Verstoring van de bodem is een van de weinige problemen die rijke en arme tanden gemeenschappelijk hebben 1 BEDREIGT ZELFS EUR 0| Een week geleden luidde de president van Gambia de noodklok: opnieuw teistert droogte de Sahel-landen. De gevolgen kunnen catastrofaal zijn. De landen ten zuiden van de Sahara zijn namelijk nog lang niet hersteld van de uit zonderlijke droogte die in de a periode van 1968 tot 1973 grote d( delen van Afrika geselde en tot een rampzalige hongersnood leidde. Vijftien miljoen Afrika nen zagen hun oogst verdor ren. Vele duizenden stierven de hongerdood. In sommige ge bieden krepeerde negentig procent van de veestapel. Het droogtegeweld dat nu op nieuw de straatarme Sahel ver schroeit maakt weer eens pijn- lijk duidelijk dat de woestijnen És blijven oprukken. Ruim een WË derde van het landoppervlak op aarde is reeds onder het gjÉLzand bedolven. Elke dag komt er iets meer dan 160 vierkante kilometer bij. Dat is in één jaar zo'n 60.000 vierkante kilometer; een gebied anderhalf maal zo groot als Nederland. Jens Hogel, woestijndeskundi- ge van de UNEP, de milieu-or ganisatie van de Verenigde Na ties, noemt de woestijnen j,kankergezwellen" die zich on stuitbaar verspreiden. Zijn toe komstvisie is somber: op het ogenblik benut de mens onge veer dertien miljoen vierkante kilometer als akker- of als vee- teeltgebied. Wanneer daarvan zo'n zestigduizend vierkante kilometer per jaar onderstuift, is over hooguit tweehonderd jaar geen bruikbare grond meer over. De groeiende we reldbevolking versnelt de „ver woestijning" echter. Volgens de UNEP-deskundige Heeft dat proces zich binnen honderd jaar voltrokken. De wereld is dan veranderd in één reusach tige zandbak. Ook de Duitse I woestijndeskundige Uwe George schetst een gitzwart toekomstbeeld. In zijn indruk wekkende, maar tegelijkertijd «ur beklemmende boek „Zand in 6 opmars", dat onlangs bij Meu- ïnijf fenhoff verscheen, noemt hij de I hongersnoodrampen die vooral de laatste jaren Afrika treffen, slechts het begin van een hele serie catastrofes die de ko- mende decennia de mensheid zullen teisteren. „De mensen worden steeds dichter op el kaar gedreven, enerzijds door de uitbreiding van de woestij nen, anderzijds door het ge 3 ei sp opt boorteoverschot. Uiteindelijk zal de woestijn deze macabere wedloop winnen. De woestijn zal verhinderen dat het aantal mensen op deze planeet toe neemt. Het zo vaak genoemde en gevreesde aantal van twin tig miljard mensen in het jaar 2000 wordt waarschijnlijk nooit bereikt". Volgens berekenin gen van Uwe George laten de oprukkende woestijnen nu reeds jaarlijks meer dan 70.000 mensen in het zand bijten; dat zijn 200 doden per dag. Onstuitbaar Niemand mag voor deze pro blemen de kop in het zand ste ken. De woestijnen rukken na melijk niet alleen op in Afrika, de Verenigde Staten, Mexico, Azië, Australië en aan de west kust van Zuid-Amerika. Ook heel wat dichter bij huis is hun opmars onstuitbaar. Hogel: „In het geweldige proces is de hele wereld betrokken, ook Eu ropa. In dat werelddeel gaat dat hoogstens niet op voor het noorden van West-Europa. Maar Italë en Frankrijk hebben problemen. In Spanje, Grieken land en Joegoslavië ligt het zeer moeilijk. De eilanden in de Middellandse Zee, Malta bij voorbeeld, zullen uitdrogen. De verstoring van de bodem is een van de weinige problemen die de geïndustrialiseerde en ont wikkelingslanden gemeen hebben". In kille cijfers vertaald is de stand van zaken als volgt: De zandzee op aarde heeft een op pervlakte van negen miljoen vierkante kilometer. Voor nog eens 3,4 miljoen vierkante kilo meter is er geen redding meer mogelijk; 18 miljoen vierkante kilometer ligt in de gevarenzo ne. In deze kurkdroge gebie den woont ongeveer een zesde van de wereldbevolking, of ruwweg 700 miljoen mensen. In eerste aanleg wordt het be staan van 78 miljoen mensen bedreigd. Sub-tropen Een groot aantal omstandighe den is verantwoordelijk voor de woestijnvorming. Op sommige Heeft de mens geen vat, omdat Moeder Natuur ze hoogst per soonlijk dicteert. Een paar voorbeelden: de meeste woes tijnen liggen in de sub-tropen, dat wil zeggen ten noorden van de Kreeftskeerkring en ten zui den van de Steenbokskeer kring. Respectievelijk in de zo mer en de winter staat de zon loodrecht boven deze gebie den. Het aardoppervlak wordt daar dus het sterkst verhit. Omdat er geen spetter vocht in de lucht zit in woestijnen re gent het soms in jaren niet en er zich nauwelijks wolken vormen, bereikt 95 procent van de zonnestralen het aardopper vlak. (In gematigde klimaatzo nes, zoals bij ons, is dat onge veer dertig procent). De tem peratuur van de woestijnbo dem kan daardoor oplopen tof 85 graden Celcius. Ook gebergten staan aan de wieg van woestijnen. Die vor men voor regenwolken vaak een onneembare barrière. Voordat de wolken over de top pen heen zijn, hebben ze hun "lading" al gelost; de gebieden aan de andere kant krijgen geen druppel en drogen uit. Zo ontstonden bijvoorbeeld de „koude" woestijnen in Tibet en China. Ook tal van andere klimatologi sche omstandigheden, zelfs de koude golfstromen die tussen de keerkringen de kop boven water steken, spelen een rol bij woestijnvorming. Maar volgens Hogel mogen we de schuld niet op het klimaat en geologische omstandigheden schuiven. Het is voornamelijk de schuld van de mens zelf dat de woestijnen oprukken. Overbeweiding Een van de belangrijkste oor zaken, dat de zandzee kan voortstuiven in eindeloze dei ning is de zogenaamde overbe weiding. Vroeger trokken no madenstammen met hun vee rond. Als ergens een plek was kaalgevreten ging de karavaan verder. De vegetatie kreeg dan kans zich te herstellen. De be volkingsexplosie maakte de ruimte schaars. De nomaden blijven nu langer op één plek. Het gevolg is dat de begroeiing er met wortel en tak wordt uit geroeid. Ook de aanleg van waterputten heeft in sommige gebieden rampzalige gevolgen. Toen in de Sahel-landen honderden bronnen werden geslagen leid de dit tot vergroting van de veekudden, de trots en „le vensverzekering" van de no maden. De dieren vraten het hele gebied kaal, vertrapten de bodem en lieten een zandvlak te achter. Het kappen van hout speelt het zand eveneens in de kaart. Elk jaar gaat zestien mil joen vierkante kilometer oer woud tegen de vlakte. De na tuur kan dat niet bijbenen. Op plaatsen waar het bos het on derspit delft maken regen en wind de aftakeling compleet. Ook ondeskundig aangelegde en slecht beheerde irrigatiesy stemen doen veel kwaad. Als het overtollige water niet wordt afgevoerd, verdampt het. Do zouten en mineralen die er in zitten verzitten de bodem. Er kan dan niets meer groeien. Broeikas Tenslotte draagt ook het op grote schaal verbranden van aardolie en -gas indirect een steentje bij aan alle ellende. Bij verbranding komt kooldioxyde (C02) vrij, die de aarde als een schil omhult. Er ontstaat dan een zogenaamd broeikas-ef fect: de zonnewarmte kan die C02-stolp wel binnen, maar er niet meer uit. Dit zorgt op Ve nus, de zusterplaneet van moe der aarde, voor temperaturen van rond 500 graden Celcius. Op aarde is het nog niet zo'n brandend probleem, maar de deskundigen zijn het er over eens, dat de stijgende tempe ratuur een extra ongunstige in vloed kan hebben op de gebie den die toch al kurkdroog zijn. Zodra in bedreigde gebieden de bodem is aangetast, begint de woestijn aan een nieuwe ze getocht. Als de beschermende begroeiing is verdwenen en de zanderige bodem bloot komt te liggen, ontstaat een spiegel die het zonlicht weerkaatst. De op stijgende warme luchtstromen voeren het weinige vocht dat nog in de atmosfeer zit ver weg. Heeft de wind eenmaal vat op de uitgedroogde grond, dan luidt voor de wijde omtrek de doodsklok. De klimatologi sche omstandigheden veroor zaken dan namelijk een reus achtige, allesvernietigende zandstraler die de bodem glad- schuurt. Volgens berekeningen van Uwe George wervelt alleen al boven de Sahara constant drie tot vijf miljoen ton stof en zand in de lucht. Dagelijks blaast de wind één miljoen ton uit het Sahara- gebied weg. Een flinke lading belandt in Europa en beïn vloedt daar onder andere het afsmelten en terugtrekken van de gletsjers in de Alpen. Het rode woestijnstof vormt een dunne laag op het ijs. Daardoor wordt minder zonlicht terugge kaatst. Het ijs neemt meer warmte op en smelt. Het woestijnstof maakt nog langere reizen. Het bereikt soms de Kaukasus en Zweden. In 1970 stak een woestijnstorm zelfs de Atlantische Oceaan over. Dagenlang was het lucht verkeer naar verschillende ei landen voor de kust van Zuid- Amerika gestremd door een mist van Saharastof. Aftocht Als het zand een nieuw gebied heeft veroverd, moet de mens de aftocht blazen. Alleen enke le planten- en diersoorten die hun thermostaat wat hoger hebben staan zijn tegen de zin derende hitte opgewassen. Maar als ook die de grond te heet onder de poten en wortels wordt, blijven alleen micro-or ganismen over. Dat is bijvoor beeld het geval in het hellevuur van de Centrale Sahara. Somber merkt Uwe George op dat deze piepkleine bacteriën, die 450 miljoen jaren geleden de eerste levensvorm op aarde waren, in de verre toekomst de laatste bewoners zullen zijn die het levenslicht uit doen. Want het zijn taaie rakkers. George: „Ze leven niet alleen in koken de geisers, maar ook onder het poolijs. Zelfs in de brandstof tanks van straalvliegtuigen hebben ze een onderkomen gevonden. Micro-organismen die aan de buitenkant van ra ketten waren bevestigd, heb ben zelfs de dodelijke straling van het vacuüm van een ruim tereis overleefd". Maatregelen Om te voorkomen dat de mensheid letterlijk en figuurlijk in het zand bijt, zijn op korte termijn maatregelen nodig. UNEP-deskundige Hogel: „Als we het probleem werkelijk wil len aanpakken zou het vermoe delijk de grootste krachtsin spanning worden die ooit voor één enkel fenomeen is gele verd". De eerste tekenen zijn niet gunstig. De in 1977 in Nai robi gehouden VN-conferentie over woestijnvorming verzand de in oeverloze discussies. De deelnemende landen konden het niet eens worden over de oprichting van een woestijn fonds of over een gezamenlijke aanpak van de problemen. Wel werd in een aantal resoluties vastgelegd dat een verstandig gebruik van de bodem een dam kan opwerpen tegen het aanstormende zand. In be dreigde gebieden moet het evenwicht tussen mens en na tuur worden hersteld. De vees tapel mag er niet groeien. De bevolking moet worden ge leerd dat door een nomadische leefwijze of door andere begra- zingsmethoden en kleinere kuddes, de vegetatie weer de kans krijgt op te bloeien. De Derde Wereld kan dat niet al leen. De rijke landen moeten fi nancieel en technisch de hel pende hand bieden. Westerse steun is ook onontbeerlijk bij het bemesten en opnieuw in zaaien van kale grasvlakten en bij herbebossing. Op plaatsen waar het oerwoud is omgehakt, moeten bosreservaten met snelgroeiende bomen worden aangelegd. Wettelijke maatre gelen zijn nodig om te voorko men dat houthakkers met bijl en zaag sneller zijn dan de na tuur groeit. Regeringen van bosrijke landen moeten er voor zorgen dat het wereldbos niet verder krimpt. De aftakeling van de tropische regenwouden wordt een halt toegeroepen als alleen nog de „rente" van het bos wordt omgehakt. Dat is geen eenvoudige zaak, want de Derde Wereld kookt op hout. Het (tijdelijk) overgaan op an dere brandstof is onvermijde lijk, maar lijkt onhaalbaar in een tijd waarin olie en gas schaarser worden. Bevloeiing Een belangrijk wapen in de strijd tegen de droogte is be vloeiing. De Israëli's boekten op dit gebied grote successen. Het noordelijk deel van de Ne- gev-woestijn veranderde in een bloeiende tuin. Vorige week sloegen Israël en Egypte de handen ineen voor een soort gelijk project in de Sinaï. Over twee jaar moet een deel van die zandvlakte in cultuur zijn gebracht en de eerste groente leveren. Er bestaan ook plannen voor het bevloeien van de Sahara. Uwe George vindt zo'n project echter geld in het water gooien. Wat Israël lukte, is vol gens de Duitse deskundige niet haalbaar in 's werelds grootste zandwoestijn. Daarvoor zit het grondwater eenvoudig te diep. George verwacht dat in de ver re toekomst ten koste van veel geld en inspanning hooguit één procent van de Sahara in een oase kan veranderen. Maar dat is een druppel op een gloeien de zandplaat, want de woestijn breidt zich in één dag meer uit dan in een heel jaar door irriga tie teruggewonnen kan worden. Geboortecontrole Uwe George ziet ook geen heil in de toepassing van ontzilt zeewater voor bevloeiing. „De modernste installaties hiervoor zijn al in werking in een paar sjeikdommetjes in de Perzi sche Golf. Maar de investerings kosten en het energieverbruik zijn zo hoog, dat bijvoorbeeld een pond tomaten 25 gulden zou moeten kosten". De woes tijndeskundige wijst een ande re en goedkopere weg die vol gens hem sneller naar een op lossing van het probleem leidt: „Het zal in de toekomst beslist „vruchtbaarder" blijken om het aantal mensen op aarde door geboortecontrole te beperken dan de woestijnen te be vloeien". De strijd tegen het zand kost handenvol geld. En dat is er niet. VN-deskundige Hogel wil op dit punt niemand zand in de ogen strooien. De VN-conferen tie van 1977 becijferde de kos ten alleen al voor het handha ven van de status quo waar bij dus niet één vierkante kilo meter op de woestijnen wordt heroverd op vierhonderd miljoen dollar per jaar. De mi lieuorganisatie van de Verenig de Naties heeft voor dat doel slechts 2,5 miljoen dollar in kas. De opmars van de woestij nen kan dus alleen worden ge stuit als de naties zich vereni gen voor de strijd tegen hun gemeenschappelijke vijand. Ze moeten geld beschikbaar stel len voor een woestijnfonds en alle plannen, die nu nog als los zand aan elkaar hangen, sa mensmeden tot één wereldom vattend actieplan. Dat moet snel gebeuren, want de tijd dringt. Als de deskundigen roependen in de woestijn blij ven en de rijke landen de hand op de portemonnee houden, hoeft er straks niet meer over oplossing te worden gepraat Voor veel gebieden is het dan al te laat en geldt letterlijk: zand eroverl AAD STRUMS yiuife Als de nomadenvolkeren weer gaan rondtrekken of andere begrazingsmethoden voor hun vee toepassen, komt een einde aan de overbeweiding, die de woestijnvorming ruim baan geeft. In kurkdroge gebieden is overbeweiding een van de oorzaken van woestijnvorming. Met steun van het rijke westen moeten voorlichtingscampagnes worden ge voerd over andere vormen van veeteelt. a g°! In de bergwoestijn bij Hogar in de centrale Sahara lopen de tempera turen zo hoog op dat alleen micro-organismen er stand houden. De rotsen zijn restanten van de opvullingen van kraterpijpen. De vulka nen zelf zijn in de loop van miljoenen jaren door zandstormen wegge schuurd. Deze foto laten duidelijk zien dat het zand in opmars is. Tien jaar geleden baadde Sao Vicente (Kaap Verdië) in het groen. De stad staat nu midden in een gloeiendhete zandwoestijn. In het gebied heeft het in jaren niet meer geregend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19