Strijd wereldbeker: commerciële goudmijn
Grote onrust in schoonspringwereld
Hockeyparlement komt tot inkeer
HENK NOOREN: „GEEN AMATEURISME MEER IN PAARDESPORT"
GEEN TITELS VOOR MORGENSTOND
Naam SV Den Haag niet toegestaan
HOOFDKLASSE VAN TWAALF TEAMS VOOR DAMES EN HEREN
SPORTTRIBUME
LEIDSE COURANT
MAANDAG 5 NOVEMBER 1979 PAGINA 22
AMSTERDAM De ver
spreking zal waarschijn
lijk genoeg mensen niet
of nauwelijks zijn opge
vallen. Toch vergalop
peerde de oubollige spe
aker bij Jumping Amster
dam zich vrijdagavond
behoorlijk door bij het
betreden van de ring
Hugo Simon het predi
kaat regerend wereld
kampioen op te spelden.
De kleine Oostenrijker
behoort weliswaar reeds
jarenlang tot de absolute
top der springruiters,
maar tot deze ten on
rechte vermelde triomf is
hij nog nooit gekomen.
Zowel de wereld- als de
Europese titel (respectie
velijk behaald in Aken
1978 en augustus jongs
tleden te Rotterdam) zijn
immers in het bezit van
de Westduitser Gerd
Wiltfang. Simon verover
de vorig jaar daarente
gen wel de zogenaamde
World Cup, maar om
deze triomf meteen met
een officieel wereldkam
pioenschap te gaan ver
gelijken, berust op een
lelijke misvatting. Dat
zijn namelijk twee zaken
die strikt gescheiden
moeten worden gehou
den.
Om het gehele hippische ge
beuren internationaal wat aan
trekkelijker te maken, werd vo
rig jaar de strijd om de wereld
beker in het leven geroepen:
een gezamenlijk initiatief van
het Nederlandse ministerie van
landbouw en visserij en een
Zweedse autofabrikant. Door
op verschillende concoursen in
Europa (vorig seizoen negen
van dit soort evenementen, nu
elf stuks) en Noord Amerika
(van zeven tot acht uitgebreid)
in de prijzen te vallen, konden
de ruiters en amazones zich
met de aldus vergaarde punten
kwalificeren voor de grote fina
le in Göteborg waar Hugo Si
mon op de rug van Gladstone
zijn sporen verdiende. Ditmaal
staat de eindstrijd gepland tij
dens het concours hippique in
de Amerikaanse stad Baltimo
re, van 23 tot 27 april 1980.
Hiervoor zijn zesentwintig
plaatsen te verdelen: zestien
deelnemers uit Europa, acht uit
Noord Amerika en twee uit
Australië waar op èén dag de
sterken van de zwakken wor
den gescheiden.
Routinier
In de Amsterdamse RAI werd
gisteren de eerste wedstrijd
van het nieuwe Europese cir
cuit gehouden. David Broome
begon deze tweede editie op
voortreffelijke wijze. De En-
Henk Nooren, de eerste Nederlandse topruiter die koos
voor het professionalisme.
gelse routinier werd met
Sportsman winnaar in het
springconcours om de Grote
Prijs van de Stad Amsterdam,
een wedstrijd over twee man
ches met een eenmalige bar
rage op tijd. Voor de barrage
plaatsten zich acht foutloze
combinaties waaronder Dick
Wieken, die met Caddy ten
slotte op de vierde plaats ein
digde.
Met deze triomf zette Broome
een eerste belangrijke stap op
weg naar Baltimore. Na Am
sterdam gaat het Europese
springcircus achtereenvolgens
aan de slag in Dublin, Borde
aux, Londen, Dortmund, Den
Bosch (Indoor Brabant), Ant
werpen, Wenen, Birmingham
en Göteborg. Daarna zijn de in
de voorronden behaalde resul
taten plotseling niet belangrijk
meer. In de finale begint ieder
een weer met een schone lei.
Vorig jaar toonde Paul Schoc-
kemöhle zich de sterkste in de
voorafgaande concoursen,
maar ging uiteindelijk toch
Hugo Simon met de hoogste
eer en het hoogste prijzenbe-
drag strijken.
De World Cup is, in tegenstel
ling tot de normale kampioen
schappen, een puur op com
merciële basis ontworpen ini
tiatief. Sponsoring drukte een
hoe langer hoe nadrukkelijker
stempel op deze tak van paar-
desport. Dit blijkt niet alleen
uit de telkens weer beschik
baar gestelde prijzen die in
naam variëren van fotocame
ra's tot champagnemerken,
ook de paarden zelf dragen
veelal dubieuze namen. De let
ter ,,Z" achter diverse namen
van de paarden van onder
meer Johan Heins en Dick
Wieken duidt op hun stal Zan-
gersheide. Piet Raymakers
heeft zijn paarden zelfs met de
toevoeging Eurotex gedoopt,
hetgeen duidt op ondersteu
ning door een reisbureau. En
ook Nelson Pessoa heeft in al
zijn paarden de sponsornaam
van een champagnemerk
verwerkt.
Handtekening
De Braziliaan staat echter of
ficieel geregistreerd als prof
en is hiertoe dan ook op pa
pier gemachtigd. De genoem
de Nederlanders, maar er val
len nog talloze andere voor
beelden te geven, heten nog
amateurs te zijn. Henk Noo
ren, die gisteravond bekend
maakte met ingang van 1 ja
nuari 1980 eveneens tot de
professionele gelederen toe
te zullen treden, zal binnen
kort ook in het rijtje thuis ho
ren. „Amateurisme in de
paardesport bestaat niet
meer", aldus de 25-jarige
stijlruiter uit Dalfsen. „Het
gaat enkel en alleen om een
handtekening onder zo'n con
tract. Voor ons als ruiters is
die World Cup natuurlijk ge
weldig attractief. Het is een
extra winstgevende factor ge-
Ben Arts: „World Cup niet
vergelijken met echt we
reldkampioenschap"
bleken. In deze tak van sport
draait het telkens om veel
geld. Ja natuurlijk, het staat
of valt met de commercie.
Maar de mensen op de tribu
nes storen zich daar heus
niet aan. Dank zij de wereld
beker krijgt de paardesport
steeds meer publiciteit. Bin
nenkort kunnen we misschien
zelfs Eurovisie-uitzendingen
verwachten".
Ben Arts, de chef d'equipe van
de Nederlandse ruiterploeg en
nauw betrokken bij de organi
satie van Jumping Amsterdam,
hierover: „Deze World Cup
mogen we in geen enkel op
zicht vergelijken met een ofli
cieel wereldkampioenschap
De mensen willen natuurlijk al
tijd het beste zien. Zowel di
ruiters (meer prijzengeld)
de organisatoren (betere
zetting van de concoursen) zi
er gelukkig mee. Maar
andere kant wordt het natuur
lijk wel eens iets teveel var
goede. We moeten met
soort zaken bijzonder voor
zichtig zijn. Die commerciëli
invloeden kunnen de pan uitrij
zen. Paardesport vergt vee
geld. Toen ikzelf nog reed
kostte een goede knol hoogui
2500 gulden. Daar krijg je ni
niets meer voor. En een goedi
ruiter heeft toch zeker vijf o
zes paarden op stal staan".
,,Voor de ruiters Is de»
World Cup een prima gele
genheid om er nog wat een
ten extra uit te halen, leder
een denkt op die manier
Maar daarmee ben je toe)
nog lang niet op het niveai
van een normaal kampioen
schap. We hollen op de»
manier met zijn allen hart
naar het einde toe. Mooi is
het natuurlijk allemaal nie
meer. Andere zaken dringen
zich steeds meer op de voor
grond. Langzaam maar zeker
gaan de sponsors ook hun
eisen stellen. We moeten de
vinger constant aan de pols
houden. Anders loopt hel
echt fout", aldus Ben Arts.
DICK KIERJ
UTRECHT Geen enkfele titel bij de
Nederlandse kampioenschappen
schoonspringen op de één meter plank
gistermiddag in het Utrechtse zwem
bad "Den Hommel" kwam bij de Haag
se vereniging Morgenstond terecht.
Terecht ging voorzitter Jan Metzelaar
teleurgesteld naar huis. Maar dat is
nog niet alles. Er is grote onrust en on
tevredenheid in de vereniging. De club
die de laatste jaren een abonnement
had op kampioenschappen maakt na
het vertrek van oud-Europees kampi
oene José de Frel een moeilijke tijd
door. Oorzaak: de prestatiegerichte
trainer Rob Voorbij. En juist met de
Olympische Spelen van 1980 voor de
deur komt de onrust in deze schoon-
springvereniging erg slecht uit. Niet
Caroline Linthuis greep de nationale ti
tel bij de meisjes, maar de eveneens
veertienjarige Daphne Jongejans, sinds
kort lid van de vereniging A.D.H.Z uit
Amsterdam.
Het behaten van het kampioenschap door
Daphne Jongejans zowel bij de meisjes als bij
de dames is echter wel een succes van Rob
Voorbij. Daphne Jongejans en haar broer Ed
win, die kampioen werd bij de jongens, wilden
lid worden van Morgenstond. Voordien waren
ze lid van De Futen uit Amstelveen. Trainer
Voorbij wenste de komst van Edwin en Daphne
Jongejans wel,maar zijn vereniging niet. Me
vrouw Tinie Metzelaar, secretaresse:'' Als be
stuur namen wij de beslissing dat we de Jonge-
jansen niet als lid zouden aannemen. Dat heb
ben we aan Voorbij verteld. Daar moest hij ge
noegen mee nemen als trainer. Maar nu, op
wedstrijden, staat hij hen wel te coachen. Dat
nemen wij niet als bestuur. Rob Voorbij is ook
bondstrainer. Wat hij in de tijd van de bond
doet, moet hij weten maar bij de Nederlandse
kampioenschappen staat hij voor het clubbe
lang".
Nadat Caroline Linthuis bij de meisjes verloren
had van Daphine Jongejans liet de Haagse in de
kantine van "Den Hommel" de tranen de vrije-
loop. Daphne Jonjejans kwam tot 279.35 pun
ten en Caroline Linthuis tot 271.25. Vader Paul
Linthuis:" Op deze manier maak je het kind ka
pot. Het is geen stijl wat Voorbij doet. Ik ben
benieuwd wat het bestuur van Morgenstond
hieraan gaat doen. Dertien keer heeft Caroline
tijdens Nederlandse kampioenschappen Daphi
ne Jongejans zowel in de èén- als driemeter
plank verslagen. Als ik tegen haar zeg: ga mee
naar huis, gaat zo gelijk mee. Ik wil het niet
doen want dat is kinderachtig. Maar het kind is
helèmaal kapot".
Bij de senioren vocht Caroline Linthuis terug. Ze
sprong,begrijpelijk door deze omstandigheden,
onder haar kunnen en verloor met gering ver
schil: 339,95 punten voor Daphne Jongejans te
gen 339,05. Tinie Metzelaar: "Wedstrijden voor
de eenmeterplank zijn niet op de Olympische
Spelen en daarom zijn deze natuurlijk niet zo
belangrijk. Je moet de prestaties over een lan
gere periode bekijken. Internationaal heeft Ca
roline Linthuis natuurlijk veel in haar mars. Ook
op de driemeterplank is zo veel sterker dan
Daphne Jongejans, wat echter niet wegneemt
dat zaken als bij deze kampioenschappen er
geen goed aan doen. Wij hopen dat Caroline
Linthuis naar de Olympische Spelen mag, al is
(Van onze sportredactie)
UTRECHT De derde, en
nieuwe, Haagse schoon-
springvereniging mag niet
de naam SV Den Haag gaan
voeren. De andere twee
Haagse verenigingen, Joop
Stotijn en Morgenstond,
hebben daarover bezwaar
gemaakt bij de KNZB.
Secretaris Jan Eibers van
de nieuwe vereniging: Dat
is kinderachtig. Vooral Mor
genstond neem ik dat kwa
lijk. De bestuursleden wis
ten van onze plannen af en
we hebben hen steeds op
de hoogte gehouden. Op
onze persconferentie heb
ben we het ook gehad over
samenwerking. Dat kunnen
ze nu wel vergeten. Als
nieuwe vereniging gaan we
onze eigen weg onder onze
nieuwe naam Schoonspring
vereniging De Randstad. Het
gaat erg goed. We hebben
al meer dan twintig leden
en dat is voor een schoon-
springvereniging veel. Vol
gens onze trainster José de
Frel zit er talent in de vere
niging".
het alleen maar om ervaring op te doen. Dan
komt ze daar vier jaar later niet als een vreem
de binnen".
Of Caroline Linthuis, bijgestaan door haar va
der, nog met Rob Voorbij wil werken, is vraag
twee. Vorig jaar stapte ook nationaal kampioen
Renè Linthuis op bij Morgenstond. Vader Lin
thuis: Renè wil best weer gaan springen maar
niet bij Rob Voorbij". Dat Morgenstond enkele
moeilijke dagen tegemoet gaat is zeker.
Van de 21 springverenigingen, die ons land rijk,
is deden er maar zes aan de Nederlandse
kampioenschappen mee. Niet alleen José de
Frel, die trainster is geworden van een nieuwe,
derde, schoonspringvereniging in Den Haag is
de afgelopen tijd gestopt, ook Lidy Spruyt
springt niet meer. Nadat ook Lia Molenaar, al
een jaar eerder, het voorgezien hield is de kwa
liteit bij de dames een stuk minder geworden.
Zowel bij de dames als bij de meisjes kwam
Maaike Leeuwenburgh van Joop Stotijn op de
derde plaats. Ze heeft echter een grote achter
stand op het duo Caroline Linthuis en Daphne
Jongejans.
De zestienjarige Wessel Zimmerman heeft
toekomst. Dit lid van de vereniging Joop Sto
tijn, die training krijgt van de oud-kampioen
van Nederland Hans Feis, kan het nog ver
brengen, al heeft het schoonspringen bij de
heren minder te betekenen dan bij de dames.
Bij de jongens behaalde hij een tweede
plaats met 278.90 punten achter Edwin Jon
gejans met 291:00 punten. Bij de heren
moest hij alleen Joop Marechal uit Den Bosch
voor laten gaan en moest Edwin Jongejans
genoegen nemen met een derde plaats. Ma
rechal behaalde 410,75 punten, Zimmerman
379,40 en Jongejans 368,50.
ARTHUR VAN RIJSWIJK
Rob Voorbij, een enigszins omstreden trainer
schoonspringwereld, was toch succesvol.
BHUHBHBI
Voorzitter Sijmons zag een
dering genomen beslissing
eerder door de ledenverga-
weer teruggedraaid.
AMSTERDAM „Inspraak zonder in
zicht leidt tot uitspraken zonder uit
zicht", riep voorzitter Annema van Am
sterdam, de afgevaardigden van 139
hockeyclubs zaterdagmiddag met
zichtbare zelfingenomenheid toe. Die
stelling ontving een spontaan applaus
tijdens de buitengewone ledenverga
dering van de Koninklijke Nederlandse
Hockeybond. En er werd slechts be
scheiden getild aan de veroordeling
die de Amsterdamse afgevaardigde
daarmee uitsprak over het uit septem
ber 1978 daterende besluit van diezelf
de bondsvergadering, de hoofdklasse
in de hockeycompetitie in twee afdelin
gen te splitsen.
Zonder blikken of blozen vernietigde het hoc
keyparlement even later dan ook de competi
tiestructuur die men het vorig jaar zelf had be
dacht. In 1981 krijgt de hoofdklasse daardoor
de vorm terug zoals die momenteel nog be
staat: een landelijke hoofdklasse van twaalf
teams.
Ruim een jaar geleden wilden de clubs daarvan
af. Althans een meerderheid zag zijn onver
hoedse coup glansrijk slagen. De oppositie,
vooral uit zuidelijke kringen, kreeg haar zin. De
internationals, toondertijd in Hannover verza
meld bij de Europese titelstrijd, waarschuwden
nog wel voor versplintering aan de top, maar er
hielp geen moedertje lief meer aan.
Daarom komen er dit seizoen acht plaatsen ex
tra vrij voor promotie naar de hoofdklasse die
volgend jaar uit twee afdelingen van tien teams
bestaat. Het bondsbestuur verzette zich vorig
jaar niet tegen die aanslag op het competitiedu
el. Hoewel het er lang niet gelukkig mee was
besloten voorzitter Frans Sijmons en de zijnen
het besluit uit te voeren.
Tegenzet
Pas in janauri van dit jaar kwam de tegenzet
via de installatie van een „Bijzondere Com
missie Competitiestructuur". De commissie
liet het mes aan twee kanten van het competi-
tiebestel snijden.
In een lijvig rapport drong de commissie niet al
leen aan op herinvoering van de intussen ver
trouwd geraakte hoofdklasse van twaalf teams,
ze goot tevens de competitie-opzet in een pira
midevorm van een hoofdklasse, twee landelijke
overgangsklassen (van twaalf), vier geografische
eerste klassen, acht afdelingen in tweede, derde
en vierde klasse. Bovendien gaf de commissie
vorm aan een hoofdklasse bij de dames en
kreeg het zaalhockey meer ruimte door een wi-
terstop voor het veldhockey in de maanden de
cember, januari èn februari, alsmede een con
centratie in de top via een landelijke hoofdklas
se, twee afdelingen van zes teams. Tevreden
over het huiswerk van de commissie nam het
bondsbestuur die voorstellen in grote lijnen
over. En daarom was zaterdagmiddag iedereen
weer terug in Amsterdam.
Blauwe blazers
Alleen bij de stemmingen herhaalde de ge
schiedenis zich niet. De gevolgen van de uit
spraken van vorig jaar hadden blijkbaar tot in
zicht geleid, om met de voorzitter van Am
sterdam te spreken. Een (linke meerderheid
koos zaterdagmiddag de zijde van het be
stuur, dat via voorzitter Sijmons liet weten al
leen ten aanzien van de competitiestructuur
eventueel met de portefeuille te willen ram
melen.
Dat bleek achteraf een voorbarige waarschu
wing. Dertig, merendeels zuidelijke clubs - met
Deventer als enige oostelijke vertegenwoordiger
- (tezamen goed voor 349 van de 1255 stem
men) kregen geen kans de invoering van een
hoofdklasse van twaalf teams te verhinderen.
Net zo min vonden die clubs begrip voor de ar
gumenten de volgend seizoen ingaande struc
tuur met twee hoofdklassen van elk tien teams
zich in de praktijk gedurende drie jaar te laten
bewijzen.
Winterstop
Toen die kogel door de kerk was hadden de
afgevaardigden er al een zit van twee uur op
zitten. En was al een keer eerder mondeling
De voorgestelde winterstop van drie maanden
ten voordele van het zaalhockey bracht mei
name Bloemendaal en Alliance (Heemstede) uit
de stoelen. „In Noord-Holland zitten we met le
vensgrote accommodatieproblemen wat zaal
hockey betreft. Daarom zijn wij beslist tegen
een winterstop", verkondigde Alliance-afge-
vaardigde Willems, die zijn smeekbede om af
weging van een winterstop echter niet verwoord
zag. Wél koppelde het bondsbestuur aan de
duidelijke voorkeur voor een winterstop (984 te
gen 240 stemmen) de toezegging, gezien de bij
zondere situatie in Noord-Holland met dat dis-
trictsbestuur in overleg te treden. Murw en
monddood gemaakt verzetten de Noordholland
se clubs zich later dan ook niet meer toen geko
zen moest worden voor een volwaardige zaal-
hockeycompetitie.
Voor de instelling van een zaalhockeyseizoen
dat begint na de laatste zondag van november
en eindigt op de laatste zondag in februari, was
geen stemming nodig. De invoering van
hoofdklasse bij de dames noopte daar wel toe.
De weerzin daartegen leefde bij 29 clubs goed
voor 312 van het intussen tot 1212 geslonken
aantal geldige stemmen. Zodat het „overgangs
jaar" 1980-1981 straks wordt gevolgd door
twee landelijke hoofdklassen, zowel voor dames
als voor heren.
HENK MEES