Gendarme Louis en de bodysnatchers Nieuwkoop centraal op tentoonstelling „Het Diefje" Sombere voorspellingen van filmproductiefonds Provincie en gemeenten laten Gewestelijk Orkest massaal indesteek financiert studie Chinese studenten En verder LEIDSE COURANT VRIJDAG 28 DECEMBER 1979 PAGINA 7 Fragment uit de film „Mijn vriend De recettecijfers van Bert 75.216,92 aan restituties ont- Haanstra's „Een pak ving- ..Het debuut" van Herbert Curiël's Nouschka van Brakel heeft „Cha cha" over de kers- 40% van de financiële bijdra- tweek zijn nu niet bepaald ëe van het fonds terugge- van dien aard geweest, dat speeld, op „Max Havelaar" men de toekomst van de va" Fons Rademakers is voor Nederlandse speelfilm met ongeveer tweederde uit de vertrouwen tegemoet kan schuld en Bert Haanstra's zien. Tot overmaat van ..Dr- Pulder zaait papavers" ramp verscheen ongeveer heeft ongeveer steld tot een totaalbedrag van f. 360.000. De bijdragen over 1978 be troffen de films „Een vrouw als Eva", „Doodzonde", „Tiro", „Twee vrouwen", „Dag dokter", „Mijn vriend", „Een tip van de sluier", „Grijpstra en De Gier" en de jeugdfilm „Martijn en de ma- tegelijkertijd het jaarver- fonds kunnen terugbetalen. over 1978 van het Pro- Wat laatstgenoemde film be- ductiefonds voor Neder- treft, die destijds nogal moei- landse speelfilms, dat er lijk „op gang kwam": Haan- nog eens de nadruk op legt, stra hoeft met zijn „Pak dat gezien de geringe kan- slaag" nog niet te wanhopen, sen op terugbetalingen Het kan best ook een laat- door filmproducenten van bloeier zijn. verstrekte fondsbijdragen, 1" 1978 werd door het Pro voor 1979 een zeer voorzich- ductiefonds aan negen films tig beleid werd uitgestip- voor in totaal zes miljoen gul- het giër". Zoals bekend droeg Herman van Veen het risico van zijn film „Uit elkaar" heel zelf. Gezien de teleurstellende re sultaten van sommige van bovengenoemde films en het feit, dat de productiekosten ieder jaar per film hoger worden, ziet het er somber uit voor onze Nederlandse speelfilmers. Tenzij Rijk en dei ,e in v as v peld. Voor 1980 zal dat dan den verstrekt. Zes aanvragen Nederlandse Bioscoopbond waarschijnlijk nóg voor- werden afgewezen. In 18 ge- het fonds te hulp schieten en zichtiger zijn. vallen werd bovendien voor nog eens fors in de buidel Uit de harde cijfers blijkt, dat de uitwerking van een scena- tasten. het fonds in 1978 slechts f. rio n°g ëeld beschikbaar ge- MILO CAMERA De gendarme ziet ze vliegen (a.l.) met Louis de Funès en Michel Galabru. Regie: Jean Girault. Met „De gendarme van St. bezitten de gedaante van een Tropez" startte destijds on- bestaande aardbewoner der regie van Jean Girault een hele serie films over vier malle agentjes onder leiding van een driftige ad judant, gespeeld door Louis de Funès. De agent jes zijn nu voor het eerst na de ziekte van De Funès weer terug op het witte doek in een nieuw avon- te nemen, doet het gegeven sterk denken aan Philip Kaufman's „Invasion of the bodysnatchers", maar dan aangepast op de Girault-De Funès-humor. die is minder puntig dan wat regisseurs als Gerard Oury en Claude Zidi uit de kleine driftkikker we ten te halen en berust meer tuur, waarin zij worden ge- op drukke gebaren en veel confronteerd met vliegende schotels en wezens uit de ruimte. Omdat deze wezens de macht gooi-en-smijtwerk. Als een der agentjes plotseling La Fontaine's „Le corbeau et le renard" gaat citeren, de poli- De agentjes van Louis de Funès gaan de ruimtewe zens en daarmee ook de badgasten van St. Tropez form. te lijf met een waterkanon. tiejeep weigert, dan betekent dit dat er een vliegende scho tel in de buurt is geland. Met de meest vredelievende be doelingen overigens. Alleen maar om zich onder de bewo ners en badgasten van St. Tropez te mengen en ze zo van dichtbij gade te slaan. De ruimtewezens zijn alleen van hun menselijk evenbeeld te onderscheiden doordat zij bij een schouderklopje een blik ken geluid voortbrengen en zo nu en dan geolied moeten worden. Hoewel aanvanke lijk niemand hem gelooft is De Funès vastbesloten de wezens te ontmaskeren en te verjagen. Mogelijkheden te over voor allerlei misver standen en persoonsverwisse lingen, al raakt Girault zo nu en dan de draad een beetje kwijt en zit de film vol slor digheidjes zoals het plotseling terugkeren van de pet van De Funès nadat hij zich als non had vermomd. Er wordt verschrikkelijk over-geac- teerd en de trucages zijn goedkoop. Maar de echte De Funès-bewonderaar zal daar niet over vallen. Die is al blij het opgewonden mannetje terug te zien in uni- Nieuwkoop In het ge meentehuis van Nieuwkoop wordt een bijzondere ten toonstelling gehouden over Nieuwkoop. Geëxposeerd wordt dan de verzameling fo to's, prentbriefkaarten, knip sels en andere documenten van de heer W. Kwakkenbos, verwoed verzamelaar van al les wat Nieuwkoops is. Kwakkenbos, zelf Nieuwko- per, heeft al eerder een ten toonstelling ingericht in het Nieuwkoopse gemeentehuis. Dit was ter gelegenheid van de officiële ingebruikname van het raadhuis. De belang stelling voor deze kleine expositie was toen zo over weldigend dat onmiddellijk werd besloten om een herha ling, in nog wat grotere op zet, te laten plaatsvinden. Vandaar, dat nu tijdens de Nieuwjaarsreceptie de verzameling van de heer Kwakkenbos wederom in de raadzaal van het gemeente huis wordt uitgestald. Deze is te bezichtigen op vrijdag 4 ja nuari van 20.00-21.30 uur en zaterdag 5 januari van 10.00 tot 12.00 en van 14.00 tot 16.00 uur. Café „Het Diefje" Lange Diefsteeg 19, Leiden Open: alle dagen van de week van 's a- vonds acht uur tot de gebruikelijke slui tingstijden van een of twee uur na mid dernacht. Met café „Het Diefje" is wel iets heel bij zonders aan de hand. Wie had namelijk ooit kunnen denken dat deze onvervalste Leid- se burgermanszaak nog eens de studiebeur zen zou gaan bekostigen van tien studenten uit de Volksrepubliek China. Toch is het zo. Donderdag 13 december werd het tijde lijk onbeheerde café weer als vanouds in gebruik gesteld en nam daarbij tegelijk min of meer de stichtingsvorm aan. Het is ene S.A.M. (stichting voor Aziatische studenten Amicitia Mutua) die met de heropening van „Het Diefje" een voor Nederlandse begrip pen uniek project van de grond heeft ge bracht. Het grote brein achter S.A.M. is de moderne Boeddhologie-dichter, levenskun stenaar, ex-zakenman en ex-priesterstudent Mo Yo Sie. Hij werd in Sjanghai geboren op een dag in de jaren veertig (een nogal woe lig revolutionair tijdsgewricht), maar daar is in geen enkel register meer iets over te rug te vinden. Mo Yo Sie: „Mijn familie is kort na mijn geboorte vanwege de moeilij ke tijden naar Hongkong gevlucht. Daar heb ik ook een deel van mijn priesteroplei ding genoten. Volgens mijn paspoort zou ik al zestig jaar moeten zijn, maar een mens is zo oud als hij zich voelt en ik voel me zo ongeveer tussen de 35 en 40. Wat wellicht ook het meest met de werkelijkheid zal kloppen. Maar genoeg daarover. Het is van geen belang." Mo Yo Sie is nu 15 jaar in Europa. Zijn eer ste Europese jaren sleet hij in Rome waar hij zijn priesteropleiding voortzette. Hij vol tooide weliswaar zijn studie aan het Vati- caan, maar besloot toch geen priester te worden. „Het zou flink liegen zijn tegen over het celibaat als ik het wel had ge daan." Via Rome kwam Mo Yo Sie in 1968 in München terecht. In de Beierse hoofd stad trad hij in contact met katholieke priesters en missionarissen. Samen met hen werd het idee gelanceerd om het voor een aantal arme studenten uit Formosa moge lijk te maken in Europa te komen studeren. De financiële basis van dit plan zouden een paar restaurants moeten vormen, die met steun van Chinese zakenlieden werden op gezet, in München en later ook in Zwitserse Luzern. Dit plan slaagde, werd zelfs een kanjer van een succes. De restaurants lopen als een trein en er studeren nog steeds stu denten op kosten van de zaak af. Hun op gedane kennis brengen ze thans in Formo sa in praktijk. Ngen Hu Ng en Hu zijn twee Chinese zakenmensen in Nederland, die eenzelfde soort project als in Duitsland in Leiden steunen. „Het Dief je" is in de Sleutelstad de eerste onderne ming van S.A.M., die met Chinese steun op poten is gezet. Volgens Mo Yo Sie zouden er binnenkort nog een aantal activiteiten van S.A.M. te verwachten zijn. Er zijn al plannen om ergens in de stad een café-res taurant annex dancing te beginnen met speciale faciliteiten voor vergaderaars en studenten. Mo Yo Sie zegt dat de eerste maanden een proefperiode voor „Het Diefje" zal zijn. Als het café blijkt aan te slaan dan is dat een garantie voor zijn sponsors om het project door te zetten. De studenten kunnen dan volgend jaar al naar Leiden komen. Het is de bedoeling dat de studenten zich tijdens hun studieperiode in Nederland een beetje opstellen als ambassadeurs in het klein van het grote China. Men moet zich ook enigs zins thuis kunnen voelen in de zogenaamde Boeddhologie-gedachtenwereld. Boeddholo- gie is een beweging die de ontmoeting tus sen het Christendom en de traditionele Chinese godsdienten wil bevorderen. De verschillende godsdiensten moeten elkaar niet iets opdringen, maar elkaar juist iets trachten te leren van de verschillende ge loofsopvattingen, die er op na worden ge houden. Een voorbeeld van dit oecumeni sche principe is te vinden in de Chinese huiskamers van Formosa, waar het Boedd habeeld en het kruis samen voorkomen. S.A.M. probeert nu de Chinese (Aziatische) cultuur in Nederland over te dragen. Dat kan volgens Mo Yo Sie ook met meditatie- en yoga-cursussen verwezenlijkt worden en zelfs ook met het geven van authentieke Kung Fu-lessen. In Leiden zal er op dat ge bied binnenkort iedere avond wat te doen zijn, in sportzaaltjes en elders, waar bijeen komsten mogelijk zijn. Wat „Het Diefje" betreft zit die uitwisse lingsgedachte natuurlijk bij voorbaat al snor. Het kan wel eens een heel opvallend kroegje gaan worden. Een café met een ex clusieve achtergrond en zeer verrassende aanpak. Waar dan ook ongetwijfeld erg aardige mensen zullen toeven. Het sfeervolle interieur van 'Het Diefje'. MILO LUXOR Vier vuisten op safari (a.l.) Terence Hill en Bud Spencer opnieuw als het Trinity-duo. Ditmaal in Afri ka. Deze aflevering van re gisseur Italo Zingarelli is dui- LIDO II Jungle boek delijk zwakker dan de voor- (a.l.) Het voortreffelijke laat- gaande produkten. (tweede ste werkstuk van Walt Dis- week). LIDO I Hair (12) Indruk wekkende verfilming van de gelijknamige musical, die een tiental jaren geleden menig een boeide, (zevende week) ney nogmaals in de Neder landse theaters. Ditmaal met Nederlands gesproken tekst, nagesynchroniseerd dus. Voor de kleintjes maakt dit de film extra aantrekkelijk. De groteren zullen de Engel se tekst wel missen, hoewel regisseur Harry Geelen uit stekend werk heeft verricht, (tweede week) LIDO III Een pak slaag (a.l.) Een gevoelige film van regisseur Bert Haanstra over een jubilerende directeur van een fabriek van kinderwa gens, die nog graag eens uit de mond van zijn grote men tor enige waarderende woor den zou horen, (derde week) STUDIO Manhaften (a.l.) Een schitterende film met de gekende subtiele humor van hoofdrolspeler/regisseur Woody Allen over het ver- LEIDEN Het Geweste lijk Orkest voor Zuid-Hol land zit weer in de finan ciële moeilijkheden. Die moeilijkheden zijn, evenals bij vorige gelegenheden, te rug te voeren tot de oprich ting van het ensemble. Twaalf jaar geleden wilde de rijksoverheid al niet meewerken aan deze op richting. In het muziekle ven zelf werd immers steeds luider geklaagd dat de meer dan twintig be roepssymfonie-orkest in ons land een onevenredig groot deel van het totale voor muziek beschikbare subsidiebedrag opslokten. Daardoor waren er (en zijn er nog steeds) te weinig mogelijkheden voor steun aan de scheppende toon kunst, de kamermuziek, het traditionele en het nieuwe muziektheater, de jazz en de improviserende muziek, de experimentele muziek, de elektronische muziek de niet-commercië- le pop en zo nog het een en ander. Ondanks de begrijpelijke en redelijke tegenstand hebben de provincie en enkele ge meenten (waaronder Delft als plaats van vestiging) de oprichting van het Geweste lijk Orkest doorgezet. Hoewel Rotterdam als grootste ge meente in Zuid-Holland zich van meet af aan verzette, met name tegen een zogehe ten instandhoudingssubsidie, en ook lang niet alle andere daarvoor in aanmerking ko mende gemeenten (Den Haag uitgezonderd) hun medewer king toezegden, speculeerde men erop dat het orkest spoe dig zijn onmisbaarheid zou bewijzen en dat de tegen stribbelaars dan wel over de brug zouden komen. Dat bleek al gauw een misreke ning en de verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het ensemble bleef liggen bij de oprichters. Inderdaad kon het Geweste lijk Orkest zijn onmisbaar heid moeiteloos aantonen. De grote orkesten in Den Haag en Rotterdam wilde om artis tieke en organisatorische re denen af van hun historische taak om amateurkoren bege leiden. Zij konden het zich permitteren die taak af te stoten. Buiten hun actieradi us waren er trouwens ook nog genoeg koren die voor hun uitvoeringen een klein orkest nodig hadden en er waren ook gemeenten die voor weinig geld wel orkes trale jeugd- en andere con certen wilden hebben. In het afgelopen seizoen verzorgde het Gewestelijk Orkest in de eigen provincie 37 koorbege leidingen en nog 12 daarbui ten. Verder drie series van gemiddeld 20 schoolconcer- ten en zes series van gemid deld 5 eigen concerten. Het ensemble organiseerde prak- :ika voor aankomende diri genten en stelde zich be schikbaar voor de Kurt Tho mascursus in Den Haag. Res pectabele en zinvolle activi teiten dus. Ook al functio neerde het orkest niet steeds naar ieders zin, toch leverde het prestaties waaraan be hoefte ontstond en die wer den gewaardeerd. Omdat de financiën echter steeds meer zorgen gingen baren, heeft de Culturele Raad van Zuid Holland in 1974 voorgesteld dat de pro vincie voor 55% in het tekort zou bijdragen mits de geza menlijk gemeenten voor 45% zouden opkomen. Dat voor stel werd door weinige ge meenten aanvaard en door praktisch geen enkele volle dig gerealiseerd. Van de ruim 150 gemeenten vonden een flink, aantal dat zij bij het or kest geen direct belang had den. De gemeenten die wel van het orkest profiteerden, achtten het meestal voldoen de als zij in bescheiden mate, direct of indirect, locale uit- voeringen subsideerden. De provincie moest dus wel met veel meer dan 55% in het te kort blijven bijspringen. De rijksoverheid erkende in tussen het belang van Zuid Hollands orkest maar diende uiteraard een landelijk en geen regionaal beleid te voe ren. Als één van de sectoren van het muziekleven bij voortduring ten koste van de andere wordt bevoordeeld, kan en mag die ontwikkeling niet verder worden gestimu leerd. Om het bereikte niet ontijdig verloren te laten gaan, gaf het rijk via de pro vincie toch een instandhou dingssubsidie. In 1978 deed minister Gardeniers boven dien de toezegging dat het Gewestelijk Orkest in de rijkssubsidieregeling kan worden opgenomen zodra hiervoor de noodzakelijke middelen aanwezig zijn. Dat is tot heden helaas niet het geval. Hoewel men er begrip voor kan hebben dat de provincie op den duur van een deel van zijn verplichtingen af wil, valt het moeilijk goed te praten dat men zich lijkt schuldig te gaan maken aan onzorgvuldig bestuur, zeker gezien in het licht van de ge schetste voorgeschiedenis. Op een termijn van nog geen drie maanden wil het provin ciaal bestuur aan de Provin ciale Staten voorstellen de subsidie aan het orkest met liefst 20% te verminderen tot 55% tekort. Het bestuur moet weten dat de in acht geno men termijn absoluut onvol doende wordt geacht voor een dergelijke koerswijziging met betrekking tot een ex ploitatie die pas in drie, vier jaar in een dergelijke om vang kan worden ingekrom pen. Geen wonder dat de provincie begin december of ficieus toezegde voor 1980 toch nog wel voor het gehele resterende tekort te willen opraaien maar dan met de bepaling dat de subsidie ver volgens onherroepelijk wordt afgebouwd. Natuurlijk kan de provincie de gemeenten niet tot mede werking verplichten, maar meent zij werkelijk dat zij al les heeft gedaan wat mogelijk was om de gemeenten tot loyale medewerking te bewe gen? Nu regering en parle ment besloten hebben tot de centralisatie op het gebied van sociale en culturele acti viteiten en in deze opzichten steeds meer aan provicie en gemeenten zullen overlaten, is het antwoord op die vraag voor de toekomst van ons welzijn van essentieel belang. Gezien het feit dat van het subsidiëntenoverleg in janua ri 1979 nu nog geen behoor lijk rapport beschikbaar is en de medeling van de provincie dat het Gewestelijk Orkest voortaan zelf maar moet pro beren de gemeenten tot steun te bewegen, lijken ernstige twijfels op hun plaats. Er zit in deze zaak nog een bijzonder kwalijk element. Het provinciaal bestuur meent de subsidieverminde ring aan het Gewestelijk Or kest te kunnen rechtvaardi gen doordat „hiermee de vor dering op het minsterie van CRM extra wordt benadrukt om het orkest, evenals ande re Nederlandse beroepsorkes ten op te nemen in de Rijks subsidieregeling". Dit lijkt op een onbehoorlijke bestuurlij ke chantage want het minis terie van CRM kan - zie de hierboven weergegeven his torie - beslist niet in gebreke worden gesteld. De Provincie is en blijft aansprakelijk voor haar daden in het verleden en kan die niet afwentelen op de rijksoverheid die zich terstond van die daden heeft gedistancieerd. Als de lagere overheden in de toekomst so ciale en culturele initiatieven nemen en activiteiten ont wikkelen, dienen z;i daar voor de volledige verant woordelijkheid te aanvaar den, ook bij onverhoopte li quidatie of stopzetting. Na tuurlijk behoudt de rijksover heid de volle verantwoorde lijkheid vbor een landelijk beleid maar daarachter kun nen de lagere overheden zich niet verschuilen als blijkt dat hun regionale en locale ver wachtingen ten aanzien van hun beslissingen niet og niet geheel uitkomen. Met dat al lijkt het alleszins redelijk dat provincie en ge meenten in Zuid Holland al het mogelijke doen om het Gewestelijk Orkest in staat te stellen zijn taken te blijven vervullen. Of het daarbij mo gelijk is op de begroting te besnoeien - iedereen moet zich tenslotte aan de econo mische situatie aanpassen - is een andere zaak. REX Mijn naam is Clau dia Pornia (16) Pornofilm. TRIANON The wande rers (16) Ondanks het harde uiterlijk een knappe en ge voelige film over jeugdben des in New York. (tweede week)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 7