oe reilt en
eilt een groot
ezin in dure
ecembermaand?
Ruim
baan
voor
de
kruiden
og twee dagen en ook de „dure"
icembermaand 1979 behoort weer tot
it verleden. Links en rechts hoor je de
>rzuchting slaken, dat het huishoudgeld
oor de laatste maand van het jaar weer
ens ontoereikend was. De gelukkigen
ie konden rekenen op een
erstgratificatie, konden dank zij dit
utraatje nog net uit de rode cijfers
ijven. Pa en ma met twee peuters
'ifadden het moeilijk; pa en ma met
an l er nakomelingen, tegenwoordig een
Mejroot" gezin hadden het nog
"IJ oeilijker; maar wat te denken van een
!inp iderpaar, dat de zorg heeft over wat
erkelijk een groot gezin mag worden
'n «noemd: pa, ma en twaalf kinderen. Het
snin moeilijk kijken in andermans
Jit i >rtemonnee...
De
„Een gezin met 13 kinderen...". Die hartewens van de moeder is op één na in vervulling gegaan. Trots zit ze tussen haar jongste spruiten in aan het hoofd van de tafel. Links zit pa met naast hem zoon
Cor. Ank, de kraamverzoraster kijkt achterom. Vlak bij haar zitten Annemieke, Heieen en verderop nog Edwin Peter, Matthieu, George, Hermine, Johan, Hugo en Bartje.
kreeg). Een bezoek aan de bakker levert een
„korfje" met 15 tot 18 broden op. want Anke (19),
Heieen (18), Cor (17), Edwin Peter (16), Annemieke
(14), Matthieu (12), George (10), Hermine (9), Jo
han (5), Hugo (4) en Bartje (3) laten hun boterham
bepaald niet staan. Dat zijn de gewone doorsnee-
boodschappen, zodat men begrijpt dat er op de
betaalcheque bij elk bezoek aan de supermarkt
(waarbij uiteraard voor een aantal dagen wordt in
gekocht) een getalletje met drie cijfers moet wor
den neergeschreven.
Kinderbijslag
Kan dit gezin, dat een dubbel huis bewoont, eigen
lijk wel rondkomen zonder de kinderbijslag?
„Neen, zonder die bijslag zouden we het niet kun
nen redden", erkent de vader. Uit zijn administra
tie pakt hij de laatste betaalcheque van de Raad
van Arbeid. „Die uitkering is, over het hele jaar ge
zien, hoger dan mijn netto-salaris", zo licht hij het
kwartaalbedrag van ruim zesduizend gulden toe.
Dank zij die volksverzekering kan het grote gezin
zich toch nog heel wat veroorloven. Zowaar blijkt
de familie een huisje ergens buiten te bezitten,
waar steevast de vakantie wordt doorgebracht.
„Ja", zeggen pa en ma, „die kinderbijslag is een
factor die je niet zomaar kunt wegstrepen...".
wordt door het gezin met een grote „Z"
maar dat ontaardt weer niet in een
gierigheid of het almaar beknibbelen. „We
nooit iets zomaar snel wegdoen, maar als
weten dat iemand anders iets kan gebruiken
mag hij het van ons meenemen", vertrouwt de
des huizes ons met een glimlach toe.
kan ons niet zomaar haarfijn voorreke
wat ze in deze maand voor haar gezin kwijt
aan uitgaven. Maar wel kan ze ons aan de
van simpele voorbeelden een indruk geven
er in haar keukentje omgaat.
haar gezin toch minstens vijf kilo
(Vrolijk toont ze ons de aardappel
die ze nog niet zo lang geleden
Geen grote uitgaven
Niettemin kon het gezin zich voor de feestdagen
geen grote uitgaven permitteren. „Dat kon niet
omdat we juist die wagen hadden gekocht". Daar
om had pa voor St.-Nicolaas een „streng budget"
opgesteld waarin voor ieder kind slechts ruimte
was voor een geschenk van hooguit tien gulden.
„En voor een tientje doe je tegenwoordig niet
veel", verzucht zijn vrouw, „maar daar werd het
feest niet minder gezellig door...".
Zakgeld kent men bij de familie niet. „Daar begin
ik niet aan", zegt pa. „Wie wat nodig heeft kan bij
mij of mijn vrouw aankloppen en dan bekijken we
of het kan worden gekocht. Met zakgeld loop je
redden ouders in een groot gezin zich in deze
Hoe pakken ze de zaken aan? Kunnen ze hun
toch iets extra's geven of weten ze zich
met behulp van de kinderbijslag te redden?
het woord een 52-jarige administrateur en zijn
vader en moeder van twaalf kinderen:
rekenaars. We gaan nooit iets be-
becijferen. Ons devies: Heb geen zor-
voor de dag van morgen. Als we voor een be-
uitgave gaan rekenen, zo leert onze erva-
gaat het mis. Doen we dat niet, dan komt
allemaal best in orde...". In het gezin, waar
voor maar liefst dertien grote en kleine
de tafel wordt gedekt, vraagt men tever-
om een huishoudboekje. Maar pa, die de fi-
in handen heeft, huldigt met zijn gezin wel
gouden stelregel: koop nooit iets op afbeta-
auto, een Ford Taunus Combi, een twee
wagen die het gezin zich onlangs aan-
werd van gespaard geld gekócht. „Je
zeggen vader en moeder eensgezind, „met
gezin niet in het rood staan. Je weet immers
voor welke problemen je als ouders van
kinderen (van wie er één inmiddels is ge
wordt geplaatst. Schulden vormen een on-
basis. Een groot gezin moet op eigen be-
namelijk het risico dat één van de kinderen zo
maar iets kan kopen tot grote jaloersheid wellicht
van de anderen die dat toevallig op dat moment
niet kunnen doen. Weet u", aldus vervolgt hij, „in
ons gezin kennen we in principe ook geen vakan
tie. De ene dochter of zoon kan het toch niet ma
ken om een dag niets te doen, terwijl de ander
meehelpt bij de huishouding of zo".
Van huis uit...
Het zijn leefregels die de basis vormen voor een
gelukkig gezinsleven. Pa heeft dat van huis uit
meegekregen. Zijn ouders stonden in 1954 met
hun drie zonen en twee dochters model voor een
sfeervolle reportage over een eenvoudig gezin in
een landelijk weekblad. Uit dat verhaal kon men
opmaken dat de tamelijk goede positie die de ad
ministrateur zich heeft kunnen verwerven, te dan
ken is aan het doorzettingsvermogen en de noeste
vlijt van zijn ouders. Die hadden zich in het hoofd
gezet dat hun kinderen later niet hetzelfde moeilij
ke bestaan van een dagloner zouden krijgen als
zij. Dus besliste moeder dat haar kinderen zouden
„doorleren".
In haar eenvoudige woninkje zette zij haar vijftal
aan de ronde tafel onder de petroleumlamp aan de
slag. De dochters werden correspondente en labo
rante: een zoon kwam terecht bij de Raad van Ar
beid. de tweede werd dokter en de iaatste kwam
na de HBS ook goed terecht. Maar dat kon alle
maal dank zij de zuinigheid en de opofferingsge
zindheid van vader en moeder.
En wie weet 'dat de vrouw met wie de administra
teur van nu in 1958 naar het stadhuis ging de
jongste telg was van een gezin met dertien kin
deren, beseft dat de zaken in de familie op een bij
zondere manier worden aangepakt. Over geldza
ken moet je eigenlijk „liever niet" beginnen. Ze
rooien het wel. Maar over kwesties als opvoeding
en godsdienst kan het echtpaar langdurig uitwei
den. Want ouders van een groot gezin hebben ook
nog wel andere problemen dan alleen maar geld
kwesties.
Neem nu maar het voorbeeld dat de vrouw zelf al
snel aandraagt. „Eigenlijk" zegt ze, „vindt men het
over het algemeen maar a-sociaal dat een echt
paar zo'n groot gezin vormt. In deze tijd, zeggen
ze. moet je dat toch niet doen. Maar ik heb me al
tijd een groot gezin gewenst. Steeds heb ik ge
zegd: ik wil later een mooie ronde tafel, een petro
leumlamp er boven, en dertien kinderen".
Huisvrouw
Mevrouw zou men kunnen beschouwen als een
huisvrouw in optima forma. Ze is haar gezin met
hart en ziel toegewijd. De gehele dag is ze voor het
gezin in touw. „Je kunt" vertelt ze, „op die manier
beter de normen handhaven in je gezin dan wan
neer je buitenshuis bezig bent en je je aandacht
over verschillende terreinen moet spreiden". Grote
zorgen heeft het echtpaar over het vierde kind. Ze
ventienjarige Cor is autistisch. Stad en land heb
ben zij al afgereisd om te proberen verbetering te
brengen in de toestand van dit zwakbegaafde
kind. Er was weinig aan te doen, maar voor een
buitenstaander is het opvallend dat Cor (die stil en
zeer sterk in zichzelf gekeerd zou moeten zijn) ta
melijk nieuwsgierig in de camera kijkt wanneer de
fotograaf het gezin aan tafel bij het avondeten op
de plaat zet. „Corkie hoort er bij. Met elkaar bele
ven we veel pret", merkt de moeder op.
Gezellig
Het is in het gezin altijd even gezellig. De vader
prijst zich gelukkig dat hij zoveel kinderen heeft en
het blijkt dat ook de kinderen het prettig vinden.
Want ze weten dat vader en moeder steeds voor
hen klaar staan en dat ze ook bij elkaar terecht
kunnen als er iets aan de hand is. „leder kind",
verzekert de moeder ons, „krijgt aandacht. Ik heb
ingesteld dat ze allemaal minstens een kwartier
met vader en moeder kunnen praten als ze daar
aan behoefte hebben. Verder proberen we te
voorkomen dat de jongsten niet twee of drie va
ders en moeders krijgen". „We gaan uit van na
tuurlijk gezag", vult haar man aan. „Ach" vervolgt
hij, „elke medaille heeft twee kanten. De positieve
invloed van een groot gezin is dat de kinderen be
hulpzaam leren zijn voor elkaar. Er heerst in een
groot gezin meer saamhorigheid".
Tegen het einde van het gesprek onder de gezelli
ge petroleumlamp en bij de ronde tafel, gaan de
oudste dochters Anke en Heieen nog snel even de
stad in met de auto. Anke, kraamverzorgster, heeft
een rijbewijs en Heieen krijgt ook rijles. Een kost
bare zaak. „Maar dat moet", vinden vader en
moeder, „want dat hebben ze later nodig". Het
eerste wat de meisjes zeiden was: „Wordt dat nu
niet veel te duur voor ons gezin?". Maar pa han
delt in de geest van zijn moeder. Hij probeert voor
dit soort nuttige zaken geld te sparen.
Dat brengt het gesprek tenslotte toch weer op geld
zaken en noq_snel vertelt mevrouw een anecdote
uit de winterse" problemen van vorig jaar. „Je moet
in zo'n tijd voor een groot gezin natuurlijk extra
veel inkopen. Het had toen zoveel gesneeuwd en
om niet steeds naar buiten te moeten gaan kocht
ik extra veel broden in. Maar mevrouw, zeiden ze
verontwaardigd, u bent zeker aan het hamsteren".
Geen kalkoen
Met Kerstmis prijkten er bij de familie geen kal
koenen of ander gevogelte op het menu. „De
Kerstdagen zijn voor ons geen eet- maar bezin
ningsdagen", legt mevrouw uit. Niettemin zorgde
ze er toch voor dat ook de maaltijd er feestelijk
uitzag. Uiteraard speelde bij de samenstelling ook
de grootte van haar gezin een rol. Het menu be
stond uit: groentesoep, aardappelen, rundvlees,
spercieboontjes, appelmoes en als toetje chocola
devla. Een Kerstboom sierde de huiskamer op.
„Maar dat doen we vooral voor Cor, omdat die
graag naar de lichtjes kijkt...".
ALEX SNELLEMAN
Foto: HARRY COCK
Onze
o vergroo tmoeders
wisten er nog alles van.
Kruiden voor maagpijn,
kiespijn, om nare
luchtjes te weren, om
stoffen te verven, om
mooi te blijven of te
worden, om de eetlust
op te wekken of de
geliefde aan zich te
binden, ze kenden ze
alle, bij naam en
toenaam. De recepten
stonden in hanepoten
op frommelpapiertjes
die een veilige plaats
hadden gevonden in de
keukenla.
De tijden zijn
veranderd. Het leven
werd haastiger, de
diligence werd de TEE,
de kamillethee werd
het aspirientje, het
slaapmutsje werd een
tabletje veronal, het
rustgevende lepeltje
valeriaanthee werd
librium en valium. De
chemische industrie
bloeide en de kruiden
waren amen, uit.
Waarbij we dan
stilletjes aan het feit
voorbijgaan, dat de
farmaceutische
industrie de werkende
stoffen uit de kruiden
namaakte en die in de
tabletten gebruikte.
Het heeft eigenlijk tot
de jaren zeventig
geduurd voor er weer
van een echte opleving
in het gebruik van
kruiden kon worden
gesproken. Waarom?
Niemand die het
precies kan vertellen.
Enkele tientallen jaren
terug leek het gebruik
van kruiden en dan
hebben we het even
niet over
keukenkruiden als
selderij en peterselie
voorbehouden aan
langharige
alternatievelingen in
vunzige jassen en
truien, nu ziet men
gerespecteerde dames
en heren de
reformwinkels
instappen om
opgetogen met een
zakje gedroogde
marjolein of
citroenmelisse weer
naar buiten te komen.
Zo met een gezicht van:
nu hebben we het
eeuwige leven
gevonden!
Is het de hang naar
grootmoeders tijd of is
het werkelijk het inzicht
dat we terug moeten
naar de ,,oude
waarden", en dat niet
alleen waar het de
kruiden betreft, die die
opleving
teweegbrengt? Brengt
de nieuwe tijd met al
zijn verworvenheden
misschien toch zo'n
teleurstelling mee, dat
er een automatisch
afweermechanisme
binnen in ons aan het
werk gezet wordt dat
een terug-naar-de-
natuurreactie oproept
om althans te redden
wat er te redden valt?
Hoe het ook zij, de
kruiden raken weer
„in". Getuige de vele
boeken die er over
kruidenteelt en -
gebruik verschijnen.
Sommige goed,
sommige minder goed
en vele slecht.
Reden temeer om de
nieuwste aanwinst in de
kruidenbibliotheek, de
Spectrum Kruiden- en
Specerijenatlas
geschreven door Sarah
Garland, vertaald door
Y. A. Coenders en
Sanderijn Houtsma,
uitgegeven door Het
Spectrum, prijs
59,50, en nogmaals
bewerkt door Albert
Coenders en Sanderijn
Houtsma bijzonder
kritisch te bekijken. En
dan kan het meteen
wel gezegd worden: dit
boek valt onder de
categorie goede
kruidenboeken, al was
het alleen al door de
nagestreefde, zo groot
mogelijke volledigheid.
Jammer is alleen dat
een zo schitterend
uitgegeven boek zo te
lijden heeft onder
onzorgvuldig
taalgebruik. Een paar
voorbeelden uit de
vele: „Ofschoon deze
planten nog maar
betrekkelijk kort
geleden werden
ingevoerd, verbouwt
men ze nu op grote
schaal en kruiden
menig Indiaas
gerecht". „Een slap
aftreksel vormt een
goed
bestrijdingsmiddel
tegen insekten, maar
niet om er andere
planten mee te
bespuiten". Het is al
eerder opgemerkt over
Spectrumboeken: de
vertalingen-
bewerkingen rammelen
nogal eens. Een
uitgeverij die
standaardwerken als
deze kruidenatlas op
de markt wil brengen
behoort toch zeker de
tekst tevoren kritisch te
laten doorlezen.
Terug naar de kruiden
en de specerijen. Het
prettige van deze
kruiden- en
specerijenatlas is dat-ie
zo compleet is. Een
brok geschiedenis om
mee te beginnen, een
encyclopedisch
gedeelte, vijf
hoofdstukken gewijd
aan kruiden in de tuin,
spijzen, huishouden,
cosmetica en
geneeskrachtige
middelen, en daarna
een uitgebreid register
met de Nederlandse en
de Latijnse namen van
de kruiden. Maar het
meest gecharmeerd
raakt men door de
recepten die men lang
vergeten waande, voor
haarverzorging
bijvoorbeeld,
haarkleurmiddelen,
reukbollen.
anijszaadbabbelaars,
warm kruidenbier.
Maar ook worden
middeltjes genoemd
om meubelwas en
leerwas te maken en
plantaardige verfstoffen
en, ja wat al niet.
Ooit eens een
vlier bloesem-melk bad
genomen of u met
marjoleinzeep
gewassen of uw roos
bestreden met
brandnetelazijn? Om u
die ervaringen niet te
onthouden volgen hier
de recepten. De
honderden andere leest
u in de specerijen- en
kruidenatlas wel, want
die koopt u daarna
toch!
Vlierbloesem-
melkbad
100 gram verse of 50
gram gedroogde
vlierbloesem, 300 ml
melk, 300 ml kokend
water (desgewenst).
Laat de vlierbloesems
enige uren trekken in
de melk, of trek er thee
van met het kokende
water, zeef de thee na
30 minuten en giet hem
bij de melk. Dit bad
bevordert een fraaie
soepele huid. Wie liever
een kruidenzakje
gebruikt kan dit vullen
met melkpoeder en
gedroogde
vlierbloesem. Dit
mengsel heeft een
soortgelijke werking.
Desgewenst is
vlierbloesem te
vervangen door
lindebloesem of
kamille.
Toch weer eens wat
andes dan de
ezelinnemelk van
Clëopatra of de
gekneusde
aardbeienbrij waarin
madame Tallien,
maitresse van Barras,
zich dompelde om
mooie borsten te
behouden.
Marjoleinzeep
Vijf theelepels bijtende
soda (natronloog), 150
ml kokend water, 1
eetlepel glycerine, 300
ml amandel- of andere
plantaardige olie. 1
eetlepel gemalen
havermout, 25 gram
verse of 15 gram
gedroogde marjolein.
Voeg het natronloog
lepel voor lepel bij het
kokende water, doe dit
bij voorkeur in de
buitenlucht. Zet dit
mengsel op een laag
vuur en breng het weer
aan de kook. Voeg de
andere ingrediënten
voorzichtig toe en roer
alles goed door elkaar.
Giet dit mengsel in met
vetvrij papier beklede
zeepbakjes en laat de
zeep hard worden.
Uiteraard zijn in deze
zeep ook andere
kruiden te verwerken
en desgewenst zijn de
planten te vervangen
door een paar druppels
etherische olie.
Brandnetelazijn
tegen roos
Jonge brandnetelloten,
cider- of wijnazijn.
Laat de brandnetels
een dag of veertien
trekken in de azijn of
kook beide
ingrediënten dertig
minuten op een laag
vuur. Zeef de azijn in
beide gevallen in een
fles. Masseer tweemaal
per week twee
eetlepels van dit middel
in de hoofdhuid. Ook
hamamelis
toverhazelaar
heermoes, leefkruid en
klis helpen tegen roos.
GERARD CRONE