Zwarte Piet
Alico en
de wonder
baarlijke
pakjes
diefstal
si
Leiders Europese Gemeenschap
;n spiegel voorgehouden
buitensteBinnenhofbuitensteBimenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitenstéBinne
buitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinne
Politiek
Partij
Parlement
g BINNENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1979 PAGINA 9
AIS 1
)e afgelopen Kamer-
'eek stond voor 90 pro
ent in het teken van
begroting voor On-
erwijs en Wetenschap-
en. De week van Pais
us. Nou ja, ook wel een
eetje van zijn beide
taatssecretarissen De
ong en Her mes en ook
'tsjepietsje van de
linst bekende minister
an ons land. de heer
'an Trier, die het We-
'nschapsbeleid bestiert,
iaar toch vooral de
van Pais. P.A.I.S.
edantAverechtsIn
digent en Scherpzin-
ig. Voor intimi: Ar ie.
'oor anderen: Manne-
e Pais of gewoon Pias.
e kunt trouwens van
rie zeggen wat je wilt.
laar praten kan-ie. Als
rugman. En al zijn de
nderwerpen die hij
anroert niet altijd even
oei end. toch is het een
ist om hem te horen
)rmuieren. Hij zal
nooit letterlijk oplepe
len wat zijn ambtenaren
voor hem hebben neer
geschreven. De ambte
lijke teksten hanteert
hij slechts als leidraad
voor een eigenhandig
(of liever eigenmondig)
te spinnen betoog.
Daarin strooit hij kwis
tig met buitenlandse
uitdrukkingen, citaten
uit boeken, bizarre
zegswijzen en vergelij
kingen. En dat allemaal
met die vanzelfspreken
de air van de super-in
tellectueel. Het knapste
jongetje van de klas. Je
moet het weliswaar ho
ren en zien om het ten
volle te kunnen proe
ven. maar hier volgen
toch een paar typerende
voorbeeldjes van Pais'
bijdragen aan het On
derwijsdebat.
PAIS 2
De Kamer had de mi
nister verweten, dat hij
te weinig overleg voert
met de Onderwijswe
reld. Pais daarop: „Ik
hoop niet dat u mij mis
verstaat als ik nu even
de term „papegaaien
circuit" invoer. Daaron
der versta ik het vol
gende: iemand maakt
een opmerking en een
ander meent dan origi
neel te zijn door die op
merking te herhalen.
Dat echoot dan als een
soort menselijke echo
put verder. Eén van die
elementen uit dat pape
gaaiencircuit is, dat de
bewindslieden van On
derwijs en Wetenschap
pen zo weinig overleg
plegen Waarna hij ten
stelligste ontkende dat
er van gebrek aan over
leg met de „achterban"
sprake is.
Telkens in zijn betoog
kwam Pais weer terug
op de doelstellingen van
het onderwijs. Die lie
pen als een rode draad
door zijn verhaal. De
minister wilde dat ook
duidelijk maken, maar
hij weigrde om politie
ke redeen het woord
rood tegebruiken. De
VVD-k:ur is blauw,
dus hetwerd een blau
we drad. En zo kon je
Pais rgelmatig horen
zeggen „Ik kom nu
weer een op m 'n blau
we d)ad terug", ge
volgd'oor zinnetjes als:
„Een an de doelstellin
gen Mn ons onderwijs
is heiopvoeden tot de-
mocrtisch staatsbur-
gerscap. Education for
demcracy dus". Of:
..Hetgaat in het onder
wijs niet in de eerste
plas om knappe men
sen e maken. Een IQ
van 148 is echt geen
slecel tot zaligheid".
En ils iemand dan rea-
geede met zoiets als:
„Bgrijp ik nou goed
da u zus en zo be-
dolt?", antwoordde de
be'indsman niet met
iderdaadof gewoon-
we ,Ja", maar met
„(est <?a".
PAIS 3
De PvdA-fractie had
een alternatieve onder
wijsbegroting opgesteld.
Uiteraard wees Pais die
van de hand. Niet al
leen om de inhoud
maar ook omdat het
PvdA-plan veel te veel
geld zou kosten. Pais'
voorganger Van Keme-
nade bracht daar sput
terend tegenin dat dat
geld wel te vinden zou
zijn, waarna Pais droog
jes opmerkte: „De enige
bankbiljetten, die in
Nederland geldig zijn.
dragen de handteke
ning van de president
der Nederlandsche
Bank en niet die van de
leider van de oppositie".
Nog zo'n fraaie: „Ik kan
niet alles doen wat u
vraagt. Zelfs de mooiste
vrouw kan niet méér
geven dan zij heeft, laat
staan een minister".
Voortvarendheid in het
beleid, dat wilde de be
windsman wel. En om
dat te benadrukken
haalde hij een oude
Franse slapstick-scetch
aan van twee heren die
door een deur heen wil
len, maar uit beleefd
heid steeds maar „na u"
blijven zeggen, zodat ze
er niet doorheen ko
men. Pais: „Als men al
les op alles laat wach
ten, ontstaat er een „Al-
phons et Gaston-act".
Vragende gezichten in
de zaal. gefronste
wenkbrauwen bij de
stenografen. Pais weer:
„Ik bedoel dus zoiets als
„na u", zodat men nooit
de deur door komt.
Nu was er alleen nog
geen woord Duits ge
sproken. Dat deed Pais
ook niet, maar PPR-
woordvoerder Henk
Walt mans door de in
terruptiemicrofoon wél:
„Als mijn vrouw straks
als ik thuiskom, aan mij
vraagt „Was hat er ge-
sprochen?", zal ik dan
zeggen Schön hat er
gesprochen?". Pais:
„Zoiets ja. maar u mag
echt nog wel wat meer
tegen uw vrouw vertel
len
MEISJES
Op het Binnenhol
maakt men zich vrijwel
wekelijks druk over het
stelsel van sociale voor
zieningen dat wij in Ne
derland kennen en dat
doorgaat voor een van
de besten (zo niet het
allerbeste) ter wereld.
In de sociale wetgeving
tref je een bonte verza
meling regelingen aan
die er voor moet zorgen
dat je nooit zonder
brood op de plank zit.
Het is een wirwar van
afkortingen waar je
aanspraak op kan ma
ken: WW. WWV.
RWW. ZW. AOW,
AWW. WAO, AAW en
zovoorts, en als er niets
meer op je van toepas
sing is, kun je altijd nog
een beroep doe op de
„Bijstand".
Op de een of andere
manier schijnt het eten
van deze laatstgenoem
de vrucht aan de uitke
ringsboom toch iets
minderwaardigs te heb
ben. want er is een
zichtbare tendens om
categoriën Nederlan
ders die normaal ge
sproken onder de Bij
standswet vallen, over
te hevelen naar een van
die bijzondere wetten
waarvan de afkoringen
zich allen kenmerken
door een of meer W's.
Zon geval deed zich
deze week in de Twee
de Kamer voor bij een
debatje over de uitbrei
ding van de AAW, de
Algemene Arbeidsonge
schiktheidswet, een
soort WAO voor zelf
standigen. Gehuwde
werkende vrouwen, die
een zelfstandig beroep
uitoefenen of in het be
drijf van hun man mee
werken, vielen daar
nog niet onder en ble
ven in geval van ar
beidsongeschiktheid dus
zonder uitkering, zodat
ze een beroep op de Bij
standswet moesten
doen. Daar komt nu
verandering in.
Toch hadden de heren
Ben Hermsen (CDA) en
Ed Nijpels (VVD) nog
een categorie vrouwen
ontdekt, die in geval
van arbeidsongeschikt
heid nog steeds buiten
de AA W-boot valt en zij
vroegen staatssecretaris
Lou de Graaf (Sociale
Zaken) in een motie
deze vrouwen toch als
jeblieft ook maar van
het predikaat „Bijstand-
trekster" te verlossen.
Van hen moeten ook
netjes AAW-ers worden
gemaakt, hoewel ze
daar eigenlijk niet in
thuis horen. Welke
vrouwen ze dan bedoel
den? Nou. dat wilde
Hermsen wel even om
schrijven. Let op: „On-
gehuwden die, vaak
door omstandigheden
gedwongen, afgezien
hebben van het ver
richten van werkzaam
heden buitenshuis en in
de plaats daarvan, soms
met opoffering van de
eigen gezondheid, vaak
vele jaren hun beste
krachten hebben gewijd
aan de verzorging van
hun naaste familiele
den". Zo'n omschrijving
is natuurlijk in de prak
tijk absoluut niet te
hanteren. Wat maken
we daar in de wandel
gangen dus vanJawel,
gewoon „Hermsen-
meisjes". En zo werden
ze dan ook gelijk maar
gedoopt. Simplisme in
de politiek.
DICK
VAN RIETSCHOTEN
ARJEN
BROEKHUIZEN
trommend zette Sinterklaas
ijn kraag nog maar eens op.
ét was koud op de boot naar
lolland en er waaide een
irse wind. Naast hem stond
oofdpiet Trappadoelie te
lappertanden van de kou.
Daar wen ik nooit aan.
interklaasje. Kunnen we
oortaan niet in de zomer
aar Holland komen?", vroeg
e opperpiet aan zijn baas.
Natuurlijk niet. domme
ieterman", antwoordde
interklaas. „Zes december is
lijn verjaardag, dus wat
loeten wij dan in juni in
ederland doen. Bovendien
(n veel Hollandse kindertjes
an met vakantie en bakken
e bakkers nog geen
peculaas. Zet dat maar uit je
oofd. Trappadoelie".
reu rig keek de Zwarte Piet
aar zijn verkleumde handen,
lij begreep wel dat
interklaasje gelijk had. De
int had altijd gelijk, dat was
ïeer dan eens bewezen. Hij
raaide zich om en wilde
eglopen. Maar toen zag hjj
at de Goedheiligman een
eetje droevig keek. De ogen
an de Sint staarden leeg
aar de horizon en, zo wist
rappadoelie, de frons op het
oor hoofd van de Sint
ietekende dat hij diep
adacht. Voorzichtig vroeg hij
if er soms iets was. „Ach
rappadoelie", zei Sinterklaas
'angzaam, „dat begrijpt
iemand, er zijn een paar
aken waar ik over na wil
enken".
(OUD
lompe/end liep hij van het
ek af naar het ruim van het
'.hip om te kijken of de
ndere zwarte Pieten wei hard
enoeg werkten. En omdat hij
et zo koud had gekregen.
Schiet op jullie, luie Pieten
ep Trappadoelie, toen hij zag
at alle Pietermannen bij
Ikaar zaten te niksen.
Waarom doen jullie niets?
chiet op, aan de slag. Straks
imen we aan in Holland, en
an moeten alle cadeautjes
gepakt zijn met de namen
an de kinderen erop. We
■ijgen het in dat koude
lederland nog druk genoeg
et het bezorgen van de
akjes". Langzaam en één
ïor één gingen de Pieten
eer aan het werk. Maar ook
was iets vreemds aan de
'd, vond Trappadoelie.
nders zongen en giechelden
e Pieterbazen altijd, nu
aren ze stil. „Stop met
erken en allemaal hier
omen" riep de hoofdpiet
ieens. „Ik wil met jullie
raten".
Wat is er aan de hand,
aarom kijken jullie net als
interklaas zo bedroefd?" De
ongste Piet van alle Pieten,
Ie kleine Pedro, besloot het
'oord te voeren. „Kijk chef
rappadoelie, wij missen de
ode Alico heel erg. De
ndere jaren als hij er bij was.
was het een vrolijke boel en
maakten wij leuke grappen.
Nu bent alleen u er nog en u
jut ons heel erg op".
Trappadoelie keek verschrikt
op. Alico was een heel oude
Zwarte Piet, die van
Sinterklaas niet meer mee
mocht naar Nederland omdat
hij te oud was geworden, en
zo 'n reis voor hem veel te
zwaar zou zijn.
Hij begreep wel dat de Pieten
het vervelend vonden dat de
oude Alico niet mee was
gegaan. Zelf miste hij hem
ook wel een beetje. Zolang als
Trappadoelie zich kon
herinneren, en zelfs toen hij
nog maar een kleuterpiet was,
ging Alico mee. Maar ja.
Sinterklaas had nu eenmaal
besloten. Daar kon niemand
wat aan doen. Maar toch
besloot de chef-Piet eens te
gaan praten met de Sint.
Misschien wist hij een
oplossing. Op het dek stond
Sint-Nicolaas nog steeds te
staren. Piet schoot hem aan
en vroeg heel resoluut:
„Sinterklaasje, de pieterbazen
zijn teleurgesteld dat de oude
Alico niet mee is gegaan naar
de kinderen in Holland. Zij
missen hem en de sfeer
beneden in ht ruim is niet zo
goed. Weet wat ik daar aan
kan doen?" angzaam
draaide de int zich om en
sprak voorzihtig: „Ik weet het
Trappadoelit ik mis Alico ook
heel erg. Mar ik kon hem niet
meenemen, ij voelde zich al
lang niet leker en hij werd
steeds vakeziek. Oh. oh, wat
vind ik het jmmer dat hij er
niet bij is. Mar laten wij er
niet meer an denken, want
daar is de kst van Holland al.
We nemen el iets voor Alico
mee vanuit lolland.
De drukte o, de stoomboot
was enorm ten de kust
eenmaal in zht kwam. Dit
was immers oor de Pieten en
natuurlijk vor Sinterklaas het
leukste momnt van het jaar.
De juichendekinderen, de
lachende moders en de
snorrende hnamera's.
GEZANC
Na een kwarërtje voer de
stoomboot dthaven van
Scheveningenbinnen en
barstten de kideren in een
luid gezang Ui „Zie ginds
komt de stoorboot uit Spanje
weer aan" klok het van de
kade. De pietn dansten.
sprongen en zongen dat het
een aard had en iedereen
scheen de boot met pakjes in
het ruim te vergeten. Het
enthousiasme kende
nauwelijks grenzen toen de
Sint op zijn trouwe schimmel
de loopplank afkwam en aan
zijn rijtoer'begon. Alle mensen
op de kade liepen de Sint en
zijn dolle pietermannen
achterna, maar de boot met
pakjes bleef onbewaakt
achter...
En toen gebeurde er iets, wat
de grootste ramp van het jaar
had kunnen worden. Terwijl
iedereen in het vissersdorp
Scheveningen bij de
feestelijke intocht van Sint-
Nicolaas betrokken was,
kwam er bij de stoomboot in
de haven een grote, zware
vrachtwagen aangereden. De
wagen stopte en er stapten
vier gemene mannen uit. Uit
de achterbak haalden zij
kruiwagens en liepen daar de
loopplank van de stoomboot
mee op en... kwamen naar
buiten met de wagens vol
pakjes!! Het waren dieven! Die
schurken wilden alle pakjes
van alle kinderen stelen en er
was niemand die dat kon
verhinderen. Niemand??
De vier mannen met de
vrachtwagen waren al lang
weg en de hele boot was al
leeggeroofd, toen de stoet
met Sinterklaas voorop weer
naar de haven terugkeerde. Er
was weer genoeg gejuicht en
de Pieten moesten weer aan
de slag. Alle pakjes moesten
van de boot, die konden daar
niet blijven liggen. Maar wat
schrok die arme Trappadoelie
toen hij in het ruim van het
schip kwam en zag dat alle
pakjes waren verdwenen.
Helemaal wanhopig en hard
huilend liep hij naar
Sinterklaas en vertelde het
hem. Dit zou het grootste
flopfeest aller tijden worden.
„Hoe moet ik dat aan de
kinderen vertellen", klaagde
Sinterklaas. „Het hele jaar
hebben zij erop gerekend en
nu krijgen zij niets. En het is
te laat om nieuwe cadeautjes
uit Spanje te laten komen. Oh,
oh, oh, Pieterman, wat is dit
erg. Hoe heb je de boot alleen
kunnen laten, je weet toch dat
dieven elke kans grijpen om
zich te verrijken. Dit vergeef ik
je nooit. Was die oude Alico
maar meegegaan, dan was dit
nooit gebeurd.
Terwijl Sinterklaas en alle
zwarte Pieten met elkaar
gingen praten hoe ze dit
probleem het beste op zouden
kunnen lossen, waren de
boeven al een eind op weg
naar hun schuilplaats. „Dat
hebben we mooi gedaan hè.
Janus", zei één van de
boeven tegen zijn maat. „Ja,
die kinderen hebben toch
genoeg speelgoed, die zullen
het heus niet erg vinden dat
wij dat gepikt hebben. En nu
verkopen wij alles aan
speelgoedhandelaren en gaan
wij er eens lekker van op
vakantie", zei Janus. Tinus,
een andere man die had
meegeholpen de cadeaus te
■pikken zei dat ze op moesten
schieten met de pakjes
verstoppen. „Voor je het
weet. is de politie ons op het
spoor", bromde Tinus. De
mannen zwegen en reden in
hun vrachtwagen vol pakjes
naar de schuilplaats. Eenmaal
aangekomen gingen de
mannen aan de slag. Ze waren
zo druk bezig, dat ze niet eens
merkten, dat er uit een kist
die in de hoek van de
verstopplaats stond, een
donkere man glipte. Net toen
de donkere man de deur van
de schuilplaats open wilde
doen, zag Janus hem. „Hé,
wat is dat, kom hier joh", en
hij stormde op de man af.
Maar de donkere man was zo
watervlug dat hij aan de
grijpgrage handen van de
boef Janus kon ontsnappen.
Wie was die man. en waar
holde hij zo hard naar toe?
Ook een boef. of was het de
redder van het
Sinterklaasfeest, die de pakjes
bij de Sint terug kon
bezorgen
ONBEKEND
De man holde en holde en
keek wanhopig om zich heen.
Waar was hij? De stad waar
hij doorheen liep kwam hem
heel onbekend voor. Wat
keken de mensen bovendien
raar naar hem. Nog nooit een
zwarte Piet gezien zeker,
dacht hij. Waar kon hij nu
toch snel de politie vinden.
Net toen hij buiten adem was
zag hij een politiebureau en
snelde er naar toe. Hij
vertelde de man wie hij was
en wat hij had gezien. Maar.
helaas, de agenten geloofden
hem niet. „Ha, ha. ha,...
zwarte Piet Alico? Kom een
beetje, we kunnen allemaal
wel zo'n gek pakje
aantrekken. En bovendien is
Sinterklaas in Scheveningen
aangekomen, en hier ben je in
Amsterdam", zei de agent
tegen Alico.
Oude Alico? Maar die was
toch thuis gebleven, denken
de slimme lezertjes onder
jullie. Nee hoor, mispoes.
Alico was stiekem zonder dat
iemand het wist toch met de
stoomboot naar Holland
gegaan, als verstekeling in
een grote, oude kist.
Natuurlijk wisten ook de
boeven niet dat Alico in die
kist zat en hadden hem gelijk
maar meegepikt. Zodoende
wist de oude Piet de plaats te
vinden waar de misdadigers
de gestolen cadeautjes
hadden opgeborgen. Na lang
praten kon Alico de norse
oom agent overtuigen om dan
ten minste even te gaan
kijken. Uiteindelijk gaf de
politieagent toe.
En wat schrok de agent toen
hij bij het pakhuis aankwam
waar de dieven de pakjes van
de kinderen hadden
opgeslagen. Het was echt
waar wat de oude Alico had
verteld. Vlug alarmeerde de
agent een paar collega's en
wachtte op assistentie. Met
loeiende sirenes kwamen de
blauwe overvalbussen van de
Amsterdamse politie
aangescheurd. Vijftien
agenten met witte helmen
belegerden het pakhuis en de
boeven waren omsingeld.
„Kom er maar uit, met de
handen omhoog, jullie zijn
helemaal omsingeld. Zwarte
Piet Alico heeft jullie
schuilplaats ontdekt,
pakjesdieven!klonk het
door een luidspreker. Daar
kwamen ze aangedruppeld.
stuk voor stuk. Ja, ja. wat
hadden ze nu een spijt,
eenmaal met de handboeien
om.
De oude Alico danste en zong
van plezier. Hij kon maar
moeilijk wachten het goede
nieuws aan de Sint te
vertellen, wat een feest zou
dat worden. En daar had Alico
ook gelijk in. Want toen de
Sint hoorde dat Alico de
pakjes weer terug had
bezorgd, pinkte de
Goedheiligman een traan van
vreugde weg. Niet alleen
omdat de pakjes weer terug
waren, maar ook omdat Alico
er weer bij was. „Alico", sprak
de Sint plechtig, jij hebt deze
verjaardag tot de mooiste van
mijn leven gemaakt. Zonder
jou was ik al verdrietig, zonder
de pakjes waren alle kinderen
teleurgesteld geweest. Door
slim handelen is alles echter
weer opgelost, dit gaan we
vieren. En het spijt me. dat ik
besloten had je niet mee te
nemen naar Holland. Je hebt
bewezen dat je nooit te oud
bent om Sinterklaas te
vieren".
Tekst: AP VAN DER MEULEN
Tekening: LEO HENNY
)EN HAAG Zo langzamerhand
ijkt het erop of dc Europese Gemeen-
chap in plaats van een samenwer-
tingsverband een club is geworden
an politici, die niets liever doen dan
echtend met elkaar over straat rollen,
laggy Thatcher, de IJzeren Maagd
'an het Verenigd Koninkrijk, dreigt
lomenteel zelfs met de „lege stoel"
niet meer deelnemen aan overleg), als
an haar financiële eisen niet wordt
oldaan. Het betoog van de Britse pre-
lier is gebaseerd op de stelling, dat
aar land te veel lasten heeft van de
Gemeenschap en te weinig lusten,
laarbij wijst ze vooral op de land
ouwuitgaven, die veel te hoog zouden
ijn en waar Groot-Brittannië naar
aar smaak weinig belang bij heeft.
'e partnerlanden geven mrs. Thatcher
iet geheel ongelijk. Haar land zou inder-
aad teveel betalen (of te weinig ontvan-
I en) en de kosten van de landbouw zou-
en de pan uit gerezen zijn. Maar hoe dat
i erbeterd moet worden, daarover is men
allerminst eens. Het ene voorstel na
et andere wordt gelanceerd, waarbij de
uteurs, onder wie bijvoorbeeld de Neder-
andse parlementariërs Dankert en Voort
aan, steevast pretenderen dat alleen op
iun manier de „crisis" bezworen kan
'orden. Daarmee wekken ze de indruk,
'at alle moeilijkheden terug te voeren zijn
n jP onvolkomenheden in de spelregels van
'u is deze zienswijze niet van vandaag of
DRIE WIJZE
MANNEN
WILLEN
VERBETERING
gisteren. Bijna een jaar geleden kwan de
Europese Raad, de hoogste instantie lan
de Gemeenschap, bestaande uit de lege
ringsleiders van de negen lidstaten, to. ie-
zelfde conclusie. Een college van Crie
Wijzen moest gaan bekijken hoe de ver-
king van de mechanismen en proceojres
van de Gemeenschapsinstellingen vrbe-
terd kon worden. Het drietal werd jere-
cruteerd uit Nederland (Barend Biesieu-
vel), Engeland (Edmund Dell) en Fnnk-
rijk (Robert Maijolin). Hun rapport i! in
middels klaar, maar mag niet eerder vor-
den gepubliceerd dan volgende weec in
Dublin, waar de Europese chefs deze ceer
bijeenkomen voor hun halfjaarlijkse ver
gadering.
SPIEGEL
Er is echter al iets uitgelekt en wel dat de
Wijzen zich niet tot een analyse van de
reglementen hebben beperkt. Zij hebben
het aangedurfd hun opdrachtgevers een
spiegel voor te houden. Het zou groten
deels hun schuld zijn, dat de Gemeen
schap op haar achterwerk ligt. De rege
ringen van de Negen hebben het zo druk
gehad met al hun onderlinge geharrewar
dat zij afgedaald zijn van de eens zo plech
tig afgesproken weg naar de echte een
wording van Europa. De wijze heren her
inneren eraan dat de Gemeenschapsge
dachte alleen blijft bestaan, als er op het
hoogste niveau de wil is tot samenwer
king en deze tot uiting komt in het formu
leren van gezamenlijke voornemens.
Daarmee zou de Europese Commissie, het
dtgelijks bestuur van de Gemeenschap,
fuadamentele veranderingen kunnen uit
werken, in overeenstemming met de re-
dei, waarom de EG ooit werd opgericht,
nanelijk de wens samen te streven naar
eei in alle opzichten betere samenleving.
SOLIDARITEIT
Maar in plaats van hindernissen op die
weg op te ruimen heeft men de laatste ja
ren zelfs nieuwe opgeworpen. De wijze
mannen denken daarbij vooral aan het
egoïsme op het gebied van energie. Sinds
deze grondstof eind 1973 in prijs omhoog
schoot en er voor sommige landen af en
toe zelfs een tekort dreigde (Nederland);
lijkt het motto te zijn: ieder voor zich en
God voor ons allen. Elke poging te komen
tot een waarlijk Gemeenschappelijk Ener
giebeleid heeft op jammerlijke wijze
schipbreuk geleden. Groot-Brittannië bij
voorbeeld roept keer op keer dat de part
ners niets te maken hebben met zijn
Noordzee-olie. Het belang van dit conflict
wordt, pas goed duidelijk, als men beseft
dat de hedendaagse economie volledig af
hankelijk is van het ononderbroken en in
voldoende mate arriveren van olie en gas.
De Wijzen hebben het niet alleen gelaten
bij kritiek. Zij komen ook al gaan ze
daarmee ver buiten hun boekje, met voor
stellen voor verbetering. Wat energie be
treft pleiten zij vurig voor solidariteit. Als
een land om wat voor reden dan ook in
moeilijkheden komt (denk aan een em
bargo van de OPEC), dan móeten de an
deren te hulp komen. Verder dienen be
sparing en het ontwikkelen van alterna
tieve bronnen (wind, zon enz.) een zaak
van de Gemeenschap te zijn in plaats van
de lidstaten afzonderlijk. Dat laatste
brengt wel met zich mee dat men bereid
moet zijn de schatkist van de Gemeen
schap voller te maken dan nu gebeurt.
Maar daar bovenuit stijgt volgens de wijze
drie nog het belang van het in stand hou
den van wat er al is bereikt: het vrije ver
keer van industrie- en landbouwproduc
ten, van diensten, kapitaal en werkne
mers. De Negen doen er, aldus het drie
manschap, goed aan straks in Dublin eens
achterom te kijken en te beseffen dat het
gezamenlijke streven in het verleden de
Gemeenschap heeft gemaakt tot een blok,
dat meetelt in de wereld. Dat niet in de
laatste plaats, omdat de lidstaten zelfs nog
verder zijn gegaan dan werd beoogd in de
oprichtingsverdragen, namelijk het in
vele gevallen op elkaar afstemmen van
het buitenlands beleid. Aan het betoog
van de Drie Wijzen kan nog worden toe
gevoegd dat de Gemeenschap ook voor de
indiduele burger een kostelijk goed is.
Niet alleen vanwege de materiële voorde
len, maar ook en vooral omdat nu de man
of de vrouw in de straat een rechtsbe
scherming geniet, waarvan men vroeger
niet durfde dromen. Zie bijvoorbeeld het
feit, dat een staat (Ierland) na een klacht
van één vrouw (uit Cork), nu gedwongen
is zijn wetgeving zodanig te veranderen,
dat niet langer alleen de rijken een vast
gelopen huwelijk ontbonden kunnen krij
gen RIK IN T HOUT