Laat de ware Paap opstaan en het bordje verklaren Natuurgetrouwe reconstructie van Bazaar in Noord-Afghanistan Aros, de goedaardige reus Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vol slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. STAD/REGiOLEIDSE COURANT „VOLKENKUNDE" IN LEIDEN KRIJGT GROOTSCHALIGE TENTOONSTELLING Het stelt natuurlijk niets voor, maar toch blijf ik het op prijs stellen als èen van onze zeer alerte fotografen (jongens, die waakzaam blijven tot op de meest onwaarschijnlijke tijdstippen en steg kunnen onderscheiden van heg) weer eens aankomt met een proeve van onzekerheid op het gebied van de Leidse straatnaambordjes. Een tijd of wat terug mochten we enige opschudding wekken met het publiceren van bordjes die de grote Leidse burgemeester De Gijselaar in de herinnering terugriepen. Dat ging- toen over jaartallen, die deden vermoeden dat de vervaardiger van de bordjes helemaal niets van het bewind van De Gijselaar had begrepen. Alles door elkaar en dus niet „adequaat". Deze keer is de Papengracht aan de beurt, waar onze krant tientallen jaren in de luwte van een historische windvang werd samengesteld en geheel eigentijds onder de aandacht van het lezersvolk werd gebracht. Maar het is me (waarschijnlijk was ik te zeer met andere dingen bezig) nooit opgevallen, dat met de aanblik van de naamgeving de hand werd gelicht. Het staat er trouwens stampvol met auto's. Komt me daar fotograaf Tejo, die in een helder ogenblik het even zag duizelen, met die foto's aanzetten: Papengracht en Papegracht. Vier bordjes kent deze gedempte gracht: drie met een „n" en één zonder. Laat de ware Paap opstaan. Het ziet er naar uit, dat het bordje zonder „n" kleiner is, minder plaats in beslag neemt en waarschijnlijk ook goedkoper zal zijn geweest dan het bordje dat er eerder heeft gehangen. Maar of het helemaal juist is, betwijfel ik. Misschien zullen we er meer van horen. Hoewel ik er geen seconde van wakker zal liggen als er „inzake de Papengracht" geen opening van zaken wordt gegeven. Ik ben alleen benieuwd wat we straks weer zullen krijgen, met die niet - gecoördineerde straatnaambordjes. en J LEIDEN De Vlaamse bóu- df vier Aros heeft het niet zo naar 'h. zijn zin in het dierenasiel. Ver- 'r bazingwekkend is dat niet, 'jjwant Aros is zelfs voor een e. bouvier enorm groot en haalt er makkelijk een schofthoogte e van 80 centimeter, waardoor hij ^eigenlijk maar net in zijn hon-* 1 denhok past. >n fi' el 'i De drie jaar oude reu Aros heeft een nt verleden dat even duister is als zijn "i dikke, ruwharige zwartgekleurde vacht. Hij werd ontdekt op de Geerweg IT 4ün Zoeterwoude door mevrouw Paauw van het dierenpension in Zoeterwoude. De losgeslagen Aros dwaalde daar doel- g «-loos rond en was eigenlijk het verkeer I *>een beetje aan het blokkeren met zijn massieve gestalte. De Dierenhulpdienst was snel ter plaatse en Aros vond zich zelf op een gegeven moment terug in dat benauwde hondenhok, waar hij amper een stap kan zetten. De vorige eigenaar van Aros moet hem bijna ze ker aan de kant hebben gezet, want er is nooit iemand voor hem komen opda gen. Asiel-beheerder Wil Tiele gaf hem zijn naam en heeft inmiddels geconsta teerd dat het hoog tijd wordt dat Aros weer eens de reusachtige poten kan strekken. Aros is een zeer goedaardige en ook rustige hond, hetgeen eigenlijk maar goed is ook gezien zijn grootte. Aros is zeer goed opgevoed, is gehoorzaam, loopt netjes aan de lijn en doet niemand kwaad. Hij lijkt zelfs een tikkeltje ang stig, alsof hij bang is om iets fout te doen, mogelijk vindt dat zijn oorzaak in een erg strenge opvoeding. Ondanks zijn afmetingen is Aros een erg lenige hond, die een prachtige verende loop over zich heeft. Ook is hij in staat om zeer hoog op te springen, maar hij is erg voorzichtig en zal dat nalaten als de kans bestaat dat hij daarmee schade aanricht. Aros is een echte rashond. Zijn staart is netjes gecoupeerd, zijn oren zijn niet gecoupeerd en dat is eigenlijk een heel leuk gezicht. Aros is een prachtige hond om te zien en heeft eigenlijk al leen maar positieve karaktereigen schappen. Hij is dol op kinderen, gaat prima om met andere honden en kan ook in de auto. Aros wil best stoeien en ook daarin erg voorzichtig dus hij zal zijn baas niet verscheuren, hoewel hij daar fysiek best toe in staat zou zijn. Hij is zeker geen felle waakhond, maar zijn imponerende verschijning is al genoeg om kwaadaardige types een straatje om te doen laten lopen. Wel heeft hij, ze ker in het begin veel aandacht nodig, hij eet natuurlijk veel en ook moet hij ZATERDAG 10 NOVEMBER 1979 PAGINA 5 Afghanistan is er vooruitgang die „opgevangen" moet worden en verwerkt. Zoals in een begeleidend filmpje wordt gezegd: de school is goed voor jongens, niet voor meisjes; dat zou hun ogen te veel doen opengaan.." Het wordt een afgerond beeld van een kleinsteedse nederzetting: over het vermaak in de stad, de spelletjes, de muzikanten, de kermissen, de gezondheidszorg. Indrukken van het transport, van de aanpak van stedebouw. Het theehuis komt er; volgens Roelof Munneke het best te vergelijken met de oude koffiehuizen die we ook in Nederland hebben gekend en waar de mannen samenkomen om van alles te bespreken. Alcohol is er natuurlijk niet bij en de moslems bepalen zich tot hun thee of ze komen er gekookt water halen om in de bazaar zelf hun thee te kunnen zetten als het te druk is om de „zaak" te verlaten. Er wordt ook gewed bij dierengevechten; „vogels die tegen elkaar worden opgejut". Men passeert in de bazaar zilversmeden en touwslagers, koperslagers en porceleinreparateurs. „Het is accentjes leggen", zegt Roelof Munneke. Het is ook een ingrijpende geschiedenis die binnen het museum voor Volkenkunde haar beslag krijgt. „Vooral nieuw is de schaal waarop gereconstrueerd wordt; verreweg de omvangrijkste reconstructie die een Nederlands museum tot nu toe heeft gekend", aldus de heer Munneke. Je zou kunnen zeggen, dat het hier gaat om een grootschalig middel om mensen „iets heel intensief te laten beleven". Zo ziet conservator Munneke het tenminste. „En wat een aantal bijbehorende films betreft (met werkelijk voortreffelijk indringende en verklarende teksten), die verbreden het zicht op zo'n voor het Westen ^nog volkomen onbekende samenleving op een gigantische wijze". Dr. Munneke is geestdriftig over een stukje levenswerk dat hij nu aan het afronden is. „Ik heb hier werkelijk jaren naar toe geleefd. Vanzelfsprekend ben ik als conservator nog meer van plan, maar toch mag ik deze tentoonstelling wel beschouwen als een kroon op het werk". Afghanistan staat op het moment nogal in de belangstelling. Er is een machthebber die de naam Amin draagt en de sowjets zouden op de loer liggen. Roelof Munneke heeft het één en ander meegemaakt en vorig jaar, toen hij er voor de laatste keer was, was hij blij dat hij uit de hoofdstad Kaboel kon vertrekken. „Afghanistan heeft lang gefungeerd als bufferstaat tussen Russen en de Engelsen in destijds Brits - Indië. Het land was geïsoleerd: geen spoorwegen, nog steeds niet. Kaboel heeft heel kort een tramlijntje gehad, maar dat is ook weer weg en er rijden nu Tsjechische trolleybussen. Er is sprake van een trage ontwikkeling", vertelt de "heer Munneke. „Pas na '50 kwam er geleidelijk aan een grotere openlegging naar buiten toe. In '73 werd de laatste koning, Zahir Shah, afgezet door een zwager die president werd en op zijn beurt in '78 door sowjetgezinde krachten verwijderd werd. Sindsdien drijft Afghanistan op Russische bajonetten, mag je wel stellen". Munneke weet, dat er een groep is die met geweld een soort sowjet modelstaat nastreeft. „Maar de bevolking, die zich altijd tegenover vreemde invloeden teweer heeft gesteld, komt daar sterk tegenop. Verzet is actief en 1 passief aanwezig in alle 28 provincies. Nee, het is bepaald geen rustig land, j maar enorm boeiend in allerlei cultuurpatronen. Afghanistan wordt wel het Zwitserland van Azië i genoemd: niet alleen zeer bergachtig, maar er worden ook vergelijkingen gemaakt met de verschillende taal - en cultuurgroepen. Televisie Zeker, dat kennen ze ook. y Er werd een complete zendinstallatie geschonken door een westers land. West - Duitsland meen ik, maar die zender is alleen te ontvangen in Kaboel en daarom heen. De noordelijke inwoners, aan de andere kant van een hoge bergketen, krijgen de Russische uitzendingen te zien". Roelof Munneke heeft voorlopig zijn doel bereikt. Hij laat iets zien van een volk dat hij erg heeft leren waarderen: „Het zijn prettige, vriendelijke en behulpzame mensen, maar je moet je niet mengen in hun aangelegenheden, hoe goed bedoeld dan ook. Het is een trots volk (16, 18 of 20 miljoen; niemand weet het, want er werd nooit een volkstelling gehouden en het* ministerie van landbouw geeft andere cijfers dan het ministerie van buitenlandse zaken), dat zich altijd heeft weten te handhaven". In ieder geval wordt in Leiden een Afghaanse bazaar gehandhaafd, heel 1980 door. Dr. Roelof J. Munneke is er even bij gaan zitten. Op de stoep van een theehuis en zijdelings geïnteresseerd in een gesprek tussen een paar donkere Afghanen die de waterpijp roken. Een ogenblikje bijkomen. Straks weer verder met de opbouw van een tentoonstelling die qua opzet haars gelijke - zeker in ons land - niet licht zal vinden. Roelof Munneke, jeugdig en in het bezit van een koene verre blik, is conservator van de afdeling Islamitisch cultuurgebied en Afrika van het Rijksmuseum voor Volkenkunde, in Leiden. Al een jaar of zes geleden liep hij rond met een idee dat hij nu gaat verwezenlijken: een grote Afghanistan - expositie, zoals nog niet eerder vertoond is. „Ik was al een paar keer in Afghanistan geweest, maar in 1973 wist ik opeens wat ik wilde: de reconstructie van een bazaar, zoals je die overal vindt en zoals ik die zelf kende in Noord - Afghanistan. Ik zal er wat over vertellen". Munneke staat op en verlaat het theehuis, een karakteristieke Afghaanse blikvanger die al geruime tijd imde grote benedenhal van „Volkenkunde" de aandacht trekt. Elders, in een vleugel van het museum, wordt druk gewerkt aan wat die bazaar moet gaan worden. Men timmert, zaagt en schaaft, schildert en maakt van zachtboard met een gipsmengsel „steen" dat niet van echt is te onderscheiden. Om alles zo oorspronkelijk mogelijk te doen zijn, werd zevenhonderd meter rondhout gekocht. Dat is voor de „overkapping" van de bazaar. Daarop komen dan weer rietmatten, alleen de klei waarmee in Afghanistan dat dak wordt bestreken blijft hier achterwege, want regenen doet het nog niet binnen „Volkenkunde". Op 18 januari '80 gaat de tentoonstelling open en blijft vervolgens het hele jaar Dr. Roelof J. Munneke in een hoekje van een Afghaans theehuis. door te zien. Het levenspad van een museumconservator gaat niet over rozen, zeker niet dat van dr. Roelof J. Munneke, die in Afghanistan wel wat anders gewend was: een rotsige bodem en onbegaanbare wegen en zandpaden waarop amper plaats was voor een stel achter elkaar traag stappende kamelen. De conservator heeft een stuk of wat verzamelreizen naar het onherbergzame land gemaakt en met wat hij in de wacht heeft kunnen slepen gaat hij nu werken om een groot publiek te bedienen. Het Afghaanse theehuis beneden geeft al zo'n indruk, fhet levensgrote poppen en originele waren. Het gaat alleen nog veel indrukwekkender worden in de ruimte op de eerste verdieping die over een paar maanden onherkenbaar veranderd zal zijn. De expositie krijgt de naam „Bazaar" en de neventitel wordt „Marktsteden in Noord - Afghanistan". Het materiaal is voorhanden en Roelof Munneke is nu bezig, zijn ideeën om te zetten in de vulling van de tentoonstellingsruimten. „U zult willen weten waarmee men te maken gaat krijgen, nietwaar Wel, bazaar is de perzische naam voor een (overdekt) centrum van handel en ambacht, meestal gelegen in het hart van een grotere of kleinere plaats. In de kleine gemeenschappen vindt men doorgaans in de bazaar de detailhandel, in de grote plaatsen en provinciehoofdsteden bijvoorbeeld treft men er ook de groothandel en de geldhandel aan. De tentoonstelling zal zo'n bazaar „natuurgetrouw" weergeven, met overdekte „straten" waar het zonlicht met stralen van boven door spleten in de overdekking binnendringt. Die suggestie zal ook op de bazaar van „Volkenkunde" te bespeuren zijn. Verlichting van binnenuit zal zo veel als mogelijk is worden vermeden". Dr. Munneke: „De expositie bestaat uit drie segmenten. Allereerst is er de inleiding, met foto's en verklarende teksten die de bezoeker alvast enigszins beslagen ten ijs moeten brengen voordat hij de bazaar zelf betreedt en die dan dus al een beetje „kent". Dat wegwijs maken doet ook een dia - klankbeeld. Dan is er de reconstructie van de overdekte straten van de bazaar in een typerend sfeerbeeld. Het laatste segment toont een „woning", zoals die te vinden is buiten de bazaar. Daar wordt ook verteld over het Afghaanse leven van alledag; over het leven van de man en de vrouw, een leven dat voor een groot deel gescheiden plaatsvindt. De vrouw zorgt voor de stabiliteit en de continuïteit in de gemeenschap, daarbuiten leeft de man met de zorg voor het onderhoud. Hij zal daarom enigszins onderlegd moeten zijn, want ook in regelmatig geborsteld worden. Een flinke hoeveelheid ruimte is eveneens zeer aan te bevelen. Aros kan uitste kend terecht bij mensen die een grote stoere hond willen hebben en daarvoor ook de ruimte en dé tijd hebben. Het asiel bezorgt hem zo langzamerhand al-1 leen maar claustrofobie. Caspar Caspar heeft het aan zichzelf te wijten dat hij nog steeds in het asiel zit. Verschillende mensen zijn naar hem komen kijken, en ook probeerde iemand uit of Cas par goed overweg zou kunnen met zijn eigen hond maar aange zien Caspar onmiddellijk met die hond op de vuist ging zag deze belangstellende er verder maar van ai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5