Bevolking van Koedijk laat Gouden Engel vallen „Heerlijk avondje" van oudejaar naar 5 december Er was eens - al weer heel lang geleden - een engel, die tot taak had op oudejaarsavond vooral de arme mensen te verrassen met geschenken. Die waren daar natuurlijk erg blij mee en omdat zij elk jaar vlak voor de jaarwisseling terug kwam, gaven de mensen haar de naam van de Gouden Engel Dit zou het begin kunnen zijn van een sprookje over een engelachtig wezentje. In werkelijkheid gaat het om een stukje realiteit, want het feest van de Gouden Engel is - tot voor kort - sinds mensenheugenis gevierd in het Westfriese dorp Koe dijk, even ten noorden van Alk maar. Een dorp met een vreemde struktuur, want de huizen staan over een lengte van ongeveer vier kilometer mannetje aan mannetje met de gevel naar het Noordhol lands Kanaal. Dat alles is verpakt in het waaierige open polderland, met westwaarts aan de einder de dui nenrij van Schoorl. Een hevig uitgerekt boerendorp, waarvan wel eens spottend is ge zegd dat de mensen er de pannekoe ken maar aan een kant bakken, om dat de huizen slechts aan een kant van het kanaal staan. Een dorp ook, waar de tijd schijnbaar lange tijd heeft stil gestaan. Tot aan het mo ment waarop het strak in het keur slijf geperste Alkmaar begerige blikken wierp op het nog onbe bouwde landschap en daar thans, na de annexatie in 1972 vooral huizen bouwt voor de bevolking van de kaasstad. De oorspronkelijke ge-1 meente Koedijk werd, ondanks openlijk verzet van de gemeen schap, in tweeën gereten. De groot ste brok ging naar Alkmaar en de rest - omdat men meer voelde voor een samengaan met de nabuurge meente - naar St Pancras. Geen fut meer Het is heel wel mogelijk, dat de au tochtone bevolking na dat splijten en opslokken geen fut meer had voor het opkomen voor eigen waar den, want in 1974 werd definitief een punt gezet achter het feest van de Gouden Engel. Weer werd een boeiend stukje Nederlandse folklore bijgezet, omdat de nieuwkomers het al te gek vonden om op oudejaars- vond het Sinterklaasfeest te vieren onder de vleugels van een Gouden Engel. Hoofdcommies K. Ramaker heeft daar geen moeite mee gehad, hoewel hij Koedijker van geboorte is en nog steeds aan de Kanaaldijk woont. Destijds was hij ambtenaar van de toen nog zelfstandige ge meente Koedijk en na de annexatie kreeg hij een gelijkwaardige funktie bij de gemeente St Pancras. Ramaker: „Zo'n twintig jaar gelden werd het feest van de Gouden En gel in Koedijk nog intensief ge vierd, maar door de komst van nieuwe mensen is dat langzamer hand verwaterd. Ik kan me dat best voorstellen. Kinderen die in Alk maar naar school gingen werden daar op 5 december nadrukkelijk bij het Sinterklaasfeest bepaald, terwijl dat in eigen dorp pas op de avond van 31 december werd gevierd. De groep nieuwkomers vond het feest van de Gouden Engel wel leuk, maar had toch teveel praktische be zwaren, waardoor het van lieverlee is afgezwakt". Hij voegt er aan toe het toch jarmmer te vinden, dat een oude traditie met een folkloristische inslag verloren is gegaan. „We zijn op dat punt erg verarmd. Als we op dit gebied naar andere landen kij ken ben ik wel eens jaloers. Zo is het ook met onze taal; we kunnen ons met het Nederlands amper red den". Ramaker voelt iets van spijt, doch ondanks zijn grote belangstelling voor de geschiedenis van Koedijk heeft hij geen bijdrage geleverd om het feest van de Gouden Engel te redden. Heel anders ligt dat bij zijn buurvrouw, mevrouw L. Smit-Hart. Vele jaren was zij voorzitter van het comité dat het feest van de Gouden Engel verzorgde. Vijf jaar na de op heffing van het comité is zij er nog steeds vol van en zou, bij wijze van spreken, zo weer aan de slag willen. „Wij oude Koedijkers kunnen er nog steeds niet aan wennen, dat Sinterklaas niet op oudejaarsavond komt, maar op 5 december. We doen et- nu wel aan mee, maar toch niet met hart en ziel. Het is net of je Kerstmis in de lente viert". Nieuwe dimensie De betrokkenheid van mevrouw Smit met het oude feest is te begrij pen, want het was haar vader Piet Hart die in 1922 het feest van de Gouden Engel een nieuwe dimensie gaf. Hij was lid van de Landarbei- dersbond en verstond de geest van die tijd. In de crisisjaren werd er in het kanaaldorp in menig gezin ar moede geleden, waarvan vooral de Als het weer het toeliet werd de Sint in een open koets en vergezeld van landelijke ruiters op oudejaarsdag feestelijk in het kanaaldorp ingehaald. Lag er sneeuw, dan gebeurde dat per arreslede. kinderen te lijden hadden. Waar het Piet Hart om ging was hen iets toe te stoppen en wat leende zich daar beter voor dan het feest van de Gouden Engel?. Op die manier zou den ook zij iets van Sinterklaas krij gen. De gedachte sloeg aan en er kwam geld binnen, waardoor het mogelijk werd de schoolkinderen een blij moment te bezorgen. Van 1922 tot 1974 werd deze traditie op school gehandhaafd, waarin in late re jaren ook de kleuterschool werd betrokken. Daar kwam de Sint op 5 december vertellen, dat hij speciaal voor de Koedijkse kinderen op ou dejaarsavond zou terugkomen. Hart was een sociaal voelend man en zeer begaan met het lot van de Koedijkers. Hij was 43 jaar raadslid, waarvan geruime tijd wethouder. Het feest van de Gouden Engel was hem aan het hart gebakken en het moet hem voldoening hebben gege ven, dat zijn dochter dit werk later heeft voortgezet. Tot aan het mo ment waarop de invloeden van bui tenaf te sterk werden en de Gouden Engel vleugellam maakten. Deels door onbegrip, maar ook in de vorm van tegenwerking. In een rond schrijven aan de dorpsgemeenschap liet mevrouw Smit namens het co mité weten: „Gezien de enorm dure tijd en het niet meer achter de tra ditie staan is het ons niet meer mo gelijk nog langer het feest van de Gouden Engel in stand te houden. De uitbreiding van ons dorp, maar zeker ook de invloed van de televi sie, heeft zoveel invloed op de kin deren, dat het niet meer mogelijk is voorbij te gaan aan de vijfde decem ber. Het is jammer, maar wij leven in een snel veranderende wereld, die ons leven en ook onze zienswijze beinvloedt". Op zondag 29 december van 1974 was er nog een gezellige middag voor alle schoolkinderen. Het laat ste geld werd opgemaakt en daarna wiekte de Gouden Engel voorgoed uit het dorpsbeeld van Koedijk. Misschien komt het gemeentebe stuur van Alkmaar ooit nog eens op de gedachte in de nieuwe wijken van Koedijk in een passende omge ving een beeld van de Gouden En gel neer te zetten. Gewoon in ruil voor het feit, dat met de komst van ruimte voor expansieve mogelijkhe den er geen ruimte meer was voor het doen voortleven van een fijne Oorsprong Wat de Koedijkers altijd heeft gein- trigeerd is de oorsprong van het feest. Hoe kon het gebeuren, dat aan de realistische figuur van St. Nicolaas een oh wezenlijk element werd toegevoegd: een engel. Een andere voor de hand liggende vraag: hoe is het gekomen, dat Sin terklaas niet op zijn naamdag naar het Westfriese kanaaldorp kwam. doch pas op de laatste dag van het jaar? Terwijl het karakter van het feest in niets verschilde. Menigeen heeft zich daarin verdiept, maar tot op de dag van heden in het zeer oude raadsel niet opgelost. Er zijn wel gedachten aangedragen, waar van een enkele misschien dicht bij de waarheid ligt, doch het blijft gis sen. Sommigen zoeken de oorsprong in een ver verleden, toen Koedijk nog een vissersdorp was. Door mid del van het riviertje de Rekere was er destijds in de richting van Den Helder een open verbinding met de zee. De vissers waren niet altijd in de gelegenheid op 5 december thuis te zijn, terwijl dat voor de jaarwisse ling eigenlijk wel voor de hand lag. Misschien zijn de slimme vissers op de gedachte gekomen de bij uitstek huislijke feesten te combineren. Ontstond het plan misschien bij de schipper van de schuit De Gouden Engel? Een andere lezing wil, dat de vloot van Koedijk eens door zwaar weer niet tijdig kon binnenlopen en dat Sinterklaas toen bereid was la ter te komen, in dit geval op oude jaarsavond. De relatie met een Gou den Engel is dan echter niet ver klaard. Jan Otte, destijds een bekende en de historie minnende dorpeling vertel de in 1951 - de man was toen 96 jaar oud - aan Piet Hart geen geloof te hechten aan de verhalen over het vissersvolk. Immers, ook in de na buurdorpen werden de meren en de zeeën bevist, maar daar is nimmer sprake geweest van een koppeling van de feesten, laat staan van een Gouden Engel. Hij zocht het in de historie en wel speciaal bij de Hol landse graaf Willem III - bijge naamd de Goede - die bij het ont staan van Koedijk een belangrijke rol speelde. Men zal, volgens Otte, deze milde graaf na een tijd van rampspoed „een engel" hebben ge vonden en daaruit zou door de volk smond uiteindelijk de Gouden En gel zijn ontstaan. Misschien, maar dan nog is een relatie met het Sin terklaasfeest op 31 december niet verklaard. Er zijn er ook, die de reden gezocht hebben in de goddeloosheid van de bevolking. De Koedijkers zouden alle heiligen haten, maar toch goede mensen zijn. Men zou geweigerd hebben Sint Nicolaas te vereren, welk motief men dan weer combi neert met de trage kerkgang van de bevolking. Weer anderen menen in de Koedijker Gouden Engel een va riant te zien van het Zweedse Sint Luciafeest' zoals dat daar nog jaar lijks wordt gevierd. Kerkdorp Van slechts weinig dorpen en ste den is de juiste datum bekend waar op de eerste kerk werd gebouwd. Koedijk maakt hierop door een toe- Een vriendelijk wuivende Sinterklaas tijdens een van de laatste Gouden Engelfeesten. hun opwachting maken in het verenigings gebouw van Koedijk. Rechts mevrouw Smit. toen nog voorzitter van het Gouden Engelcomitè. valllge omstandigheid een uitzonde ring. Er is een voorgeschiedenis. Voor 1300 hadden de graven van Holland eeuwenlang strijd gevoerd tegen de Westfriezen en getracht dat gebied aan hun gezag te onder werpen. Alkmaar was daartoe vaak de uitvalspoort, zodat er voor de Westfriezen weinig belangstelling bestond om zich aan de uiterste westgrens te vestigen. Koedijk wordt voor 1300 niet genoemd en dat wijst er op, dat er toen geen sprake is geweest van een werkelijk dorp. Wel was het dorp Vrone be kend (nu Sint Pancras). Floris V slaagde er tenslotte in de Westfriezen te onderwerpen. Na de moord op Floris laaide het verzet weer op en dat kwam de Westfrie zen duur te staan. Zij werden defi nitief verslagen door Jan de Eerste - een bastaardzoon van Floris waarbij Vrone geheel werd ver woest. Bovendien werden de bezit tingen verbeurd verklaard. De overgebleven inwoners mochten een dorp bouwen op de „Coedijc". Uit een oorkonde van 7 april 1324 blijkt, dat graaf Willem III voor de verarmde parochianen op zijn eigen kosten een kerk liet bouwen. Te vens betaalde hij het jaargeld voor de pastoor. Leuk is in dit verband het verhaal, dat de kerk gebouwd zou worden op die plaats waar een op de dijk lopende koe zou gaan lig gen. De dorpsnaam Koedijk zou daaraan ook ontleend zijn. Het laat zich raden, dat de verjaag de en geheel berooide bevolking blij geweest zal zijn met het gebaar van de graaf, maar of er reden was hem „een engel" te noemen is twijfelach tig. De graaf had een behoorlijke bron van inkomsten uit de verbeurd verklaarde goederen, die de oor spronkelijk bezitters konden pach ten. De stichting van de kerk is dan ook niet direct als een weldaad te zien. Eerder is het een noodzakelij ke tegemoetkoming aan de veijaag- de bevolking geweest, om hen zo in de vreze Gods op te voeden tot te vreden pachters van hun voormali ge eigendommen. Neen, de Holland se graven waren geen engelen en zeker geen gouden engelen. De late re Koedijkers meenden echter van wel, wat blijkt uit hun Gouden En gellied: Willem de Derde, de grote graaf Had een hart zo eël en braaf. Had een hart van zuiver goud, Heeft Koedijker kerk gebouwd. Keert de zeeman huiswaarts weer, Met een zak vol zilver zweer. Staat voor hem aan 't eind van 't jaar, Willems Gouden Engel klaar. Hoe menig zeeman, hoe menig buit. Daar hangt de Gouden Engel uit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 39