Mansveld
leeft
van dag
tot dag
Als
mens is
hij twee
keer
een nul
;port
\Z
«Wieler-
l toekomst
ïfDidi
Thurau
nog
onzeker
ïdoor
uitwee
contracten
IJSBOERKEBAAS
STAFJANSSENS
OVERTHURAU:
„Het kan elk
moment
afgelopen zijn"
DEN HAAG - Aad Mansveld leeft zo
langzamerhand van dag tot dag. De
markante gezichtsbepaler van FC Den
Haag is na ruim vijfentwintig jaar
voetballen als 35-jarige tot het besef ge
komen dat elk moment een eind kan
komen aan zijn carriere. Een idee,
waarin hij werd gesterkt door de be
handeling van leeftijdgenoot Epi Drost
bij FC Twente. Deze kreeg ook plotse
ling te horen dat er van zijn diensten
geen regelmatig gebruik meer zou wor
den gemaakt, hetgeen bij de speler in
kwestie tot grote verontwaardiging
leidde. Aad Mansveld kan zich de reac
tie van de Twentenaar erg goed voor
stellen.
|„Het heeft me wel aan het denken gezet",
vertelt hij. „Nu zeg ik dat ik het wel goed
zou kunnen accepteren als'een trainer zou
jzeggen: Mansveld, jouw tijd is voorbij.
Maar als het zo ver is reageer ik mis
schien toch weer anders, verongelijkt.
|Want als speler vind je zelf altijd dat je
nog best mee kunt, dat je het nog hele
maal niet zo slecht doet. Ik stel me daar
om nü op het standpunt dat anderen maar
moeten bepalen wanneer ik er een punt
achter moet zetten. Dat is voor een sport
man altijd moeilijk te zeggen. Niemand
stopt op zijn hoogtepunt. Toen ik 31 werd
jdacht ik dat het einde van mijn loopbaan
al snel in zicht zou komen. Maar ik heb
[daarna nog jaren gespeeld. En zeer be-
'hoorlijk. Daarom maak ik nu geen plan-
pen meer. Ik zie wel waar het ophoudt.
jMijn contract loopt in juni af. Als ik een
:nieuw aangeboden krijg en de voorwaar
den zijn behoorlijk speel ik nog een jaar.
Maar het is zonder meer zo dat het ook nu
lal elk ogenblik afgelopen kan zijn. Je
hoeft maar een blessure te krijgen en je
moet stoppen. Dat is in feite dan ook m'n
enige zorg, mijn gezondheid".
'Gezicht
"Dit jaar wordt Aad Mansveld 36 jaar,
■maar net als vóór zijn vertrek enige ja
ren geleden naar Feyenoord is de ro
buuste verdediger degene die FC Den
iHaag niet alleen naar buiten een ge-
Izicht geeft, maar meer nog een niet
weg te cijferen inbreng heeft in de ver
richtingen van het elftal.
ik naar Feyenoord ging had ik het
idee dat ik daar de laatste jaren van mijn
carriere zou beleven. Daarbij hoopte ik
l dat ik dan ook nog een paar Europa Cup-
J seizoenen zou meemaken. Dat is een te
leurstelling geworden. Hoewel er bij mijn
komst een aantal spelers was gekocht en
de perspectieven goed leken ging het
slecht. Bovendien liep ik zelf een ernstige
^liesblessure op en toen ik weer fit was
stonden we acht punten achter. Het twee-
|jde jaar ging het weliswaar aanvankelijk
^met mij persoonlijk beter, maar ik begon
/el steeds meer moeite krijgen met het
olgen van de training. Toen merkte ik
toch dat ik een dagje ouder werd. Dat
niet direct als een bok op de haverkist
te springen.
„Ik heb er geen zin meer in als pispaal te
fungeren", licht Mansveld zijn veranderde
houding toe. „Vroeger zei ik onmiddellijk
iets als het me niet zinde, nu denk ik wat
langer na voor ik een opmerking maak.
Bovendien is de hele situatie veranderd.
Een paar jaar geleden kon je ook hogere
eisen stellen, omdat je met fuil-profs
werkte. Nu zijn het allemaal mensen met
een baan ernaast. Het bezwaar daarvan is
echter dat ook de mentaliteit anders is.
Dat merk je in het veld. De betrokken
heid van een groot aantal spelers is eigen
lijk niet zo als die zou moeten zijn. Men
maakt zich niet zo druk over een minder
goede wedstrijd, omdat ze niet alleen van
het met voetballen verdiende geld afhan
kelijk zijn. Dat was een aantal jaren gele
den wel anders".
Acupunctuur
Aad Mansveld houdt dan weliswaar re
kening met een abrupt einde van zijn
activiteiten als profvoetballer, hij
heeft zich voorgenomen om het mo
ment van afscheid toch nog wel even
uit te stellen. Dat blijkt uit zijn plan
om door acupunctuur van het roken af
te komen,
„Ik doe er op het ogenblik nog veel voor
om me te handhaven. Ik ga bijvoorbeeld
vroeg naar bed, ik drink niet; dus daar
ligt het niet aan. Nu moet ik alleen nog
van dat roken af komen, maar dat ben ik
vast van plan".
Over zijn maatschappelijke toekomst
maakt Aad Mansveld zich geen zorgen.
Hij heeft sinds een paar jaar een baan in
de automobielbranche, die mede een re
den was om Feyenoord twaalf maanden
geleden de rug toe te keren. „Ik kan dit
nu erg goed combineren met het trainen
bij FC Den Haag", vertelt Mansveld.
Geïnspireerd
Morgen treedt Aad Mansveld met zijn
ploeg aan in het bekerduel tegen SC
Amersfoort, een belangrijke gebeurte
nis voor de Haagse aanvoerder, die on
danks zijn jarenlange ervaring zegt
nog steeds bijzonder geïnspireerd te
worden door een cupduel.
„Ik heb vier keer in een bekerfinale ge
staan en twee keer gewonnen. Ik wil de
intocht die we beleefden na die laatste
zege op FC Twente nog wel eens meema
ken. Dat was iets heel bijzonders. Tot vlak
voor de wedstrijd was een aantal jongens
bij ons nog niet zo overtuigd van de be
langrijkheid van de wedstrijd tegen
Amersfoort. Maar ik heb er op gehamerd
dat ik met Feyenoord een paar jaar gele
den nog eens in Veendam werd uitgescha
keld. Veendam stond toen ook onderaan.
Dus we moeten er zeker niet te licht aan
tillen".
FRANK WERKMAN
Dit moment wil Aad Mansveld ondanks zijn grote ervaring nog wel weer een keer meemaken:
het veroveren van de beker.
twee keer daags trainen kon ik eigenlijk
niet meer goed verwerken. Ik herstelde te
traag. Elke avond zat ik als een oude man
in m'n stoel, door de stijfheid kon ik daar
nauwelijks meer uit omhoog komen.
Daarom was mijn terugkeer naar FC Den
Haag ook gunstig. Doordat ik als semi-
prof nu maar één keer per dag moet trai
nen kan ik het nog goed bijbenen. Ik had
van die zware trainingen bij Feyenoord
op het laatst ook in de wedstrijden last, ik
raakte die vermoeidheid niet meer kwijt.
Nu gaat het nog uitstekend. Maar hoe lang
ik het nog vol hou zal moeten blijken.
Aan de ene kant denk je aan de gang van
zaken met Epi Drost, anderzijds zie je een
Rinus Israel nog een belangrijke rol bij
PEC Zwolle vertolken.".
Niet te dringen
Vooralsnog lijkt het er op dat Aad
Mansveld nog niet aan zijn laatste jaar
bij FC Den Haag bezig is. Tenslotte is
zijn optreden in het veld nog uiterst de
gelijk en bovendien staan de opvolgers
nog niet te dringen.
„Weliswaar is er wel iemand achter de
hand in het C-team, Marco de Vroedt.
Maar die jongen is negentien en een spe
ler van zo'n leeftijd kun je niet zo maar
ineens als ausputzer inzetten. Zo'n jongen
zou eerst een paar seizoenen bijvoorbeeld
als voorstopper moeten meelopen. Dan
zou ik hem kunnen begeleiden. Er lopen
in ons elftal te weinig figuren rond die ie
mand kunnen opleiden, ze zijn te veel met
hun eigen spel bezig om daar tijd voor te
hebben. Maar zo'n De Vroedt kan weer
moeilijk bij ons worden ingepast, want we
zitten al zo ruim in de voorstoppers. Toch
hebben we op cfit ogenblik een goede se
lectie, met een aantal jonge spelers met
mogelijkheden. Daarom ziet de toekomst
er niet zo slecht uit".
Gematigder
Met het klimmen der jaren is Aad
Mansveld zich wat gematigder gaan
opstellen in het beoordelen van ande
ren. Waar hij enige jaren geleden een
stevig conflict met de clubleiding niet
uit de weg ging toen hij de positie van
de toenmalige trainer Malatinsky aan
de kaak stelde, is hij nu geneigd een
wat soepeler houding aan te nemen en
31
Staf Janssens en Didl Thurau m betere tijden. Nu zegt de eigenaar van de Belgische
wielerploeg IJsboerke: „We zullen Thurau zo veel mogelijk tegenwerken".
z<
iu TIELEN Om er wat centimes bij te
dverdienen trok Gustav (Staf) Janssens
01 als jochie van 14 op zondagmiddagen
p met een ijscokar door het Vlaamse
land. Zesenveertig jaar later staat de
zoon van een Antwerpse dokwerker
"laan het hoofd van een machtig ijscon-
cern met 220 man personeel. Het
schuchtere „ijsboerke" van de jaren '20
is nu een uitermate geslaagde zaken
man, wiens naam tot ver buiten de
grenzen van zijn geliefde Vlaanderen
bekend is; niet alleen als ijsfabrikant,
/amaar vooral ook als financieel brein
pachter een extra-sportieve wielergroe-
gipering.
y In zijn hoofdkwartier in Tielen bij Turn-
hout is Staf Janssens, die ook nog ferme
qi hoeveelheden francs stopt in basketbal,
voetbal en volleybal („Maar de wieler-
sport is mij toch het dierbaarst"), nu al be
rt zig met het komende seizoen, waarin zijn
vertrouweling Walter Godefroot als
ploegleider zal debuteren, min of meer
Hr ten koste van Willy Jossart, die is gede-
ti gradeerd tot adjunct-ploegleider.
Je Staf Janssens, op zijn route naar het direc-
W teur-eigenaarsschap van een florerende
ei onderneming ook nog „klusser" als groen-
a tehandelaar en dagblad- en haringverko-
>li per, heeft een zwak voor Walter Gode-
ei froot, die aan het einde van het vorige sei-
tn zoen besloot als 35-jarige iets anders in de
wielersport te willen gaan doen.
Staf Janssens: „Ik heb altijd genoten van
het fietsen van Walter Godefroot. Zijn op-
offeringsgezindheid was formidabel en
daar kwam nog bij, dat hij altijd uiterst
J correct was. Op Walter kon je rekenen.
,r Op mijn beurt heb ik hem nu al mijn ver-
e trouwen geschonken. Walter kent het vak
y van coureur en kan ook als sportdirecteur
een grote worden. Ik wil hem graag in de
gelegenheid stellen bij onze ploeg erva-
v8 ring op te doen. Ik heb trouwens altijd ge-
iQt probeerd de renners na hun carrière de
jg helpende hand toe te steken. Ik heb enke-
ge le oud-renners (onder wie Frans Melcken-
jljbeek, Fons de Bal, Jos van Beers, Jacques
g Frijters en Michael Wright) in dienst.
<1 Elke dag gaan ze voor mij de baan op met
10 een vrachtwagen vol ijs. Ach, ik heb altijd
lr plezier gehad met die jongens. Daarom
W krijgen ze bij mij nu een beetje voorrang.
01
Bovendien is het publicitair interessant
om oud-renners onder je medewerkers te
hebben".
Geen winnaar
Walter Godefroot weet dat hij in zijn
ploeg geen potentiële winnaar van een
grote etappekoers heeft. Maar in de
klassiekers moet zijn blauw-gele equi
pe zich kunnen manifesteren, vooral
via Daniël Willems, André Dierickx,
Geri Verlinden, Jos Jacobs, Ludo Pee-
ters, Ludo Delcroix en niet te vergeten
Marc Demeyer, die het komend seizoen
voor het eerst het tricot van de ijsgi-
gant zal dragen.
Godefroot: „We gaan alle klassiekers rij
den. De voorbereiding daarop vindt plaats
in Playa de Aro aan de Costa Brava. Naast
de klassiekers doen we o.a. de Dophiné
Liberé en de ronde van Zwitserland. Daar
moet Daniël Willems kennis maken met
het hooggebergte. Dat past in zijn leerpro
ces. Voor de eerstkomende Tour de Fran
ce- is hij nog niet klaar, maar in 1981 zal
dat wel het geval zijn".
Theo de Rooy is de enige Nederlander in
de ploeg van Godefroot. De verwachtin
gen die men in Tielen van hem heeft zijn.
zeer hoog gespannen. Daarom ook koes
tert men het talent uit het Drentse Erica
uiterst zorgvuldig en zal er gewaakt wor
den voor een geforceerde entrée bij de be-
roepsrénners. „Je kunt niet van de ene
dag op de andere een goede professional
worden. Er is een overgangsperiode nodig.
De Rooy moet het in het begin van het
seizoen kalm aan doen. In de grote wed
strijden hoeft hij ook niet te knechten.
Daar hebben we wel andere mannen
voor. Elke jonge renner droomt er van
Milaan-San Remo en de Ronde van
Vlaanderen te rijden, maar wat dat be
treft moet De Rooy geduld hebben. Zo te
gen de maand mei, als de gevestigde ren
ners een beetje moe beginnen te worden,
moet hij tot ontplooiing kunnen komen",
oordeelt Walter Godefroot, die in de Tour
de France gokt op etappezeges. „Nu Da
niël Willems nog niet meegaat naar de
Ronde hebben we geen coureur voor het
klassement. Maar goede spurters hebben
we wel. Daarom gaan we proberen een
beetje te vrijbuiteren".
Paradepaard
Dietrich (Didi) Thurau, de afgelopen
twee jaar het dure paradepaard van
stal Janssens, zal dat allemaal niet
meer meemaken, althans niet als lid
van Godefroots ploeg. De Westduitser
heeft zich de woede van zijn bazen op
de hals gehaald en hoewel hij vorig
voorjaar zijn handtekening zette onder
een contract voor 1980 zal er voor hem
geen plaats zijn in de ploeg die de gro
te koersen gaat rijden.
In zijn zucht naar persoonlijke eer en
vooral (erg veel) geld is Didi Thurau altijd
„rücksichtslos" te werk gegaan. De
Frankfurter is zonder enige twijfel bege
nadigd met zeer veel talent, maar het pro
bleem is dat hij daar zelf het meest van
overtuigd is. Elke triomf die hij boekt is
alleen zijn triomf, de knechten krijgen
geen waardering, hij is eigenwijs en nuk
kig, voelt zich ondanks de weelde waarin
hij baadt herhaaldelijk te kort gedaan, is
kortom een eigengereide ego-tripper.
Thurau kweekte op die manier een aan
zienlijk aantal vijanden. Typerend mag
heten, dat er in de ploeg van Peter Post
niemand treurde toen de man die in de
Tour van 1977 een „berg" Franse francs
had binnengebracht, overstapte naar IJs
boerke, die toen juist in zee was gegaan
met een Westduitse co-sponsor, die er zo
sterk op aandrong Thurau in te lijven, dat
Staf Janssens zijn wel gevulde geldbuidel
moest openen.
„Thurau leverde toen in Duitsland gewel
dig veel publiciteit op. Hij was een soort
afgod. Daarom, én omdat we overtuigd
waren van zijn geweldige klasse, hebben
we hem toen genomen", legt Staf Jans
sens uit."
Hoewel minder opvallend koersend dan
in zijn jaren bij Peter Post, voldeed Thu
rau aan de verwachtingen van zijn brood
heer in Tielen. Als bewijs daarvoor mag
gelden, dat Staf Janssens al vorig jaar
maart met Thurau tot overeenstemming
kwam, over een contract voor 1980. Het,
ziet er echter niet naar uit dat Thurau ko
mend seizoen inderdaad in het blauw-geel
zal rijden, want in de herfst tekende hij
óók een contract bij de Oostenrijkse firma
Puch.
Thurau meende dat straffeloos te kunnen
doen, omdat contracten voor een nieuw
seizoen niet vóór een bepaalde fase in het
voorafgaande jaar(oktober) officieel mo
gen worden afgesloten. Intussen heeft de
Belgische wielerbond echter laten weten,
dat de verbintenis tussen Staf Janssens en
Thurau wel degelijk rechtsgeldig is, zodat
Thurau „in de boot" zit.
Didi Thurau tekende twee contracten, zodat het
nog niet duidelijk is voor welke ploeg hij
seizoen zal rijden.
Eisen gesteld
Staf Janssens: „De nieuwe ploeg wil
Thurau graag hebben. Ik ben wel be
reid hem te laten gaan, maar ik heb
wel eisen gesteld. Mijn contract met
Thurau is immers sportief en gerechte
lijk volkomen juist. Vorige maand heb
ik met alle betrokkenen een gesprek
gehad over deze affaire en daarbij zijn
we tot een mondeling accoord geraakt.
Nadien heb ik echter niets meer van
Thurau gehoord. Ik weet nu nog niet of
hij onze (financiële) afspraken na
komt. Kennelijk heeft hij er geen 20
francs voor over om even te bellen.
Voorlopig ga ik er daarom nog maar
vanuit, dat hij bij ons blijft. In elk ge
val moet er spoedig duidelijkheid ko
men".
Maar voorlopig is de situatie rond Thurau
zeer onduidelijk. Er zijn aanwijzingen, dat
het samenstellen van de nieuwe ploeg op
grote moeilijkheden stuit. Er wordt zelfs
al gesuggereerd, dat de nieuwe ploeg hele
maal niet doorgaat. Zo kwam Fedor den
Hertog onlangs met hangende pootjes naar
Tielen. Staf Janssens: „Den Hertog wou
met Thurau meegaan naar die nieuwe
ploeg. Maar hij heeft een telefoontje ge
kregen van de moeder van Thurau, dat er
voor hem geen plaats meer was. Nu wil
Den Hertog bij ons blijven, maar onze
equipe zit al vol. Hij kan er niet meer bij".
Verslechterd
Dat Thurau met de Oostenrijkse firma
in zee ging was een rechtstreeks gevolg
van een verslechterde relatie met zijn
broodheren. Staf Janssens: „Ik heb al
tijd goed met Thurau overweg gekund.
Maar wat hij na de Ronde van Duits
land en het WK heeft gezegd is me heel
zwaar op de maag gevallen. In Duits
land zou hij te weinig goede helpers
hebben gehad. Maar dat was absoluut
niet waar".
„Ook op het WK in Valkenburg zou hij
geen steun hebben gehad van zijn ploeg
maten, en dan met name van Daniël Wil
lems. Nou, dat klopt wel, maar dat was
niet vreemd. Thurau had gerekend op
steun van de Belgen, maar wij reden op
het WK nationaal en dan kun je het als
Belg ten opzichte van de Belgische' wieler
bond niet maken dat je een Duitser steunt.
Daar is Thurau boos over geworden. En
daar kwam nog bij, dat ik hem geen profi
ciat had gewenst met zijn tweede plaats.
Ik zou me daar te goed voor hebben ge
voeld. Maar dat was absoluut niet het ge
val. Het was eenvoudig onmogelijk tot bij
Thurau te geraken, zo druk was het op
het parcours. Of had ik soms mijn leven
moeten riskeren? Sinds die tijd heb ik nog
maar één keer contact gehad met Thurau.
Maar intussen heeft hij mij voor de Duitse
televisie nog wel een keer volop in de
wind gezet".
En Walter Godefroot: „Het is best moge
lijk dat Thurau bij ons blijft. Hij zal zijn
maandwedde krijgen en al zijn materiaal
is klaar. Maar voor ons bestaat Thurau
verder niet meer. We houden geen reke
ning meer met hem. Van wat hij over zijn
ploegmaat Willems heeft gezegd klopt
niets. Er zijn situaties geweest waarin Da
niël zich heeft opgeofferd voor Thurau. In
Luik-Bastenaken-Luik bijvoorbeeld, heeft
Willems de positie van Thurau verde
digd".
„Als renner", vult Staf Janssens aan, „heb
ik Thurau nog steeds zeer hoog. Hij is een
groot coureur. Wat dat betreft kraak ik
hem niet af. Maar zijn bovenste deel, dat
klopt niet. Zijn rekenmachine deugt niet
Om de twee woorden zegt hij D-Mark. Ik
noem hem dan ook vaak niet meer Didi
Thurau, maar Didi D-Mark. Nee, als mens
is hii voor mij twee keer een nul en dat is
niks
Waarna Staf Janssens verzekert Thurau,
als hij tenminste voor de Belgische ploeg
blijft rijden, zoveel mogelijk te zullen te
genwerken. Janssens heeft zijn strategie
al bepaald, maar daarover praten wil hij
om begrijpelijke redenen niet. Wel is dui
delijk dat Thurau niet in aanmerking zal
komen voor koersen waarin een renner
van zijn kaliber eigenlijk niet mag ontbre
ken. „En", zegt Janssens veelbetekenend,
„ik heb veel vertrouwen in Uwe Bolten,
een landgenoot van Thurau. We zullen er
alles aan doen om hem populairder te ma-
ken dan Thurau". HARRY BRINK