korst van rode bacteriën. Ze wer den verkocht als een soort Meshanger, maar in wezen waren het mislukte Edam mers. Ik heb een oude kaashandelaar dan ook wel eens horen zeggen: de Mesklever werd gemaakt door boeren die niet wisten hoe ze een goede Edammer moesten ma ken. Toch was er wel afzet voor. De plaat selijke bevolking had geen hoge pet op van de Mesklever, maar de handelaren za gen er broodbeleg in. Ze konden de mis lukte kazen tegen een lage Inkoopsprijs op de kop tikken en ze vervolgens met flinke winst als specialiteit slijten aan onnozele stedelingen". Nee, dan is de Noordhollandse Meshanger andere kaas. Als oer-vader staat een ze kere Cornelis Pijper te boek, ongetwijfeld familie van de eveneens uit Hoogwoud af komstige hervormde kerkhistoricus Frede- rik Pijper die zich echter meer met dogma tiek dan met kazen bezig hield. Cornelis Pijper was burgemeester van het Westfrie- se dorp dat voorts bekendheid geniet om dat Rooms-Konlng Willem II ef in 1256 te gen de Friezen sneuvelde. Nu echter schrijven we 1850 of daaromtrent en Cor nelis Pijper maakt de eerste Meshanger, want behalve burgemeester van Hoog woud was hij ook veeboer. De kale kaas... Dr. Noomen omschrijft de door hem voor uitsterven behoede kaas van Pijper als volgt: „Ongeveer 45 plus. Smedig van structuur. Fris, mild zuur, Iets gistig van smaak; met de smaak van geen enkele an dere kaas te vergelijken. Lichtgeel van kleur. Binnen twee tot drie weken rijp, en dan moet je hem ook eten, want er zijn partijen bij die na veertien dagen van de plank gaan lopen, zo hoog is het vochtge halte. Je kunt eventueel met behulp van oppervlakteflora allerlei variaties bereiken. Wij, hier in het laboratorium, hebben al leen de kale kaas gemaakt. Maar daarvan zeggen de weinige mensen die het nog weten kunnen: Jazeker, dit is de echte Meshanger. Terwijl ze, toen we nog expe rimenteerden met de foutieve gedachte van een oppervlakteflora tijdens het rij pingsproces, zeiden: best een aardig kaas je, hoor, maar niet de echte Meshanger". De oude Pijper uit Hoogwoud deed, kort om, wat later in het hooggeleerde Wage ningen voor onmogelijk werd gehouden. Hij ontzuurde zijn kaas niet door er een oppervlakteflora van gisten en schimmels op in te laten werken. Hij ontzuurde hem ook niet door hem in een krijtbad te leg gen zoals dr. Noomen bij zijn proefnemin gen overigens met succes probeer de. Hij ontzuurde hem (nu wordt het even ingewikkeld) door de groei van op zich al langzaamzurende melkzuurbacteriën In de kaas nog te vertragen en tenslotte vrijwel stil te zetten door het zoutgehalte in het kaasvocht van buiten af te doen toene men. Een uitgekiend evenwicht tussen het gebruik van een zeer langzaam zurend zuursel enerzijds en een zoutconcentratie die de groei van melkzuurbacteriën ver traagt anderzijds, zodat het week worden van de kaas van binnen uit naar'buiten verloopt inplaats van andersom en dit al les zonder dat de kaas zuur of „kort" wordt..., ziedaar het geheim achter de fa meuze Meshanger van Pijper, zoals dr. Noomen het met vallen en opstaan wist te ontsluieren. Ben u er nog, majesteit? Cornelis Pijper gaf het geheim door aan zijn twee dochters. De eerste trouwde met een zekere J. Helder, bezitter van een boerderij aan de Hoogwouder Gouw die de handelskanalen voor de Meshanger kreeg toevertrouwd. De tweede huwde met S. Glas die in Hoogwoud bleef, het bedrijf van zijn schoonvader voortzette en de levering aan particulieren verzorgde. Later trad een dochter van Helder In de echt met een zekere J. Appel. Deze nam de afzet aan particulieren weer over van Glas, zodat het Meshanger-imperium van grootvader Pijper in zijn oorspronkelijke glorie werd hersteld. Hoofdkwartier was nu de bedrijfsboerderlj In Winkel en dat bleef zo totdat zoon Appel verhuisde naar een boerderij In Benningbroek. Met deze verhuizing kwam het einde van de Mes hanger. Zoon Appel zette de kaasmakerij niet voort. Wat hem bewoog? Dr. Noomen: „Ik kan alleen gissen. Als er indertijd al te levisie had bestaan, zou Ik zeggen: hij keek misschien liever naar de televisie" Onbetaalbaar De Meshanger werd uitsluitend In de maanden september en oktober bereid, uitgaande van zo vers mogelijk gewonnen rauwe melk, zonder gebruik van zuursel, op een hoog vochtgehalte afgewerkt. Waarschijnlijk entte men de kaasmelk spontaan met melkzuurbacteriën die on danks de spreekwoordelijke Westfrlese zindelijkheid in de kieren van het houten melkgereedschap waren achtergebleven. Hoe groot de partijen Meshanger waren, is niet precies bekend. Bij de bedrijfsboerde rlj in Winkel is op een gegeven moment sprake van 500 tot 600 stuks. Des te meer weten we over de prijs. In 1938 kostte een kilo Meshanger 3 gulden 10, bijna het dubbele van een kilo Edammer. Franco rembours, dus de klant moest ook de ver zendkosten betalen. Bovendien werd het gewicht ongunstig beïnvloed door het hoge vochtgehalte. Minder kaas voor meer geld. Voer voor snobs. Dr. Noomen: „Die prijs was voor gewone stervelingen onbe taalbaar. Alleen de adel. de notabelen, de studerende rijkeluis-zoontjes hadden er zo'n bedrag voor over. Het was een lek kernij. Zozeer zelfs dat er bij de elite van heel Nederland vraag naar was. Uit be waard gebleven rekeningen weten we dat de klantenkring het hele land besloeg". Veel meer dan wat vergeelde rekeningen bleef er helaas niet over van de adellijke Meshanger. O ja, zoon Appel vond op zol der nog een kistje waarin de kazen moe ten zijn vervoerd. Dr. Noomen: „Dat was verschrikkelijk belangrijk, want daaruit konden we tenminste het formaat afleiden. Toen we begonnen, wisten we niets van de Meshanger, zelfs niet het formaat. We hadden alleen wat vage herinneringen van bedrijfsleider C. Pijper op de proefzuivel- boerderij van het Rijkslandbouwproefstati on in Hoorn. Hij was een kleinzoon van de oude Cornelis Pijper. Dank zij hem zijn we ook van die foutieve oppervlakteflora af gestapt. Hij bleef stijf en strak volhouden: voor zover ik weet, kwam er aan de berei ding geen oppervlakteflora te pas. En toen we de kaas met behulp van een krijtbad hadden ontzuurd, zei hij: dit is hem. Toen wisten we eindelijk dat de Meshanger vroeger zonder oppervlakteflora was ge maakt. Toen zaten we op het goede spoor". Kleinzoon Pijper was het belangrijkste houvast. Meer mensen had dr. Noomen niet bij wie hij tijdens zijn speurtocht te rade kon gaan. Daarom zegt hij: „We den ken dat we de echte Me6hanger hebben. Maar voor honderd procent zeker zijn we niet, want de historische omstandigheden van toen kun je nooit voor honderd pro cent nabootsen. Alleen de samenstelling van de huidige melk al is heel anders. En dan dat houten gereedschap... Maar we gaan binnenkort weer een partij maken. Die zullen we bij wijze van controle laten keuren door de enkele Meshanger-klanten van wie we het bestaan nog kennen" Nog mondjesmaat Een en ander doet vermoeden dat de Meshanger niet van de ene dag op de an dere voor ledereen bereikbaar in de win kel zal liggen. Het kaasje blijft voorlopig mondjesmaat. Een zuivelconcern bestu deert de mogelijkheden. Dr. Noomen waarschuwt op voorhand: „Wanneer je denkt aan grootschalige, industriële pro- duktie, zie ik nogal wat moeilijkheden. Wij werken met bakjes van tweehonderd liter. Het is zeer de vraag of je dezelfde berei dingsmethode ook bij grote hoeveelheden kunt toepassen. Bovendien mag je de Meshanger toch wel een arbeidsintensieve kaas noemen. Hij eist tijdens de rijping veel aandacht en zorg, want als gevolg van gisting door coli-bacteriën raakt hij ge makkelijk vroeg los, zoals dat in vakter men heet. Zelfs voor particulieren lijkt hij me moeilijk te maken. Je hebt er bijna la boratorium-omstandigheden voor nodig". Geen broodje Meshanger dus in een nabij verschiet. De receptuur van Cornelis Pijper blijft voor de massa even onbereikbaar als hij altijd is geweest, ook al heeft dr. Noo men er het geheim van ontsluierd. PIET SNOEREN Martin van Zanten temidden van zijn schapen. hij bijvoorbeeld drie maal per jaar kan melken. Het was voor de Van Zantens geen al te groot probleem om de schapen in de melkstal en op de „melkmolen" te krijgen. De schapen hadden er geen angst voor. „Nu vechten ze er om machinaal gemol ken te worden", aldus Van Zanten. Het schaap produceert gaandeweg meer melk. Van Zanten deed er eerst twee uur over om vijftig liter melk te krijgen, nu krijgt hij in één uur 350 liter. Een Fries melkschaap kan 300 tot 600 liter per lactatie (melkaf scheiding) geven. Een Texels schaap geeft 150 tot 300 liter. Ter vergelijking: een koe geeft 7000 tot 8000 liter. Schapemelk is echter veel geconcentreerder. Voor een kilo kaas heeft men tien liter koeiemelk nodig of vijf liter schapemelk. De Van Zan tens maken drie-kilo-kaasjes. Daarin wordt soms knoflook, bieslook, groene pe per of gewone peper verwerkt. „Het schaap zelf is zeer kwetsbaar en Is, als er maar even iets niet goed gaat, binnen de kortste keren dood. Je moet ze heel goed in de gaten houden. Als weidedier levert een schaap weinig problemen op. HIJ eet alles en voornamelijk kruiden. Bovendien loopt hij door zijn gewicht de grond goed aan. Men kan rustig 16 ooien met lamme ren op een hectare laten grazen", aldus Van Zanten. De Van Zantens constateren verder, dat vooral mensen die met vakantie naar het buitenland gaan en daar in aanraking zijn gekomen met schapevlees, -kaas of -melk, de smaak meteen te pakken hebben. „Het is vooral de onbekendheid, die de mensen zo terughoudend maakt. Er is een bepaald vooroordeel. Dat hopen wij echter lang zaam maar zeker in Holland te doorbre ken", aldus schapenboer Van Zanten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 15