LaVingaise
VUT bij vuilnisman
Dries van Wissen
aan het juiste adres
,Potasch en Perlemoer
nog steeds aardig
IjAllemaal óp naar hoorzitting in
sTweede Kamer der Staten Generaal
I
Zieker weten!
LEIDS
KERKE-
PAD
Voortvarende wederopbouw
van vernielde stadswijk
rAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DONDERDAG 13 DECEMBER 1979 PAGINA 5
ra; pe VUT grijpt meer en
meer om zich heen. Bij
eei burgemeesters geeft het,
li geloof ik, mog wat
1 1 strubbelingen als ze er
n< vervroegd de brui aan
'lg< willen geven, maar in de
)ui 0verige sectoren van het
dd maatschappelijk leven zijn
g^uittredingen aan de orde
Fivan de dag. De VUT is,
b' zoals u weet, een regeling
°f(die het mogelijk maakt dat
63 - jarigen, vrijwillig (of
soms verpiicnt) aan nun
AOW beginnen. Sinds 1
november is dat mogelijk
geworden. De eerste
schapen zijn over de dam
en die kudde wordt groter.
Andries van Wissen zorgde
voor een Wassenaarse
primeur. Van Wissen was
enige tijd geleden de eerste
VUT - man bij de
reinigingsdienst in deze
gemeente. Het werd bijna
,,gevierd"en die eerste
reinigings - VUT - man hac
er zelf danig plezier in. Niel
dat hij geen fut meer voelde
in het 63 jaar oude lijf,
„maar ik kan nou eindelijk
'ns een keertje doen waar ik
zin in heb. Ik begon het een
beetje welletjes te vinden,
ziet u, al ben ik nog
helemaal niet te lui om te
werken. Die eeltlagen aan
m'n handen zijn er niet
vanzelf gekomen. Maar als
het een beetje meezit heb ik
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
<0*
nog een heel leven voor de
boeg, als gepensioneerde.
Nu kan ik pas tot bloei
komen en echt gaan leven".
Andries van Wissen vindt
het feitelijk wat
onnatuurlijk, dat hij het 24
jaar bij de reinigingsdienst
in Wassenaar heeft
uitgehouden. „Vroeger kon
ik nooit langer dan vier jaar
bij dezelfde baas
rondhangen. Ik schijn het
bij de gemeente naar m'n
zin te hebben gehad". Van
Wissen, die van beroep
„belader" was, hoeft geen
Wassenaarse straten meer
schoon te houden. Dat laat
hij nu aan jongeren over.
afgelegd. Als een vogel
Phoenix is hij herrezen en
met een wijze glimlach kijkt
hij terug op z'n reinigend
verleden. „Ik heb nooit
roeping gevoeld om
vuilnisman te worden. Van
huis uit ben ik notabene
hovenier en geen ophaler
van andermans troep. Maar
ja, mijn baas destijds, een
tuinarchitect, ging failliet.
Daar stond ik. Wat moet je,
als je in het huiselijke nest
een vrouw en vier kinderen
hebt. Dan kun je het best
maar aan de slag blijven,
nietwaar. Asbakkenman of
niet, je verdient er op een
eerlijke manier je brood
mee en hoe men over dat
EINDELIJK
KAN IK TOT
BLOEI
KOMEN EN
ECHTGAAN
LEVEN"
beroep denkt, kan me geen
barst schelen".
Toch heeft Andries van
Wissen ervaren, dat in de
loop der jaren zijn „vak"
aan waardering heeft
gewonnen. „Jongelui, ja, die
willen weieens hun neus
dichtknijpen als ze langs je
wagen lopen. Dan dacht ik
maar: och kereltjes, wacht
maar eens af tot je van
school afkomt en niet
meteen schoon werk kunt
krijgen. Dan zul je de
bezemsteel wel moeten
pakken, ook al zint het je
niet. Beladers vieze kerels
Kom nou toch Dit werk
kun je niet doen in een
keurig pak. Maar ze hadden
's avonds eens bij me op
visite moeten komen. Dan
hadden ze Dries niet
herkend. O nee.
Brandschoon en netjes in de
kleren. Als een heer. Geen
sterveling kon dan zien, dat
ik de hele daarnet
vuilnisemmers had lopen
rondbanjeren".
En dan zou een vullusman
of een afvalophaler een
domkop zijn, omdat ie geen
vak geleerd heeft. „Ha, nou
heb ik je", voegt Dries van
Wissen ons gretig toe: „wat
zou je dan zeggen van
schrijvers en componisten
Die zijn toch ook niet
opgeleid (Welke soort
componisten Dries op het
oog heeft zou ik niet weten,
maar laten ze het niet
horen, T. P. Alleen heten
die dan kunstenaars.
Trouwens, ik dacht dat
beladers ook artiesten
waren, want ik heb heel
wat capriolen moeten
verrichten om m'n werk
goed te kunnen doen. Dan
moet je ook iets hebben van
een krachtpatser: de hele
dag door tillen, sjouwen en
lopen. Toch kan ik niet
zeggen, dat ik steeds met de
pé erin naar m'n werk ben
gegaan. Een tof stel
trouwens, die collega's
onder elkaar. Als er eens
een maat was die zich
woedend maakte over niet
goed dichtgeknoopte plastic
zakken of omdat een hond
een emmer had omgegooid,
dan ving een ander dat wel
weer op met een geintje.
Moppen vertellen, meneer,
Andries van Wissen: „Ik
vond het zo langzamer
hand wel welletjes".
dat kunnen die
reinigingsjongens als de
beste. En met je meeleven,
hè. Dat heb ik gemerkt toen
ik na een ongeluk in het
ziekenhuis terechtkwam,
een paar jaar geleden. Ze
zochten me regelmatig op
en kwamen bepaald niet
met lege handen".
Toen kwam de VUT bij
Dries van Wissen
aankloppen en ontmoette
geen dovemansoren. Hij
geniet al een paar weken.
,,'s Morgens nou eens niet
die afschuwelijke wekker
die je naar de baas roept.
Verder ben ik geen dertig
meer. Maar ik voel me
gelukkig beslist niet
uitgerangeerd. Helemaal
^ATTENTIE ROND EX-KNIL - GEBEUREN:
P
™Daar is de initiatiefnemer -
organisator weer: oud -
°JKNIL - soldaat J. E.
AClaproth, van de
'eppelrode in de Leidse
derenwijk. Met een oproep.
Cr worden weer heel wat
ieden opgetrommeld naar
Den Haag, doorgaans
:entrum van jaarlijks
ermaak bij reünieën, maar
leze keer is het bloedige
irnst. Claproth tracht
litmaal wederom „alle ex -
J" jKNIL - militairen,
burgerambtenaren en de
nabestaanden" te bereiken;
„maar ook", zoals hij zegt,
„geldt het voor alle ex -
geïnterneerde vrouwen die
Itijdens de Japanse bezetting
'crijgsgevangen hebben
;ezeten". En de man van
3eppelrode gaat verder: „in
verband met de openbare
hoorzitting op vrijdag 14
december 1979 die zal
plaatsvinden in de Tweede
Kamer Der Staten
Generaal, is tijdens de grote
manifestatie van zaterdag j.
1. in hotel Florida te
Boskoop „voor degenen die
daar aanwezig waren
geweest, bekend gemaakt
dat men zich om 14. 30 uur
n. m. zou moeten
verzamelen op het
Malieveld in Den Haag,
voorts zullen we dan om 15.
00 uur gezamenlijk te voet
naar het Binnenhof
vertrekken".
Aan één kant valt het niet
te hopen, dat gegadigden
zich in grote formaties
naars 's lands vergaderzaal
zullen begeven, want daar
is de publieke tribune niet
op gebouwd. Niettemin is
het de bedoeling, dat al die
ex - mensen,
sympathisanten en
nabestaanden en de eens
gevangen vrouwen tevens,
de hoorzitting aan den lijve
zullen meemaken. Claproth
laat daaromtrent geen
twijfel bestaan: „voor
degenen die op eigen
initiatief (dus niet
onmiddellijk onder het
commando van de
initiatiefnemer), bestaat de
mogelijkheid rechtstreeks
naar het Binnenhof en wel
graag in grote getalen te
gaan". Of liever gezegd: in
groten getale.
Dan maakt J. E. Claproth u
alle erop attent, „dat de
openbare hoorzitting reeds
om 13. 00 uur n. m. zal
beginnen, en zij die deze
hoorzitting bij willen
wonen, dienen zo vroeg
mogelijk, liefst om 11. 00 v.
m. op het Binnenhof
aanwezig te zijn om
toelating tot de publieke
tribune van de Tweede
Kamer Der Staten Generaal
te verkrijgen".
Dan nog een
slotmededeling: „Zo juist
geïnformeerd bij de Tweede
Kamer Der Staten
Generaal, of er
luidsspiekers nog buiten het
gebouw geplaatst worden.
Het antwoord was nee".
Enfin, men ziet maar hoe
men de hoorzitting op zich
af wenst te laten komen. J.
E. Claproth heeft in elk
geval zijn best weer gedaan.
ADVERTENTIE
Als goede wijn altijd duur was,
zouden de Fransen nu straatarm zijn.
De Fransen hebben een aangeboren gevoel voor wijn.
Dus hebben ze makkelijk praten. Feilloos kiezen ze 'n goede wijn voor
'n betaalbare prijs. Omdat ze élke dag wijn drinken. Wij Nederlanders
hebben die feeling nu eenmaal niet. Ofschoon we zo langzamerhand
leren een goede wijn te waarderen. Daarbij zoeken we zekerheid
'Apellation Controleézeggen we geleerd.
Maar ook daarin kunnen we makkelijk verdwalen.
La Vingaise lost dat op door uit het
beste wijnaanbod 'n keuze te maken, de
apellation te laten kontroleren en de prijs frans
te houden. La Vingaise is dus van de kwaliteit
die de Fransen graag drinker
LaVincaise
nana DW a,
Gebotteld
in Frankrijk voor
Bottelo B.V.-Schiedam.
4
'-JUU -til
17 januari 1807 verschijnt er in
Koninklijke Courant (twee da-
i later ook in de Leydse Courant)
advertentie waarin de Minister
n Binnenlandse Zaken alle archi-
ten meedeelt, dat er een wedstrijd
rdt uitgeschreven voor een plan
herbouw van de door de ontplof-
g van het kruitschip in de Steen
uur vernielde Leidse stadswijk,
dienen vóór 20 februari. Men heeft
ast: in maart moet de herbouw
d start gaan.
18 januari schrijft de Minister van
Hl \nenlandse Zaken aan de Koning:
I 'e Majesteit heeft me de naam ge-
agd van enkele bekende architecten
geraadpleegd kunnen worden over
herbouwplan voor de volledige
'oeste wijk van de stad Leiden. Be-
'e de heer Judici te Rotterdam,
\mt men de heer Van der Hart te
•terdam, Hanegraaf, die in dienst is
iet Hoogheemraadschap Rhijnland.
zich te beperken tot dezen, zou
i anderen misschien onrecht kun-
3 aandoen; maar zoals Uwe Majesteit
jcfe heeft aangekondigd, zal er een
isvraag gehouden worden voor alle
]hitecten om een dergelijk plan te
men zal het resultaat moeten
tchten.
dagen later vaardigt de koning
decreet uit, waarin o.a. te lezen
if, dat de openbare gebouwen welke
:hadigd zijn geworden, voor reke-
van den Lande zullen worden ge
oreerd en dat de Hoogeschool van
'den den naam van „Koninklijke
idem ie van Holland" aannemen zal.
koning wil dus niet alleen de stad
W opnieuw opbouwen. Hij wil ook de
^ersiteit aan aanzien buiten de
SPvdsgrenzen doen toenemen.
februari als uiterste datum van in-
op 6 mei zijn „Consideration op de in
gekomen Plans ter herbouwing voor de
Stad Leyden".
zending blijkt wel wat krap berekend
te zijn. Op 7 februari komt er dan ook
een bericht in de Koninklijke Courant
waarin gemeld wordt, dat de inzen
dingstermijn is verlengd tot 1 april. Op
1 maart wordt geadverteerd, dat een
plattegrond van het terrein en het pro
gramma van eisen verkrijgbaar zijn bij
de weduwe Cijfveer te Leiden en uit
dat programma van eisen blijkt, dat in
het ontwerp moeten worden opgeno
men: een academiegebouw, een koren
beurs, een infanteriekazerne, stallen
voor de cavalerie, woningen en tenslot
te een monument voor de slachtoffers
van de ramp.
Op 1 april 1807 heeft de minister van
Binnenlandse Zaken twaalf ontwerpen
toegezonden gekregen. Tot de inzen
ders behoorde Giudici, die twee plan
nen had ingezonden. Samen met een
derde plan, dat na beoordeling terug
ging naar universiteitscurator Gevers
van Endegeest, kon men iets beginnen.
Omdat vast stond, dat geen der inge
diende plannen in aanmerking zou ko
men voor uitvoering, kreeg een op 4
mei ingestelde beoordelingscommissie
opdracht om van dezelve Plans, hetzij
geheel, hetzij gecombineerd, gebruik
makende, een volledig ontwerp te for
meren, volgens hetwelk het verwoeste
gedeelte der stad Leyden weder zoude
behoren te worden opgebouwd.
Als reaktie op de tentoongestelde ont
werpen, schrijft mr. Willem Bilderdijk
Hij stuurt zijn bedenkingen aan de
commissie toe en noemt de ingezonden
plannen zonder meer „prulwerk". Hij
gaat nogal diep op de ontwerpen in en
noemt het onlogisch om de korenbeurs
van de Rijn te verplaatsen naar een
wijk, die niets met de korennering te
maken heeft en die ook geen goede toe
gangswegen heeft voor aan-, en afvoer.
Het lijkt hem ook allesbehalve aanbe
velenswaardig om midden in een voor
name buurt kazernes te bouwen, omdat
de samenhuizing van een aantal solda
ten het quartier waar zij plaats heeft,
woelig en onaanzienlijk maken, en on
geschikt tot het bijwoonen van fatsoen
lijke lieden, ja zelfs voor de Wandeling
door de Straten. Hij verwacht ook
knippen en kroegen (om niet erger te
noemen)!
Ongetwijfeld heeft men toen beseft wat
„inspraak" betekentop 14 mei wordt
de korenbeurs uit het programma ge
schrapt; later verdwijnen ook de kazer
nes.
Op de eerste jaardag van de ramp
wordt de eerste steen voor het gedenk
teken gelegd. In het arcief van de Lo-
dewijkskerk wordt de speech bewaard,
die bij die gelegenheid namens de
plaatselijke geestelijkheid is uitgespro
ken. Verder dan die eerste steen is men
niet gekomen. Geldgebrek van het Ko
ninkrijk Holland belette, dat het in
drukwekkende plan om Leiden een
groot stadsplein te geven bij de Ko
ninklijke Academie ten uitvoer werd
gebracht. En toen na de verplaatsing
van de koninklijke residentie en de
overheidsdiensten naar Amsterdam al
daar geldverslindende bouwplannen
werden ontwikkeld, werd het niet
vreemd om in een advies aan de minis
ter de zinsnede op te nemen: den ko
ning te bewegen om van de groote ont
werpen wegens een Universiteitsge
bouw te Leiden, dat op drie miljoen ge
rekend is, vooralsnog af te zien. Voor
alsnog" werd zoals zo dikwijls in Ne
derland „voor altijd".
Het willen plaatsen van een Koninklij
ke Academie op de plaats van de Ruïne
impliceerde verstrekkende voorzienin
gen. In dat Academiegebouw waren
zelfs koninklijke loges gedacht voor
wanneer de koning academische plech
tigheden wilde bijwonen. Welnu: de
koning was katholiek en zou derhalve
zo nu en dan ook in Leiden de Mis wil
len meevieren. Het gaf geen pas om de
koning in een schuükerkje in een ach-
terafstraatje de trap op te laten stom
melen om dan op een krakende zolder
met zijn gevolg een plaats te moeten
vinden. Er moet met de gedachte ge
speeld zijn om de schuilkerk, die er na
de kruitramp het ergst aan toe was, na
melijk de WiUibrordstatie aan de Ap
pelmarkt, te hulp te schieten door een
kerkruimte te creëren die zowel voor
de parochie als de universiteit een ko
ninklijke entourage kon bieden. Leo
Roozen schreef in zijn boek „Dit is Lei
den niet voor niets, dat van de Lode-
wijkskerk gezegd kan worden: "elle a
du chique". Al is het Frans, er is geen
woord Spaans bij. We zullen spoedig
zien waarom.
9?
LEIDEN De wisselwerking tussen het pu
bliek en de spelers is bij elke voorstelling
belangrijk, maar bij het Amsterdams Volks
toneel is die wisselwerking hét doel: het pu
bliek moet zich één voelen met de spelers;
de afstand die meestal bestaat tussen de
passieve toeschouwer en de kunst bedrijven
de acteur, is verdwenen. Daarom is het niet
nodig dat het Volkstoneel nieuwe dingen
brengt, juist met vertrouwde stukken kan
de sfeer van saamhorigheid opgeroepen
worden. Gisteravond, morgen en overmor
gen was en is het Volkstoneel dan ook te
zien in de Schouwburg met de bestseller Po-
tasch en Perlemoer".
De „Potasch en Perlemoer" van 1979 verschilt
van de versie die in 1915 voor het eerst in Ne
derland werd gespeeld. Eli Asser, die zijn spo
ren heeft verdiend met de TV-series „Het
schaap met de vijf poten" en „Een citroentje
met suiker", heeft het stuk tot musical om
gewerkt. Hoewel de liedjes aardige teksten heb
ben en goed in het gehoor liggen, blijven ze
minder lang in de herinnering hangen dan de
liedjes uit de tv-series. Ook. lopen de zangkwali
teiten van de spelers uiteen van goed tot matig.
De handeling heeft niet veel om het lijf: het
stuk gaat over de lotgevallen van de confectio-
neurs Potasch en Perlemoer in hun winkel in
de Joodse buurt in Amsterdam. Zoals gezegd is
de inhoud niet het belangrijkste van de voor
stelling, voorop staat de band met het publiek.
Maar hier meende ik toch de gevolgen te be
speuren van het wegvallen van Beppie Nooy,
de grote vrouw achter het Volkstoneel, en van
de strubbelingen die daarop volgden. Een zeke
re zwierigheid ontbrak, waardoor sommige
grappen, zoals het herhalen van eikaars woor
den, nogal zwaar vielen. De droge Joodse hu
mor kwam niet tot zijn recht. Ook was de vloe
roppervlakte van het overigens prachtig uitge
werkte decor, af en toe te klein om alle drukte
te kunnen verwerken. De beslissing om het or
kest in de orkestbak te laten spelen, en niet bo
venin het decor, zoals oorspronkelijk de bedoe
ling was, leek mij een juiste. Er gebeuren zo
veel dingen op het toneel, dat de aandacht
daardoor teveel zou worden afgeleid. Met alle
problemen heeft het Amsterdams Volkstoneel
toch wel een aardige voorstelling weten te
brengen.
JACQUELINE MAHIEU
LEIDEN Geboren: Rachel, zn. v. G.
Meijers en C. Collé; Rebecca Mariel-
le, dr. v. J. T. Hoekema en C. van
Vliet: Fatima Alie, dr. v. M. Y. El
Sayed en J. A. N. Helfensteijn; Linda,
dr. v. T. Luurssen en W. Haak;
Christina Sophia Maria, dr. v. G. T. M.
Clemens en J. C. van der Hulst; Ale
xander Nicolas Frangois Wladimir Ro-
main, zn. v. J. M. V. A. Graaf de Mar-
chant et d'Ansembourg en N. D. M.
Rougè; Jelle Roeland, zn. v. J. Boot
en E. van Elk; llona, dr. v. A. A. H.
Bogaards en J. Quint; Okke Leo. zn.
v. O. D. Suurenbroek en L. B. Loeb;
Gerrit, zn. v. G. de Jong en M. van
Kralingen; Tleitmas, dr. v. S. Erraml
en F. Karchi; Mark Armand Leopold,
zn. v. J. J. L. Coonen en M. J. van der
Mark; Tamara, dr. v. H. Griekspoor
en J. H. Tiller; Katharina Maria Tine
ke. dr. v. J. J. Caspers en A. Kranen
burg; Maria Elisabeth, dr. v. W. A.
Verdoes en W. P. de Mol; Femke. dr.
v. F. J. Mastenbroek en G. van Woer
den; Jolanda, dr. v. H. van Beelen en
A. P. C. Witteman; Michael, zn. v. W.
Schout en M. J. van Zuijlen; Marijn
Onno Pieter, zn. v. H. C. van der Ster-
re en H. E. P. de Boer; Carlos Enri
que, zn. v. R. O. Wever en V. M. Oso-
rio Lujèn; Karina, dr. v. D. W. van
Delft en C. van Delft; Jan Nicolaas,
zn. v. N. Schaap en J. Varkevisser;
Pnsl Chrlstiaan, zn. v. T. van der
BURGERLIJKE
STAND
1937. man; J. van der Vos. geb. 10
april 1901. man; P. M. ter Haar. geb.
26 febr. 1902, echtgenote van: J. van
der Vos; B. Baan, geb. 20 gebr. 1915.
echtgenote van: P. den Ouden; C.
Waal en M. Versteeg; Hanneke, dr. v.
W. B. A. de Lange en J. C. de Jong:
Albertus Franciscus, zn. v. J. W. de
Roode en N. van der Mei); Harvey
Christiaan, zn. v. F. R. Vasilda en A.
van Duijn; Caroline Alida, dr. v. A.
Noort en J. C. Strijd; Robert Patrick,
zn. v. J. H. de Mooi) en D. van Dijk;
Wilhelmus Reginald Albertus. zn. v.
R. H. A. van Dommelen en J. A. M.
Bouwman; Bastiaan. zn. v. R. Beek en
P. Koome; Wilhelmine Bemadette
Marie Céleste, dr. v. A. H. J. Roes en
W. B. M. Reerkamp; Rachida, dr. v.
M. Benlssaïd en F. Tohid; Mlmoun.
zn. v. M. Benissaïd en F. Tohid.
Overleden: J. Remijnse, geb. 17 juni
1902, man; M. Bouchta, geb. 1937,
man; H. van Leeuwen, geb. 14 maart
1923, man; G. den Os. geb. 18 april
1902, gehuwd geweest met: H. Ver-
lind; H. de Nie, geb. 8 juni 1899, man;
J. K. Wendt. geb. 14 mei 1896, man;
J. M. Reerink, geb. 1 april 1911,
vrouw, G. J. Huisman, geb. 3 febr.
1894, gehuwd geweest met: J. van
Wet; C. A. Steltenpool, geb. 19 mei
28 mei 1914, vrouw; N. W. A. C
geb. 8 mei 1913, man; B. A. J. Rot-
daan, geb. 5 mei 1910, man; R. F. Be-
erling, geb. 7 april 1905, man; C. Si
mons, geb. 1 febr. 1927, echtgenote
van: H. van Maanen; L van Varlek,
geb. 12 juli 1918. man; J. A. Jespers,
geb. 24 juli 1930. man; N. A. Duffels,
geb. 15 sept. 1902, echtgenote van:
J. Bos; J. F. Heesewtjck. geb. 13 nov.
1918, man; R. L van der Zande, geb.
22 okt. 1905, man; A. de BruIJn. geb.
8 jan. 1893, gehuwd geweest met: H.
van den Heuvel.
Gehuwd: K. H. Djle en T. G. Kwee;
D. C. Bodrij en A. J. M. Zwaan; S. G.
Beij en M. P. van Russel; A. Snoep en
S. M. van Heijningen; L P. J. van der
Post en M. Reinders; T. I. M. Nota en
G. C. Vasmel; E. de Vos en T. K. Stlg-
ter; P. Kopp en C. Jonge Jan; E.L
Schort e en E J. E. van der Valk; J. G.
Akerboom en M. J. van Hoven; J. den
Haan en H. C. A. Kikkert; F. Bueno de
fteequlta en F.L Smit