De verdwenen
verlanglijstjes
I
kreeg de
verkeerde
brief
EIS
Wie kleurt deze
plaat het mooist?
ÈS
iterklaas had de hele
g briefjes en
rlanglijstjes gelezen.
Ie lijstjes lagen keurig
stapeltjes. Nu konden
koop-Pieten morgen
iteen naar de stad gaan
;elgoed te kopen,
'og twee brieven en
n is het voor vandaag
ooi geweest" mompelde
iterklaas. Hij keek op
klok. Het was vijf uur.
rer een half uur zou het
in wel klaar zijn. Hij
aakte eerst de ene brief
en. „Lieve
iterklaas", las hij, „ik
et Robbie de Groot en
ben pas verhuisd. Nu
1 ik een heleboel
bben. Een bureautje,
i wereldbol, een
ekenhastje, vliegtuigen
in elkaar te lijmen,
n etui met pennen en
tloden, een schooltas,
Dep, een wekker, een
reaustoeltje, boeken en
n lampje. Hartelijk
dankt alvast
iterklass. Groeten van
fobie".
zo, die Robbie is een
iberig jongetje, dacht de
t. Hij denkt zeker dat ik
il erg rijk ben. Hoe is dat
llandse spreekwoord ook al
er? „Kindertjes die vragen
rden overgeslagen",
ihtend legde Sint de lange
t op zijn bureau en las het
lede briefje. Dat was van
neliesje Westwoud. „Lieve
iterklaas", schreef ze, „ik
heel graag een grote,
ichen hond met flaporen,
rder hoef ik niets want zo'n
ld is erg duur. Ik hoop dat
hem krijg. Een zoen van
neliesje". Dat is aardig,
mlachte Sint. Die Annelies,
,t me een lief meisje, ik zal
zien of er nog zo'n hond te
koop is.
Daar ging de gong voor het
avondmaal. Een paar Pieten
kwamen binnen om-de laatste
stapeltjes brieven mee te
nemen. „Deze twee lijstjes
moeten er ook nog bij", zei
Sint tegen Pietertje, het jongste
knechtje. „Wil je die even aan
de hoofdpiet geven?" „Ja
Sinterklaas", zei Pietertje. Hij
liep naar de werkkamer van
de Pieten. Waar was de
hoofdpiet nu? O daar,
helemaal aan de andere kant
van de kamer. Pietertje kon er
niet door want er waren nog
een heleboel Pieten bezig.
„He Pietertje, help eens even
met dozen sjouwen?" een
andere Piet. „Ja maar ik
moet ."zei Pietertje
verlegen. „Vlug, opschieten.
Het gaat regenen en alles moet
naar binnen". Pietertje stopte
de twee brieven haastig in zijn
broekzak en holde achter de
Piet aan. Eén voor één droeg
hij de dozen in het pakhuis.
Toen hij klaar was wilde hij
naar de werkkamer gaan maar
in de gang kwam hij
Silnterklaas tegen. „Wil jij
vanavond een potje met mij
dammen? Kun je dat?," vroeg
Sinterklaas. „O ja Sinterklaas",
lachte Pietertje. Het was een
hele eer als je bij Sinterklaas
in de mooie kamer een
spelletje mocht doen. „Ga eerst
maar eten en kom dan om half
acht maar op mijn kamer", zei
de Sint. Pietertje was zó blij en
trots dat hij de briefjes in zijn
zak helemaal vergat.
De andere dag moesten alle
knechten hard werken om het
speelgoed in dozen en zakken
te doen. Morgen zouden ze de
daken op gaan om in elke
schoorsteen een pakje te laten
glijden. En overmorgen
moesten Sint en de zwarte
pieten overal een doos of een
zak vol cadeautjes bij de
huizen zetten. Daar verheugde
Pietertje zich zo op. Hij was blij
toen het eindelijk zo ver was.
Hij deed zijn nieuwe Pietenpak
aan. Zijn oude jasje en broek
hing hij in de kast. Dat nog
steeds de twee briefjes in zijn
broekzak zaten was hij
helemaal vergeten.
Bij sommige huizen gingen
3int en twee Pieten naar
binnen. Elk jaar waren dat
weer andere families. Nu was
flat „Tureluur" aan de beurt
en een paar huizen in het
Zuidkwartier. Bij de andere
huizen zetten de zwarte Pieten
een zak of doos neer. Ze
bonsden heel hard op de deur
en voordat er open gedaan
was, waren ze allang om de
hoek verdwenen.
Bij Anneliesje thuis zaten ze
om zeven uur al om de tafel.
Ja hoor, daar werd op de deur
gebonsd. Vader ging open
doen. Er stond een grote zak
vol pakjes. Voor iedereen zat
er iets in, behalve voor
Anneliesje. Ze kreeg wel en
chocoladeletter, een stukje
marsepein en een doosje kaas,
net zoals haar broertjes, maar
ze had zo gehoopt dat ze een
pluche hond zou krijgen. Ze
moest er bijna om huilen.
„Misschien was het toch een te
duur cadeau", zei ze even later
zacht. „Zou Sint boos zijn
omdat ik zo'n groot cadeau heb
gevraagd? „Welnee", zei
moeder, „ik denk dat ze
uitverkocht waren".
Bij Robbie thuis was de zak
cadeautjes ook gearriveerd.
Toen vader, moeder, zijn zusjes
en broertjes al hun cadeaus
hadden gekregen was er voor
Robbie nog steeds niets, alleen
het snoep en de kaas. „En ik
had een heleboel gevraagd",
riep hij boos, „wel twintig
dingen. Die kan Sinterklaas
toch best betalen". „Als ik
geweten had dat je zo'n lange
lijst had gemaakt had je hem
niet naar Sint mogen sturen",
zei vader, „stel je voor, dat hij
aan ieder kind zo veel
cadeautjes moet geven. Dan
zou hij gauw arm zijn". „Maar
Roland heeft verleden jaar een
fiets gekregen en een voetbal
en schaatsen", riep Robbie.
„Roland's vader is rijk. Hij
heeft Sinterklaas natuurlijk
geholpen", zei moeder, „wees
maar blij dat je nog snoep hebt
gekregen. Als ik Sinterklaas
was geweest had ik zo'n
hebberig jongetje niets
gegeven hoor". Robbie ging
boos naar bed.
De andere dag wilde hij ook
niet naar het vertrek van de
Sint en de Pieten gaan kijken.
Sint vertrok altijd met een
kleine boot van de kade en in
Rotterdam stapte hij dan op de
stoomboot naar Spanje.
Anneliesje stond er wèl. Ze gaf
Sint een hand en zei: „Het is
niet zo erg dat ik geen pluchen
hond heb gekregen. Misschien
was hij wel te duur". „Ben jij
Anneliesje Westwoud die
alleen maar een pluchen hond
wilde?, vroeg Sint. Anneliesje
knikte. „Heb je die niet
gekregen?" „Nee Sinterklaas"
Daar begreep de Sint niets
van. Hij liet de hoofdpiet bij
zich komen en vroeg of die de
twee laatste brieven van
Pietertje had gekregen. „Nee
Sinterklaas", zei de hoofdpiet.
„Ga eens gauw Pietertje
zoeken", zei Sint, „misschien is
hij de brieven wel verloren".
Toen Pietertje hoorde wat er
aan de hand was kreeg hij een
kleur van schrik. Opeens
herinnerde hij zich dat de twee
brieven nog in zijn broekzak
zaten. Stotterend vertelde hij
het aan Sinterklaas. „Zorg dan
dat Anneliesje vanavond nog
een pluchen hond krijgt", zei
Sinterklaas, die wel een beetje
boos was op Pietertje. „En dan
hebben we dat jongetje nog dat
zo veel wilde hebben. Die
heeft natuurlijk ook niets
gekregen. Koop voor hem
maar een wereldbol en een
boek".
Zo kwam het dat Anneliesje en
Robbie op zes december toch
nog een cadeau kregen.
„Misschien is het voor Robbie
gelijk een lesje geweest", zei
Sinterklaas. En dat was het
ook! Toen Rob de twee pakjes
kreeg was er net zo blij mee
als met de duurste cadeaus. „Ik
denk dat Sinterklaas boos was
omdat ik zo veel had
gevraagd", zei hij 's avonds
tegen moeder. „Je moet het
verlanglijstje voortaan eerst
aan ons laten lezen", knikte
moeder, „dan kunnen we er
uit schrappen wat je niet hard
nodig hebt. Dat krijg je dan
voor voor je verjaardag of
vader kan het maken". Dat
beloofde Robbie.
Het andere jaar zag Sinterklaas
een piepklein verlanglijstje bij
de stapel. Van wie zou dat zijn?
„Robbie de Groot", stond er
op. Zo, zo, die Robbie,
glimlachte Sint. Hij wil alleen
een Indianenboek en een
voetbal. „Omdat jij toen ziin
verlanglijstje in je broekzak
liet zitten heeft Rob geleerd
dat hij met iets minder ook
tevreden kan zijn", zei Piet
tegen Pietertje. „Leg het lijstje
maar bij de anderen die ik al
gelezen heb, en denk er aan,
vergeet het niet aan de
hoofdpiet te geven". „Nee
Sint", lachte Pietertje. Want hij
had óók iets geleerd. Eerst het
ene werkje afmaken en dan
pas aan het andere beginnen.
Zo kan er nooit iets fout gaan!
ANKE
am:
*aat:
6tcode/woonplaats:
:ftijd:
De kleine Els van Laren
kwam niet tot bedaren.
Wat vond zij in haar schoen?
Een boze brief van Sint
die schreef: „dat mag je nooit weer doen.
Je bent een ondeugend kind!
Je plaagt je zusje en de kat
en mag je dat? O neen, o neen,
je krijgt geen cadeau, da's nogal glad
en mijn paard hoeft van jou geen peen!"
De volgende dag, wat lag er toen
In Els haar mooie, bruine schoen?
Een andere brief van Sinterklaas
Hij schreef: „mijn knechtje Pieterbaas
was dom. Hij ruilde de twee brieven om.
De brief van gist'ren was voor Fons
ben je nu niet boos op ons?
Je krijgt een cadeau van Piet en mij
lach maar gauw en wees weer blij.
O ja, en 't paard zei zachtjes in mijn oor:
„Ik lust wèl een peen van Elsje, hoor!"
Ook dit jaar weer een kleurplaat
Je ziet, de zwarte Pieten maken
er wel een rommeltje van. Als jij
alles nu mooi kleurt is Sinterklaas
misschien niet boos op zijn
knechtjes. Haal maar vlug
viltstiften, kleurpotloden erf
verfdoos tevoorschijn en kleur
deze plaat zo mooi als je kan. Er
zijn drie groepen en voor elke
groep zijn er drie prijzen. De ene
groep is voor kinderen van vier
tot en met zes jaar, de tweede
groep is van zeven tot en met
negen jaar en de derde van tien
tot en met twaalf jaar. De
hoofdprijs is een waardebon van
vijftien gulden, de tweede een
waardebon van tien gulden en de
derde prijs een waardebon van
zeven gulden vijftig cent Je kan
dan met de bon in een bepaalde
winkel iets kopen wat je graag
wilt hebben.
Veel plezier, doe er goed je best
op! Sinterklaas en de Pieten
wensen je alvast veel succes!
De inzendingen moeten vóór viif
december bij de Leidse Courant,
postbus 11, 2300 AA Leiden,
binnen zijn.
In de linkerbovenhoek komt
kleurplaat te staan.